Verslag van de 79e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN)
Algemene Vergadering der Verenigde Naties
Brief regering
Nummer: 2025D38260, datum: 2025-09-10, bijgewerkt: 2025-09-10 13:35, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 26150 -226 Algemene Vergadering der Verenigde Naties.
Onderdeel van zaak 2025Z16525:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-09-11 18:00: AVVN (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-09-11 22:30: (onder voorbehoud) Tweeminutendebat AVVN (CD 11/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Dit verslag beslaat de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden in de Verenigde Naties over het afgelopen zittingsjaar – de 79e zitting van de Algemene Vergadering. Het volgt de indeling van de Kamerbrief met de inzet van het Koninkrijk voor die zitting, die uw Kamer ontving in augustus 2024.1 In deze brief is tevens het verslag opgenomen van de vierde Financing for Development-conferentie, die plaatsvond van 30 juni t/m 3 juli jl. Over de ministeriële week van de 79e zitting, de zogenaamde High Level Week, heeft uw Kamer reeds een apart verslag ontvangen.2 Tevens ontving uw Kamer de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 80e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN)3.
1) Multilateralisme onder druk
Beschermen, versterken, hervormen
Het Beleidskader Mondiaal Multilateralisme4 vormt de basis van de Koninkrijksinzet over de gehele breedte van het multilaterale stelsel. Deze inzet gaat uit van de drieslag beschermen (van de fundamentele beginselen van het stelsel), versterken (van de positie van het Koninkrijk en de EU binnen het stelsel) en hervormen (om het multilaterale stelsel representatiever en slagvaardiger te maken).
Het afgelopen jaar werd gekenmerkt door een verdere toename van conflict en instabiliteit wereldwijd en internationale machtsverschuivingen die zichtbaar doorwerkten in de VN. Onder andere de voortdurende Russische agressie-oorlog in Oekraïne, de oorlog en de catastrofale humanitaire crisis in Gaza alsmede de bredere conflicten in het Midden-Oosten drukten een grote stempel op de multilaterale samenwerking in het afgelopen jaar.
Ten aanzien van de VN-Veiligheidsraad (VNVR) blijven grote geopolitieke tegenstellingen het effectief functioneren van de VNVR sterk bemoeilijken. Ook in dit zittingsjaar bleek de VNVR nauwelijks in staat om effectief te reageren op de grote conflictensituaties van het moment, zoals Gaza en Oekraïne. Het Koninkrijk blijft zich in Benelux-verband actief inzetten voor hervorming van de VNVR door actief deel te nemen aan de Intergovernmental Negotiations on the question of equitable representation on and increase in the membership of the Security Council and other matters related to the Council (IGN), waar over VNVR-hervormingen wordt gesproken. Nederland sprak in de IGN gedurende AVVN79 onder andere expliciet steun uit voor een meer representatieve Raad waaronder met een permanente Afrikaanse vertegenwoordiging in een hervormde VNVR.
Een groep landen in het mondiale zuiden (Groep van 77 (G77)) gaf in het afgelopen jaar wederom aan dat het huidige multilaterale systeem, waaronder VN-organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken, hen niet goed vertegenwoordigt en dat de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) niet kunnen worden bereikt als er niet voldoende financiering beschikbaar wordt gesteld. Daarbij werd de VN, o.a. door late en onvolledige betalingen door een aantal grote lidstaten evenals door teruglopende bijdragen aan ontwikkelingshulp, in toenemende mate voor grote financiële uitdagingen gesteld. Er werd, mede hierom, een breed proces van hervormingen van de VN en VN-organisaties in gang gezet, dat in het komende zittingsjaar verder vorm zal moeten krijgen. Het Koninkrijk heeft het initiatief om de VN effectiever en efficiënter te maken verwelkomd en een actieve rol gespeeld in het vormgeven van de vroege fases van het proces, onder andere door met grote contribuanten aan de VN een aantal uitgangspunten voor het VN-hervormingsproces te formuleren.
2) Vrede, veiligheid en recht
Accountability
Ook het afgelopen jaar heeft het Koninkrijk zich in diverse VN-gremia,
waaronder de AVVN en de Mensenrechtenraad ingezet voor de bevordering en
bescherming van fundamentele mensenrechtennormen en de bestrijding van
straffeloosheid voor internationale misdrijven en ernstige en
grootschalige mensenrechtenschendingen.
