[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. het verslag Eurogroep en Ecofinraad 7 en 8 juli 2025 (Kamerstuk 21501-07-2131)

Raad voor Economische en Financiële Zaken

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D38310, datum: 2025-09-10, bijgewerkt: 2025-09-10 14:13, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z15646:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. …

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld … 2025

De vaste commissie voor Financiën heeft op 10 september 2025 vragen en opmerkingen aan de minister van Financiën voorgelegd over de brieven van 1 september 2025, waarmee respectievelijk het verslag van de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad van 7 en 8 juli 2025 (Kamerstuk 21501-07, nr. 2131) en de geannoteerde agenda voor de vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad op 19 en 20 september 2025 (Kamerstuk 21501-07, nr. 2132) zijn aangeboden.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van …...

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Nijhof-Leeuw

De griffier van de commissie,

Weeber

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 19 en 20 september 2025 en hebben daarover enkele vragen.

De leden van de PVV-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat de economie van de eurozone volgens de meest recente raming van de ECB in juni gematigd groeit over de komende jaren. Hier wordt tegelijkertijd aangegeven dat hogere defensie- en infrastructuuruitgaven zullen zorgen voor een verhoging van economische groei op de middellange termijn. Deze leden vragen welke cijfers dit onderbouwen, en welke impact deze extra overheidsuitgaven hebben op de begrotingspositie van lidstaten op middellange en lange termijn.

De leden van de PVV-fractie vragen daarnaast welke bijdrage de minister bij de gedachtewisseling over macro-economische ontwikkelingen wil leveren tijdens de bijeenkomst van de Eurogroep.

De leden van de PVV-fractie constateren dat in de op één na grootste economie van de Eurozone een serieuze economische crisis dreigt. De Franse staatsschuld blijft toenemen, en pogingen om dit probleem aan te pakken hebben geleid tot politieke spanningen en het wegsturen van premier Bayrou door het Franse parlement. Bovendien bestaat het risico dat Frankrijk het vertrouwen van de financiële markten verliest. Tegelijkertijd dreigt het land tot stilstand te komen door grootschalige acties en protesten.

Hoewel Frankrijk al onder een buitensporigtekortprocedure valt, lijkt de situatie niet te verbeteren. Jaarlijks betaalt Frankrijk inmiddels ruim €50 miljard aan rente, met prognoses die wijzen op een verdere stijging richting €70 miljard in de komende jaren. De leden van de PVV-fractie vragen de minister daarom welke mogelijke spill-overeffecten deze ontwikkelingen kunnen hebben op de Nederlandse economie. Daarnaast vragen zij de minister hoe hij zich in de Eurogroep en de Ecofinraad inzet om dit probleem aan te kaarten en welke voorstellen hij daarbij namens Nederland inbrengt.

Verder merken de leden van de PVV-fractie op zich zorgen te maken over een herhaling van een ‘Griekenland-scenario’, waarbij de Nederlandse belastingbetaler uiteindelijk opdraait voor de Franse schulden. Welke maatregelen neemt de minister om een dergelijk scenario te voorkomen?

De leden van de PVV-fractie constateren naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de komende vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad in september en het verslag van de vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad in juli en naar aanleiding van diverse nieuwsartikelen dat de ontwikkeling van de digitale euro opnieuw volop in de belangstelling staat.

In de geannoteerde agenda wordt vermeld dat de kosten van de digitale euro proportioneel moeten worden verdeeld. De leden van de PVV-fractie vragen de minister welke bedragen hij hierbij als proportioneel beschouwt.

Eerder hebben de leden van de PVV-fractie in schriftelijk overleg vragen gesteld over de kosten die de digitale euro met zich meebrengt, waaronder de kosten voor onderzoek, implementatie en onderhoud. In zijn beantwoording gaf de minister destijds aan dat deze gegevens nog niet beschikbaar waren. Kan de minister nu alsnog cijfers verstrekken over de mogelijke kosten van de implementatie van de digitale euro?

