Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 oktober 2025
Bijlage
Nummer: 2025D42449, datum: 2025-09-30, bijgewerkt: 2025-10-03 13:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 9 en 10 oktober 2025 (2025D42448)
Preview document (🔗 origineel)
Geannoteerde agenda informele Eurogroep en Ecofinraad 9-10 oktober 2025
Eurogroep
Agendaonderwerp: Voorbereiding van internationale bijeenkomsten
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
De Raad zal spreken over de Europese inzet voor de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), die van 13 tot en met 18 oktober plaatsvindt in Washington en de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Gouverneurs van Centrale Banken (FMCBG) op 15 en 16 oktober. Specifiek zal de Raad de EU-verklaring voor het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en de EU Terms of Reference voor de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Gouverneurs van Centrale Banken (FMCBG) aannemen.
De jaarvergadering zal zich vermoedelijk richten op mondiale en geopolitieke ontwikkelingen zoals de impact van handelsbelemmeringen van de Verenigde Staten en oplopende publieke schulden in een aantal grote economieën. Deze ontwikkelingen dragen bij aan beleidsonzekerheid en een verdere groeivertraging van de mondiale economie. Het IMF zal oproepen tot structurele hervormingen en prudent begrotingsbeleid om oplopende schulden te adresseren, in een context van toenemende budgettaire druk i.v.m. de oplopende kosten op het gebied van o.a. defensie, de klimaattransitie en vergrijzing.
Er zal naar verwachting veel aandacht zijn voor de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne en diens wereldwijde economische gevolgen. De EU zal oproepen tot continuering van steun vanuit het IMF voor Oekraïne.
De G20, onder voorzitterschap van Zuid-Afrika, zal de aandacht vragen voor specifieke uitdagingen op het Afrikaanse continent en de rol van Internationale Financiële Instellingen bij ondersteuning van Afrikaanse landen. Zo speelt het IMF een belangrijke rol bij het ondersteunen van ontwikkelingslanden met hoge schulden en/of liquiditeitsnoden.
Eurogroep in inclusieve samenstelling
Agendaonderwerp: Kapitaalmarktunie – inventarisatie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de stand van zaken van de verdere versterking van de kapitaalmarktunie en de ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie. Eerder is in de Eurogroep van 11 maart 2024 besloten om in inclusieve samenstelling regelmatig de prestaties van de Europese kapitaalmarkten te evalueren en de voortgang op nationaal en EU-niveau regelmatig te monitoren. Dit is vastgelegd in de verklaring die na afloop is gepubliceerd.1 Naar verwachting wordt de voorgenomen publicatie van het jaarlijkse monitoringsrapport besproken.
Het kabinet ziet urgentie om voortgang te boeken met de kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.2 Daarvoor moeten acties op zowel Europees niveau als nationale maatregelen genomen worden. De kabinetsinzet bestaat uit drie pijlers: sterker toezicht, een breder en diverser kapitaalaanbod en eenduidigere regels. Het kabinet zet erop in dat op alle deelgebieden voortgang geboekt wordt, vanwege de onderlinge verbondenheid van deze bouwstenen. Het kabinet zal dan ook pleiten voor grondige monitoring op bovenstaande punten, zowel op nationaal als op EU-niveau.
De Eurogroep heeft eerder al opgeroepen tot verdere versterking van de kapitaalmarktunie en de ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie, ook in het licht van de huidige geopolitieke situatie. Ontwikkeling van de kapitaalmarktunie is een cruciale component van versterking van de interne markt. Een sterke interne markt maakt de EU concurrerender, veerkrachtiger en autonomer. Ondanks deze ambities blijft het krachtenveld op deelonderwerpen divers en zal significante voortgang toenadering van lidstaten onderling vereisen.