Zo heeft het Koninkrijk zich in de Mensenrechtenraad, waarvan Nederland momenteel lid is, actief ingezet tegen mensenrechtenschendingen in Syrië, ook na de historische omslag die sinds december 2024 in Syrië heeft plaatsgevonden. Sinds het aantreden van de nieuwe Syrische interim autoriteiten heeft de zogenaamde Syrië kerngroep – waar het Koninkrijk onderdeel van is – voor het eerst kunnen onderhandelen met de Syrische autoriteiten over een resolutietekst. Dit resulteerde in een verlenging van het mandaat van de Commission of Inquiry (CoI) en het aanmoedigen tot verdere samenwerking met de VN-onderzoeksmechanismen voor Syrië, zoals het International, Impartial and Independent Mechanism (IIIM), het Independent Institution on Missing Persons (IIMP), de Commission of Inquiry (CoI) en de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR). Ook heeft het Koninkrijk zich gericht op het tegengaan van straffeloosheid voor misdrijven begaan door ISIS/Da’esh tegen onder andere Jezidi’s. Zo werd de VN-bewijzenbank van Syrië (IIIM) financieel gesteund zodat hun onderzoekswerkzaamheden, die onder andere zien op misdrijven begaan door ISIS, kunnen worden voortgezet en sprak het Koninkrijk in de AVVN steun uit voor het werk van het IIIM.
In de Mensenrechtenraad heeft het Koninkrijk zich daarnaast actief ingezet voor onderzoek en bewijsvergaring van alle grootschalige mensenrechtenschendingen die worden gepleegd in Soedan. De VN Fact Finding Mission (FFM) werd voor een jaar verlengd en Nederland financierde het kantoor van OHCHR in Soedan. In augustus jl. is het Koninkrijk officieel lid geworden van de Soedan kerngroep (samen met de VS, het VK, Duitsland, Noorwegen en Ierland) ter ondersteuning van de verlenging van het mandaat van de VN Fact Finding Mission de komende jaren. Tevens heeft het Koninkrijk in duidelijke taal de mensenrechtenschendingen in Iran aan de orde gesteld en zijn mede door de inzet van het Koninkrijk de mandaten van de VN Fact Finding Mission en de Special Rapporteur Iran in de Mensenrechtenraad verlengd. Het mandaat van de FFM werd tevens verbreed, zodat deze nu onderzoek kan doen naar recente, aanhoudende en ernstige mensenrechtenschendingen in Iran. In het kader van Jemen is met steun van het Koninkrijk in de Mensenrechtenraad een verlenging van technische ondersteuning aan de nationale onderzoekscommissie in Jemen (NCOI) gerealiseerd. Het Koninkrijk zal zich samen met gelijkgezinden blijven inzetten om het tegengaan van straffeloosheid in Jemen op de internationale agenda te houden. Ook kon de VN-bewijzenbank Independent Investigative Mechanism for Myanmar (IIMM) op voortgezette steun rekenen en is met inzet van het Koninkrijk het mandaat van de Speciaal Rapporteur voor mensenrechten in Afghanistan in de Mensenrechtenraad verstevigd en met een jaar verlengd.
Het Koninkrijk heeft in september 2020 de Syrische staat aansprakelijk gesteld voor het schenden van het VN-Antifolterverdrag. Canada heeft zich hier in maart 2021 bij aangesloten. In juni 2023 heeft het Koninkrijk samen met Canada de zaak tegen Syrië voorgelegd aan het Internationaal Gerechtshof (IGH) en het IGH verzocht om voorlopige maatregelen op te leggen aan Syrië. In november 2023 heeft het IGH dergelijke voorlopige maatregelen aan Syrië opgelegd. In mei 2025 hebben Canada en het Koninkrijk de inhoudelijke onderbouwing van hun argumenten bij het IGH ingediend. De Syrische interim-autoriteiten hebben middels een verklaring aangegeven graag samen te werken om ervoor te zorgen dat de misdrijven begaan door het Assad-regime niet onbestraft blijven.