Kan de minister daarnaast, aangezien hij in zijn eerdere beantwoording benadrukte dat het ook van belang is om naar de baten te kijken, tevens cijfers aanleveren om deze baten te kwantificeren?

De leden van de PVV-fractie constateren dat de minister meerdere malen heeft aangegeven dat het gebruik van contant geld in Nederland is teruggelopen en dat inmiddels ruim 80% van de betalingen aan de kassa digitaal plaatsvindt. Op welke manier zet de minister zich ervoor in dat iedereen voldoende contant geld in huis heeft, zodat men hierop kan terugvallen bij een storing of cyberaanval?

De leden van de PVV-fractie merken op dat op die manier de weerbaarheid tegen dergelijke scenario’s wordt vergroot en de invoering van een alternatief, zoals de digitale euro, overbodig maakt. Daarnaast is het kostenefficiënter, aangezien er al een uitgebreide infrastructuur voor contant geld beschikbaar is, en worden mensen die digitaal niet zo vaardig zijn, hiermee niet buitengesloten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en informele Ecofinraad van 19 en 20 september 2025. De leden hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.

Situatie Frankrijk

De leden van de VVD-fractie merken allereerst op dat de premier van Frankrijk recent door het parlement naar huis is gestuurd. De begrotingsproblemen in Frankrijk stapelen zich op. Frankrijk is voor het eerst duurder uit met lenen dan Italië sinds de invoering van de euro. De leden van de VVD-fractie vinden deze ontwikkeling zorgelijk en vragen de minister om een reactie.

Welke gevolgen hebben de gebeurtenissen in Frankrijk voor het budgettair-structureel plan van Frankrijk? Is de Europese Commissie voornemens om aan de bel te trekken over de begrotingsstaat van Frankrijk? Wat heeft de gebrekkige staat van de overheidsfinanciën in Frankrijk voor gevolgen voor de investeringen in defensie die de EU en het land willen doen? Wordt er bij de aankomende Eurogroep en informele Ecofinraad expliciet stilgestaan bij de situatie in Frankrijk?

Handel

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de overeenkomst tussen de VS en de EU over handelstarieven. De leden vragen zich af of (al) kwalitatief hard kan worden gemaakt dat dit heeft geleid tot een afname van de handelsonzekerheid en dus een toename in de investeringsbesluiten van bedrijven. Hoe wordt dit gemonitord?

Digitale euro

De leden van de VVD-fractie lezen dat er gesproken zal worden over de digitale euro en dat daar bij de afgelopen Eurogroep en Ecofinraad (7 en 8 juli 2025) ook over gesproken is. Voor deze leden is de toegevoegde waarde van de digitale euro nog steeds onduidelijk. Graag ontvangen zij daar een reactie op.

Deze leden lezen daarnaast dat Nederland inzet op een verdeling waarbij de Europese Centrale Bank de bevoegdheid krijgt om het initiatief te nemen tot het vaststellen van de limiet, met een rol voor de raad. Wat is het krachtenveld in de Raad op dit punt?

De leden van de VVD-fractie verzoeken daarnaast een reactie op de verdeling van de kosten van de digitale euro. Wat is het voorstel op dit punt zoals het er nu ligt? Is het haalbaar om deze kosten ‘proportioneel’ te verdelen volgens het kabinet, en wat verstaat het kabinet onder ‘proportioneel’?

