[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D39608, datum: 2025-09-16, bijgewerkt: 2025-10-06 12:19, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36820-XXIII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36820 XXIII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2025Z17006:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

36 820 XXIII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2025

Vastgestelde begroting 2025 (incl. ISB's, NvW en amendementen) 4.496.332
Belangrijkste suppletoire mutaties
Mutaties 1e suppletoire begroting 2025
SDE 31 2.516.839
Vulmaatregelen gasopslag 31 – 168.497
Toekenning Groenvermogen 31 105.000
Kasschuiven Regulier 31 – 35.883
Kasschuiven Klimaatfonds 31 – 37.633
Kasschuiven Nationaal Groeifonds 31 – 309.888
Eindejaarsmarge Nationaal Groeifonds 31 190.063
Loon- en Prijsbijstelling 71 78.667
Overige mutaties – 1.517
Mutaties nota van wijziging 1e suppletoire begroting 2025
Toekenningen Klimaatfonds 31 183.102
Mutaties Suppletoire begroting September 2025
Overheveling Gemeentefonds 31 – 4.182
Overhevelingen Klimaatfonds 31 – 119.711
Overheveling Provinciefonds 31 – 5.790
Overboeking ISDE 31 – 1.670
Kasschuiven Regulier 31 – 54.416
Kasschuiven Nationaal Groeifonds 31 – 28.686
Kasschuiven Klimaatfonds 31 – 298.943
Lening EBN 31 100.000
LPO KGG 71 – 25.745
Overige mutaties 5.316
Stand suppletoire begroting september 2025 6.582.758

Toelichting

Mutaties 1e suppletoire begroting 2025

Eerste suppletoire begroting 2025

Met de 1e suppletoire begroting 2025 zijn onder andere middelen voor het SDE-domein toegevoegd uit de begrotingsreserve duurzame energie. Dat komt door de gedaalde energieprijzen in de Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV24) t.o.v. de KEV23 waardoor meer subsidie benodigd is voor hernieuwbare energieprojecten. In 2025 is het budget voor EBN ten behoeve van het vullen van nationale gasopslagen (de «vulmaatregel») over 2024–2025 naar beneden bijgesteld vanwege een lagere verwachte realisatie. De budgetten voor de vulmaatregelen volgend op 2025 – 2026 zijn in een realistisch rimte gezet, en op basis van realisaties uit het verleden, in kasbudget naar beneden bijgesteld. Ook wordt er voor het gasjaar 2026–2027 een vultaak aan EBN gegeven, de subsidie wordt in 2027 uitbetaald en gedekt via een heffing op de gastransport over de periode 2027 tot en met 2030. Tot slot hebben mutaties plaatsgevonden van een meer technische aard; hierbij valt te denken aan kasschuiven, de toevoeging van eindejaarsmarge en de toevoeging van loon- en prijsbijstelling.

Mutaties nota van wijziging 1e suppletoire begroting 2025

Toekenningen Klimaatfonds

Dit betreft de overhevelingen die hebben plaatsgevonden na toekenning uit het Klimaatfonds uit het Pakket voor Groene Groei. Een grote post is de IKC ETS, met een bedrag van € 167,4 mln. Daarnaast wordt € 4,8 mln overgeheveld voor NEO NL en € 4,2 mln voor normeren en stimuleren van slimme energie-intensieve apparaten. De rest van het bedrag bestaat uit kleinere overhevelingen.

Mutaties ontwerpbegroting 2026

Overhevelingen Gemeentefonds

Dit betreft een overboeking van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) naar het Gemeentefonds in het kader van de Uitvoeringslasten Kernenergie Klimaatfonds 2025. Het betreft de uitkering naar het gemeentefonds voor een decentrale uitkering (DU) Voorbereiding bouw kerncentrales.

Overhevelingen Klimaatfonds

Dit bedrag bevat de overheveling naar KGG van € 15 mln voor een individuele bedrijfssteuncasus. Daarnaast hebben er ook enkele terugboekingen naar het Klimaatfonds plaatsgevonden namelijk, IPCEI golf (€ 63 mln), Waterstof (€ 20 mln), IPCEI golf 2 (€ 17,3 mln), Warmtenetten Investeringssubsidie (€ 15 mln), ook hebben kleinere terugboekingen plaatsgevonden.

Overhevelingen Provinciefonds

Dit betreft een overboeking van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei naar het Provinciefonds in het kader van de Uitvoeringslasten Kernenergie Klimaatfonds 2025. Het betreft de uitkering naar het provinciefonds voor een DU Voorbereiding bouw kerncentrales. Daarnaast worden middelen overgeheveld voor een DU maatwerkaanpak voor vergunningepool omgevingsdiensten.

