Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel CW3 1 Prijsakkoord Rechtspraak 2026-2028
Bijlage
Nummer: 2025D39211, datum: 2025-09-15, bijgewerkt: 2025-09-15 18:57, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Prijsafspraken Raad voor de rechtspraak 2026-2028 (2025D39209)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel (CW3.1)
Prijsakkoord Rechtspraak 2026-2028
Beleidskeuzes uitgelegdOnderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW3.1) |
|
---|---|
1. Doel(en) | Met de middelen uit dit prijsakkoord wordt structureel extra geïnvesteerd in de Rechtspraak, om rechtzoekenden beter te bedienen en de rechtsstaat te versterken. Onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak is een belangrijke pijler onder de Nederlandse rechtsstaat. Het is belangrijk dat de Rechtspraak kan bouwen en vertrouwen op een stabiele financiering. In het Besluit financiering rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen voor de rechtspraak voor een periode van drie jaar worden vastgesteld en opgenomen in de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV). De huidige prijzen zijn geldig tot en met het jaar 2025. De Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Raad voor de rechtspraak hebben nieuwe prijsafspraken gemaakt voor de periode 2026–2028. De totale begroting van de Rechtspraak wordt vanaf 2026 structureel verhoogd tot een bedrag van ruim € 50 mln. Deze afspraken zijn vastgelegd in het prijsakkoord 2026-2028. |
2. Beleidsinstrument(en) | Het betreft een hogere bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak, waarmee ingezet wordt op dat de Rechtspraak goed toegerust is – financieel, op ICT-gebied, qua huisvesting, personeel – om haar taken adequaat uit te voeren. Het ministerie van JenV verstrekt een bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak, die dit vervolgens door verdeelt naar de gerechten en diensten. Deze bijdrage is (enkele uitzonderingen daargelaten) niet geoormerkt. In het Besluit financiering rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen en bedragen voor de Rechtspraak in beginsel voor een periode van drie jaar worden vastgesteld door middel van driejaarlijkse prijsbesprekingen. Bij de driejaarlijkse prijsbesprekingen met de Raad voor de rechtspraak passeren alle aspecten die van invloed zijn op de bekostiging van de rechtspraak de revue. Het resultaat van deze besprekingen was dat extra investeringen in de Rechtspraak noodzakelijk zijn om rechtzoekenden beter te bedienen en de rechtsstaat te versterken. Het prijsvoorstel van de Rechtspraak is bezien ten opzichte van de beschikbare budgettaire kaders, waarna in overleg tot deze uitkomst is gekomen. De extra middelen worden ingezet voor: • De in de afgelopen jaren toegenomen behandeltijden als gevolg van zwaardere zaken. Hiervoor wordt aanvullende compensatie verstrekt. • Het opvolgen van de aanbevelingen vanuit het reflectierapport van de familie- en jeugdrechters en voor institutionele vernieuwing, waaronder de bredere inzet van juridische ondersteuning. • Nieuwe wetgeving, waaronder het EU-migratiepact, die in werking treedt. De Rechtspraak wordt gecompenseerd vanwege de extra werklast per zaak die deze met zich meebrengt. • Investeringen door de Rechtspraak in Artificiële Intelligentie (A.I.). • Extra beveiliging in verband met de toegenomen dreigingen vanuit criminele groepen en door verwarde personen. Ook hiervoor zijn extra middelen toegekend. Het gaat hier om persoonlijke en fysieke bedreigingen van rechters en rechtspraakmedewerkers, maar ook om informatiebeveiliging/cybersecurity, privacy en integriteit. |
3. a. Financiële gevolgen voor het Rijk | De totale begroting van de Rechtspraak wordt vanaf 2026 structureel verhoogd tot een bedrag van ruim € 50 mln. (zie onderstaande tabel met de uitsplitsing van de mutaties). |
