[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (31293-800) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D38843, datum: 2025-09-11, bijgewerkt: 2025-09-12 09:55, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs

Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs

Aan de orde is het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs (31293, nr. 800).

De voorzitter:
Ik wil direct doorgaan met het volgende tweeminutendebat, waar deze staatssecretaris ook ten tonele zal verschijnen. Dat is het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs. Ik vraag mevrouw Westerveld om als eerste spreker naar voren te komen, maar mevrouw Hertzberger heeft eerst een vraag.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Mijn verzoek aan de leden is of ik ook mag deelnemen. Ik zie dat ik niet op de sprekerslijst sta; misschien is er iets misgegaan.

De voorzitter:
Gaan de leden daarmee akkoord? Ja, die gaan akkoord. Wilt u een inbreng leveren van twee minuten?

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Zeker.

De voorzitter:
Dan schrijf ik u voor twee minuten in. Ik zie ook de heer Uppelschoten naar de microfoon lopen. Ik weet dat u zich ook graag wil aanmelden voor dit debat met nul minuten spreektijd. Gaan de leden daarmee akkoord? Ja, dat is het geval en dus bent u bij dezen aangemeld.

Mevrouw Westerveld staat al klaar. U krijgt het woord en spreekt namens GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Welkom aan de staatssecretaris. Ik heb twee moties en een paar vragen. De eerste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bouwen van GPT-NL, een Nederlands Al-model getraind op betrouwbare data met respect voor auteursrecht en privacy, bijdraagt aan de strategische autonomie;

overwegende dat het ministerie van OCW niet bijdraagt aan dit project en daarmee de kans laat lopen om de positie van rechthebbenden in de creatieve sector te versterken;

verzoekt de regering om zich te committeren aan GPT-NL door het rijksbreed af te nemen, betrouwbare data aan te leveren en in gesprek te gaan met rechthebbenden en Al-bedrijven over het beschikbaar stellen van data met een eerlijke compensatie voor leveranciers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Kathmann.

Zij krijgt nr. 841 (31293).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb een paar vragen over leerlingenvervoer, want dat loopt al een hele tijd niet. Wij blijven schrijnende verhalen binnenkrijgen van ouders, over kinderen die niet worden opgehaald, soms met dramatische gevolgen. De voorganger van deze staatssecretaris heeft het gehad over een handreiking, die gemeenten zou moeten helpen. Dat leek de oplossing te zijn voor heel veel problemen. Maar als ik dan kijk in bijvoorbeeld de monitor van Oberon, dan zie ik dat maar een derde van de gemeenten die handreiking ook echt gebruikt. Mijn vraag aan deze staatssecretaris is dus om te zorgen dat dit verbetert, maar mijn oproep aan hem is om echt regie te nemen vanuit OCW. Onderwijs is een recht, maar naar school gaan zou ook een recht moeten zijn. Ik hoor dus graag wat hij nog meer gaat doen om het leerlingenvervoer te verbeteren.

Ik heb ook een motie voor een specifieke groep leerlingen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de problemen met het leerlingenvervoer hardnekkig zijn, kinderen vaak te laat of niet worden opgehaald, en dit zelfs leidt tot ernstige incidenten;

overwegende dat er concrete situaties zijn waarbij het leerlingenvervoer voor kinderen die uit huis zijn geplaatst niet werd geregeld door de desbetreffende gemeenten, wat leidt tot extra trauma's en schade;

constaterende dat alleen al het afgelopen schooljaar 38 keer een beroep is gedaan op het Jeugdeducatiefonds om leerlingenvervoer na uithuisplaatsing te betalen, terwijl dit een taak is van gemeenten;

verzoekt de regering om te zorgen dat áltijd het belang van het kind voorop staat en kinderrechten worden nageleefd en in dergelijke situaties te zorgen dat de gemeenten en desnoods het Rijk de kosten betalen van leerlingenvervoer totdat er een permanente oplossing is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 842 (31293).

