[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang monitoring robuuste omgevingsdiensten

Handhaving milieuwetgeving

Brief regering

Nummer: 2025D41177, datum: 2025-09-23, bijgewerkt: 2025-10-03 09:57, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22343-431).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22343 -431 Handhaving milieuwetgeving.

Onderdeel van zaak 2025Z17615:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

22 343 Handhaving milieuwetgeving

28 663 Milieubeleid

Nr. 431 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2025

Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de monitoring van het robuust worden van de omgevingsdiensten. Ook gaat de brief in op een toezegging die is gedaan in het Tweeminutendebat VTH van 5 februari jl.

Voortgang robuust wording omgevingsdiensten

Interbestuurlijk is afgesproken dat alle omgevingsdiensten op 1 april 2026 robuust zijn. Dit is vastgelegd in de samenwerkingsafspraken versterking VTH-stelsel1. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) monitort dit proces. In december 2024 hebben 25 van de 28 omgevingsdiensten een eerste voortgangsrapportage ingediend. Twee omgevingsdiensten hebben geen voortgangsrapportage ingediend omdat zij reeds robuust waren bevonden. Daarnaast hebben de twee Utrechtse omgevingsdiensten gezamenlijk een voortgangsrapportage ingediend met het oog op hun naderende fusie. Over deze beoordeling bent u geïnformeerd in de Kamerbrief van 15 april jl.2

Eind juni jl. hebben de 25 omgevingsdiensten hun tweede voortgangsrapportage ingediend, waarin gerapporteerd is over de voortgang in de periode van 1 december 2024 tot 31 mei 2025. Het Ministerie van IenW heeft deze voortgangsrapportages beoordeeld. De managementsamenvatting van de analyse is opgenomen als bijlage 1. Daarin is ook de eerdere beoordeling opgenomen van de plannen van aanpak en de eerste voortgangsrapportage. Zo kan de gemaakte progressie worden gevolgd.

Uit de voortgangsrapportages blijkt dat de omgevingsdiensten hard werken om robuust te worden. Er is veel vooruitgang te zien. Omgevingsdienst Regio Arnhem voldoet nu ook aan de robuustheidscriteria, waarmee het totaal aantal van reeds robuuste diensten op vier komt. In aanvulling hierop zullen er naar verwachting nog vijftien omgevingsdiensten op 1 april 2026 robuust zijn. Dit is een positieve bijstelling van de verwachting ten opzichte van de eerste voortgangsrapportage.

Van vijf diensten is het op dit moment de vraag of ze op 1 april 2026 aan de robuustheidscriteria zullen voldoen. Bij de eerste voortgangsrapportage waren dit er negen. Van drie omgevingsdiensten is het op dit moment niet aannemelijk dat zij op 1 april 2026 aan de robuustheidscriteria zullen voldoen. Als belangrijkste reden geven deze diensten aan niet te kunnen voldoen aan de omzetnorm of het wordt niet haalbaar geacht binnen het gestelde tijdspad.

Op dit moment kan nog niet vooruitgelopen worden op de uiteindelijke beoordeling van 1 april 2026. Toch maak ik me zorgen over de omgevingsdiensten waarvan het op dit moment niet de verwachting is dat ze per die datum robuust zijn. Deze omgevingsdiensten moeten nog stappen zetten waarvan het de vraag is of deze in de resterende tijd nog haalbaar zijn.

Consequenties niet tijdig robuust zijn (TZ202502-107)

Het lid Gabriëls heeft gevraagd wat de mogelijke consequenties zijn voor het geval dat omgevingsdiensten op 1 april 2026 niet voldoen aan de robuustheidscriteria. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is hiervoor een aantal mogelijkheden. Welke maatregel passend is voor welke omgevingsdienst die niet voldoet aan de robuustheidscriteria op 1 april 2026, is afhankelijk van de situatie van het geval.

Financiële bijdrage

Omgevingsdiensten die voorzien niet op 1 april 2026 zelfstandig robuust te zijn, kunnen inzetten op een fusie. Indien voor 1 april 2026 een intentieverklaring voor een fusie – die leidt tot een robuuste dienst – wordt ondertekend, is het mogelijk om hiervoor financiële ondersteuning te ontvangen. Het uitgangspunt is daarbij dat het gaat om een subsidie van € 500.000 voor een fusie tussen twee omgevingsdiensten. Financiële ondersteuning blijft ook mogelijk indien een intentieverklaring na 1 april 2026 wordt getekend, maar dan wordt maatwerk toegepast in de hoogte van de financiële bijdrage vanuit het Ministerie van IenW. Ook kunnen er voorwaarden gesteld worden waaronder deze middelen worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld een realistisch fusieplan en of de fusie ook het gewenste effect levert – het voldoen aan de robuustheidscriteria.

