[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de vergadering van het Development Committee (DC) van de Wereldbank

Bijlage

Nummer: 2025D41995, datum: 2025-09-26, bijgewerkt: 2025-09-26 17:44, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Geannoteerde agenda met inzet voor de Jaarvergadering van de Wereldbank 2025 (2025D41994)

Preview document (🔗 origineel)


Geannoteerde Agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de vergadering van het Development Committee (DC) van de Wereldbank

Jaarvergadering 13-18 oktober 2025, Washington D.C.

Aanleiding

De Wereldbank (‘de Bank’) stelt de aankomende jaarvergadering opnieuw de banenagenda en het opschalen van werkgelegenheid centraal. Het kabinet steunt deze insteek: duurzame werkgelegenheid draagt bij aan stabiliteit en veiligheid, bevordert handel en ondersteunt een beheersbare migratie. Het Development Committee, de ministeriële vergadering van de Bank, richt zich daarbij op de mobilisatie van binnenlandse middelen (domestic resource mobilisation) om de zelfredzaamheid van klantlanden te versterken. Deze agenda raakt direct aan de Nederlandse belangen en sluit nauw aan bij de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp, die richtinggevend is voor de inzet van het kabinet. Daarnaast vindt opnieuw een ministeriële rondetafel over de wederopbouw in Oekraïne plaats.

Tegen deze inhoudelijke achtergrond speelt ook een bredere geopolitieke context. De Verenigde Staten herijken hun betrokkenheid bij internationale organisaties en stellen nieuwe prioriteiten binnen deze gremia. Tegelijkertijd plaatsen aanhoudende conflicten en humanitaire crises, zoals in Oekraïne, Soedan en Gaza, de internationale gemeenschap voor grote uitdagingen en vragen zij om voortdurende aandacht. Voor Nederland onderstreept dit het belang van een consistente en betrouwbare internationale opstelling, waaronder in samenwerking met multilaterale partners als de Bank.

In het vervolg van deze agenda wordt nader ingegaan op het belang van de Bank voor het Koninkrijk en de inzet tijdens de Jaarvergadering.

De Wereldbankgroep

De Bank is de grootste multilaterale ontwikkelingsbank ter wereld en ondersteunt meer dan 180 landen met leningen, garanties, beleidsadvies en technische assistentie. Afgelopen jaar (juli 2024 t/m juni 2025) bedroegen de nieuwe toezeggingen ruim 117 miljard dollar. De Bank onderscheidt zich doordat zij publieke middelen, kennis en private kapitaalmobilisatie bundelt in landenprogramma’s die nationale en internationale beleidsdoelen ondersteunen, en dit doet met een schaal en reikwijdte die geen andere instelling kan bieden.

Zo is de Bank voor het Koninkrijk een strategische partner om stabiliteit, handel en welvaart te bevorderen. Economische ontwikkeling in lage- en middeninkomenslanden vergroot de vraag naar goederen en diensten uit landen als Nederland, versterkt regionale stabiliteit door armoedevermindering en beter bestuur, en draagt bij aan vermindering van migratiedruk, door perspectief te bieden in herkomstlanden. De Bank werkt daarnaast steeds meer aan grensoverschrijdende opgaven die het Koninkrijk direct raken, zoals voedsel- en waterzekerheid, gezondheid en fragiliteit.

Sinds de recente interne hervormingen (Evolution-proces) werkt de Bank efficiënter en meer in samenhang, met een One World Bank-aanpak, snellere projectvoorbereiding en met meer nadruk op het mobiliseren van privaat kapitaal. Bij de 21ste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA21) zijn prioriteiten als schuldhoudbaarheid, belastinginning en private sectorontwikkeling aangescherpt. Tegelijk blijven hoge milieu- en sociale standaarden en effectieve verantwoording bepalend voor haar legitimiteit en effectiviteit.