Dank u wel. Dan zou ik graag willen vragen of de heer Oostenbrink naar voren wil komen om het woord te voeren namens de BBB.

De heer Oostenbrink (BBB):
Dank, voorzitter. Alsnog ook welkom aan de nieuwe staatssecretaris. Ik was dat vergeten in het vorige debat. Maar goed, dat kan altijd nog, zeg ik maar.

Vanuit mij twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat schooldirecteuren vaak geen les meer geven, terwijl hun betrokkenheid bij de klas cruciaal is voor onderwijskwaliteit;

overwegende dat lesgevende directeuren bijdragen aan vakinhoudelijk leiderschap en gemeenschapszin;

verzoekt de regering om lesgevende schooldirecteuren te stimuleren via gerichte beleidsmaatregelen en dit principe op te nemen in de kaders voor schoolbesturen en onderwijsregio's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Oostenbrink.

Zij krijgt nr. 843 (31293).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de heropening van de Driessenschool in Grootschermer als zelfstandige school met een eigen stichting tot brede steun en gemeenschapsherstel heeft geleid in de omgeving;

overwegende dat fusies van kleine scholen in grotere koepels vaak leiden tot verlies van lokale binding, gemeenschapszin en bereikbaarheid van onderwijs;

overwegende dat het Grootschermervoorbeeld een werkbaar alternatief biedt voor opheffing of fusie;

verzoekt de regering om in overleg met de VNG en de PO-Raad een handreiking op te stellen voor lokale initiatieven die een zelfstandige school willen oprichten of behouden, en gemeenten en schoolbesturen actief te ondersteunen bij het faciliteren van lokale doorstarts,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Oostenbrink.

Zij krijgt nr. 844 (31293).

Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Rooderkerk.

Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik heb een vraag over de eerste motie, die schooldirecteuren wil stimuleren om voor de klas te staan. De zorg die ik daarbij heb, is dat het vaker voorkomt dat schooldirecteuren uit nood voor de klas staan, omdat er een lerarentekort is. Mijn vraag is dus: is het idee van BBB dat we dit moeten stimuleren, zodat het meer gebeurt? Of ziet de heer Oostenbrink ook dat daar een ongewenste prikkel van uit zou kunnen gaan en dat we natuurlijk vooral gewoon het lerarentekort op moeten lossen, met voldoende geld en voldoende leraren?

De heer Oostenbrink (BBB):
Dank voor deze vraag. De motie die ik heb ingediend, gaat voornamelijk over kleine scholen, zoals het voorbeeld in Grootschermer, dat ik al eerder heb genoemd. In dit geval gaat het om een school met ongeveer 32 leerlingen. Daar heeft men ook echt een stimulans gekregen om bij mogelijke uitval niet gelijk een situatie te creëren waarin kinderen geen les meer kunnen volgen, maar een directeur daar te laten instappen om op dat moment les te geven.

De voorzitter:
Tot slot.

Mevrouw Rooderkerk (D66):
Ik lees dat niet in de motie terug. Als je daar een generieke maatregel voor opstelt, geldt die ook voor hele grote scholen waar dit zou spelen. Daar zouden schooldirecteuren wellicht veel meer werk hebben aan het schooldirecteur zijn. Daarom vraag ik me af of dit niet z'n doel voorbijschiet. Ik ben benieuwd hoe u hiernaar kijkt.

De heer Oostenbrink (BBB):
Dank voor ook deze vraag en voor de toevoeging. Ik snap helemaal dat door een schooldirecteur van een grote school, met zijn grote taken, niet heel veel tijd vrijgemaakt kan worden om daarnaast ook les te gaan geven. Ik kan wel zeggen dat dit vooral een stimulans is voor de kleinere scholen.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik heb ook een vraag om deze motie goed te kunnen wegen. Deze motie is al eens eerder ingediend, een aantal jaren geleden door de heer Kwint van de SP. Toen kwam juist vanuit het onderwijsveld zelf en ook van docenten zelf de reactie dat zij er helemaal geen behoefte aan hadden dat hun directeur voor de klas zou staan. Zij wilden dat hun directeur zorgde voor de goede randvoorwaarden, zodat zij genoeg tijd en aandacht hadden voor alle leerlingen in de klas. Ook het argument van vaste gezichten speelde toen mee in deze discussie. Ik ben benieuwd hoe de BBB daarnaar kijkt.

