[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D39895, datum: 2025-09-17, bijgewerkt: 2025-09-18 09:09, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Aan de orde is de regeling van werkzaamheden. Ik stel voor als commissies bedoeld in artikel 7.19, tweede lid, en artikel 7.22, derde lid van het Reglement van Orde aan te wijzen:

  • de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten;

  • de commissie voor de Werkwijze;

  • de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven;

  • de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven.

Ik stel voor de Miljoenennota, de Najaarsnota en de Voorjaarsnota in handen te stellen van de vaste commissie voor Financiën. Voorts stel ik voor de voorstellen van begrotingswetten, alsmede de ontwerpslotwetten met de rapporten bij de rekening van de Algemene Rekenkamer, de suppletoire begrotingsvoorstellen naar aanleiding van de Voorjaarsnota en de Najaarsnota en de extra suppletoire begrotingen over het jaar 2025 in handen van de desbetreffende vaste commissies te stellen.

Ik stel voor:

  • dat de begrotingshoofdstukken I, IIA, IIB en IIIA t/m C en de begrotingen van het Gemeentefonds en het Provinciefonds in handen worden gesteld van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken;

  • dat de begroting van het Mobiliteitsfonds en van het Deltafonds in handen worden gesteld van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat;

  • dat de begroting van het Defensiematerieelfonds in handen wordt gesteld van de vaste commissie voor Defensie;

  • dat de begroting van het Nationaal Groeifonds in handen gesteld wordt van de vaste commissie voor Economische Zaken;

  • dat de begroting van het Klimaatfonds in handen gesteld wordt van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei.

Ten slotte stel ik voor de wetsvoorstellen samenhangende met het Belastingplan in handen te stellen van de vaste commissie voor Financiën.

Ik stel voor dinsdag 23 september aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Bushoff/Bevers (27529, nr. 343).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 18 december 2023 te Rabat tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko inzake uitlevering (Trb. 2024, 1) (36688);

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet in verband met de verhoging van het wettelijk strafmaximum van het aanwezig hebben, de handel, de productie en de in- en uitvoer van verdovende middelen als bedoeld in lijst I bij de Opiumwet (verhoging strafmaxima grootschalige drugscriminaliteit) (36705);

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafvordering in verband met het vervangen van de recidiveregeling ernstige verkeersdelicten en het invoeren van diverse maatregelen die zijn gericht op een betere aanpak van rijden onder invloed (Wet verbetering aanpak rijden onder invloed) (36586);

  • het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de introductie van de Alcoholmeter als controlemiddel om toezicht te houden op de naleving van een alcoholverbod (Alcoholmeter) (36585);

  • het initiatiefwetsvoorstel Voorstel van Rijkswet van de leden Paternotte en Mutluer tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap teneinde het nationaliteitsrecht te moderniseren, alsmede tot de in verband daarmee houdende goedkeuring van het voornemen tot opzegging van hoofdstuk I van het op 6 mei 1963 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag betreffende beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit (Trb. 1964, 4) en van het daarbij behorende Tweede Protocol (Trb. 1994, 265) (34632).

Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor toekenning is verlengd:

  • het debat over volumenormen in de ziekenhuiszorg;

  • het dertigledendebat over het bericht dat een migratieachtergrond tot nadelen in de strafrechtketen leidt;

  • het dertigledendebat over de onderwijsbezuinigingen.