Het Koninkrijk heeft substantiële invloed binnen de Bank. Als vaste vertegenwoordiger van de kiesgroep van dertien landen1 levert het Koninkrijk de bewindvoerder in de Raad, waarmee ons land een belangrijke en structurele stem heeft in de besluitvorming. Nederlandse expertise op het gebied van onder meer waterbeheer, deltatechnologie, duurzame landbouw en financiële markten wordt door de Bank regelmatig benut.

Centrale thema: werkgelegenheid (From Sectors to Systems: Building Job-Rich Economies at Scale)

President Banga heeft van de banenagenda zijn speerpunt gemaakt, tegen de achtergrond dat de komende tien jaar 1,2 miljard jongeren de arbeidsmarkt zullen betreden, terwijl er volgens projecties slechts 420 miljoen banen bijkomen. Dit tekort aan banen is sociaal, economisch én geopolitiek ontwrichtend. Daarom staat werkgelegenheid opnieuw centraal tijdens de Jaarvergadering.

De Bank kiest daarbij voor een brede aanpak door publieke en private middelen te combineren om ondernemerschap, waardeketens en vaardighedenontwikkeling te stimuleren. Inclusiviteit staat centraal – met nadruk op vrouwen, jongeren en kwetsbare groepen – en er komt meer aandacht voor sectorale clusters (landbouw, industrie, digitale diensten) die zgn. multiplier-effecten genereren. Zo bundelt de Bank haar unieke kennis en ervaring om landen op economisch en sociaal vlak vooruit te helpen.

Dit is in lijn met de inzet van het Koninkrijk: fatsoenlijke en betere banen2 zijn een hefboom voor stabiliteit, handel en migratiebeheersing. Het kabinet zal tijdens deze Jaarvergadering het accent leggen op twee kernaspecten van de banenagenda: de financiële fundamenten van klantlanden en het beter betrekken van de private sector in duurzame economische ontwikkeling.

Binnen het centrale thema werkgelegenheid zal het kabinet specifieke aandacht vragen voor de financiële fundamenten van klantlanden, duurzame energievoorziening en het beter betrekken van de private sector.

Financiële fundamenten van klantlanden

Tijdens het Development Committee, de ministeriële vergadering van de Bank, zal de mobilisatie van binnenlandse middelen (domestic resource mobilisation) het hoofdthema zijn. Dit thema sluit goed aan bij de prioriteiten van het Koninkrijk. Het kabinet zal pleiten voor versterking van de financiële fundamenten van klantlanden als voorwaarde voor duurzame economische groei en werkgelegenheid. Effectief schuldbeheer, efficiënte belastinginning, doelmatige besteding van overheidsmiddelen en houdbare overheidsfinanciën blijven cruciaal, temeer omdat recente mondiale ontwikkelingen de druk op kwetsbare economieën hebben vergroot.

Duurzame overheidsfinanciën zijn onontbeerlijk voor de financiële stabiliteit van klantlanden. Aandachtspunt hierbij is dat de mondiale schuldenproblematiek onverminderd groot blijft: 14 procent van de lage-inkomenslanden verkeert in een onhoudbare situatie, en 39 procent loopt een hoog risico3. Uitgestelde terugbetalingen sinds de COVID-pandemie, hogere mondiale rentes en het wegvallen van concessionele hulp zetten de overheidsfinanciën in een groeiende groep landen onder zware druk en veroorzaken acute liquiditeitsproblemen. Het is van belang deze liquiditeitsdruk te verlichten en te voorkomen dat schulden onhoudbaar worden. Het kabinet zal daarom steun uitspreken voor de driepijlerstrategie van de Bank en het IMF (structurele hervormingen, aanvullende financiering en kostenverlaging) en benadrukken dat schuldpreventie via betere belastinginning, lokale kapitaalmarktontwikkeling en transparante schuldenadministratie prioriteit moet hebben.