Overboeking ISDE

Het Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en KGG hebben afgesproken dat een deel van het isolatiebudget van de ISDE uitgehoekt wordt voor maatregel 29 uit Nij Begun, de reactie op de de Parlementaire Enquête Aardgaswinning Groningen. Hierdoor kunnen woningeigenaren die in het betreffende gebied hun woning verduurzamen eenvoudiger een subsidieaanvraag indienen doordat ze dit niet zowel bij de ISDE als bij maatregel 29 moeten doen. Begin 2025 is hiervoor al € 16,5 mln voor 2025 en € 23 mln voor 2026 overgeboekt van KGG naar VRO. De resterende bedragen van € 22 mln per jaar (2027 t/m 2030) stonden toen nog niet op de begroting van KGG en worden met deze overheveling overgeboekt. In april 2025 is nog een aanvullend jaarlijks bedrag afgesproken van € 1,67 mln per jaar om te zorgen dat alsnog een aantal maatregelen aan maatregel 29 toegevoegd zouden worden die wel al onderdeel zijn van de ISDE. Dit bedrag wordt nu ook overgemaakt.

Kasschuiven Regulier

Deze reeks bestaat uit de reguliere kasschuiven op de KGG-begroting. De grootste zijn SDE-middelen voor de ACS-eilanden (€ 116 mln), CDOKE- middelen (€ 38 mln) en Prijsplafond (€ 10 mln). Voor de SDE komen de middelen van de Aanvullende Post, de middelen stonden daar in het jaar 2030. De middelen zijn nodig vanaf 2025 t/m 2028, daarom zijn de middelen naar voren geschoven. De CDOKE-middelen worden beschikbaar gesteld voor een uitkering aan de Naionale Aanpak Lokaal (NAL)-regio's. Deze kasschuif zorgt ervoor dat de middelen in het juiste ritme staan om de uitkering uit te kunnen financieren.

Kasschuiven Nationaal Groeifonds

Dit betreft een kasschuif voor NieuweWarmteNu!, waarbij € 28,7 mln naar achter wordt geschoven. Er wordt een kasschuif verwerkt om aan te sluiten bij een bijgesteld ritme voor bestaande projecten en nieuw te verplichten innovatie projecten.

Kasschuiven Klimaatfonds

In deze reeks zitten de kasschuiven voor de Klimaatfondsmiddelen op de KGG-begroting. Er is voor de VEKI (€ 65 mln), NIKI (€ 83,8mln), Waterstofregeling (€ 61,3 mln) en kleinere posten geschoven. De grootste kasschuif heeft plaatsgevonden op de NIKI. De middelen voor deze regeling zijn in het juiste ritme geschoven omdat de regeling dusdanig laat in het jaar wordt opgezet dat RVO niet optijd de verplichtingen aan kan gaan. Daarnaast vindt ook een deel van deze schuif deels buiten de meerjaren periode plaats, om aan te sluiten bij de te verwachten uitfinanciering. Ook heeft er een kassschuif plaatsgevonden op de VEKI om de resterende middelen voor de VEKI zo te alloceren dat er nog twee publicaties kunnen plaatsvinden in 2025 en 2026 en uitfinanciering kan plaatsvinden in het ritme van de regeling zoals voorzien.

Lening EBN

Per 2025 zullen er twee leningen aan EBN worden verstrekt. Een lening zal toezien op het opslagjaar 2025–2026 van € 1,5 mld aan verplichtingenbudget. Zodat EBN transacties kan doen die leiden tot een hogere vulgraad van de gasopslagen in Norg en Grijpskerk. Deze zal naar verwachting niet leiden tot kasbetalingen, het betreft een leenfaciliteit waarvan EBN gebruik kan maken voor eventuele verplichtingen die volgen uit het handelen op de beurs. De andere lening wordt aan EBN verstrekt voor het opslagjaar 2026–2027 à € 21,6 mld aan verplichtingen. Deze leenfaciliteit is bedoeld voor eventuele verplichtingen die voortkomen uit het handelen op de beurs en voor de financiering van werkgas bij het vullen van de gasopslagen Bergermeer, Norg en Grijpskerk. Deze lening zal naar verwachting leiden tot ten minste een kasbetaling van € 100 mln aan EBN in 2025. De Kamer wordt geïnformeerd over het door EBN vullen van verschillende gasopslagen.

LPO KGG

Er heeft een overheveling plaatsgevonden tussen KGG en EZ om de loon- en prijsbijstelling juist te verdelen in verband met de herverkaveling. Ook wordt een deel van de prijsbijstelling ingezet ter dekking van problematiek bij de gedeelde onderdelen van KGG en EZ.

