De laatste stand van zaken Nederlandse inzet op de humanitaire crisis in Soedan.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D41810, datum: 2025-09-26, bijgewerkt: 2025-09-29 09:46, versie: 3 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z17931).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2025Z17931:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Indiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2025-2026 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2025Z17931
Vragen van het lid Teunissen (PvdD) aan de Minister en Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de laatste stand van zaken Nederlandse inzet op de humanitaire crisis in Soedan (ingezonden 26 september 2025).
Vraag 1
Kunt u toelichten welke stappen Nederland inmiddels heeft gezet om, samen met partnerlanden, de VN Fact Finding Mission voor Soedan te verzoeken zorg te dragen voor een volledige documentatie van alle schendingen van het humanitair oorlogsrecht, zoals verzocht in de aangenomen motie-Bamenga c.s. (29 237, nr. 228)?
Vraag 2
Hoe wordt hierbij specifiek gewaarborgd dat aanvallen op internationale en lokale hulpverleners goed worden gedocumenteerd en meegenomen in internationale rapportages?
Vraag 3
Welke concrete stappen zijn sinds de aangenomen motie-Dobbe c.s. (21 501-02, nr. 2886) gezet om hulpgoederen via alle mogelijke kanalen aan de bevolking van Soedan te leveren, zolang dit niet voldoende via land kan?
Vraag 4
Welke obstakels ondervindt Nederland bij het bereiken van getroffen bevolkingsgroepen en hoe worden deze momenteel aangepakt?
Vraag 5
Zijn er afspraken gemaakt met buurlanden of internationale partners om de toegang van hulpgoederen te verbeteren? Zo ja, welke?
Vraag 6
Hoe geeft Nederland momenteel invulling aan de aangenomen motie-Dobbe en Van der Burg (21 501-02, nr. 3009) om een leidende rol te spelen in het organiseren van internationale humanitaire hulp aan Soedan?
Vraag 7
Wat zijn de uitkomsten geweest van de bijeenkomst in Den Haag met EU-landen en Noorwegen en van de senior-officials missie die in maart heeft plaatsgevonden?
Vraag 8
Hoe heeft Nederland zijn rol in het bevorderen van een vredesproces in Soedan, inclusief toepassing van het «women, peace and security»-principe, geconcretiseerd?
Vraag 9
Welke vervolgstappen ziet u om internationale druk en betrokkenheid bij het vredesproces te vergroten?
Vraag 10
Hoe ziet u de rol van Nederland de komende maanden in relatie tot de Europese Unie, de Verenigde Naties en Afrikaanse regionale organisaties met betrekking tot Soedan?
Vraag 11
Bent u bereid de Kamer periodiek te informeren over de voortgang van de Nederlandse inzet op zowel humanitaire hulp als diplomatieke inspanningen richting een vredesproces?