Private partijen en relatief nieuwe officiële crediteuren, waaronder China, compliceren de coördinatie van de schuldenproblematiek en maken transparantie urgenter. Ook tijdens de recente Financing for Development conferentie in Sevilla stonden schuldenherstructurering en transparantie centraal. Het Common Framework is het raamwerk dat door de G20 en de Club van Parijs is afgesproken om schulden van kwetsbare landen gecoördineerd te herstructureren. De doorlooptijden voor landen verbeteren, maar blijven voor veel schuldenaren onaantrekkelijk. Landen stellen aanvragen vaak uit omdat een aanvraag hun toegang tot kapitaalmarkten juist verder kan verslechteren. Het Koninkrijk blijft aandringen op meer gestroomlijnde processen, het versnellen van doorlooptijden, betere coördinatie tussen crediteuren, en sterkere betrokkenheid van de private sector, zodat kwetsbare landen zo snel mogelijk uitzicht krijgen op houdbare schulden en stabiele groei. De Bank kan hierin faciliteren door technische assistentie te bieden.

Duurzame energievoorziening

Naast solide financiële fundamenten vormt een duurzame energievoorziening een belangrijke basis voor economische groei en werkgelegenheid. De Bank vervult hierin in veel klantlanden een belangrijke rol. De toekomstige rol is onderwerp van discussie, nu de Bank haar energiestrategie herziet en het huidige Climate Change Action Plan (CCAP) in 2026 afloopt. Beide trajecten zijn nauw verweven en bepalen samen de reikwijdte van de klimaatambitie na 2026. Voor het Koninkrijk is dit strategisch relevant, aangezien de Bank de grootste multilaterale klimaatfinancier is, verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de gerapporteerde klimaatfinanciering onder het Parijsakkoord.

Voor een betrouwbaar investeringsklimaat en om extra transitiekosten en economische kwetsbaarheden door volatiele energieprijzen te voorkomen, is voorspelbaar beleid richting klantlanden cruciaal. Hun huidige energie-investeringen bepalen de koers voor de komende decennia. Dit maakt het des te belangrijker dat de Bank duidelijke klimaatdoelen blijft hanteren en consistent beleid voor de energiesector voert, met initiatieven als Mission 3004 voor energie-toegang in Afrika als breed onderschreven ankerpunt.

Het Koninkrijk blijft het belang benadrukken van de doelstelling dat 45 procent van alle door de Bank gefinancierde projecten klimaatrelevant is. Daarmee wordt geborgd dat klimaatmitigatie en -adaptatie systematisch zijn verankerd in de gehele projectportefeuille. Dit is cruciaal voor het behalen van de mondiale klimaatdoelen, voor meer weerbaarheid van ontwikkelingslanden en voor versterkte voedsel- en waterzekerheid, en draagt tegelijk bij aan onze prioriteiten als stabiliteit, handel en migratiebeheersing. Tegelijkertijd biedt de verduurzaming van de energievoorziening kansen voor innovatieve oplossingen en duurzame banen in sectoren als zonne- en windenergie en groene waterstof.

Beter betrekken van de private sector

Voor daadwerkelijke banencreatie is het cruciaal dat de private sector actief wordt betrokken, zodat investeringen en ondernemerschap op voldoende schaal kunnen ontstaan.

IFC 3.0

Onderdeel van de banenagenda van de Bank is de 3.0-strategie van de International Finance Corporation (IFC), de privatesectortak van de Bank. Deze verlegt de focus van losse projecten naar marktcreatie: het ontwikkelen van waardeketens, sectoren en hervormingen die private investeringen mogelijk maken. Het Koninkrijk steunt deze koers, maar benadrukt dat de uitvoering sneller moet. IFC streeft ernaar om in 2030 veertig procent van de portefeuille te richten op fragiele staten en IDA-landen, terwijl het huidige niveau rond de eenentwintig procent ligt. Het kabinet zal het management aansporen om deze ambitie te realiseren, met behoud van hoge milieu- en sociale standaarden.