Ik deel mee dat de volgende aangehouden moties zijn vervallen: 36725-8; 29689-1304; 29689-1303; 29689-1302; 29689-1298.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 31293-800; 30950-432; 30950-433; 30950-434; 34843-118; 32761-315; 30950-450; 29544-1274; 30950-453; 30950-454; 30950-455; 30950-457; 30950-458; 30950-459; 22112-4091; 30950-463; 30950-461; 23645-863; 31839-1094; 36725-B-5; 36740-VIII-9; 36740-VI-18; 29325-191; 28345-285; 2025Z15767; 2025Z16354; 29538-366; 29538-367; 28345-281; 28345-282; 29515-494; 31015-275; 29325-169; 29325-168; 28345-278; 28345-277; 29538-355; 28345-268; 30169-75; 34843-72; 28345-261; 31015-271; 29325-150; 28345-259; 34843-59; 28345-255; 28345-254; 32670-209; 29517-271; 21501-02-3213; 21501-20-2267; 36390-7; 25295-2233; 21501-07-2128; 21501-07-2130; 21501-07-2129; 21501-07-2127; 2025Z13665; 32317-968; 21501-07-2126; 28844-298; 28165-464; 29544-1284; 34332-(R2062)-14; 29861-164; 29861-163; 29861-162; 29861-165; 36600-XV-114; 25883-530; 36446-89; 29861-161; 35680-24; 29325-190; 36446-61; 36446-88; 25883-519; 32637-702; 35420-540; 31311-290; 32637-698; 32637-696; 31757-113; 32637-667; 32637-668; 36471-109; 26643-1367; 36471-110; 26643-1363; 32637-692; 36045-210; 36045-209; 36600-V-10; 26150-222; 26150-225; 28694-159; 30872-317; 32852-376; 32852-375; 32852-373; 30872-316; 30872-310; 30196-847; 30872-311; 32852-357; 29679-41; 29679-42; 28694-158; 26643-1375; 21501-32-1722; 32813-1523; 32813-1522; 36600-XIV-86; 36600-XIV-85; 36760-44; 31936-1245; 29911-479; 32545-224; 24515-814; 27879-111; 32847-1349; 2025Z14321; 32545-223; 32013-306; 32013-308; 32013-307; 32545-222; 33964-48; 32013-305; 32013-303; 32013-304; 22112-4009; 32648-16; 32013-302; 36045-213; 2025Z15223; 36704-79; 19637-3452; 27863-144; 22112-4119; 21501-02-3212; 29911-477; 29668-72; 29665-577; 31066-1511; 32013-309.

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:

  • het tweeminutendebat Circulaire economie (CD d.d. 11/09), met als eerste spreker het lid Buijsse van de VVD;

  • het tweeminutendebat Maatschappelijk domein (inclusief Huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties) (CD d.d. 11/09), met als eerste spreker het lid Van der Werf van D66;

  • het tweeminutendebat Discriminatie, racisme en mensenrechten (CD d.d. 11/09), met als eerste spreker het lid Bamenga van D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Ik geef graag het woord van de heer Van Baarle van de fractie van DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Op het moment dat wij hier met elkaar spreken, vinden er nog steeds verschrikkingen plaats in Gaza. Nog steeds pleegt Israël een genocide in Gaza. De Israëlische regering voert op dit moment een misdadige aanval uit. Een VN-commissie heeft geconcludeerd dat het een genocide is. Ik vind dat wij als reactie van Nederland hierop in deze Kamer zo snel mogelijk een debat moeten hebben met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:
Helder. Ik ga kijken of daar een meerderheid voor is.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Zoals de heer Van Baarle stelt: het is niet niks als dat de VN na onderzoek vaststelt dat een genocide plaatsvindt. Er komt straks ook een dergelijk verzoek van de SP. Ook dat verzoek zullen we steunen, net als het verzoek van de heer Van Baarle.

Mevrouw Podt (D66):
Een terecht verzoek. Steun.

De heer Diederik van Dijk (SGP):
Oorlog tegen Hamas is geen genocide. Dus geen enkele steun voor deze aanvraag.

De heer Krul (CDA):
Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Nu de VN ook nog eens bevestigt dat er een genocide plaatsvindt, zeker steun voor dit verzoek.

Mevrouw Dobbe (SP):
Zeker steun. Het is heel goed dat de heer Van Baarle hier elke week weer aandacht voor vraagt.

De heer Oostenbrink (BBB):
Geen steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als het kabinet vandaag of morgen aankondigt dat het de maatregelen treft die nodig zijn, is het debat niet nodig. Als het kabinet dat niet doet, moeten we hier een apart debat over voeren.

De heer Van der Burg (VVD):
Geen steun. We hebben de komende tijd een aantal debatten. De heer Van Baarle is creatief genoeg om al die debatten over hetzelfde onderwerp te laten gaan.