De heer Oostenbrink (BBB):
Dank voor deze vraag. Het doel achter deze motie is voor ons vooral de mogelijkheid in kleinere scholen, zodat men, als er sprake is van ziekte of uitval, niet gelijk met de handen in het haar zit: hoe gaan we dit opvullen? In die scholen heeft men hiermee de mogelijkheid om directeuren in te zetten die daartoe ook echt die bevoegdheid hebben. Dat moet zeker niet structureel gebeuren, want ik denk dat je daarmee het doel echt voorbijschiet, maar je hebt dan wel de mogelijkheid om een beroep hierop te doen op het moment dat de situatie in een school daar echt om vraagt.

De voorzitter:
Afrondend.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Dan is de vraag alleen of dat niet nu al kan, want dit gebeurt op sommige plekken al. Ik vind ook dat het aan scholen zelf is om daarover te denken en dat dit vooral in overleg met het lerarenteam moet gebeuren. Wat vraagt deze motie dus heel specifiek wat nu in de praktijk al niet kan?

De heer Oostenbrink (BBB):
Wat wij heel specifiek vragen, is echt een stimulans, in die zin dat er ook vanuit OCW op dit punt richting schooldirecteuren een extra stimulans wordt gegeven om erover na te denken hoe je ervoor kunt zorgen dat je de bevoegdheid en de mogelijkheid hebt om in te springen als de situatie daarom zou vragen.

De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn verder geen vragen meer. Dan wil ik graag mevrouw Hertzberger naar voren roepen om namens Nieuw Sociaal Contract het woord te voeren.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Dank voor de gelegenheid. Twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er digitaal grote dreigingen zijn voor persoonsgegevens;

overwegende dat ook onderwijskoepels gegevens van tot wel 60.000 minderjarige leerlingen verwerken en onderwijsapplicaties nog veel meer gegevens verwerken;

overwegende dat dit hen mogelijk interessante doelwitten maakt voor ransomware en andere datadiefstal;

verzoekt de regering om te onderzoeken of onderwijsinstellingen zich houden aan de AVG-eisen van dataminimalisatie, databeveiliging en andere geldende datanormen en hierbij prioriteit te geven aan de 10% grootste scholenkoepels in het funderend onderwijs,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hertzberger en Kathmann.

Zij krijgt nr. 845 (31293).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de afhankelijkheid van big tech een risico voor de privacy en (data)veiligheid van leerlingen is;

overwegende dat Amerikaanse wetgeving geforceerde toegang tot data toestaat en de privacyafspraken tussen de EU en de VS (EU-VS Data Privacy Framework) juridisch wankel zijn;

overwegende dat onderzoek van EuroStack en Dialogic laat zien dat er geschikte Europese alternatieven zijn die het onderwijs minder kwetsbaar maken;

overwegende dat veel uitgevers in onderzoek en onderwijs hun posities versterken als leveranciers van informatiesystemen ondanks het feit dat hier open alternatieven voor beschikbaar zijn, zoals bijvoorbeeld in de Barcelona Declaration on Open Research Information staat beschreven;

verzoekt de regering om er bij alle publiek gefinancierde onderwijs- en onderzoeksinstellingen op aan te dringen dat waar mogelijk applicaties die data verzamelen en waarvan gegevens in de Verenigde Staten worden opgeslagen uit te faseren en over te stappen op door publieke waarden gedreven Europese alternatieven;

verzoekt de regering om zich zo in te zetten dat publiek gefinancierde onderwijs- en onderzoeksinstellingen standaard gebruikmaken van open metadata en dat metadata-applicaties en informatiesystemen van private aanbieders worden uitgefaseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hertzberger en Kathmann.