Samenwerking met Nederlandse partners

Nederland heeft veel te bieden op dit terrein. FMO is de derde grootste syndicatiepartner van IFC wereldwijd. Nederlandse pensioenfondsen investeren via ILX op schaal in opkomende markten, ook met de Bank. Het huidige kabinet heeft de samenwerking met de Bank verder geïntensiveerd: IFC en Invest International versterken hun samenwerking op projecten in sectoren waar Nederland een sterke positie heeft. In het afgelopen halfjaar zijn ook meerdere workshops georganiseerd door RVO en VNO-NCW voor Nederlandse bedrijven om het nieuwe aanbestedingsraamwerk van de Bank toe te lichten en kansen in specifieke regio’s vroegtijdig onder de aandacht te brengen. Deze nauwe samenwerking wordt voortgezet om wederzijdse kansen verder te benutten.

Aanbestedingsraamwerk van de Bank

Een eerlijk en transparant aanbestedingsraamwerk is cruciaal om de private sector effectief te betrekken. Het geeft bedrijven toegang tot een jaarlijkse contractenmarkt van ruim USD 100 miljard en trekt partijen aan die technische excellentie, duurzaamheidsexpertise en integere bedrijfsvoering kunnen bieden, wat onmisbaar is voor de banenagenda. Ook Nederlandse bedrijven profiteren hiervan: Nederland staat al jarenlang in de top tien van niet-lenende landen die aanbestedingen bij de Bank winnen, en meer dan 60% van de Nederlandse inschrijvingen bij Wereldbanktenders resulteert in een gunning.

Het Koninkrijk verwelkomt de recente hervormingen, waaronder vroegtijdige marktconsultatie bij internationale aanbestedingen van boven de USD 10 miljoen, verplichte kwaliteitsweging bij alle internationale aanbestedingen (rated criteria) en het bundelen van kleine contracten in grotere opdrachten om deze aantrekkelijker te maken voor internationale bedrijven. Het Koninkrijk steunt daarnaast de nieuwe eis dat 30 procent van de arbeid in aanbestede trajecten door lokale medewerkers wordt uitgevoerd. Dit draagt bij aan lokale werkgelegenheid en sluit direct aan bij de banenagenda van de Bank. Deze maatregelen zijn tevens relevant in het licht van zorgen over een gelijk speelveld, onder andere waar het gaat om de rol van Chinese bedrijven bij internationale aanbestedingen.

Tegelijk vraagt het Koninkrijk blijvende aandacht voor de risico’s van eenzijdige afhankelijkheid. Een evenwichtige geografische spreiding over meerdere aanbieders van kritieke infrastructuur vergroot veerkracht en duurzame ontwikkeling, doordat operationele kwetsbaarheden afnemen en de beleidsruimte van overheden toeneemt.

IDA21

De toegezegde middelen uit de 21ste aanvulling van IDA, de tak van de Bank voor lage-inkomenslanden, worden vanaf 1 juli 2025 ingezet. In december 2024 zegden 59 donoren USD 23,7 miljard toe, waaronder EUR 935 miljoen van Nederland. De Bank kan daarmee voor de periode 2025–2028 een totale financieringsenveloppe van circa USD 100 miljard samenstellen, dankzij de hefboomwerking: voor elke dollar aan donorbijdragen genereert IDA vier dollar aan ontwikkelingsfinanciering, door goedkope leningen aan te trekken op de kapitaalmarkt en aflossingen van eerdere IDA-leningen opnieuw aan te wenden.

Het kabinet zal erop toezien dat het IDA21-programma, dat goed aansluit bij onze belangen, conform afspraak wordt geïmplementeerd. Speciale aandacht gaat uit naar thema’s zoals de ontwikkeling van de private sector en banen, schuldbeheer en belastinginning, watermanagement en voedselzekerheid, en stabiliteit en veiligheid.