De heer Kahraman (NSC):
Geen steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):
We blijven het proberen.

De voorzitter:
Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Bromet van GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De minister van Landbouw heeft een wet naar de Kamer gestuurd waarmee ze het probleem van de PAS-melders denkt op te lossen. Wij hebben daar al twee keer over gedebatteerd. Heel veel hangt samen met het pakket aan maatregelen dat ze beloofd had met Prinsjesdag naar de Kamer te sturen. We hebben wel iets gezien, maar de vraag is of dat de naam "pakket aan maatregelen" waardig is. Ik zou daarom heel graag een derde termijn willen aanvragen voor de behandeling van deze wet, omdat die samenhangt met dit maatregelenpakket.

De voorzitter:
Heel goed.

Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Tegelijkertijd vragen wij ook om uitstel van de stemming. Die staat gepland voor dinsdag, maar we moeten natuurlijk eerst het debat afmaken voordat we gaan stemmen.

De voorzitter:
Dat zou daar uiteraard uit volgen.

De heer Holman (NSC):
Steun. Het pakket ligt er. Dat zouden we bespreken. Maar er doet zich ook een nieuw feit voor. De Stichting Stikstofclaim, sprekend namens een paar duizend PAS-melders en Agractie, heeft het verzoek neergelegd om het door de minister ingediende wetsvoorstel niet te steunen. Het is natuurlijk heel bijzonder dat de mensen waarover het gaat bij de Kamer een verzoek doen om een voorstel dat de minister doet niet te steunen. Steun dus voor het voorstel.

Mevrouw Podt (D66):
Ik ben gisteren in de zestien pagina's heel hard op zoek geweest naar een pakket. Ik heb dat niet gevonden. Dat pakket is wel onderliggend en noodzakelijk voor deze wet. Ik wil de minister daar dus heel graag op bevragen. Dat kan goed in een derde termijn. Steun dus voor het verzoek.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik gun collega Bromet graag de ruimte om haar twijfels op tafel te leggen in een derde termijn. Dus van harte steun. Wel denk ik dat het belangrijk is om daarbij aan te tekenen dat wij voor de start van het verkiezingsreces de stemming over de PAS-wet hebben. Ik denk dat dit wel essentieel is. Dit verzoek mag er niet toe leiden dat de stemming over het verkiezingsreces heen getild wordt.

Verder denk ik dat het goed is — maar dat is iets voor de commissie — om het commissiedebat dat wij volgende week hebben niet te houden. Maar dit is meer een terzijde.

Overigens spreek ik mede namens het CDA.

De voorzitter:
Dat is geen terzijde.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun voor beide verzoeken.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun voor het debat. We wachten al maanden op maatregelen. Die liggen er nog steeds niet. Daar hadden we als Partij voor de Dieren al voor gewaarschuwd, maar blijkbaar zijn hier partijen die mevrouw Wiersma daarmee weg laten komen. Juist hierom hangt er wel een motie van wantrouwen tegen mevrouw Wiersma in de lucht. Volgens mij hebben we één grote blokkade en die zit in vak K. Die moet eerst weg en daarna kunnen we echt doorpakken met oplossingen.

De heer Van Baarle (DENK):
Steun voor het verzoek.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter. Dit wetsvoorstel gaat over PAS-melders en de handhaving. Nu wordt er eigenlijk een verzoek gedaan om dit onderwerp te gebruiken voor gewoon een stikstofdebat. Wij hebben volgende week het commissiedebat Stikstof, mestbeleid en natuur gepland staan. Daar zou dit veel beter in passen.

Verder maak ik mij er ook zorgen over hoe voortvarend het gaat. We moeten dan immers ook stemmen.

De voorzitter:
Dat is geen steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, daar kom ik op. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Grinwis, onder de voorwaarde dat er gestemd wordt voordat het verkiezingsreces begint.

De voorzitter:
Ja, dat snap ik.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik kan het steunen, maar dan moet dat ook echt gebeuren.

De voorzitter:
Maar dat betekent dus steun. Dan is er een meerderheid.

