Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2025-2026
36 463	Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met verdere versterking van de strafrechtelijke aanpak van ondermijnende criminaliteit (versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II)
Nr. 18	AMENDEMENT VAN HET LID Wijen-Nass
	Ontvangen 24 september 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel G, wordt het voorgestelde artikel 189a als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “een jaar” vervangen door “twee jaar”.

2. In het derde lid wordt “twee jaar”’ vervangen door “vier jaar”.

Toelichting

De strafbaarstelling van het opzettelijk toerusten of inrichten van een vervoermiddel met een ruimte die kennelijk is bestemd om de opsporing van strafbare feiten te beletten of te bemoeilijken is in het huidige wetsvoorstel een jaar. Indiener is van mening dat er een strafbedreiging van twee jaar op dit misdrijf dient te staan. Redenen hiervoor zijn een sterk signaal naar de samenleving omwille van een groeiend probleem en een sterker afschrikwekkend effect. Indiener neemt hierin ook mee dat wanneer men veroordeeld wordt op basis van dit delict, er naar alle waarschijnlijkheid meer strafbare feiten zijn gepleegd. Een persoon met een verborgen ruimte in zijn of haar voertuig richt zich op het faciliteren van georganiseerde ondermijnende criminaliteit waardoor deze personen een cruciale rol spelen in het in stand houden van deze vormen van criminaliteit. Een hogere strafbedreiging is voor de indiener dan ook gerechtvaardigd. Omdat het derde lid in het wetsvoorstel (strafbedreiging wanneer men van het omschreven feit beroep of gewoonte maakt) een strafbedreiging van twee jaar kent, dient de strafbedreiging in dit artikel evenredig te stijgen aan het eerste lid.

Wijen-Nass