Oekraïne
Het Koninkrijk heeft zich als voortrekker op ‘Restoring Justice for
Ukraine’ sterk ingezet voor het behouden en versterken van steun
voor accountability voor Oekraïne. Veranderde mondiale
verhoudingen hadden evenwel weerslag op de internationale steun voor de
AVVN- en VNVR-resoluties die op februari 2025, drie jaar na de inval van
Rusland in Oekraïne, zijn aangenomen. Desondanks is het afgelopen jaar
belangrijke voortgang geboekt om de Russische agressie niet onbestraft
te laten. Op 25 juni jl. werd door de Oekraïense president Zelensky en
secretaris-generaal van de Raad van Europa het oprichtingsverdrag voor
het Speciaal Tribunaal voor het Misdrijf Agressie tegen Oekraïne5 ondertekend. Over de oprichting van
dit unieke tribunaal is twee jaar lang intensief onderhandeld in een
kerngroep van 36 landen, met een prominente rol van het Koninkrijk.
Verder heeft het Koninkrijk het afgelopen jaar actief opvolging gegeven aan de AVVN-resolutie van november 2022 over de oprichting van de zogenaamde Claimscommissie, die de schadeclaims moet gaan beoordelen die worden ingediend bij het in Nederland gevestigde schaderegister voor geleden schade als gevolg van Russische agressie tegen Oekraïne. Voorts was Nederland medeorganisator van de ministeriële Dialogue Group/United for Justice-conferentie die op 9 mei jl. in Kyiv werd gehouden. Dit platform is opgericht voor de afstemming en coördinatie van initiatieven die Oekraïense instanties steunen in de opsporing, vervolging en berechting van internationale misdrijven als gevolg van de Russische agressie tegen Oekraïne.
In de Mensenrechtenraad heeft het Koninkrijk het afgelopen jaar met succes onderhandeld voor de verlenging van het mandaat van de Commission of Inquiry inzake de mensenrechtensituatie in Oekraïne. Ook heeft het Koninkrijk zich actief uitgesproken over het lot van de uit Oekraïne ontvoerde kinderen, waaronder tijdens de 57ste sessie van de Mensenrechtenraad.
Conflict tussen Israël en Hamas
In de verslagperiode had de AVVN vanzelfsprekend veel aandacht voor het
Israëlisch-Palestijns conflict en de geweldsspiraal die sinds de
terroristische aanvallen van Hamas op 7 oktober is ontketend. Nog altijd
houdt Hamas vijftig gijzelaars vast en de bevolking van de Gazastrook
lijdt onder extreme en aanhoudende ontberingen. De humanitaire situatie
in de Gazastrook is catastrofaal, terwijl ook de situatie op de
Westelijke Jordaanoever verslechtert. Allereerst moet de oorlog in de
Gazastrook stoppen. Daarvoor is het essentieel dat Israël en Hamas een
onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren overeenkomen. Om deze reden
heeft het Koninkrijk in het afgelopen jaar diverse resoluties in de AVVN
gesteund die hiertoe oproepen. Het Koninkrijk heeft daarnaast in diverse
VN-gremia Israël en Hamas opgeroepen zich te houden aan internationaal
recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht. In verschillende
verklaringen heeft het Koninkrijk het belang benadrukt om onmiddellijk,
onvoorwaardelijk en ongehinderd humanitaire hulp toe te laten tot de
gehele Gazastrook en veilige toegang voor professionele hulporganisaties
zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging te bewerkstelligen.
Bij de AVVN-stemming op 12 juni 2025 over een resolutie ten aanzien van
de humanitaire situatie en voedseltekorten heeft het Koninkrijk
voorgestemd, waarbij het in de nationale verklaring alle partijen heeft
gewezen op VNVR-resolutie 2417 over het uithongeren van burgers en
ontzeggen van noodhulp als oorlogswapen. Daarnaast roept het Koninkrijk
Hamas op de gegijzelden in de Gazastrook onmiddellijk, onvoorwaardelijk
en waardig vrij te laten.
In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli 2024, erkent het kabinet de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden als onrechtmatig en heeft het in diverse verklaringen opgeroepen de onrechtmatige bezetting te beëindigen. Het Koninkrijk heeft daarnaast voorgestemd op een resolutie die een adviesopinie aanvraagt bij het IGH over de verplichtingen van Israël als bezettende macht ten aanzien van de aanwezigheid en activiteiten van (VN-)organisaties en derde staten in de bezette Palestijnse Gebieden.
MH17
De inzet van het Koninkrijk in de internationaalrechtelijke procedures
jegens de Rusland inzake het neerhalen van vlucht MH17 heeft dit jaar
tot twee concrete resultaten geleid.