Regeldruk

De leden van de VVD-fractie lezen dat er opnieuw gesproken zal worden over vermindering van de regeldruk. Zij lezen in het bijzonder dat in de vorige vergaderingen van de Eurogroep en de Ecofinraad (7 en 8 juli 2025) vereenvoudiging van het Financial Data Access Framework (FIDA) als onderwerp de revue is gepasseerd. De leden van de VVD-fractie weten dat de Europese Commissie tot doel heeft de regeldruk met minimaal een kwart terug te dringen per eind 2029, en dat voor het mkb zelfs wordt aangestuurd op een reductie van 35% per eind 2029. Deze leden juichen toe dat de eerste stappen door de Europese Commissie zijn gezet met de diverse omnibussen. Beloftes tot omvangrijke regeldrukreductie hebben we echter eerder gehoord vanuit Brussel, waarna de resultaten tegenvielen. Wat is het actuele percentage regeldrukreductie ten opzichte van de nulmeting? Welk jaar hanteert de Europese Commissie als nulmeting? Houdt het Kabinet goed vinger aan de pols over de voortgang van de regeldrukreductie vanuit de EU?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Ecofinraad en de Eurogroep. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de NSC-fractie merken op dat het werkloosheidspercentage in de eurozone met 6,2% op het laagste punt sinds jaren is beland. Gaat hiervan een nieuwe inflatoire druk uit? Hoe zal de ECB hiermee omgaan?

Hoe komt het dat bij zo’n lage economische groei (1%) de werkloosheid toch stabiel blijft of zelfs daalt? Klopt het dat enige jaren (voor corona) geleden een groei van minstens 2% nodig was om de werkgelegenheid op peil te houden? Betekent dit dat de groei van de arbeidsproductiviteit lager is dan voor corona?

De leden van de NSC-fractie vragen wat de reden ervan is dat de inflatie in Nederland over de afgelopen 25 jaar structureel 0,5% hoger is dan in de rest van de eurozone. Heeft dit te maken met het aanhoudende handelsoverschot, dat een inflatoire druk uitoefent op de Nederlandse economie?

De leden van de NSC-fractie vragen hoe het kan dat het Franse budgettair-structureel plan voor de middellange termijn vorig jaar goedgekeurd is en dat van Nederland niet. Heeft Nederland hier nog een nadere opvolging aan gegeven?

Zal Frankrijk nog aan het budgettair-structureel plan voldoen als het huidige begrotingsvoorstel met 44 miljard euro aan bezuinigingen definitief verworpen wordt? Wat zullen dan de gevolgen zijn?

Is een bezuinigingspakket van 22 miljard euro, dat als alternatief wordt voorgeteld, voldoende? Maakt Frankrijk gebruik van de nationale ontsnappingsclausule van 1,5% van het bbp in het kader van SAFE? Zo nee, waarom niet?

Hoe kan het dat een land dat al zo lang niet aan de Europese begrotingsnormen (tekort max. 3% bbp, schuld max. 60% bbp) hier zo lang ongehinderd mee door kan gaan?

Klopt het dat het nieuwe Stabiliteits- en groeipact (SGP) een tandeloze tijger is, net als het vorige SGP? Klopt hat dat er sinds het begin van de euro in 1999 nog steeds geen enkele boete is uitgedeeld aan overtreders van de begrotingsregels van het SGP?

De leden van de NSC-fractie vragen of het zogeheten Transmission Protection Instrument (TPI) zou kunnen helpen om de Franse obligatierente omlaag te krijgen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de TPI uit 2022 en de OMT (Open Market Transactions) uit 2012 (de “bazooka” van Draghi)? Klopt het dat de OMT niet dergelijke absurde randvoorwaarden had als de OMT?

Landen met financiële problemen zoals Frankrijk voldoen toch bijna per definitie niet aan de randvoorwaarden: “voldoen aan de Europese begrotingsregels, geen macro-economische onevenwichtigheden kennen, houdbare overheidsfinanciën hebben en verstandig macro-economische beleid voeren”?

Dit zijn toch hele onlogische voorwaarden en vergelijkbaar met de situatie, dat u slechts bij de dokter mag komen, als u niet ziek bent? En als u ziek bent mag u niet bij de dokter komen, maar moet u eerst zelf beter worden. Kan de minister hierop ingaan? Kan overwogen worden om de voorwaarden voor TPI-hulp aan te passen?