Overige mutaties

Deze reeks bestaat uit technische mutaties.

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2025

Vastgestelde begroting 2025 (incl. ISB's, NvW en amendementen) 2.418.140
Belangrijkste suppletoire mutaties
Mutaties 1e suppletoire begroting 2025
Dividenduitkering EBN 31 – 589.000
Ontvangsten Mijnbouwwet 31 30.000
SDE 31 2.516.839
Overige mutaties 39.554
Mutaties Suppletoire begroting September 2025
ETS-ontvangsten 31 – 10.000
Groenvermogen 31 – 4.900
Autonome bijstelling CO2-heffing industrie 31 23.000
Dividenduitkering EBN 31 – 431.000
Ontvangsten Mijnbouwwet 31 161.000
Overige mutaties 28.660
Stand ontwerpbegroting 2026 4.182.293

Toelichting

Mutaties 1e suppletoire begroting 2025

Eerste suppletoire begroting 2025

Ten opzichte van de vorige raming is het dividend EBN neerwaarts bijgesteld. Dit is het gevolg van veranderde zomer-winter spreads in de gasmarkt waardoor de inkomsten van EBN als participant in gasopslagen dalen. Daarnaast stijgen de kosten voor het opruimen van gasinfrastructuur en is er sprake van een lichte afname van de verwachte gaswinning in komende jaren ten opzichte van eerdere prognoses. Tot slot zijn toekomstige financiële resultaten uit olie lager. De ontvangsten Mijnbouwwet bijgesteld op basis van de gegevens van EBN en – op basis daarvan – de verwachte marktontwikkelingen. Ook is de SDE raming bijgesteld vanwege gedaalde energieprijzen in de KEV 2024 ten opzichte van de KEV in 2023. Hierdoor is de onrendabele top voor de productie van duurzame energieproductie en CO2-opslag groter geworden waardoor er meer subsidie (€ 2,52 mld) uitbetaald moet worden dit jaar dan oorspronkelijk geraamd. Deze ramingsbijstelling wordt gefinancieerd vanuit de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie.

Mutaties ontwerpbegroting 2026

ETS- ontvangsten

De raming is naar beneden bijgesteld ten opzichte van de nota van wijziging op de 1e suppletoire begroting van 2025, omdat de huidige inschatting van de toekomstige prijzen voor ETS1 en ETS2 lager is.

Groenvermogen

In 2025 staat een ontvangst van € 4,9 mln geraamd voor het NGF onderdeel Groenvermogen. Dit bedrag is echter al in 2024 ontvangen, waardoor de raming in 2025 wordt bijgesteld.

Autonome bijstelling CO2-heffing

Voor 2025 worden er nog addtionele ontvangsten verwacht à € 23 mln vanuit de CO2-heffing aan de industrie. Dit betreft een autonome ramingsbijstelling.

Dividenduitkering EBN

KGG ontvangt dividend van EBN over het geconsolideerde nettoresultaat. De geraamde ontvangsten in 2025 zijn omlaag bijgesteld naar € 0 mln. Als gevolg van de verslechtering van de financiële resultaten door een (in 2025 en 2026) lagere gasprijs en door hogere kosten, zal EBN de komende jaren naar verwachting geen dividend uitkeren.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Ontvangsten Mijnbouwwet bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet) en oppervlakterecht. Op basis van de tweejaarlijkse actualisatie van de ontvangstenraming van de heffingen wordt deze in 2025 met € 161 mln naar boven bijgesteld.