Op 12 mei jl. heeft de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO-Raad) geoordeeld dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerhalen van vlucht MH17 en daarmee het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart heeft geschonden. De ICAO-Raad heeft dit besluit genomen in de door het Koninkrijk en Australië aangespannen procedure tegen Rusland voor het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014. De ICAO-Raad heeft in het besluit van 30 juni jl. de partijen – Australië en Nederland enerzijds en Rusland anderzijds – gelast onmiddellijk te goeder trouw in onderhandelingen te treden over rechtsherstel voorvloeiend uit de schending van het internationaal recht door Rusland.
In de door het Koninkrijk in 2020 ingediende statenklacht tegen Rusland oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM; het Hof) op 9 juli jl. dat Rusland verantwoordelijk is voor het neerhalen van vlucht MH7 en dood van alle 298 inzittenden. Hiermee heeft Rusland meerdere mensenrechten, neergelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, geschonden. Het Hof heeft tevens vastgesteld dat Rusland, door onvoldoende medewerking aan de onderzoeken en de ontkenning van iedere betrokkenheid bij het neerhalen van vlucht MH17, additioneel leed voor de nabestaanden heeft veroorzaakt.
Het besluit van de ICAO-Raad en de uitspraak van de EHRM zijn belangrijke stappen in het streven van het Koninkrijk naar waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap voor de 298 slachtoffers van de vlucht MH17 en hun nabestaanden.
VN-vredesmissies
Het Koninkrijk blijft zich inzetten voor effectieve en efficiënte VN-vredesmissies, in lijn met het Action for Peacekeeping-initiatief (A4P) en het bijbehorende implementatieplan (A4P+). De Nederlandse inzet is gericht op bescherming van burgers en het verbeteren van prestaties van vredesoperaties op verschillende vlakken. In het kader van de onderhandelingen binnen het Special Committee on Peacekeeping Operations (C34), heeft het Koninkrijk derhalve gepleit voor VN-vredesmissies die de bescherming van burgers centraal stellen en die toegerust zijn met adequaat personeel en middelen om mandaten effectief te kunnen uitvoeren. Ook blijven investeringen in conflictpreventie, vredesopbouw en duurzame vrede cruciaal.
Als onderdeel van de voorbereidingen voor de tweejaarlijkse VN Peacekeeping Ministerial organiseerde het Koninkrijk in februari 2025, samen met Indonesië, Bangladesh, en de Verenigde Staten, een regionale Preparatory Conference in Jakarta. Deze bijeenkomst stond in het teken van de toekomst van VN-vredesmissies en bracht VN-lidstaten, regionale partners, NGO’s en lokale actoren samen om inbreng vanuit de praktijk en het maatschappelijk middenveld te integreren in de internationale beleidsvorming.
Tijdens de VN Peacekeeping Ministerial die op 7-8 mei 2025 plaatsvond in Berlijn, herbevestigde Nederland zijn inzet op de bovengenoemde prioritaire thema’s met concrete toezeggingen, onder meer gericht op betekenisvolle participatie van vrouwelijke militairen binnen VN-vredesoperaties, voorkomen en minimaliseren van burgerslachtoffers door het handelen van dergelijke VN-vredesoperaties, en het verbeteren van trainingen voor het daarbij betrokken personeel.
VN-vredesopbouw
Het Koninkrijk blijft werken aan het voorkomen van het uitbreken, voortduren, escaleren en herhalen van gewelddadige conflicten. Het Koninkrijk is sinds januari 2025 voor een periode van twee jaar lid van de zogenaamde VN Peacebuilding Commission (PBC). Daarin maakt het Koninkrijk zich hard voor een sterkere brug tussen vrede en veiligheid en nationaal en lokaal-geleide vredesopbouw als belangrijke voorwaarde voor duurzame stabiliteit en veiligheid.
In september 2024 deed het Koninkrijk, samen met maatschappelijke organisaties en andere lidstaten, aanbevelingen voor de vijfjaarlijkse herziening van de VN Vredesopbouw Architectuur (PBAR). Deze aanbevelingen bouwden voort op meerdere consultaties met ngo-partnerschappen van het Koninkrijk en gingen over het bereiken van impact met aandacht voor lokaal gedefinieerde resultaten en het structureel integreren van geestelijke gezondheidszorg en psychosociale steun (MHPSS) in vredesopbouw om herhaling van geweld te voorkomen.