De heer Meulenkamp (VVD):
Wij steunen het ook. We gaan er ook van uit dat het commissiedebat dan niet doorgaat en dat er gewoon gestemd gaat worden voor het reces.

Mevrouw Dobbe (SP):
Ja, steun.

De voorzitter:
Er is een meerderheid; we boeken het in.

De heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Op 23 en 24 oktober is er een Europese top. Dat valt in het verkiezingsreces. Gelet op de zeer smalle basis die dit kabinet hier in het parlement heeft, lijkt het mij niet verantwoord om die top te laten beginnen zonder dat er hierover een debat is geweest in de Kamer. Daarom doe ik het verzoek om de Kamer terug te laten komen van het verkiezingsreces, zodat we hierover een plenair debat kunnen houden, zoals we dat eigenlijk altijd doen voor de aanvang van deze top.

De voorzitter:
We kijken of daar een meerderheid voor is.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Voorzitter. Europa staat nooit stil, dus van harte steun.

Mevrouw Podt (D66):
Steun, voorzitter.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Mede namens de ChristenUnie en de SGP zeg ik het volgende. Dit is inderdaad heel erg belangrijk, maar als we nu al debatten gaan inplannen voor in het verkiezingsreces, dan zijn we er ook een beetje bang voor dat Pandora's doos opengaat, met nog drie weken voor het reces, met regelingen waarin we het reces gaan volplannen. Wij steunen dit verzoek dus niet, zeg ik mede namens de ChristenUnie en de SGP.

De heer Van Campen (VVD):
De VVD sluit zich aan bij de woorden van het CDA: geen steun.

De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter. De Europese politiek gaat door. Steun voor dit verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):
Steun.

De heer Oostenbrink (BBB):
Geen steun.

Mevrouw Dobbe (SP):
Steun.

De heer Van Baarle (DENK):
Steun voor dit verzoek.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun.

De voorzitter:
U geeft geen meerderheid, meneer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, dat kan. Dan staan we hier volgende week weer. Ik zeg het volgende ook tegen de collega's van het CDA, die hier toch constructief naar voren kwamen lopen. Eén. We weten dat dit eraan komt. Dit betreft geen actualiteit, maar we weten dat deze top er is. Ik ga u op een briefje geven dat de actualiteit aanleiding gaat geven om dit toch in te plannen. Ik zou het liever ordentelijk doen dan dat er een extra regeling moet komen in het reces. We zullen dit verzoek opnieuw doen. Ik denk zomaar dat we het alsnog gaan inplannen.

Dank u wel.

De voorzitter:
De heer El Abassi.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter. Het is schokkend dat de man die bij de politie de leiding had over het bestrijden van racisme en discriminatie ook directeur is van een bureau dat door de rechter is veroordeeld. Dat bureau deed stiekem onderzoek bij moskeeën en schond daarmee de rechten van moslims. Dat zorgt voor wantrouwen bij veel mensen en tast de geloofwaardigheid van de politie aan. Iemand die moskeeën bespioneert, kan geen leiding geven aan de politie en al helemaal niet aan de eenheid die racisme en discriminatie moet bestrijden. Daarom wil ik hierover in debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie nog geen mensen dringen bij de interruptiemicrofoon.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ook steun.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ook steun.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Geen steun. Ik raad de heer El Abassi aan om hierover schriftelijke vragen te stellen.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Geen steun.

De heer Six Dijkstra (NSC):
Geen steun.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, ik zag de PVV nog lopen.

De voorzitter:
Ja, zij twijfelen nog.

De heer El Abassi (DENK):
Maar volgens mij schat u in dat zij geen steun gaan geven.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun, voorzitter.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, dan mijn tweede debataanvraag. In Urk is een Marokkaans-Nederlands gezin midden in de nacht door de politie uit bed gehaald. Hun 14-jarige zoon werd gearresteerd voor het in brand steken van Israëlische vlaggen, maar hij bleek onschuldig te zijn. Het huis werd omsingeld. Het gezin is geschoffeerd en leeft nog steeds met de gevolgen. Waarom is er met zo veel geweld opgetreden tegen een kind zonder dat er voldoende reden was om hem als verdachte aan te merken? Er moeten duidelijke richtlijnen komen om dit in de toekomst te voorkomen, zodat gezinnen niet meer in gevaar komen. Daarom wil ik een debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

Mevrouw Podt (D66):
Ja, voorzitter. Dat kan ik me goed voorstellen. Dat wil ik ook wel.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Voorzitter. Ook hier dezelfde aanmoediging voor schriftelijke vragen. Geen steun voor dit verzoek.

Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Geen steun.

De heer Six Dijkstra (NSC):
Geen steun.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja, als we straks alle debatten door schriftelijke vragen gaan vervangen, dan gaan we ook de verkeerde kant op, dus steun voor dit verzoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Daar sluit ik me bij aan. Steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Geen steun, maar ik kan me voorstellen dat we een brief vragen aan de minister.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun.

De voorzitter:
Geen meerderheid, meneer El Abassi.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter, hebben we wel 30 leden?

De voorzitter:
Zelfs dat niet.

De heer El Abassi (DENK):
Jammer. Dan mijn laatste debatverzoek. Meerdere moskeeën in Nederland, zo hebben we kunnen lezen, hebben haatbrieven ontvangen die besmeurd zijn met bloed. In de brieven staan grove beledigingen, spotprenten en zelfs de tekst "De islam moet dood". Haatzaaien en angst aanjagen mag niet in Nederland. We moeten voorkomen dat deze intimidatie omslaat in geweld en daarom wil ik hierover in debat met de minister van Justitie en Veiligheid.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer El Abassi.

De heer El Abassi (DENK):
Fijn dat de PVV in ieder geval naar voren is gekomen.

De voorzitter:
Mevrouw Dobbe.

Mevrouw Dobbe (SP):
Gisteren kwam er een nieuw rapport van de onafhankelijke onderzoekscommisie van de VN-Mensenrechtenraad, waaruit nogmaals blijkt dat Israël zich schuldig maakt aan genocide in Gaza. In dit rapport zijn zeer duidelijke aanbevelingen gedaan aan derde landen die lid zijn van het Genocideverdrag over het nakomen van hun verplichtingen onder dit verdrag, waaronder: alle denkbare maatregelen en sancties nemen om Israël te stoppen en een volledig wapenembargo. Nederland voldoet nu niet aan deze verplichtingen. Laat dit nu een wake-upcall zijn om ook te zeggen dat we hierover nu weer het debat kunnen voeren met de minister van Buitenlandse Zaken omdat het nu keihard nodig is.

De voorzitter:
En dat is uw voorstel? Ja, hoor ik. De heer Mulder.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Geen steun.

De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Als het zo doorgaat komt er een moment dat we alleen maar kunnen terugkijken naar de dood van nog eens tienduizenden en tienduizenden onschuldige mensen; vrouwen en kinderen in Gaza. Steun voor dit debat.

Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.

De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Het zou raar zijn als ik mevrouw Dobbe anders behandel dan de heer Van Baarle. Ook voor mevrouw Dobbe geldt hetgeen voor de heer Van Baarle geldt: er zijn andere momenten. Dus geen steun.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Een volgende stap in de genocide vindt nu, vandaag plaats. We hebben de internationale verplichting om te handelen, dus daarom van harte steun voor dit debat.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Het verbaast me wel dat collega's aangeven dat er andere momenten zijn, terwijl die er niet zijn. Dus van harte steun voor dit debat. Zeer noodzakelijk dat we hierover spreken.

De heer Oostenbrink (BBB):
Geen steun.

De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter. We wachten eerst de brief af van het kabinet. Geen steun.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Dobbe.