Klopt het dat het OMT deze merkwaardige randvoorwaarden niet had en juist bedoeld was voor zieke patiënten? Is het OMT nog steeds in werking? Kan de minister in de Eurogroep en/of de Ecofinraad navragen of het OMT nog steeds ingezet kan worden in noodgevallen, bijvoorbeeld als de budgettaire situatie in Frankrijk nog verder uit de hand loopt?

De leden van de NSC-fractie vragen wat de gevolgen zullen zijn als Frankrijk volgend jaar 22 miljard in plaats van 44 miljard euro bezuinigt. Zal Nederland zich in dat geval inzetten voor boetes in het kader van het SGP?

De leden van de NSC-fractie hebben enkele vragen met betrekking tot stablecoins en de digitale euro.

Wat zijn de ervaringen tot nu toe met digitale munten in Jamaica, Nigeria en de Bahama’s?

In hoeverre kunnen stablecoins een bedreiging zijn voor de monetaire stabiliteit? Klopt het dat dit alleen het geval zal zijn indien deze op grote schaal als direct betaalmiddel (dus zonder eerst in te wisselen voor euro’s) worden gebruikt? Zijn er aanwijzingen voor een dergelijk scenario? Anders zou dit toch kunnen leiden tot hyperinflatie als gevolg van stablecoins? Welk juridisch verschil zit er tussen het produceren van stablecoins en valsemunterij?

De leden van de NSC-fractie merken op dat mevrouw Lagarde gemeenschappelijke schulden voor publieke goeden zoals defensie bepleit. Betekent dit nieuwe schulden die de Europese Unie als geheel aangaat? Betekent dit een derde ronde in de richting van een schuldenunie, waarin Nederland voor 5,9% garant staat?

Welke kansen en bedreigingen ziet het kabinet als gevolg van de Amerikaanse GENIUS-wet? Kan het kabinet ingaan op de verschillen tussen MiCAR en GENIUS? Kan het kabinet specifiek ingaan op het risico op valutasubstitutie en digitale ‘dollarisatie’? En vormt de digitale euro een probaat antwoord op de risico’s?

Biedt de MicA-verordening toereikende mogelijkheden om de risico’s van stablecoins het hoofd te bieden? Is Nederland voorstander van meer centraal toezicht op stablecoins (door ESMA)? Hoe taxeert het kabinet de risico’s van dual issuance stablecoins?

De leden van de NSC-fractie merken op dat het VK, Canada en Zuid-Korea hun CBCD hebben gepauzeerd, terwijl de VS mogelijk een expliciet verbod aannemen. Waarom doen deze landen dat?

Moet de uitgifte van in euro gedenomineerde stablecoins, naar de mening van het kabinet, gestimuleerd worden?

Heeft het kabinet een voorkeur voor publieke of private blockchain voor de digitale euro? Kan de minister daarbij specifiek ingaan op de privacy-dimensie?

Wat is de appreciatie van het kabinet van de oproep van Lagarde tot een ‘global euro’ moment?

Welke kansen en bedreigingen ziet het kabinet als gevolg van de Amerikaanse GENIUS-wet? Kan het kabinet ingaan op de verschillen tussen MiCAR en GENIUS? Kan het kabinet specifiek ingaan op het risico op valutasubstitutie en digitale ‘dollarisatie’? En vormt de digitale euro een probaat antwoord op de risico’s?

Biedt de MicA-verordening toereikende mogelijkheden om de risico’s van stablecoins het hoofd te bieden? Is Nederland voorstander van meer centraal toezicht op stablecoins (door ESMA)? Hoe taxeert het kabinet de risico’s van dual issuance stablecoins?