Overige mutaties

Deze reeks bestaat uit technische mutaties.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Verplichtingen 22.917.191 23.028.778 45.945.969
Uitgaven 6.917.718 – 334.960 6.582.758
Subsidies (regelingen) 5.499.336 – 404.792 5.094.544
Missiegedreven Onderzoek en Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 66.521 8.277 74.798
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 23.795 0 23.795
Energie-efficiency 2.206 – 2.206 0
Green Deals 444 4 448
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) 113.502 – 19.838 93.664
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 2.296 15 2.311
Projecten Klimaat en Enegieakkoord 3.700 – 218 3.482
SDE 603.664 0 603.664
SDE+ 2.048.332 34.939 2.083.271
SDE++ 585.621 0 585.621
Aardwarmte 12.828 – 217 12.611
ISDE-regeling 556.852 3.544 560.396
Carbon Capture Storage (CCS) 3.313 – 693 2.620
Hoge Flux Reactor 6.925 60 6.985
Caribisch Nederland 17.106 48 17.154
Overige subsidies 18.486 – 4.531 13.955
Opschalingsinstrument waterstof 177.469 – 95.849 81.620
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 6.978 80 7.058
IPCEI-waterstof 134.551 – 79.150 55.401
Vulmaatregelen gasopslag 88.240 – 14.180 74.060
MIEK 5.150 – 479 4.671
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 4.262 0 4.262
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) 25.752 – 14.719 11.033
NGF-project NieuweWarmteNu! 42.444 – 28.385 14.059
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 73.701 – 10.000 63.701
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten 13.928 0 13.928
Tegemoetkoming blokaansluiting 2.013 – 13 2.000
Investeringen waterstofbackbone 52.461 0 52.461
NGF – project Circulaire Zonnepanelen 22.193 0 22.193
Geothermie (Klimaatfonds) 9.314 – 7.368 1.946
Subsidieregeling flexibiliteit 29.630 0 29.630
Kwaliteitsbudget energieprojecten 0 0
Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie 4.840 – 4.582 258
Subsidieproject Djewels 26.000 – 9.522 16.478
Batterijverplichting voor zonneparken 0 0
Efficiëntere benutting elektriciteitsnetten 8.240 – 2.861 5.379
Realisatie Zon op Zee 6.540 – 4.548 1.992
Verduurzaming industrie 81.238 – 11.763 69.475
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 3.973 – 3.083 890
NGF – project Groenvermogen van de Nederlandse economie 156.042 0 156.042
Indirecte kostencompensatie ETS 167.400 0 167.400
Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds 228.354 – 149.287 79.067
NGF – project Circulaire Plastics 18.054 0 18.054
NGF – project Biobased Circular 23.191 0 23.191
Stikstofaanpak piekbelasters industrie 21.637 – 6.289 15.348
Stimuleringsprogramma koolstofverwijdering klimaatfonds 150 0 150
Social Climate Fund 0 0 0
Subsidies WarmtelinQ 0 3.022 3.022
Subsidie Invest NL 0 15.000 15.000
Leningen 32.604 87.935 120.539
Lening EBN 17.000 100.000 117.000
Lening InvestNL 604 0 604
Leningen NGF – project Circulaire zonnepanelen 300 0 300
Verduurzaming industrie 14.700 – 12.065 2.635
Garanties 7000 0 7000
Verliesdeclaratie aardwarmte 7.000 0 7.000
Opdrachten 141.219 – 45.910 95.309
Onderzoek mijnbouwbodembeweging 7.794 – 3.054 4.740
SodM onderzoek 1.573 20 1.593
Uitvoeringsagenda klimaat 473 4 477
Klimaat mondiaal 2.027 28 2.055
Onderzoek en opdrachten 26.876 – 574 26.302
Programma Opwek Energie op Rijksbastgoed (OER) 23.086 – 5.041 18.045
Energiehulp Oekraïne 750 0 750
Projecten Kernenergie 65.511 – 33.587 31.924
Stikstofaanpak piekbelasters industrie 1.500 – 1.487 13
Verduurzaming industrie 3.464 – 788 2.676
Werkbudgetten 4.221 22 4.243
CSIRT – DSP 3.944 – 3.678 266
Energie-efficiency 0 2.225 2.225
Vermogensverschaffing/-onttrekking 0 0 0
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 192.765 25.649 218.414
Bijdrage RVO.nl 151.663 25.887 177.550
Bijdrage RDI 12.299 – 971 11.328
Bijdrage NEa 21.211 858 22.069
Bijdrage KNMI 3.692 69 3.761
Bijdrage NVWA 1.018 40 1.058
Bijdrage RIVM 420 – 244 176
Bijdrage RWS 2.462 10 2.472
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 131.671 8.560 140.231
Doorsluis COVA-heffing 111.000 0 111.000
TNO kerndepartement 17.096 8.470 25.566
TNO SodM 2.175 90 2.265
TNO publieke SDRA 1.400 0 1.400
Bijdrage aan medeoverheden 902.631 – 13.775 888.856
Uitkoopregeling 750 0 750
Regeling toezicht energiebesparingsplicht 9.711 168 9.879
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 892.170 – 13.943 878.227
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 10.492 14 10.506
Nuclear Research Group 8.513 124 8.637
Internationale contributies 1.840 – 116 1.724
PBL Rekenmeesterfunctie 139 6 145
Verrekening Mijnbouwwet 0 0 0
Storting/onttrekking begrotingsreserve 0 7.359 7.359
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie 0 7.359 7.359
Ontvangsten 4.415.533 – 233.240 4.182.293
Ontvangsten COVA 111.000 0 111.000
Ontvangsten zoutwinning 2.511 0 2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 2.746.003 0 2.746.003
ETS-ontvangsten 850.000 – 10.000 840.000
Diverse ontvangsten 47.034 28.660 75.694
Heffing gasleveringszekerheid 0 0 0
Opbrengsten tenders Wind op Zee 21.085 0 21.085
NGF-project Groen vermogen van de Nederlandse Economie 4.900 – 4.900 0
Ontvangsten verduurzaming industrie 17.000 23.000 40.000
Dividenduitkering EBN 431.000 – 431.000 0
Dividenduitkering GasTerra 3.600 0 3.600
Ontvangsten Mijnbouwwet 180.000 161.000 341.000
Ontvangsten NAM publieke SDRA 1.400 0 1.400
Verplichtingen 22.917.191 23.028.778 45.945.969
waarvan garantieverplichtingen 7.000 0 7.000
waarvan overige verplichtingen 22.910.191 23.028.778 45.938.969