IDA helpt landen daarnaast bij het indammen van klimaatcrises en conflictspiralen. Voor het Koninkrijk blijft IDA-financiering ook vanuit dat oogpunt een belangrijk instrument om landen te ondersteunen in moeilijke tijden en zo ook economische activiteit en stabiliteit in de regio te waarborgen.

Oekraïne

De oorlog in Oekraïne blijft diepe humanitaire en economische gevolgen hebben. Na ruim 3,5 jaar oorlog is er enorme schade aan fysieke infrastructuur en zijn er grote humanitaire noden. Internationale steun, zowel militair als niet-militair, blijft daarbij van groot belang. Waar militaire steun ervoor zorgt dat Oekraïne zich aan de frontlinie kan weren tegen de Russische agressor, is niet-militaire steun onmisbaar om het land economisch en maatschappelijk overeind te houden. Hoewel de financieringsnoden in 2025 volgens het IMF zijn gedekt, is de situatie in de jaren erna meer onzeker en zal aanvullende begrotingssteun van internationale donoren benodigd zijn. De vierde Rapid Damage and Needs Assessment (RDNA4, februari jl.) schat de herstel- en wederopbouwkosten op circa USD 524 miljard in de komende tien jaar.

De Bank speelt een centrale rol in de coördinatie van herstel en wederopbouw, onder meer via het Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF), dat inmiddels USD 2,4 miljard van donoren heeft gemobiliseerd. Nederland heeft hieraan EUR 263 miljoen bijgedragen in 2022–2024 en zal in 2026 nog eens EUR 55 miljoen bijdragen. In totaal heeft de Bank inmiddels ruim USD 81 miljard gemobiliseerd, met diverse financieringsinstrumenten om de Oekraïense regering te ondersteunen bij het in stand houden van essentiële diensten, het herstel van woningen en de reparatie van kritieke infrastructuur.

In besprekingen met het management van de Bank en tijdens de ministeriele rondetafelbespreking over Oekraïne zal het kabinet de Bank vragen scenario’s voor post-conflict-reconstructie en de rol van de private sector verder uit te werken in het initiatief Ukraine Economy of the Future. Het kabinet zal de internationale gemeenschap oproepen om blijvend haar fair share bij te dragen in het kader van steun en wederopbouw in Oekraïne. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel onverminderd steunen, in een tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is.

Tevens gaat het kabinet tijdens de Jaarvergadering met het management van de Bank in gesprek over het Oekraïense financieringstekort en de noden voor 2026–2027 en over het waarborgen van de onafhankelijkheid en continuïteit van anti-corruptie-instellingen – een kernvoorwaarde voor duurzame wederopbouw en private investeringen.

Het kabinet zal zich, als onderdeel van de Kiesgroep waar Oekraïne deel van uitmaakt, inzetten voor een adequate verwijzing naar de voortdurende Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de mondiale economische impact daarvan in de gezamenlijke slotverklaring van het IMF en de Bank. Er is een gerede kans dat er wederom geen unanimiteit wordt bereikt voor een gezamenlijke slotverklaring, zoals gebruikelijk sinds het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.


  1. De kiesgroeplanden zijn Armenië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Georgië, Israël, Moldavië, Montenegro, Noord-Macedonië, Roemenië en Oekraïne.↩︎

  2. Een betere, fatsoenlijke baan betekent volgens de fundamentele normen van de ILO dat het werk vrij is van kinder- en dwangarbeid en moderne slavernij, dat sprake is van sociale dialoog en vakbondsvrijheid, dat werk op een gezonde en veilige manier gebeurt en dat werk vrij is van alle vormen van discriminatie.↩︎

  3. IMF (2025)↩︎

  4. Mission 300 is een initiatief van de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank om tegen 2030 300 miljoen mensen in Sub-Sahara Afrika toegang te geven tot duurzame en betaalbare elektriciteit.↩︎