3. b. Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren | N.v.t. |
4. Nagestreefde doeltreffendheid | De Raad voor de rechtspraak geeft in het begrotingsvoorstel aan dat deze structureel verhoogde bijdrage en de extra investeringen noodzakelijk zijn. De doeltreffendheid van de investeringen komt naar voren en wordt geborgd in de begrotingen, jaarplannen en jaarverslagen van de Raad voor de rechtspraak. Hierin geeft de Rechtspraak aan op welke wijze de middelen worden of zijn besteed. Voor de komende prijsperiode gaat het om middelen voor: Versterken rechtspraak Om de rechtspraak te versterken worden middelen beschikbaar gesteld voor institutionele vernieuwing en voor investeringen in familie- en jeugdrechtspraak. Reflectie familie- en jeugdrecht De kinderopvangtoeslagaffaire heeft laten zien dat het bieden van rechtsbescherming niet vanzelfsprekend is. De toeslagaffaire is voor de familie- en jeugdrechters aanleiding geweest om te reflecteren op hun eigen werk. De reflectie betrof zaken waarin sprake was van overheidsinmenging in het gezinsleven zoals jeugd beschermingszaken (ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging) en gezag- en omgangszaken. In het rapport zijn aanbevelingen gedaan om de rechtsbescherming van kinderen en ouders te verbeteren en waarvoor aanvullende middelen nodig zijn. Met de middelen voor het realiseren van meer zittingstijd krijgt de Rechtspraak meer tijd om te luisteren naar wat ouders en kinderen vertellen, welke standpunten zij naar voren brengen en om feitenonderzoek te doen. Daarnaast ontvangt de Rechtspraak gelden voor het standaard spreken met ouders en kinderen bij een verlengingsverzoek van een ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing, de zogenaamde meldbriefprocedure. De Rechtspraak ontvangt ook gelden voor het realiseren van één rechter per gezin, de zogenaamde regierechter, en voor het aanstellen van een pedagogisch medewerker binnen de gerechten. Verder wordt structureel geld beschikbaar gesteld voor het spreken van kinderen vanaf 8 jaar. Institutionele vernieuwing De Rechtspraak zoekt naar manieren om de werkdruk binnen de rechtspraak te verlagen. In vervolg op de cao-onderhandelingen rechterlijke macht is professor Jaap Winter aangesteld als onafhankelijk verkenner om hier nader onderzoek naar te doen. Op 23 april 2024 heeft hij het rapport met aanbevelingen om de werkdruk te verlagen uitgebracht. Een deel van de aanbevelingen ziet op institutionele vernieuwing, waaronder de bredere inzet van juridische ondersteuning. Artificiële Intelligentie Een vorm van institutionele vernieuwing waarin de rechtspraak wil investeringen is Artificiële Intelligentie (A.I.). De Rechtspraak ziet in A.I. kansen voor het beheersen van doorlooptijden en werkdruk. Daarnaast manifesteert A.I. zich in de casuïstiek binnen zaken: hoe gaat de rechtspraak om met door A.I. gegeneerde proces- en bewijsstukken? Welk effect heeft A.I. op bewijsvoering? Middelen hiervoor stellen de rechtspraak in staat te experimenten met het toepassen van A.I. binnen bestaande werkprocessen. Beveiliging De Rechtspraak dient toegankelijk, tijdig en transparant zijn maar ziet ook toegenomen dreigingen vanuit criminele groepen en door verwarde personen. Het gaat hier om persoonlijke en fysieke bedreigingen van rechters en rechtspraakmedewerkers, maar ook om informatiebeveiliging/cybersecurity, privacy en integriteit. Deze middelen zijn onder andere voor fysieke beveiliging, betrouwbaarheidsonderzoeken en begeleiding bij huisbezoeken aan verwarde personen in het kader van de Wvggz. Wet- en regelgeving De investeringen zien ook op ontwikkelingen ten aanzien van nieuwe wet- en regelgeving die aan de orde zijn voor de prijsperiode 2026-2028. De investeringen zien op de werklastgevolgen van wetsvoorstellen die al zijn ingevoerd of waarvan een grote mate van zekerheid is dat zij in de huidige vorm zullen worden ingevoerd. |