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 23.028,8 mln verhoogd. Dit saldo is het resultaat van verschillende verhogingen en verlagingen van verplichtingenbudgetten. Met name de beschikbaarstelling van een liquiditeitsfaciliteit/lening aan EBN ten behoeve van het vullen van de gasopslagen (€ 23,1 mld) speelt een grote rol hierin.

Ophogingen (groter dan € 10 mln):

– Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) (€ 15,1 mln): Eind 2024 heeft het verlenen van MOOI-subsidies vertraging opgelopen bij RVO als gevolg van problemen met de beoordeling door de strengere toepassing van de staatsteunregels omtrent ondernemingen in financiële moeilijkheden. Hierdoor heeft RVO pas in 2025 deze subsidies kunnen verlenen en wordt het verplichtingenbudget opgehoogd.

– Vulmaatregelen gasopslag (€ 791 mln): Dit betreft een subsidie aan EBN voor het vullen van de gasopslagen, deze wordt verrekend met de ontvangsten van de heffing leveringszekerheid.

– Verduurzaming industrie (€ 99,5 mln): Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door verschillende verplichtingenschuiven. Voor de maatwerkbedrijven AnQore en COSUN zijn verplichtingenbudgetten van latere jaren naar 2025 geschoven in de verwachting dat in 2025 nog de maatwerkafspraken worden getekend. De budgetten zijn vanuit het Klimaatfonds toegekend en op de departementale begroting geboekt. De toekenning was niet in lijn met de verwachting voor de maatwerkafspraak, waardoor een verplichtingenschuif noodzakelijk is. Verwacht wordt dit jaar de definitieve bindende maatwerkafspraak te maken met de bedrijven.

– SDE+ (€ 34,6 mln): Zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

– Subsidie Invest NL (€ 15 mln): Zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

– Lening EBN (23,1 mld): Zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

– Bijdrage RVO (€ 25,9 mln): Omdat er een tekort is op het budget voor de uitvoeringskosten van de diverse RVO-regelingen zijn zowel het kas- als verplichtingenbudget opgehoogd. Zie verder de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

– TNO kerndepartement (€ 36,6 mln): Er zijn verschillende mutaties geweest op deze post. De grootste hiervan is een toevoeging van € 33 mln aan verplichtingenruimte voor de nieuwbouw van Kernhuis Geologische Dienst Nederland. Deze nieuwbouw is nodig voor de wettelijke taak van TNO om fysiek materiaal vanuit de diepe ondergrond, dat eigendom is van de Staat, te beheren en op te slaan. Een eerder Kernhuis is inmiddels vol.

Verlagingen (groter dan € 10 mln):

– Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) (€ 117,4 mln): Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door verplichtingenschuiven naar latere jaren. Deze schuiven worden voorgesteld om middelen die dit jaar niet meer verwacht benut te worden te gebruiken voor openstellingen in de toekomst. Daarnaast is er € 12,6 mln van het verplichtingenbudget gebruikt om het eerdergenoemde verplichtingentekort bij de MOOI te financieren.

– Opschalingsinstrument waterstof (€ 650 mln): Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door diverse verplichtingenschuiven naar 2026. Het verplichtingenbudget voor de realisatie van Hystock (grootschalige ondergrondse opslag van waterstof) stond niet juist gealloceerd en wordt met deze mutatie naar 2026 in lijn gebracht met het moment van beschikken. Daarnaast wordt er verplichtingenbudget naar 2026 geschoven omdat het onderzoek van Gasunie naar waterstofnetwerk op zee langer duurt dan voorzien. Tot slot wordt het verplichtingenbudget voor de regeling offshore elektrolyse waterstof naar 2026 geschoven in verband met vertraging in de uitwerking van de regeling.

– Warmtenetten investeringssubsidie (WIS) (€ 15 mln): Zie toelichting hieronder bij uitgaven mutaties.

