Toekomstbestendige gehandicaptenzorg Drenthe en Groningen
Brief regering
Nummer: 2025D38323, datum: 2025-09-10, bijgewerkt: 2025-09-10 15:05, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit BBB kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2025Z16550:
- Indiener: N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-09-24 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeren wij u over de situatie bij gehandicaptenzorginstelling De Trans en de stappen die door betrokken partijen zijn gezet met als doel de continuïteit van zorg voor cliënten van De Trans te waarborgen. Vandaag, 10 september, hebben Espria, Cosis en Vanboeijen gecommuniceerd over een voorgenomen overdracht van De Trans naar Cosis en Vanboeijen. Vanwege de betrokkenheid van ons ministerie en de systeemverantwoordelijkheid op het gebied van continuïteit van zorg voor de cliënten van De Trans, willen wij uw Kamer hierover informeren. In deze brief gaan wij achtereenvolgens in op de achtergrond van de situatie van De Trans, onze betrokkenheid daarbij, de overwegingen om een financiële bijdrage beschikbaar te stellen en de vervolgstappen die moeten worden gezet.
Achtergrond De Trans
De Trans maakt onderdeel uit van concernorganisatie Espria1 en verleent zorg aan volwassenen en kinderen met een verstandelijke beperking en een complexe ondersteuningsvraag in de zorgkantoorregio’s Drenthe en Groningen. Circa 450 cliënten ontvangen intramurale zorg en ruim 400 cliënten extramurale zorg. De Trans heeft sinds 2020 te maken met structurele financiële verliezen. De afgelopen jaren zijn De Trans en Espria, ondanks hun inspanningen, niet in staat gebleken zelfstandig de financiële positie van De Trans voldoende te herstellen om de continuïteit van zorg voor cliënten op lange termijn te borgen.
Dat heeft ertoe geleid dat, na een zorgvuldig proces en weging van verschillende toekomstscenario’s, wordt overgegaan tot overdracht van het personeel, de cliënten en de activiteiten van De Trans aan Cosis en Vanboeijen en deze verdeeld worden over beide zorgaanbieders. Beide partijen zijn actief in de gehandicaptenzorg in dezelfde regio’s en hebben in overleg met de betreffende zorgkantoren een robuust plan opgesteld. Samen met andere betrokken partijen zoals de zorgkantoren, NZa en IGJ, hebben wij er vertrouwen in dat dit scenario een duurzame oplossing biedt voor het borgen van de continuïteit van zorg voor de cliënten van De Trans. Voor cliënten en hun verwanten betekent dit vertrouwde zorg met zoveel mogelijk bekende gezichten. Medewerkers van De Trans gaan met de cliënten mee over naar Cosis en Vanboeijen zodat ook op die manier de continuïteit van zorg behouden blijft.
Betrokkenheid VWS
Conform het continuïteitsbeleid zijn binnen ons zorgstelsel zorgaanbieders zelf verantwoordelijk voor een financieel gezonde bedrijfsvoering en hebben zorgkantoren een zorgplicht. Samen moeten deze partijen zorgen voor een zorgaanbod dat past bij de zorgbehoefte van patiënten en cliënten in de regio. Het ministerie van VWS treedt slechts op in uitzonderlijke situaties waarin de betrokken partijen een probleem met de continuïteit van zorg niet zelfstandig kunnen oplossen2.
Via een zogenaamde code rood melding van het Waarborgfonds voor de Zorg (WfZ) in maart 2023 en een melding door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanuit het Early-Warning System (EWS) in december 2023, is ons ministerie op de hoogte van de situatie bij De Trans en zijn onze ambtsvoorgangers en wij regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen. De afgelopen periode konden cliënten blijven rekenen op zorg en zijn er ondertussen intensieve gesprekken gevoerd om tot een duurzame oplossing te komen voor de continuïteit van zorg voor de cliënten van De Trans.
De unieke situatie waarin De Trans zich nu bevindt, maakt in dit specifieke geval betrokkenheid van de overheid noodzakelijk om de continuïteit van zorg te garanderen. Er zijn drie kenmerken die deze situatie uniek maken:
De Trans vormt een belangrijke aanbieder van cruciale Wlz-zorg in de regio.
Gedurende het traject en ook met externe validatie onderbouwd, is duidelijk geworden dat de partijen niet in staat zijn zonder financiële ondersteuning van VWS tot een duurzame oplossing te komen voor de cliënten van De Trans.
Het betreft een grote en kwetsbare cliëntengroep die niet zonder meer kan worden overgeplaatst naar andere zorgaanbieders binnen of buiten de regio.
De genoemde kenmerken vormen in onderlinge samenhang de reden voor betrokkenheid van het ministerie van VWS. Wij hebben dan ook aangegeven in principe vanwege de uitzonderlijke situatie, maar onder strenge voorwaarden, bereid te zijn een financiële bijdrage beschikbaar te stellen. Dit omdat deze bijdrage noodzakelijk is om de continuïteit van zorg te borgen en een ongecontroleerd faillissement te voorkomen. Wij zullen de komende periode onderzoeken op welke wijze deze bijdrage financieel en juridisch rechtmatig beschikbaar gesteld kan worden.
Vervolg
Inmiddels hebben Espria en Cosis en Vanboeijen nadere afspraken gemaakt over de overdracht van De Trans. De komende periode zal door partijen worden gebruikt om de benodigde goedkeuringsprocessen in gang te zetten en de overdracht nader uit te werken. Naar verwachting zal de overdracht van De Trans per 1 januari 2026 plaatsvinden. In deze gehele periode staat het borgen van de continuïteit van zorg centraal, met bijzondere aandacht voor de behoeften en belangen van cliënten, hun naasten en de medewerkers van De Trans. Het is van groot belang dat de overdracht naar Cosis en Vanboeijen voor hen soepel verloopt. Daarbij is het belangrijk dat zij gedurende het hele proces duidelijk, tijdig en zorgvuldig worden geïnformeerd en ondersteund.
In afwachting van de nadere uitwerking van de hierboven genoemde plannen van betrokken partijen, kunnen er op dit moment nog geen uitspraken doen over de hoogte van financiële bijdrage vanuit VWS. Er lopen nog verschillende gesprekken met partijen om het benodigde bedrag vast te stellen.
Ook moet zoals hiervoor reeds is aangegeven, worden onderzocht op welke wijze de bijdrage financieel en juridisch rechtmatig beschikbaar gesteld kan worden.
Tot slot kunnen wij ons voorstellen dat deze ontwikkelingen onzekerheden met zich mee kunnen brengen voor medewerkers, cliënten en hun naasten. Juist daarom blijven wij nauwlettend toezien op een zorgvuldige afwikkeling, met oog voor de mensen om wie het gaat.
Wij zullen uw Kamer informeren bij verdere ontwikkelingen.
Hoogachtend,
de staatssecretaris Langdurige de minister van Volksgezondheid,
en Maatschappelijke Zorg, Welzijn en Sport,
Nicki J.F. Pouw-Verweij Jan Anthonie Bruijn