In december 2024 co-organiseerde het Koninkrijk een side-event tijdens de tweede UN-Civil Society Organization (CSO) Dialogue over het beter begrijpen en zichtbaar maken van impact vanuit het perspectief van door conflict getroffen gemeenschappen. Lokale actoren benadrukten dat, om duurzame resultaten te behalen, er meer ruimte nodig is voor leren en voor meer lange termijn en flexibele financiering. Het Koninkrijk blijft zich inzetten voor een realistischer, inclusiever en contextgevoeliger begrip van de impact van vredesopbouw- en conflictpreventiewerk, gevormd door lokale actoren en gemeenschappen.
Grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
In lijn met de Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie6 zette het Koninkrijk zich het afgelopen AVVN-jaar, zowel binnen als buiten het VN-kader, in voor het terugdringen van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. De inzet richtte zich het versterken van gezondheidssystemen, het verbeteren van toegang tot primaire gezondheidzorg, het vergroten van pandemische paraatheid, het tegengaan van antimicrobiële resistentie en het beperken van de impact van klimaatverandering op de mondiale volksgezondheid. Onderhandelingen in de tweede helft van 2024 resulteerden in een politieke AVVN-verklaring over antimicrobiële resistentie: ‘A global commitment to combat antimicrobial resistance (AMR)’. De verklaring is echter minder ambitieus geworden dan waar Nederland op had ingezet, onder andere waar het surveillance, transparantie en reductiedoelen betreft.
Cyber en digitale technologieën
Het Koninkrijk zette zich tijdens de eindonderhandelingen van de
Open Ended Working Group on security of and in the use of
information and communications technologies (2021-2025) met succes
in voor de oprichting van een nieuw permanent mechanisme binnen de VN.
Het mechanisme dat nu van start gaat (het zogenaamde UN Global
Mechanism on developments in the field of ICTs in the context of
international security and advancing responsible State behaviour in the
use of ICTs) richt zich op de implementatie van de gemaakte
afspraken over verantwoordelijk statelijk gedrag in het digitale domein,
waaronder de toepassing van het internationaal recht. Het Koninkrijk
pleitte daarnaast met succes voor verwijzingen naar de cyberdreiging
tegen internationale organisaties, zoals het Internationaal Strafhof, en
naar het gebruik van cyber in gewapend conflict. Het laatste biedt een
opening voor het adresseren van schendingen van het humanitair
oorlogsrecht.
Het Koninkrijk maakte zich als lid van de kerngroep van de eerste AVVN-resolutie ooit over AI met succes hard voor het verankeren van mensenrechten bij de ontwikkeling en toepassing van kunstmatige intelligentie (AI). Tijdens de ministeriële week van de AVVN in 2024 organiseerde het Koninkrijk, samen met gelijkgezinde landen van de Freedom Online Coalition, een ministeriële bijeenkomst over hetzelfde thema. Ook schreef Nederland mee aan de gezamenlijk verklaring van de Freedom Online Coalition over AI en mensenrechten, die tijdens het Internet Governance Forum (IGF) en de World Summit on the Information Society +20 High-Level Event werden gepresenteerd. In 2025 nam het Koninkrijk actief deel aan onderhandelingen over de modaliteiten voor de oprichting van een internationaal wetenschappelijk panel op AI en een terugkerende mondiale dialoog op AI, beiden voortvloeiend uit de GDC. Daarnaast werd tijdens de AVVN ministeriële week in 2024 het Global Digital Compact (GDC) aangenomen, waarna het VN-kantoor voor digitale technologieën is opgericht.
In de Eerste Commissie van de AVVN, die ziet op ontwapening en internationale veiligheid, heeft het Koninkrijk de eerste resolutie over AI in het militaire domein (AIMD) ingediend. Het doel van deze AIMD-resolutie was om het onderwerp internationaal onder de aandacht te brengen, de eerste kaders te schetsen waarbinnen een discussie zou kunnen plaatsvinden en de Secretaris-Generaal van de VN te verzoeken een rapport op te stellen over de kansen en uitdagingen op basis van bijdragen van landen en andere belanghebbenden. De resolutie is op 24 december 2024 met steun van 159 landen aangenomen, waaronder de VS, China, EU-lidstaten en veel landen uit het mondiale zuiden.