– NGF-project NieuweWarmteNu! (€ 29,1 mln): Zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

– Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie (€ 14,5 mln): Met een amendement op de KGG-begroting 2023 heeft een Kamermeerderheid € 20 mln gereserveerd voor het stimuleren van energiecoöperaties en andere burgerinitiatieven. In 2024 en 2025 is dit budget beperkt uitgegeven, omdat KGG onvoldoende zicht had op de beste besteding. Mede daarom werkt KGG sinds het najaar van 2024 aan een visie op de rol van energiecoöperaties in het toekomstige energiesysteem. Op basis van deze visie is de verwachting dat het budget in latere jaren nodig is om energiecoöperaties te ondersteunen, omdat ze tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Hierdoor wordt er budget van 2025 naar latere jaren geschoven.

– Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds (€ 180 mln): De publicatie en openstelling van de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) zullen naar verwachting dusdanig laat in het jaar plaatsvinden dat RVO de subsidies dit jaar niet meer kan beschikken en geen verplichtingen zal aangaan. Hierdoor is het budget voor 2025 doorgeschoven naar 2026 (– € 211 mln). Verder hebben er twee technische correcties plaatsgevonden op het verplichtingenbudget van de VEKI en TSE (€ 25,6 mln). Voor de VEKI kan de openstelling van de regeling worden voortgezet en voor TSE betreft het een correctie zodat de verplichting in 2025 kan worden verleend. Tot slot is er voor de TSE eindejaarsmarge ontvangen (€ 4,2 mln). Het overige verschil is ontstaan door het ontvangen van prijsbijstelling (€ 1,2 mln).

– Projecten kernenergie (€ 40,9 mln): Zie de toelichting hieronder bij de uitgavenmutaties.

Uitgaven

Subsidies

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

Een deel van het kasbudget van de DEI+ zal dit jaar niet meer tot uitputting komen vanwege vertraging bij de projecten die in eerdere jaren beschikt zijn. Omdat deze middelen in latere jaren nodig blijven, wordt het naar 2026 en latere jaren geschoven (€ 17,2 mln). Daarnaast wordt € 4,9 mln van het reguliere DEI+ budget gebruikt om het tekort bij de MOOI te dekken en vindt er op de RVO-Flex regeling een kasschuif van € 2 mln plaats naar 2026, zodat de middelen kunnen worden gebruikt voor de openstelling van 2026. Het overige verschil is veroorzaakt door de toevoeging van prijsbijstelling (€ 2,3 mln).

SDE+

Ter bevordering van de energietransitie op de ACS-landen staat € 150 mln gereserveerd op de aanvullende post. Hiervan wordt € 116 mln opgevraagd voor Aruba en Curaçao om randvoorwaardelijke projecten ten behoeve van de energietransitie te subsidiëren. Deze middelen worden toegevoegd aan het flankerend beleid SDE+ budget. € 27 mln hiervan is gebudgetteerd voor 2025. De Kamer zal binnenkort een CW3.1 kader ontvangen. Verder zijn in dit budget ook kasschuiven voor Wind op Zee verwerkt (€ 3,6 mln naar 2025), zijn er enkele overboekingen geweest naar en vanuit andere departementen/budgetten (€ 2,5 mln) en is er loon- en prijsbijstelling toegekend (€ 1,9 mln).

Opschalingsinstrument waterstof

In totaal wordt er voor € 77,5 mln aan kasbudget geschoven naar latere jaren, zodat de budgetten in lijn worden gebracht met de verwachte uitgaven. Dit betreft uitgaven voor onderzoek naar het waterstofnetwerk op zee en uitgaven voor diverse elektrolyse-regelingen (onshore en offshore). Daarnaast wordt € 20 mln teruggeboekt naar het Klimaatfonds omdat minder projecten een toekenning hebben ontvangen dan verwacht. Het restant van de mutaties betreft wat kleinere boekingen voor bijvoorbeeld loon- en prijsbijstelling en overboekingen naar andere departementen.

IPCEI-waterstof

Er wordt € 80,3 mln teruggeboekt naar het Klimaatfonds door vertraging in de uitrol van de projecten. Het overige verschil is veroorzaakt door de toevoeging van prijsbijstelling (€ 1,1 mln).

Vulmaatregelen gasopslag

De realisatie op de vulmaatregelen valt dit jaar lager uit dan eerder geraamd vanwege gunstige marktomstandigheden. Zo vulde de markt goed en hoefde EBN minder bij te springen, en deed EBN dat tegen lagere kosten dan vooraf begroot.