De leden van de NSC-fractie vragen voorts wat de stand van zaken is met betrekking tot de confiscatie van de 260 miljard euro aan Russische tegoeden. Wat verzet zich hier nog tegen? Deelt de minister de mening dat dit de oorlog kan doen kantelen in de goede richting? En tegelijkertijd Europa weer een grote rol kan geven in he geo-politieke krachtenveld, zodat Europa een grotere rol kan spelen in het vredesproces, waarin het nu een bijrol speelt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de vergaderingen van de Eurogroep en Ecofinraad van 19 en 20 september 2025. De leden hebben naar aanleiding daarvan een aantal vragen.

De leden van de BBB-fractie merken op dat de minister schrijft dat Nederland het van belang vindt dat lidstaten hervormingen doorvoeren om hun duurzame groeipotentieel te verhogen en dat aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van belang blijft.

Deze leden hebben naar aanleiding daarvan de volgende vragen:

  • Hoe weegt de minister de ontwikkelingen in Frankrijk in deze context?

  • Leidt de situatie in Frankrijk wat de minister betreft tot een verwatering van de begrotingsdiscipline in andere landen van Europa?

  • Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat andere EU lidstaten daadwerkelijk hervormen en hun overheidsfinanciën onder controle krijgen?

  • Wat is op korte termijn de verwachte inzet van de Commissie op dit punt?

  • Wat is de huidige omvang van de Nederlandse garanties voor Europese projecten zoals het ESM en NEXTGEN EU? Kan de minister daarin een uitputtend overzicht verschaffen?

  • Hoe verloopt het terugbetalingsplan voor NEXTGEN EU? Zullen eigen EU middelen of extra belastingen (hoe onwenselijk ook wat leden van de BBB-fractie betreft) daarin dekkend zijn naar verwachting?

  • In hoeverre loopt Nederland het risico ook de garanties van bijvoorbeeld Frankrijk te zullen moeten dekken wanneer de extra EU middelen onvoldoende dekkend zijn en Frankrijk (maar mogelijk ook andere lidstaten) op termijn niet kunnen terugbetalen?

  • Verwacht de minister dat de ECB het TPI programma zal lanceren als ook de nieuwe Franse regering er niet in slaagt financiële hervormingen door te voeren?

De leden van de BBB-fractie lezen dat de minister het volgende schrijft over de Europese regeldruk:

“Het kabinet verwelkomt dat de Commissie aandacht heeft voor de vereenvoudiging van regels en het verminderen van regeldruk, onder andere door middel van een aangekondigde serie van omnibusvoorstellen gericht op het verminderen van lasten en onnodige regeldruk. Ook voor het kabinet is het verlichten van regeldruk een prioriteit, zodat onrechtvaardige barrières weg kunnen worden genomen en daarmee de interne markt wordt versterkt. Het kabinet verwelkomt daarom deze inspanningen om de regeldruk te verminderen door bijvoorbeeld rapportagevereisten

van verschillende wetten te stroomlijnen, zonder de daarmee verband houdende beleidsdoelstellingen te ondermijnen. Voorspelbaarheid en rechts- en investeringszekerheid voor bedrijven en betrouwbaarheid van het (Europese) wetgevingsproces blijven daarbij een belangrijk

aandachtspunt.”

De leden van de BBB-fractie hebben naar aanleiding daarvan de volgende vragen:

  • Welke inzet pleegt de Commissie om regeldruk en rapportagevereisten te verminderen naast de CSRD?

  • CSRD werd eerder uitgesteld voor kleine bedrijven, wat natuurlijk positief is, maar in grotere lijnen zien we dat de regeldruk voor bedrijven alleen maar toeneemt, vaak ook veroorzaakt door Brussel. Volgens een recente verkenning is een MKB-ondernemer gemiddeld 26 uur per maand kwijt aan het voldoen aan Europese rapportageverplichtingen. In sectoren als industrie en landbouw kan dit oplopen tot 40 uur per maand. Wat denkt de minister hieraan te kunnen doen? Het is immers Europees beleid. Een ambitie uitspreken is goed, maar deze leden zijn ook benieuwd met wat voor strategie de regering komt om die 40 uur omlaag te brengen.

II Reactie van de minister van Financiën