Zij krijgt nr. 846 (31293).

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Het is echt nodig om hier niet verder de Amerikaanse fuik van grote techorganisaties in te zwemmen, met alle grote risico's van dien.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van deze termijn van de Kamer. De minister … O nee, de staatssecretaris. Mijn excuses; u bent meteen al gepromoveerd, en dat in één dag. De staatssecretaris heeft aangegeven tien minuten nodig te hebben om te zorgen voor de appreciaties. Ik zou de vergadering dus graag willen schorsen en om 12.05 uur willen heropenen.

De vergadering wordt van 11.55 uur tot 12.05 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. We gaan verder met het tweeminutendebat Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs. We zijn toegekomen aan de termijn van de staatssecretaris. We vragen hem de moties te appreciëren en de vragen te beantwoorden. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Becking:
Dank u wel, voorzitter. Ik kom meteen bij de motie op stuk nr. 841 van de leden Westerveld en Kathmann, over AI. Het verzoek is om GPT-NL rijksbreed af te nemen. Dit is een verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van BZK, dus dit moet doorgezet worden naar mijn collega. Ik vraag dan ook om dit bij een debat op het gebied van BZK te doen. Daarom is de appreciatie "ontijdig".

De voorzitter:
De motie is ontijdig. Ik vraag mevrouw Westerveld daarom of ze de motie wil aanhouden of naar een ander debat wil doorgeleiden.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een ander voorstel: zouden we de motie niet even kunnen aanhouden, zodat er een brief met een appreciatie kan komen van BZK? Daarna besluiten we of we de motie in stemming brengen of niet.

Staatssecretaris Becking:
Nog een keer: een brief met een appreciatie? Dat zullen we dan toch echt aan BZK moeten vragen. Dat is dan niet aan mij.

De voorzitter:
We kunnen dit doorgeleiden. We kunnen inderdaad om die brief vragen. De stemmingen hierover zijn ook pas over anderhalve week, pas op 23 september. Ik hoor mevrouw Westerveld voorstellen om aan BZK een brief met een appreciatie te vragen. Dat is vrij gebruikelijk in zo'n situatie. Dan kan mevrouw Westerveld de motie alsnog in stemming brengen, als ze dat wil.

Staatssecretaris Becking:
Oké. Nou, dan gaan we dat doen.

De voorzitter:
Ja, dan moet ik het even heel precies hebben. Houdt mevrouw Westerveld de motie aan totdat de brief is verschenen? Ja, dat is het geval.

Op verzoek van mevrouw Westerveld stel ik voor haar motie (31293, nr. 841) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Becking:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 842 van mevrouw Westerveld van GroenLinks-PvdA. Mevrouw Westerveld vraagt wat we gaan doen met de problemen in het leerlingenvervoer. Dit is een van de onderwerpen die ik als eerste op mijn bureau kreeg. Ik zie dat dit ook nu al tot schrijnende situaties leidt. Ondanks het feit dat er dagelijks duizenden kinderen leerlingenvervoer gebruiken en er veel goed gaat, zijn er duidelijk ook structurele uitdagingen en problemen. Ik ga in november met ouders, leerlingen en gemeenten om tafel om te bezien wat eenieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid kan doen. Daarbij zal ik me hiervoor inzetten en bekijken wat ik daar vanuit OCW aan kan doen. Ik wil u daar aan het eind van het jaar over informeren, sowieso in de Voortgangsbrief integrale aanpak doelgroepenvervoer. Ik zal daarbij ook ingaan op het breder verspreiden van de gemaakte handreiking. Ik heb dit gehoord en ik zal me daarvoor inzetten.

De voorzitter:
En de appreciatie?

Staatssecretaris Becking:
Dat was de vraag. Nu komt de motie.

De voorzitter:
O, mijn excuses.