3) Mensenrechten
Algemeen
Zowel in de VN-Mensenrechtenraad als in de Derde Commissie van de AVVN, waar mensenrechtenthema’s worden behandeld, vroeg Nederland aandacht voor de prioritaire mensenrechtenthema’s vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie en levensovertuiging, bescherming van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes en gelijke rechten voor lhbtiq+-personen7. Samen met gelijkgezinden zette Nederland zich met succes in voor het behoud van een referentie naar seksuele oriëntatie en gender identiteit in een resolutie over buitengerechtelijke executies. Ook werd het mandaat van de onafhankelijke expert seksuele oriëntatie en genderidentiteit met Nederlandse steun verlengd. Nederland nam deel aan discussies over de mensenrechtensituatie in o.a. Soedan, Rusland, Belarus, Iran, Syrië, DPRK, Myanmar, de bezette gebieden in Oekraïne, DRC en Afghanistan. Over deze thema’s en landensituaties werden resoluties aangenomen waaraan Nederland, nationaal en in EU-verband, een actieve bijdrage leverde.
Nederland sprak zich verder uit over de mensenrechtensituatie in China, en ondertekende een gezamenlijke verklaring van vijftien landen over de situaties in Tibet en Xinjiang, n.a.v. het mensenrechtenrapport van het Kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten uit 2022. De verklaring dringt er bij China op aan om alle VN-aanbevelingen over mensenrechten in het land te implementeren en vrije toegang tot beide gebieden te faciliteren om de mensenrechtensituatie te monitoren.
Vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR
Het Koninkrijk zette zich het afgelopen jaar wederom actief in voor gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), gelijke rechten voor lhbtiq+-personen, en de individualiteit en universaliteit van mensenrechten, o.a. in de resoluties Women in Development in de Tweede Commissie, en de Child, Early and Forced Marriage en Female Genital Mutilation resoluties in de Derde Commissie.
Nederland was co-facilitator van de resolutie Violence against Women. Dit is de eerste keer dat een AVVN-resolutie zich specifiek richt op geweld tegen vrouwen en meisjes in het digitale domein (het thema van dit jaar). Net als in 2023 werd een stemming op de tekst aangevraagd, ditmaal door Nigeria. In vergelijking met twee jaar geleden ontving de (progressieve) resolutie meer stemmen vóór.
Evenwel kwam de pushback op gendergelijkheid, vrouwenrechten en SRGR in het afgelopen jaar steeds nadrukkelijker naar voren. De wereldwijde financiering voor mondiale gezondheid is teruggelopen, met o.a. directe gevolgen voor de financiering van VN-organisaties als WHO, UNFPA en UNAIDS en van internationale en lokale organisaties die zich inzetten voor SRGR, gendergelijkheid en vrouwenrechten. De internationale inzet op de daaraan gekoppelde SDGs staat daardoor in toenemende mate onder druk. Nederland blijft zich binnen de VN inspannen voor behoud van de internationale afspraken op deze thema’s.
In april jl. kwam de Commission for Population and Development (CPD) bijeen onder voorzitterschap van het Koninkrijk. Het thema van deze 58e sessie was Health and wellbeing for all. Er is geen politieke verklaring aangenomen tijdens deze meeting. Er was wel eensgezindheid over de relevantie van dit thema en dat SRGR hier een essentieel onderdeel van is.
Tenslotte heeft het Koninkrijk dit jaar aandacht gevraagd voor andere onderwerpen die onder toenemende druk staan, zoals jongeren en SRGR, toegang tot veilige abortus en de noodzaak om SRGR te benoemen in gerelateerde multilaterale processen. Zo heeft het Koninkrijk zich, samen met EU-lidstaten, ingezet voor gender en SRGR in de reviews van SDG 3 en 5 tijdens de High Level Political Forum on Sustainable Development (HLPF). Mede dankzij deze inzet is de taal op gender en SRGR in de politieke verklaring niet afgezwakt ten opzichte van andere jaren.