Agendaonderwerp: Stablecoins – recente
ontwikkelingen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: N.v.t
Besluitvormingsprocedure: N.v.t
Toelichting:
De Eurogroep zal mogelijk spreken over ontwikkelingen op het gebied van cryptoactiva. Het is op dit moment nog onduidelijk of het onderwerp daadwerkelijk op de agenda zal staan.
de Eurogroep in maart 2025 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) aandacht gevraagd voor een aantal crypto-gerelateerde ontwikkelingen. Hierbij kwamen recente ontwikkelingen op de cryptoactivamarkten (inclusief stablecoins) en de verwevenheid met de financiële sector aan de orde. Daarnaast werden ontwikkelingen op het gebied van cryptobeleid in de VS en de Dual issuance of global stablecoins (dubbele uitgifte van wereldwijde stablecoins) besproken. Stablecoins zijn een type van cryptoactiva waarvan de waarde is gekoppeld aan een andere activa. Cryptomarkten en het gebruik van stablecoins nemen toe, maar vormen in Nederland en de EU nog geen concrete zorg voor de financiële stabiliteit. Wel krijgen de mogelijke stabiliteitsrisico’s meer aandacht in internationale gremia.
Dual issuance of global stablecoins gaat over partijen die stablecoins uitgeven in meerdere jurisdicties. In het voorbeeld van Circle (een Amerikaans bedrijf) gaat het over het uitgeven van stablecoins in zowel de VS als in de EU (vergunning in Frankrijk). Als dit wordt toegestaan, zouden stablecoin-houders van buiten de EU hun stablecoins via de Europese entiteit kunnen inwisselen. Dit is direct van invloed op de activareserves van de betreffende instelling. Onder MiCAR, de EU-verordening die cryptoactiva reguleert, kunnen houders van stablecoins gratis en op ieder moment hun coins omwisselen naar de onderliggende valuta. Dit roept vragen op met betrekking tot liquiditeitsbeheer en financiële stabiliteit, zeker aangezien de activa die in de VS uitstaan vele malen groter zijn dan in de EU.
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft eerder zorgen geuit over deze ontwikkeling evenals de Europese Centrale Bank (ECB) en andere nationale centrale banken. De Europese Commissie is voornemens een zienswijze te publiceren hoe het Europese crypto-raamwerk van toepassing is op dual issuance of global stablecoins. NL heeft eerder steun uitgesproken voor aanvullend onderzoek naar dit thema.
Het kabinet steunt het monitoren van ontwikkelingen in cryptoactivamarkten op het gebied van financiële stabiliteit, consumentenbescherming en antiwitwasbeleid. Het kabinet zet zich voor deze thema’s in internationale context (FATF, FSB, IMF) in. Ook is het kabinet voorstander van een stevige evaluatie van MiCAR waarbij er ingezet wordt op nauwer aansluiten van de regels voor aanbieders van cryptoactivadiensten bij de regels voor beleggingsinstellingen onder de Europese beleggingsrichtlijn MiFID II.
Agendaonderwerp: Voorbereiding van de oktober
Eurotop
Document: N.v.t.
Aard bespreking: N.v.t.
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
En marge van de Europese Raad op 23 en 24 oktober zal een Eurotop plaatsvinden, een bijeenkomst van regeringsleiders van landen die de euro als munt hebben. Een formele agenda is nog niet bekend. Naar verwachting wordt onder andere gesproken over macroeconomische omstandigheden in het licht van geopolitieke ontwikkelingen, de digitale euro en de internationale rol van de euro (waaronder stablecoins, tokenisatie en internationale betalingen).
Ecofinraad
Agendaonderwerp: Richtlijn van de Raad betreffende
de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten en
tabaksgerelateerde producten (herziening)
Document: EUR-Lex
- 52025PC0580 - EN - EUR-Lex
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Commissie zal een korte presentatie geven over het op 16 juli 2025
gepubliceerde voorstel voor de herziening van de Richtlijn
tabaksaccijns. Daarna is ruimte voor lidstaten om eerste gedachten
omtrent dit voorstel te delen.