Warmtenetten investeringssubsidie (WIS)

Er wordt door vertraging in projecten en vanwege minder animo dan verwacht voor eerdere openstellingen minder budget uitgegeven dan eerder was begroot. Hierdoor wordt € 15 mln teruggestort naar het Klimaatfonds. Verder is er nog enig budget toegevoegd in het kader van loon- en prijsbijstelling.

NGF-project NieuweWarmteNu!

Het kasbudget (€ 28,7 mln) wordt van 2025 naar latere jaren geschoven, zodat het ritme aansluit bij te verplichten nieuwe projecten. Daarnaast zijn er in 2024 € 0,3 mln meer inkomsten op dit onderdeel gerealiseerd dan geraamd. Deze extra inkomsten zijn aan het budget van 2025 toegevoegd.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Een deel van het kasbudget (€ 10 mln) wordt van 2025 naar 2026 geschoven. Een deel van het subsidiebedrag wordt, op basis van een nieuwe raming van RVO, pas in 2026 vastgesteld.

Verduurzaming industrie

Een verlaging van het budget voor maatwerk (€ 11,8 mln) wordt voornamelijk veroorzaakt doordat door de bedrijven er niet kan worden voldaan aan betalingsverplichtingen in de subsidiebeschikking. Hierdoor wordt er voor de maatwerkafspraak met Nobian budget verschoven van 2025 naar latere jaren. Deze schuiven waren noodzakelijk om de beschikbare budgetten in lijn te brengen met de verwachte uitfinanciering van de subsidies.

Investering verduurzaming industrie

De publicatie en openstelling van de NIKI zullen naar verwachting dusdanig laat in het jaar plaatsvinden dat RVO niet meer in 2025 kan beschikken en dus geen verplichtingen zal aangaan en kasuitgaven zal doen dit jaar. Hierdoor wordt de raming aangepast en zullen de middelen naar 2026 worden doorgeschoven (€ 83,8 mln). Daarnaast vindt er een kasschuif plaats op het budget van de VEKI, zodat de raming passend is voor de uitfinanciering (€ 65,1 mln). Voor de TSE is ook een nieuwe raming gemaakt in het kader van realistisch ramen en wordt ook een kasschuif toegepast (€ 5,8 mln). Verder is er prijsbijstelling en eindejaarsmarge uitgekeerd. Dit verklaart het overige verschil (€ 5,4 mln).

Invest NL

Betreft bijdrage uit Klimaatfonds (€ 15 mln) voor een subsidie aan PPS BV van Invest NL als steun en onderdeel van blended finance oplossing voor een individuele bedrijfssteuncasus.

Leningen

Lening EBN

Per 2025 zullen er twee leningen aan EBN worden verstrekt. Een lening zal toezien op het opslagjaar 2025–2026 van € 1,5 mld. Zodat EBN transacties kan doen die leiden tot een hogere vulgraad van de gasopslagen in Norg en Grijpskerk. Deze zal naar verwachting niet leiden tot kasbetalingen, het betreft een leenfaciliteit waarvan EBN gebruik kan maken voor eventuele verplichtingen die volgen uit het handelen op de beurs. De andere lening wordt aan EBN verstrekt voor het opslagjaar 2026–2027 à € 21,6 mld. Deze leenfaciliteit is bedoeld voor eventuele verplichtingen die voortkomen uit het handelen op de beurs en voor de financiering van werkgas bij het vullen van de gasopslagen Bergermeer, Norg en Grijpskerk. Deze lening zal naar verwachting leiden tot ten minste een betaling van € 100 mln aan EBN in 2025. De Kamer wordt geïnformeerd over het door EBN vullen van verschillende gasopslagen.

Lening Verduurzaming industrie

Er worden in 2025 overeenkomsten aangegaan voor leningen aan verwerkers van materialen voor biobased bouwen. Naar verwachting zullen een aantal van deze overeenkomsten pas in 2026 tot uitbetaling komen (€ 12,1 mln). Het restant van het verschil wordt veroorzaakt door de toekenning van prijsbijstelling.

Opdrachten

Projecten kernenergie

Bij bedrijfsduurverlenging, Kennisinfrastructuur Kernenergie, Ondersteuning ontwikkeling SMR's, Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales en NEO.nl hebben er kasschuiven plaatsgevonden om het budget in het juiste jaarritme te zetten. Hierdoor wordt er € 26,6 mln van 2025 naar latere jaren geschoven. Daarnaast is er € 7,2 mln voor onderzoeken naar de nieuwbouw van kerncentrales teruggeboekt naar het Klimaatfonds omdat er nu geen concreet bestedingsplan ligt voor de besteding van deze middelen. Het restant van de mutatie wordt verklaard door een overheveling naar EZ en de toekenning van prijsbijstelling.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage RVO

Naar aanleiding van de afrekening van de opdracht in 2024 aan RVO heeft RVO € 18 mln teruggestort. Middels deze ontvangst wordt een deel van het tekort in 2025 op de uitvoeringskosten bekostigd. Verder worden terugontvangsten van SDE-beschikkingen voor € 3,3 mln gebruikt om de uitvoeringskosten te bekostigen. Bovendien wordt met deze suppletoire begroting € 3,8 mln aan loon- en prijsbijstelling aan dit budget toegevoegd. Tot slot is er € 0,6 mln toegevoegd aan het budget voor de ondersteuning van energy hubs voor werkzaamheden van RVO in het kader van de stimuleringsprogramma energy hubs.