Staatssecretaris Becking:
De motie op stuk nr. 842 van mevrouw Westerveld moet ik wel ontraden. Het belang van de leerling moet uiteraard vooropstaan, maar ik kan de gemeentes niet dwingen om die kosten te betalen. Wel zie ik goede voorbeelden in het land. Ik ga de VNG dus vragen om die goede voorbeelden breder te verspreiden en de gemeenten te wijzen op het maken van regionale afspraken hierover. Dat is wat ik daar nu over kan zeggen.

De voorzitter:
De appreciatie is: ontraden.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Ik snap dat het formeel zo werkt. We hebben op papier gezet dat gemeenten verantwoordelijk zijn en niet OCW. Tegelijkertijd gaat het hier om heel schrijnende situaties van kinderen die bijvoorbeeld uit huis zijn geplaatst en het liefst op hun eigen school zouden willen blijven. Ook de omgeving ziet dat dat het beste voor deze kinderen is, omdat stabiliteit goed voor hen is en omdat ze de leerkrachten inmiddels kennen. Voor zo'n leerling kan het echt desastreus zijn om dan niet alleen uit de eigen familie gehaald te worden, maar ook nog eens naar een andere school te moeten. Dat is echt een enorm probleem. Dat er afgelopen jaar al 38 aanvragen zijn binnengekomen bij het Jeugdeducatiefonds, laat zien dat dit probleem niet alleen gaat over deze 38 leerlingen, maar waarschijnlijk veel groter is. Ik vind dat het de verantwoordelijkheid is van de staatssecretaris om in al deze situaties écht te kijken naar het belang van de leerling. Daarom hebben we het zo opgeschreven. De gemeenten blijven in principe verantwoordelijk; de gemeenten blijven gewoon verantwoordelijk, dus niet eens "in principe". Als het echter niet anders kan, dan vind ik dat OCW moet zorgen voor een oplossing, zodat organisaties zoals het Jeugdeducatiefonds niet ook nog eens hiermee bezig moeten zijn.

Staatssecretaris Becking:
Ik hoor heel goed wat u zegt. Ik wil hier nog wel op terugkomen, maar ik kan hier nu niet een heel antwoord op geven. Maar ik hoor wat u zegt en wil er graag op terugkomen.

De voorzitter:
Afrondend.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik laat de motie in stemming brengen. Ik ga daar nog heel even over nadenken.

Ik heb nog een tweede vraag, en die gaat over de handreiking. Die is bij veel gemeenten wel bekend, maar wordt door te weinig gemeenten gebruikt. Als ik naar de monitor van Oberon kijk, zie ik dat de kwaliteit en de evaluatie daarvan nauwelijks in gemeenteraden wordt besproken, namelijk maar door ongeveer de helft. Maar 37% van de gemeenten maakt afspraken met scholen en samenwerkingsverbanden. Dit laat dus zien dat de verantwoordelijkheid op heel veel vlakken niet goed genoeg wordt opgepakt. Mijn vraag aan de staatssecretaris is om dit echt allemaal mee te nemen, want als een kind niet wordt opgehaald, moet die verantwoordelijkheid ergens liggen. Als de staatssecretaris zegt dat die verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt, dan moet de gemeente die ook echt oppakken. Anders moeten we dat op een andere manier gaan organiseren.

Staatssecretaris Becking:
U zegt dat we dat moeten meenemen en dat we invulling moeten geven aan die verantwoordelijkheid, en dat zal ik ook doen.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 843.

Staatssecretaris Becking:
Dat is de motie van de heer Oostenbrink over het stimuleren van lesgevende schooldirecteuren. Ik ontraad deze motie. Zoals ook de Onderwijsraad constateert, hebben schoolleiders na leraren de grootste invloed op de onderwijskwaliteit. Goede schoolleiders zijn dus essentieel, ook voor het behoud van leraren. Schoolleiders hebben zelf een complexe baan en deze laat zich niet altijd combineren met een van bovenaf opgelegde verplichting om les te geven. Tegelijkertijd is er wel ruimte om af en toe in te springen. Dat is mij ook wel duidelijk. Die ruimte is er dus sowieso wel. Ik denk niet dat dat met een extra bevoegdheid moet worden opgepakt.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 843 is ontraden. De motie op stuk nr. 844.