4) Duurzame ontwikkeling
VN-Conferentie over Financiering van Ontwikkeling
Eén van de belangrijkste trajecten van het vergaderjaar was de onderhandeling over het nieuwe internationale raamwerk voor ontwikkelingsfinanciering. Dit raamwerk, de opvolger van de zogenaamde Addis Abeba Action Agenda uit 2015, zal de komende tien jaar richting moeten geven aan de wereldwijde inzet op de financiering van ontwikkeling via onder meer binnenlandse middelen in ontwikkelingslanden (zoals belastinginning), privaat kapitaal en bedrijfsleven, internationale ontwikkelingssamenwerking, handel, schulden, systemische uitdagingen (ook wel ‘internationale financiële architectuur’ genoemd) en technologie/data. Dit moet leiden tot een structurele en substantiële toename van de hoeveelheid investeringen in ontwikkeling en het behalen van de SDGs. Ondanks grote verschillen en belangen lukte het tot een overeenkomst te komen die tijdens de vierde International Conference on Financing for Development (FfD4) van de Verenigde Naties als het ‘Compromiso de Sevilla’ op politiek niveau werd aangenomen. Gezien de geopolitieke situatie in de wereld was de aanname in zichzelf al een succes te noemen. De naam ‘Compromiso’ betekent letterlijk commitment, maar kan ook worden gelezen als verwijzing naar de realiteit dat op veel gevallen de consensus een compromis is tussen uiteenlopende posities.
De belangrijkste uitkomsten kunnen onder drie noemers samengevat worden: een hernieuwde aanzet voor investeringen in ontwikkeling (vanuit o.a. private sector en vergrote belastinginkomsten), het beter wapenen van ontwikkelingslanden tegen schuldencrises en het versterken van de stem van ontwikkelingslanden in de internationale financiële architectuur. Namens de EU-lidstaten sprak de EU steun uit aan het Compromiso. Wel maakt de EU (mede namens Nederland) op twee onderdelen reserveringen: op het opstarten van een intergouvernementeel proces bij de VN over schuldhoudbaarheid (de EU is geen voorstander van nog een nieuw proces op dit thema dat bestaande processen mogelijk doorkruist) en klimaat (waarvan de teksten onder het eerder afgesproken ambitieniveau van het Parijs-akkoord dreigen te zakken). Dit houdt in dat we 2 van de 66 paragrafen blijvend niet onderschrijven en dat deze onderdelen van het Compromiso om die reden wat ons betreft geen agreed language zijn. Al voor de aanname van de verklaring nam de VS afstand van de tekst en trok zich terug uit het onderhandelingsproces. Dit kan bij de formele aanname in de Algemene Vergadering alsnog leiden tot een stemming. De verwachting is wel dat de Compromiso met brede steun wordt aangenomen, en de basis blijft voor verdere implementatie van de afspraken.
De afsluitende FfD4-conferentie in Sevilla (30 juni – 3 juli) bracht 187 delegaties samen waaronder ongeveer vijftig onder leiding van staatshoofd en regeringsleider, naast een grote groep ontwikkelingsbanken, private investeerders en maatschappelijke organisaties. Namens de EU waren de Voorzitter van het Europees Parlement en de Voorzitter van de Europese Commissie aanwezig. Parallel aan het hoofdprogramma vonden een International Business Forum en meer dan 470 side- en special events plaats met verdiepende sessies op deelonderwerpen van de Compromiso. Voor Nederland stond zowel tijdens de onderhandelingen als in het nationale statement, interventies en event-deelnames het mobiliseren van middelen die niet of minder afhankelijk van ODA zijn centraal. Tijdens de conferentie spitste dit zich met name toe op het mobiliseren van meer privaat kapitaal voor ontwikkeling, zodat schaarse ODA-middelen kunnen worden gericht op uitdagingen die louter met publieke middelen kunnen worden aangepakt. Nederland organiseerde op deze thematiek samen met partnerorganisaties twee evenementen tijdens de top, waarin de kansen voor investeringen in ontwikkeling door internationale en lokale institutionele investeerders centraal stonden. Naast deze onderwerpen intervenieerde Nederland op prioritaire onderwerpen als schuldhoudbaarheid en transparantie, en inclusiviteit en het belang van vrouwen en meisjes als integraal onderdeel van de ontwikkelingsagenda.
De minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel |
---|
Kamerstuk 26 150 nr. 212.↩︎
Zie Kamerstuk 26 150 nr. 222 voor het verslag van de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden gedurende de ministeriële week van de 79e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.↩︎
Kamerstuk Nummer 26 150 nr. 225.↩︎
Kamerstuk 36 200-V, nr. 72.↩︎
Kamerstuk 36045 nr. 210.↩︎
Kamerstuk 36 180, nr. 25.↩︎
Zie de beleidsnota Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorde (Kamerstuk 32 735, nr. 370).↩︎