Signaal richting ILT

Op het moment dat een omgevingsdienst niet aan de robuustheidscriteria voldoet, is het aan de opdrachtgevers – gemeenten en provincies – op grond van de eerdergenoemde bestuurlijke afspraken ervoor te zorgen dat dit wel gaat gebeuren. Een van de robuustheidscriteria heeft op dit moment al een wettelijke grondslag, namelijk het voldoen aan de kwaliteitscriteria door de omgevingsdiensten. Die kwaliteitscriteria zijn door gemeenten en provincies vastgesteld. Omgevingsdiensten moeten daaraan dus niet alleen voldoen op basis van de interbestuurlijke afspraken, maar ook op basis van gemeentelijke en provinciale verordeningen.

In situaties waarin een provincie onrechtmatige besluiten neemt of nalatig is in haar handelen, kan de ILT interbestuurlijk toezicht (IBT) opstarten. IBT richt zich nadrukkelijk op de uitvoering van medebewindstaken en intervenieert alleen in specifieke gevallen of concrete casussen. Inzet van IBT gebeurt op basis van algemene beleidskaders waarin de te doorlopen stappen en kaders staan beschreven. Als mij informatie bereikt dat een provincie niet voldoet aan haar wettelijke verplichtingen, heb ik de mogelijkheid de ILT hierover te berichten.

Betrokkenheid in de toekomst

Bij toekomstige initiatieven vanuit het Ministerie van IenW die zich richten op verdere ontwikkeling van omgevingsdiensten ligt de focus bij omgevingsdiensten die voldoen aan de robuustheidscriteria. Denk bijvoorbeeld bij samenwerking in het doen van pilots of het afleggen van ambtelijke werkbezoeken door IenW. Omgevingsdiensten die nog niet voldoen, zullen immers bezig zijn met het verder op orde brengen van de organisatie.

Tot slot ben ik voornemens in de volgende Kamerbrief over de voortgang in meer detail de context te delen waarom er niet wordt voldaan aan de robuustheidscriteria.

Monitoring

Alle omgevingsdiensten zijn per brief op de hoogte gesteld van de beoordeling van de tweede voortgangsrapportage en de inschatting van de haalbaarheid om op 1 april 2026 te voldoen aan de robuustheidscriteria. In gesprekken die met de omgevingsdiensten zijn gevoerd, is benadrukt dat de einddatum van 1 april 2026 vastligt. Naarmate deze datum nadert, wil ik nogmaals benadrukken dat er afgelopen periode hard is gewerkt door de omgevingsdiensten om robuust te worden, en dit harde werk wordt de komende tijd ook voortgezet. Hiervoor spreek ik mijn waardering uit.

De volgende rapportage staat gepland voor april 2026. In deze eindrapportage doen de omgevingsdiensten verslag van de voortgang tot het robuust worden over de periode van 1 juni 2025 tot 1 april 2026, alsook het behaalde resultaat per de einddatum. Het Ministerie van IenW zal deze rapportages nadien beoordelen en de Kamer hierover informeren.

Het traject om ervoor te zorgen dat alle omgevingsdiensten robuust zijn is van belang. Net zo belangrijk is echter het robuust blijven ten behoeve van een schone en veilige leefomgeving. Ontwikkeling én monitoring blijven derhalve van belang. In dit kader is de Kamer recent ook geïnformeerd over het wetsvoorstel dat de grondslag creëert voor de Staat van VTH en om de robuustheidscriteria op te nemen in het Omgevingsbesluit.3 Monitoring van de omgevingsdiensten, inclusief de diensten die op 1 april 2026 voldoen aan de robuustheidscriteria, vindt daarna plaats via de Staat van VTH. Voor omgevingsdiensten die op dat moment nog niet voldoen, voorzie ik, naast de Staat van VTH, een halfjaarlijkse rapportage tot het moment dat zij wel voldoen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen


  1. stcrt-2025-5488.pdf↩︎

  2. Kamerstuk 22 343, nr. 419↩︎

  3. Kamerstuk 22 343, nr. 421↩︎