Staatssecretaris Becking:
De motie op stuk nr. 844 gaat over een handreiking voor zelfstandige scholen, naar aanleiding van een school in Grootschermer, een omgeving die mij niet geheel onbekend is. Deze motie geef ik oordeel Kamer. Ik streef naar het behoud van levensvatbaar en bereikbaar onderwijs, natuurlijk ook in de regio. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat elke dorpskern een eigen school heeft. Het is nou eenmaal ook een vak en dat gaat niet zo makkelijk. Een besluit om een school te sluiten neem je ook niet lichtzinnig. Je kunt te weinig leerlingen hebben. Dat kan weer grote druk zetten op het aantal leraren et cetera. Ik moet dan ook vertrouwen op de deskundigheid van het bestuur, maar ik ben bereid uw motie oordeel Kamer te geven als ik deze zodanig mag interpreteren dat de handreiking bedoeld is voor specifieke gevallen waarbij scholen noodzakelijk zijn voor het behoud van een bereikbaar onderwijsaanbod. In dat geval neem ik deze graag mee in de uitwerking van het traject voor het stelsel van opheffing en instandhouding van scholen in het basisonderwijs.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Oostenbrink. Hij knikt; dat betekent dat hij akkoord gaat met de interpretatie die de staatssecretaris aan de motie geeft. De motie op stuk nr. 844 heeft daardoor oordeel Kamer gekregen. Dan de motie op stuk nr. 845.

Staatssecretaris Becking:
Die is van de leden Hertzberger en Kathmann en vraagt om te onderzoeken of onderwijsinstellingen zich houden aan de AVG-eisen. Digitale veiligheid in het onderwijs is van groot belang. Daar ben ik me zeer van bewust. Daarom ondersteunen wij schoolbesturen ook met het nemen van passende maatregelen in het kader van het programma Digitaal Veilig Onderwijs. Dat is een pakket van 6 miljoen euro per jaar. Dit jaar startte ook een programma met een instrument voor een self-assessment dat beschikbaar wordt gesteld. Daarmee kunnen scholen zelf beoordelen waar ze staan en welke maatregelen ze nog extra zouden kunnen nemen. Het toezicht op de naleving van de AVG ligt niet bij regering, maar, zoals u ongetwijfeld weet, bij de onafhankelijke toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens. Daarom moet ik deze motie ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 845 wordt ontraden. Het woord is aan mevrouw Hertzberger.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Als het gaat over veiligheid op scholen, dan is het toch ook de vraag of de onderwijsinspectie hier een rol in heeft. Bij het grote datalek in Rijswijk zagen we ook dat er allerlei normen en initiatieven waren, maar dat er toch van bijna 850.000 mensen persoonsgegevens op straat zijn gekomen. Daar heeft de IGJ wel een rol. Zou de minister deze motie toch zo willen interpreteren en met de onderwijsinspectie in gesprek willen gaan over de wijze waarop dit nu wordt nageleefd?

Staatssecretaris Becking:
Ik wil me daar nog wel even in verdiepen, maar ik begrijp wat u zegt. Of ik dat wil bespreken? Ja, dat kan ik natuurlijk bespreken. Ik kan nagaan hoe ze dat zelf interpreteren. Maar die hele AVG-kant is natuurlijk gewoon aan de Autoriteit Persoonsgegevens, zeg ik via de voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Hiermee blijft de motie op stuk nr. 845 ontraden. Dan de motie op stuk nr. 846.