In de huidige Richtlijn tabaksaccijns (2011/64/EU) zijn Europese regels voor de heffing van accijns op tabaksfabricaten geharmoniseerd. De huidige Richtlijn tabaksaccijns dateert echter uit 2011 en is daarmee niet meer in lijn met marktontwikkelingen. Zo vallen nieuwe tabaks- en tabaksgerelateerde producten zoals vapes niet binnen de reikwijdte van de huidige richtlijn. De huidige Richtlijn tabaksaccijns is verouderd en biedt onvoldoende gezondheidsbescherming, leidt tot een ongelijk speelveld op de interne markt en draagt onvoldoende bij aan het tegengaan van illegale handel en belastingfraude.
Een brede groep van zo’n vijftien lidstaten, waaronder Nederland, heeft de Commissie daarom opgeroepen een herzieningsvoorstel voor de Richtlijn tabaksaccijns te publiceren.3 De Commissie heeft op 16 juli 2025 een herzieningsvoorstel gepubliceerd. In dit voorstel doet de Commissie voorstellen om de bovenstaande problemen te adresseren. Het kabinet acht het dan ook zeer positief dat dit richtlijnvoorstel is gepubliceerd en kijkt uit naar de start van constructieve onderhandelingen. Het kabinet zal dit uitdragen in de aankomende Ecofinraad en inzetten op een ambitieuze herziening. Uw Kamer heeft op 19 september 2025 het BNC-fiche voor de herziening van de Richtlijn tabaksaccijns ontvangen, waarin het kabinet dit richtlijnvoorstel beoordeelt.4
Agendaonderwerp: Besluit van de Raad betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053
Aard bespreking: Presentatie en gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal spreken over het voorstel van de Commissie voor een
nieuw eigenmiddelenbesluit (EMB). In het EMB wordt de financiering van
de EU-begroting geregeld. De Commissie heeft dit voorstel op 16 juli jl.
gepubliceerd, tezamen met het voorstel voor een nieuw Meerjarig
Financieel Kader (MFK) voor de periode 2028-2034.5
De rechtsbasis van het EMB is artikel 311 van het Verdrag betreffende de
Werking van de Europese Unie (VWEU). Over het EMB wordt met unanimiteit
besloten in de Raad, na raadpleging van het Europees parlement. Daarna
moeten alle lidstaten het EMB goedkeuren conform hun eigen
grondwettelijke bepalingen. In Nederland is parlementaire goedkeuring
vereist middels een wetstraject.
De Commissie stelt een nieuw EMB met vijf nieuwe eigen middelen voor.
Dit zijn eigen middelen op basis van: 1) inkomsten uit een deel van het
EU-emissiehandelssysteem (Emission Trading System, ETS-1), 2)
opbrengsten uit het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens
(Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM), 3) niet-ingezameld
elektrisch en elektronisch afval (‘e-waste’), 4) op de markt
gebrachte tabaksfabricaten en tabak-gerelateerde producten
(Tobacco Excise Duty Down Resource, TEDOR), en 5) een
omzetbijdrage van grote ondernemingen
(Corporate Own Resource for Europe, CORE). Daarnaast stelt de
Commissie voor om alle correctiemechanismes voor eigen middelen af te
schaffen, met als doel het systeem van eigen middelen transparanter en
eenvoudiger te maken. Dit betekent dat de korting op de bni-afdracht die
een aantal lidstaten, waaronder Nederland, tot en met 2027 ontvangen,
niet wordt gecontinueerd. Ook worden het plafond bij de berekening van
de btw-grondslag en de correctie voor sommige (minder welvarende)
lidstaten bij de plastic-afdracht afgeschaft. Ook het voorstel voor een
ETS-1 eigen middel bevat geen correctiemechanisme, terwijl dit in
eerdere Commissievoorstellen uit 2021 en 2023 wel het geval was.
Daarnaast stelt de Commissie een verhoging voor van de afdracht per kilo
van niet gerecycled plastic verpakkingsafval – van EUR 0,80 per kilo
naar EUR 1 per kilo - en dit cijfer jaarlijks aan te passen aan de
inflatie. De Commissie stelt tevens voor de vergoeding voor de
inningskosten van de douanerechten (de perceptiekostenvergoeding) te
verlagen van 25% naar 10%. Tot slot stelt de Commissie voor dat de
handling fee op e-commerce pakketten deel uit gaat maken van de
douanerechten. Dit zou betekenen dat de lidstaten hiervan 10% mogen
houden.