Bijdragen aan medeoverheden

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Het budget voor de uitvoeringskosten klimaat van medeoverheden wordt per saldo met € 13,9 mln naar beneden bijgesteld. Dit is een gevolg van onder andere verschillende overboekingen naar het Gemeente-, Provincie- en BTW-compensatiefonds (€ 15,6 mln). Daarnaast zijn er ook middelen teruggeboekt naar het Klimaatfonds omdat deze dit jaar niet meer gerealiseerd gaan worden (€ 6,4 mln). Er zijn ook middelen overgeheveld naar het apparaat van KGG voor apparaatskosten voor de aanpak van netcongestie (€ 1,9 mln). Tenslotte wordt er nog een kasschuif van 2025 naar 2026 voorgesteld voor het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie (NP RES) omdat de planning is dat pas in 2026 de subsidie aan dit programma zal worden vastgesteld (€ 3,2 mln). Tegelijkertijd wordt voorgesteld het budget op te hogen met de eindejaarsmarge voor de Gebiedsinvesteringen voor Net op Zee (€ 13,8) om een vertraagde betaling uit 2024 te kunnen doen in 2025. Het resterende verschil wordt verklaard door verschillende kleine mutaties waaronder de toekenning van loon-en prijsbijstelling.

Ontvangsten

ETS-ontvangsten

Op basis van de actualisatie van de ETS-prijzen wordt de raming van de ETS-ontvangsten met € 10 mln naar beneden bijgesteld.

Diverse ontvangsten

Naar aanleiding van de afrekening van de opdracht in 2024 aan RVO heeft RVO € 18 mln teruggestort. Middels deze ontvangst wordt een deel van de opdracht aan RVO in 2025 bekostigd. Ook zijn terugontvangsten van subsidiebeschikkingen voor de SDE ingeboekt.

Ontvangsten verduurzaming industrie

Voor 2025 worden er nog additionele ontvangsten verwacht à € 23 mln vanuit de CO2-heffing aan de industrie. Dit betreft een autonome ramingsbijstelling.

Dividenduitkering EBN

KGG ontvangt dividend van EBN over het geconsolideerde nettoresultaat. De geraamde ontvangsten in 2025 zijn omlaag bijgesteld naar € 0 mln (ten opzichte van € 431 mln in de Voorjaarsnota 2025). Als gevolg van de verslechtering van de financiële resultaten door een (in 2025 en 2026) lagere gasprijs en door hogere kosten, zal EBN de komende jaren naar verwachting geen dividend uitkeren.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Deze post bestaat uit winstaandelen van de vergunninghouders voor gaswinning, cijns (heffing van een percentage van de omzet) en oppervlakterecht. Op basis van de realisatiegegevens van de Belastingdienst over het winstaandeel 2024 – welke deels in 2025 landen – worden de ontvangsten in 2025 met € 161 mln naar boven bijgesteld.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 70 Apparaat

Verplichtingen 0 0 0
Uitgaven 0 0 0
Personele uitgaven 0 0 0
eigen personeel
inhuur externen
overige personele uitgaven
Materiële uitgaven 0 0 0
ICT
bijdrage aan SSO's
overige materiële uitgaven
Ontvangsten 0 0 0
Overig

Toelichting

Op artikel 70 zijn in 2025 nog geen bedragen geraamd.

4.2 Artikel 71 Nog onverdeeld

Verplichtingen 98.867 – 98.867 0
Uitgaven 98.867 – 98.867 0
Loonbijstelling 51.896 – 51.896 0
Prijsbijstelling 26.771 – 26.771 0
Onverdeeld 20.200 – 20.200 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Loon- en prijsbijstelling

Betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstellingstranche 2025 over relevante artikelonderdelen.

Onverdeeld

Bij de Voorjaarsnota 2025 zijn de reguliere eindejaarsmarge en eindejaarsmarge op Klimaatfondsmiddelen tijdelijk op het overdeeld artikel geplaatst. Deze middelen zijn deze begrotingsronde verdeeld naar de relevante onderdelen.