Lid Kostić.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Als er een hakenkruis wordt geklad op een regenboogzebrapad in een gemeente, dan is de enige juiste reactie: veroordelen. Maar niet voor de net door BBB en de VVD aangestelde minister van Onderwijs, Gouke Moes. Zijn reactie was: "Jammer, van beide kanten". Daarna gooide hij het erop dat hij slechts de polarisatie wilde aankaarten met twee partijen die tegenover elkaar staan en niet willen toegeven. Ja, daarmee heb je natuurlijk nog steeds niet begrepen wat het probleem is. Je zet nog steeds mensen die een hakenkruis gebruiken op dezelfde lijn als mensen die een regenboogzebrapad neerzetten in het openbaar. Als je dan een jaar later alleen een halfbakken "sorry" zegt omdat mensen je woorden als pijnlijk hebben ervaren, dan is je excuus helemaal niets waard.

De voorzitter:
En dus?

Kamerlid Kostić (PvdD):
We moeten het hebben over of we serieus vinden dat deze persoon de minister van Onderwijs moet zijn en dus moet gaan over de veiligheid en ontwikkeling van onze jongeren. Daarom wil ik heel graag een apart inhoudelijk debat over zijn functioneren en of hij hiervoor geschikt is.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun, voorzitter.

Mevrouw Rajkowski (VVD):
Voorzitter, geen steun. Het was een zeer ongemakkelijke en niet goed te keuren uitspraak, maar volgens mij heeft deze minister daar heel vaak en in allerlei bewoordingen sorry voor gezegd, ook nog plenair, in deze zaal, dus laten we het verder gaan hebben over de inhoud.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, wel steun. We hebben vorige week zelf ook een debat aangevraagd. De minister heeft aangegeven dat hij erover met ons in gesprek wil. Kamerleden hebben toen bewust in andere debatten niet het debat hierover geopend, omdat toen niet het juiste moment ervoor was en het toen gewoon over de inhoud ging. Het lijkt mij dus zeker goed om het daar nog over te hebben, natuurlijk het liefst in een debat, en anders organiseren we een gesprek op een andere manier.

Mevrouw Dobbe (SP):
Wel steun.

De heer Oostenbrink (BBB):
Volgens mij zijn er genoeg woorden aan gewijd, ook door de minister, dus geen steun.

De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Hadden we die hoorzittingen nog maar. Dan was dit iets om daar te bespreken. Ja, natuurlijk, wij vonden het ook bizarre uitspraken om een regenboogvlag en hakenkruizen op één lijn te stellen. Ik heb wel het idee dat de minister zijn "sorry" meent, dus van ons hoeft daar nu geen apart debat over te komen. Maar ik hoor collega Kostić praten over de vertrouwensvraag. Als die hier op tafel ligt, moet het debat natuurlijk wel plaatsvinden. Dus daarom zouden wij zeggen: steun.

De voorzitter:
Dan is er wel steun.

De heer Ergin (DENK):
Steun.

Mevrouw Hertzberger (NSC):
Ja, hadden we die hoorzittingen nog maar. Maar steun voor dit verzoek.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Dan moet ik helaas een tweeminutendebat gebruiken om toch een motie van wantrouwen in te dienen.

De voorzitter:
Oké.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik krijg geen podium om in het openbaar het debat te voeren met de minister. Ik vind dat jammer.

De voorzitter:
Dank u wel.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja? De volgende?

De voorzitter:
O, u had nog een verzoek.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ja. Ik wacht op uw toestemming.

Voorzitter. Ik zou graag de stemmingen ... Ik wacht even op stilte.

De voorzitter:
Graag stilte.

Kamerlid Kostić (PvdD):
We hebben te maken met een minister van de BBB op het landbouwdossier, op het stikstofdossier, die geen beweging wil maken en het hele land op slot houdt. Al maanden zegt ze dat er plannen komen en dat het allemaal wordt opgelost, en die plannen liggen er nog steeds niet. Wij weten gewoon niet meer wat we met haar moeten, behalve wat we al eerder hebben gedaan, namelijk een motie van wantrouwen indienen. Dat hebben we een week geleden gedaan en we vinden het jammer om haar nog langer te laten hangen.

De voorzitter:
En dus?

Kamerlid Kostić (PvdD):
Wij stellen dus voor om de stemming daarover te vervroegen naar deze week.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar enig bezwaar tegen bestaat. Laten we er niet inhoudelijk op ingaan. Het gaat gewoon over het moment van stemmen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Sorry, voorzitter. Ik wil er toch wel wat over zeggen.