Staatssecretaris Becking:
Die is van de leden Hertzberger en Kathmann en gaat over het uitfaseren van applicaties uit de Verenigde Staten. Het uitfaseren van informatiesystemen van private aanbieders in zijn algemeenheid kan niet. Wel deel ik de zorgen over de privacy van leerlingen en studenten. De verantwoordelijkheid om te voldoen aan de AVG ligt bij schoolbesturen. Dat is ook waarom SURF en SIVON, de ICT-corporaties in het onderwijs, data protection impact assessments uitvoeren op software die veel gebruikt wordt. Dat doen ze ook bij de software van die Amerikaanse leveranciers zoals Google en Microsoft. Daarnaast doet OCW onderzoek naar hoe er in het onderwijs ruimte gegeven kan worden aan Europese alternatieven, dus vanuit, zeg maar, het Europese waardensysteem. Dan kunnen we ook de komende jaren de afhankelijkheid van Amerikaanse aanbieders van systemen afbouwen. Dat onderzoek hierover wordt dit najaar opgeleverd en aan uw Kamer gezonden. Daarom zal ik nu de motie ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 846 wordt ontraden.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Dit is toch wel wat mager. We weten dat er een groot probleem is met applicaties en in het onderwijs zwemmen we elke dag verder in de fuik van de Amerikaanse tech-oligarchen. We weten dat Trump die zwaar onder druk zet met regelgeving. We hebben het over primair onderwijs, over de data van 4-jarigen. Dingen waarvan ouders het delen nooit zouden toestaan, worden in het onderwijs wel gewoon gedeeld en in Amerika opgeslagen. Dat is onverantwoord. Er is geen verder onderzoek meer nodig; we weten dat allang. Verder heeft deze motie ook nog een tweede deel. Dat gaat eigenlijk in wat bredere zin over OCW. We hopen echt dat OCW breed in het departement het voortouw gaat nemen — dus bij funderend onderwijs, vervolgonderwijs maar ook bij onderzoek — om te laten zien hoe digitale autonomie en digitale weerbaarheid er anno 2025 uit moeten zien. Dat gaat over koninklijke bibliotheken, normale bibliotheken en schoolbibliotheken, over onderwijs en onderzoek. We willen dus toch echt met klem verzoeken om door de bril van digitale autonomie naar deze motie te kijken. Het is echt ontzettend belangrijk en dit kan niet langer wachten.

Staatssecretaris Becking:
Ik begrijp wel de oproep en ik begrijp ook de zorgen. Die deel ik ook. Tegelijkertijd gebruiken we nu al met zijn allen de systemen van die Amerikaanse aanbieders. We hebben een programma om daarnaar te kijken, ook met als doel om te kijken hoe we dat kunnen afbouwen en hoe we daar minder afhankelijk van kunnen worden. Die tijd moet er wel zijn en die inspanningen moeten wel geleverd worden. Het is natuurlijk niet zo dat we vandaag een knop omdraaien en dan op een Europees platform draaien of iets dergelijks. Ik begrijp heel goed wat u zegt, maar wat de motie betreft kan ik er nu niet iets anders van maken.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 846 blijft ontraden. Mevrouw Hertzberger, afrondend.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
De motie vraag om uitfaseren; het hoeft dus niet morgen al. Het wordt ook breed gesteund. Er was recent een brief van zeer bezorgde wetenschappers, maar ook vanuit het onderwijs is er in de maatschappij brede steun. Ik hoop toch echt dat OCW hier vaart gaat maken.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan kijk ik even naar de staatssecretaris. Zijn er nog openstaande vragen?

Staatssecretaris Becking:
Dat dacht ik niet, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:
Mooi. Dan zijn we gekomen aan het einde van de termijn van de staatssecretaris. Ik wil hem hartelijk danken voor beide debatten; het was zijn eerste optreden in de plenaire zaal. Dat is volgens mij toch een mooie dag!

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Over de moties zal op dinsdag 23 september worden gestemd. Er wordt even kort geschorst voordat we verdergaan naar het volgende onderwerp.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.