Brief van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing over haar verslag "Zorgvuldig wegen"
Instelling van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing
Brief commissie
Nummer: 2025D41449, datum: 2025-09-04, bijgewerkt: 2025-10-03 15:23, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36642-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing (SP)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36642 -2 Instelling van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing.
Onderdeel van zaak 2025Z17743:
- Indiener: M. van Nispen, voorzitter van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing
- Medeindiener: Y.C. Kling, griffier
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-09-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2025-2026 |
36 642 Instelling van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing
Nr. 2 BRIEF VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE GRONDRECHTEN EN CONSTITUTIONELE TOETSING
Aan de Leden
Den Haag, 4 september 2025
Op 21 november 2024 is de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing (tijdelijke commissie) ingesteld voor de duur van de parlementaire periode. De tijdelijke commissie adviseert vaste Kamercommissies en de Kamer over de grondrechtelijke en constitutionele aspecten van regelgevende voorstellen. Vanwege de vervroegde Tweede Kamerverkiezing komt het mandaat eerder ten einde. Om besluitvorming over de toekomst van de tijdelijke commissie door de Kamer te faciliteren, heeft de tijdelijke commissie een verslag opgesteld waarin het reflecteert op haar eerste ervaringen en adviseert over mogelijke vervolgopties.1
De Kamer heeft als medewetgever een belangrijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat wetgeving in overeenstemming is met de Grondwet en fundamentele rechten. De laatste jaren staat deze medewetgevende rol van de Kamer (opnieuw) in de belangstelling, onder meer in reactie op het toeslagenschandaal. Diverse parlementaire onderzoeken en zelfreflecties stellen dat constitutionele toetsing van wetgeving binnen de Kamer meer gestructureerde, verdiepende en systematische aandacht verdient.
In de praktijk kan constitutionele toetsing op verschillende manieren plaatsvinden. Het gaat de tijdelijke commissie er dan ook in de eerste plaats om dat de Kamer deze taak effectief oppakt. De afgelopen jaren streefde de Kamer ernaar om de rol van de vaste commissies op dit vlak te versterken («verticale» werkwijze).2 In december 2023 constateert de Kamer bij motie dat dit onvoldoende is gelukt. Met het instellen van de tijdelijke commissie in november 2024 probeert de Kamer daarom een nieuwe «horizontale» werkwijze uit: via haar adviezen vervult de tijdelijke commissie een faciliterende rol richting de vaste commissies.
Op basis van haar eerste reflecties meent de tijdelijke commissie dat de adviezen een actieve bijdrage leveren aan de gewenste versterking van de controlerende en medewetgevende rol van de Kamer, omdat zij specifiek zijn toegesneden op de Kamer. Zo schetsen de adviezen het toepasselijke juridische kader, zien zij op het definitieve wetsvoorstel zoals dat is ingediend bij de Kamer en geven zij inzicht in de manier waarop de regering is omgegaan met de adviezen van de Raad van State en andere adviesorganen. Ook bevatten zij eigenstandige aandachtspunten en concrete aanbevelingen voor de leden in de vaste commissies. In de vaste commissies is in verschillende vormen opvolging gegeven aan de uitgebrachte adviezen.
Vanwege de vervroegde verkiezing in oktober 2025, heeft de Kamer beperkt ervaring kunnen opdoen met de horizontale werkwijze. De tijdelijke commissie meent op basis van haar reflecties, dat de adviezen een actieve bijdrage leveren aan de gewenste versterking van de controlerende en medewetgevende rol van de Kamer. Het ligt daarom in de rede dat de Kamer, net als bij de verticale werkwijze, zichzelf de gelegenheid biedt om meer ervaring op te doen met de adviesrol van de tijdelijke commissie. Ook in andere parlementen hebben soortgelijke commissies hun positie gedurende een periode van meerdere jaren opgebouwd.3
De tijdelijke commissie adviseert dan ook een doorstart te maken als tijdelijke commissie voor een nieuwe parlementaire periode, met het mandaat zoals dat is vastgelegd in het huidige instellingsbesluit4, en daarmee de behandeling van grondrechtelijke en constitutionele aspecten in de Kamer te versterken. De werkwijze die de afgelopen periode al is opgezet biedt hiervoor een solide basis. Op basis van de ervaring die de tijdelijke commissie gedurende een volgende zittingsperiode van vier jaar opdoet, kan de Kamer vervolgens afwegen hoe zij op de lange termijn de aandacht voor grondrechtelijke en constitutionele aspecten van wetgeving wil versterken.
De voorzitter van de tijdelijke commissie,
Van Nispen
De griffier van de tijdelijke commissie,
Kling
Verslag van de tijdelijke commissie Grondrechten en constitutionele toetsing, 4 september 2025.↩︎
Dit gebeurde (onder meer) in reactie op het voorstel van de leden Taverne en Van der Staaij uit 2017, waarin zij voorstellen een Algemene Commissie voor Constitutionele Zaken in te stellen.↩︎
Verslag Werkgroep tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing, 4 oktober 2024, p. 4.↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 36 642, nr. 1.↩︎