De voorzitter:
Daar was ik al bang voor.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Net wordt er gezegd: ik krijg geen podium om het hierover te hebben, dus dien ik een motie van wantrouwen in. Dat is echt te zot voor woorden! Gaat er na elke regeling van werkzaamheden waar een debat geen meerderheid krijgt, een motie van wantrouwen ingediend worden? Dat wil ik hier wel gewoon even gezegd hebben. Deze week stemmen is helemaal niet nodig. Deze motie krijgt totaal geen meerderheid, dus daar kunnen we echt op een later moment over stemmen.

De voorzitter:
Maar voor de rest bestaat er geen bezwaar tegen uw verzoek, dus gaan we gewoon over de motie stemmen.

Kamerlid Kostić (PvdD):
All right.

De voorzitter:
Dank u wel.

Mevrouw Bikker.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Volgende week hebben we een debat over de bestrijding van antisemitisme. Ik heb nog een serie schriftelijke vragen liggen, over een hele reeks aan incidenten tegen Joodse Nederlanders, die niet beantwoord zijn. Ik zou de minister willen verzoeken om die schriftelijke vragen te beantwoorden vóór het debat en daarbij tevens te reageren op de bizarre omstandigheden die we hebben gezien in Paradiso en de gevolgen die die hebben voor de Joodse gemeenschap.

De voorzitter:
Ik zal het doorgeleiden naar het kabinet. Dank u wel.

Ten slotte mevrouw Kröger, GroenLinks-PvdA.

O, nee, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Sorry, wij waren iets te laat. Steun natuurlijk; een informatieverzoek is een informatieverzoek. Maar er staan ook nog wat vragen van onze fractie open met betrekking tot Paradiso. We zouden eigenlijk aansluitend op dit verzoek willen vragen of die vragen dan ook voor het antisemitismedebat beantwoord kunnen worden.

De voorzitter:
Ook dat zal ik doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Terwijl de klimaatcrisis doordendert, ontvingen wij gister de Klimaat- en Energieverkenning. Het was wederom een dramatisch beeld: stilstand en een hele, hele dikke onvoldoende. Ik wil graag voorstellen dat we het jaarlijkse debat over de staat van het klimaatbeleid nog voor het verkiezingsreces inplannen.

De voorzitter:
U weet dat we een beetje vol zitten, hè?

Mevrouw Rooderkerk (D66):
Het is zeer belangrijk om hier het debat over te voeren, dus van harte steun.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Absoluut van harte steun.

Mevrouw Teunissen (PvdD):
Er worden allemaal schadelijke maatregelen genomen, dus daar moeten we het nu over hebben. Van harte steun.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Geen steun.

De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Dat wordt natuurlijk lastig in te plannen, maar van harte steun.

Mevrouw Postma (NSC):
Voorzitter. Het is ontzettend belangrijk om het hier met elkaar over te hebben. We hebben een urgent probleem. Steun voor dit verzoek.

De heer Krul (CDA):
Geen steun voor vóór het verkiezingsreces. Zo snel mogelijk daarna is prima, maar voor dit verzoek geen steun.

De heer Peter de Groot (VVD):
Het is een belangrijk debat om te voeren. Misschien lukt het niet in de plenaire agenda, maar kunnen we het wel doen in een van de commissiedebatten in de laatste week voor het verkiezingsreces.

De voorzitter:
We kunnen het ook in het verkiezingsreces doen, natuurlijk. Maar dat is geen steun, neem ik aan. Nee, dat is geen steun.

De heer Edgar Mulder (PVV):
Ik zeg ook: geen steun.

De heer El Abassi (DENK):
Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):
Ik heb een andere motivering dan de verzoeker, want wij willen dat het klimaatbeleid zo snel mogelijk van tafel gaat. Ook daarom van harte steun.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Kröger.

Dank u wel. Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik roep even het kabinet naar binnen en als dat er is ... Ja, u mag al beginnen, hoor, mevrouw Yeşilgöz, als u zo veel zin heeft. Er is nog maar één bewindspersoon. Ik schors enkele minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.