5. Nagestreefde doelmatigheid | Voor een doelmatige werking van de rechterlijke organisatie is het van belang dat de rechtspraak wordt versterkt op het terrein van de familie- en jeugdrechtspraak en dat er geïnvesteerd wordt in institutionele vernieuwing van de rechtspraak. Uit onder meer het Tijdsbestedingsonderzoek blijkt dat de rechtspraak een hogere bijdrage nodig heeft om de instroom van steeds zwaarder wordende zaken binnen aanvaardbare doorlooptijden af te handelen. Voor nieuwe wetgeving die de komende jaren in werking treedt, ontvangt de Rechtspraak compensatie vanwege de extra werklast per zaak die deze met zich meebrengt. Zoals hierboven toegelicht wil de rechtspraak investeren in Artificiële Intelligentie (A.I.). Hiervoor worden extra middelen ter beschikking gesteld. Ook voor extra beveiliging in verband met de toegenomen dreigingen vanuit criminele groepen en door verwarde personen worden extra middelen toegekend. Door investeringen te doen in de Rechtspraak kan deze in de toekomst op een efficiënte manier de doelstellingen bereiken om rechtzoekenden beter te bedienen en de rechtsstaat te versterken. Voor de Rechtspraak geldt specifiek dat wettelijk gezien een bijdrage aan de (Raad voor de) Rechtspraak het enige financiële instrument is dat Justitie en Veiligheid heeft. De Rechtspraak kan deze bijdrage inzetten voor de gewenste versterking van de rechtspraak. Afspraken hieromtrent worden elke drie jaar gemaakt tussen Staatssecretaris en Raad. Onderliggende rapporten: - Rapport ‘Recht doen aan kinderen en ouders’ (de Rechtspraak, februari 2023) - Rapport ‘Verkenning Werkdruk Rechtspraak en Openbaar Ministerie’ (Jaap Winter, 23 april 2024) - Rapport ‘De gebroken belofte van de rechtsstaat - tien verbetervoorstellen met oog voor de burger’ (Staatscommissie Rechtsstaat, 2024) - EU-verslag over de rechtsstaat (2024) - Tijdsbestedingsonderzoek Rechtspraak 2024 |
6. Evaluatieparagraaf | Hoe wordt het voorstel gemonitord en geëvalueerd? De evaluatie vindt plaats tijdens de volgende prijsbesprekingen voor de periode 2029-2031. Eens in de drie jaar zijn er prijsbesprekingen met de Raad voor de rechtspraak. Tijdens deze besprekingen passeren alle aspecten die van invloed zijn op de bekostiging van de rechtspraak de revue. Tussen JenV en Rechtspraak gelden aparte afspraken over verantwoording van middelen als gevolg van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Rechtspraak publiceert jaarlijks een jaarplan en een jaarverslag. De rechtspraak kan daarnaast in bestuurlijke overleggen met de minister of staatssecretaris tussentijds informatie verstrekken. De Rechtspraak stelt zelf een zogenoemde Strategische Evaluatie Agenda op. Zie onder meer het Jaarplan 2025 van de Rechtspraak: “De Rechtspraak heeft voor de vierde keer een zogenoemde Strategische Evaluatie Agenda opgesteld. Met deze Strategische Evaluatie Agenda wil de Rechtspraak meer en beter inzicht krijgen in haar doelmatigheid en doeltreffendheid. Dit inzicht kan worden gebruikt om de processen van de Rechtspraak te verbeteren en op die manier de maatschappelijke waarde van de Rechtspraak te vergroten. De Rechtspraak streeft naar een evaluatiestelsel waarbij de verkregen inzichten gebruikt kunnen worden om te leren en haar beleid en uitvoering te verbeteren. Hierdoor kan de Rechtspraak leren van (en eigen ervaringen delen met) andere organisaties. Ten slotte geeft de Strategische Evaluatie Agenda een overzicht van de evaluaties die door de Rechtspraak worden uitgevoerd.” |
Tabel bij: 3. a. Financiële gevolgen voor het Rijk
In onderstaande tabel staan de mutaties in termen van budgettaire consequenties.
(bedragen x € 1 mln.)