[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toezeggingen over het rijksbrede integriteitsbeleid en over de rijksbrede dialoogreeks

Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Brief regering

Nummer: 2025D40371, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-30 08:23, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28844-299).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28844 -299 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie.

Onderdeel van zaak 2025Z17353:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 299 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2025

Met deze brief informeer ik uw Kamer over twee toezeggingen. De eerste toezegging gaat over het rijksbrede integriteitsbeleid en de tweede toezegging gaat over de rijksbrede dialoogreeks.

Rijksbrede integriteitsbeleid

Om te komen tot een breed gedragen visie op de invulling van mijn coördinerende rol1 voor het rijksbrede integriteitsbeleid, zijn namens mij gesprekken met de ministeries gevoerd. In het commissiedebat Integriteit Openbaar Bestuur op 12 maart 2025 heeft het Kamerlid Van Waveren (NSC) gevraagd of de Kamer geïnformeerd kan worden over deze gespreksronde. Er is aangegeven dat de gesprekken voor de zomer zouden worden afgerond en dat uw Kamer hierover wordt geïnformeerd. De meeste gesprekken hebben inmiddels plaatsgevonden. In een enkel geval is dit nog niet gelukt en vindt het gesprek in september plaats. De gespreksronde is dus nog niet helemaal afgerond. Wel heb ik inmiddels een beeld bij de gesprekken kunnen krijgen.

De gesprekken zijn gevoerd met integriteitscoördinatoren, adviseurs en beleidsmedewerkers integriteit. Ook vanuit de uitvoeringsorganisaties DJI en de Arbeidsinspectie sloten gesprekspartners aan. De gesprekken zijn vertrouwelijk van aard en er worden geen notulen van gemaakt. In de gespreksronde is de wijze besproken waarop ik mijn coördinerende rol vervul en waar dat steviger kan, de verwachtingen die de departementen hierbij hebben en wat dit betekent voor de verantwoordelijkheidsverdeling. Er zijn waardevolle beelden gedeeld die een goede basis voor een visie op mijn coördinerende rol vormen. Ik kan nog niet op de visie vooruitlopen, maar ik kan u wel een impressie van de gesprekken geven.

Er bestaan grote verschillen tussen de ministeries, alleen al qua omvang, waardoor de behoeften van ministeries verschillen. Ook zijn er verschillen in organisatorische positionering van de integriteitsfunctie. Het belang van een goed uitgeruste integriteitsfunctie voor de organisatie wordt niettemin unaniem onderschreven. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid eerlijk, transparant, open en betrouwbaar is. Integriteitskwesties doen afbreuk aan dit vertrouwen van de burger. Daarom is voor een goed functionerende rijksdienst gedegen integriteitsbeleid nodig.

De rol van de Minister van Binnenlandse Zaken kan hierin verder versterkt worden, onder andere door integriteit rijksbreed krachtiger te agenderen. Ook is er steun voor een actieve invulling van de coördinerende rol, waarbij gestuurd wordt op robuuste kaders en compliance. De implementatie van deze kaders is daarbij aan de afzonderlijke ministeries, zodat zij deze kunnen laten passen bij hun organisatiestructuur en -cultuur. Uniformiteit in integriteitsbeleid is tot op zekere hoogte wenselijk, maar tegelijkertijd lastig doordat de praktische invulling wordt ingekleurd door de eigen organisatiestructuur en -cultuur van een organisatie. Uniformiteit met behoud van ruimte voor eigen inkleuring blijft dan ook een balanceeract.

Dit najaar leg ik een eerste conceptvisie van de visie op mijn coördinerende rol aan experts voor en bespreek ik deze vervolgens in verschillende interdepartementale gremia. Ik verwacht eind van dit jaar dit proces af te ronden, waarna ik uw Kamer nader zal informeren.

Rijksbrede dialoogreeks

In het commissiedebat Functioneren Rijksdienst op 24 april 2025 heeft mijn voorganger aangegeven dat samen met de medezeggenschap is gestart met een rijksbrede dialoogreeks: Je uitspreken als ambtenaar. Professioneel intern uitspreken, wetende dat de politiek beslist, hoort bij het vak van ambtenaar. Het doel van de samen met de medezeggenschap gestarte rijksbrede dialoogreeks is om veilig uitspreken te kunnen waarborgen, knelpunten op te halen en daar een vervolg aan te geven als dat nodig is. Het Kamerlid Van Waveren (NSC) heeft gevraagd of er op enig moment een terugkoppeling komt en of er conclusies aan worden verbonden en of en hoe het wordt gecodificeerd. Mijn voorganger heeft uw Kamer toegezegd daarover een brief te sturen. Met deze brief wordt daar invulling aan gegeven.

De dialoogreeks loopt sinds eind vorig jaar. Ambtenaren voeren onder begeleiding met elkaar wezenlijke gesprekken over het goede handelen, bijvoorbeeld over wanneer je je uitspreekt en op welke manier. De variatie in aanbod van gespreksvormen (zoals een filmlezing, moreel beraad of dialoog ambtelijk vakmanschap) maakt dat ambtenaren een gespreksvorm kunnen kiezen die aanspreekt. In elke vorm wordt ingezet op een concrete ervaring en op welke manieren daar mee omgegaan kan worden. Ook deze gesprekken zijn van vertrouwelijke aard. Uit de terugkoppelingen komt naar voren dat die gesprekken ambtenaren houvast geven in hun werkpraktijk en als nuttig worden ervaren.

In de gesprekken komt een aantal onderwerpen regelmatig terug zoals neutraliteit, algemeen belang, het verschil tussen je mening geven en tegenspraak bieden en rolvastheid. Ook de wens om zich gehoord te voelen, een veilige werkomgeving en de neiging om «voor de ander te denken» zijn thema’s die aan bod komen. In de gesprekken ontstaat vaak een ruimer begrip van het handelingsrepertoire: niet de vraag óf je je mag uitspreken, maar wat de goede vorm is, en daar ontstaat ruimte. Een belangrijk inzicht is dat het continue gesprek met elkaar een helpend instrument is. En dat de behoefte daaraan groot is. Door met elkaar heel concreet situaties te doorleven, ontstaat bewustwording van eigen denken en handelen en kunnen we leren, op alle niveaus in de organisaties. Uiteraard worden ook inzichten van wetenschappers en andere experts van buiten de organisatie hierbij betrokken. De gesprekken worden gecontinueerd. Overigens in aanvulling op de vele gesprekken die in de rijksorganisaties ook al langer plaatsvinden over vakmanschap, ethiek en tegenspraak. We zien ook dat de dialoogreeks een aanjagende werking heeft en vervolg krijgt in gesprekken binnen de eigen organisatie.

Samen met de deelnemers en de medezeggenschap worden inzichten verzameld en wordt onderzocht of er nader instrumentarium nodig is om het uitspreken te bevorderen en te ondersteunen, en zo ja, in welke vorm. Bijvoorbeeld door gerichte trainingen, als thema in de personeelsgesprekken, en door het delen van goede voorbeelden.

Ook ten aanzien van lopende trajecten, zoals de actualisering van de Gedragscode Integriteit Rijk, wordt bezien of, en zo ja in hoeverre, deze meer ondersteunend kunnen zijn. De werkgever Rijk en de medezeggenschap bezien dat samen gaandeweg, als onderdeel van de bredere ambitie het ambtelijk vakmanschap te versterken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart


  1. Mijn coördinerende verantwoordelijkheid reikt niet tot het Ministerie van Defensie.↩︎