Naast de eigen middelen wordt in het EMB ook het eigenmiddelenplafond
vastgelegd. De Commissie stelt voor om het plafond voor betalingen te
verhogen naar 1,75% bni (in het huidige EMB 1,4%) en voor vastleggingen
naar 1,81% bni (in het huidige EMB 1,46%). Daarnaast stelt de Commissie
een buitengewone en tijdelijke verhoging van deze plafonds voor van
0,25% van het EU-bni, als garantie voor leningen die de Unie in geval
van een crisis aan kan gaan om middelen te mobiliseren die zij dan
vervolgens uit kan lenen aan lidstaten. De bestaande tijdelijke
verhoging van het plafond voor de leningen in het kader van NGEU blijft
ook bestaan (0,6%). De leningen die de Unie aangaat kunnen niet worden
gebruikt voor het doen van beleidsuitgaven; dit artikel in het EMB
blijft in het voorstel van de Commissie behouden.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief kabinetsappreciatie MFK- en EMB
voorstellen Europese Commissie6, zal het kabinet pleiten
voor een vermindering van het Nederlandse aandeel in de nationale
bijdragen via het EMB door middel van een korting op de bni-afdracht.
Het kabinet is van mening dat een bni-korting, zoals Nederland ook in de
voorgaande jaren heeft ontvangen, noodzakelijk blijft om
onevenwichtigheden aan de uitgavenzijde van de begroting te corrigeren.
Verder is het kabinet geen voorstander van de verlaging van de
perceptiekostenvergoeding. Het werk van de Douane wordt juist meer, meer
divers en ingewikkelder. Tevens heeft het kabinet vragen bij de
interpretatie van de Commissie om de handling fee op e-commerce
pakketten als douanerechten te beschouwen.
Het kabinet kan nieuwe eigen middelen niet bij voorbaat omarmen en zal
voorstellen voor nieuwe eigen middelen op eigen merites beoordelen. Bij
de beoordeling van nieuwe eigen middelen houdt het kabinet rekening met
factoren zoals het effect op de Nederlandse afdrachten aan de EU, de
stabiliteit en voorspelbaarheid van de grondslagen, de uitvoerbaarheid,
en de aansluiting bij Europese en nationale beleidsdoelstellingen.7 Nadere analyse en verdere informatie
vanuit de Commissie is nodig om een volledige appreciatie te kunnen
geven van de voorgestelde nieuwe eigen middelen. Daarbij heeft het
kabinet reeds aangegeven in beginsel open te staan voor de voorstellen
voor een nieuw eigen middel op basis van de inkomsten uit ETS en een
nieuw eigen middel op basis van CBAM, maar zal deze voorstellen opnieuw
beoordelen aangezien sindsdien wijzigingen zijn doorgevoerd in de
voorstellen. Het kabinet heeft een zeer kritische grondhouding ten
aanzien van het voorgestelde nieuwe eigen middel dat gebaseerd is op een
omzetbijdrage van grote ondernemingen.
De door de Commissie voorgestelde verhoging van het plafond voor eigen
middelen stoelt op de verhoging van het uitgavenplafond van het MFK en
op de wens om aanvullende schulduitgifte te kunnen doen voor het
verstrekken van leningen aan de lidstaten via de National and
Regional Partnership Plans en aan Oekraïne. Omdat het uitgangspunt
van het kabinet voor de onderhandelingen is dat het uitgavenplafond van
het MFK omlaag moet en omdat het kabinet geen voorstander is van nieuwe
leeninstrumenten, volgt daar ook een navenante verlaging van
eigenmiddelenplafond uit. Omdat het kabinet tegen het voorstel voor een
crisisleeninstrument is, is ook een apart deel van 0,25% bni binnen het
eigenmiddelenplafond om een dergelijk instrument te kunnen financieren
niet wenselijk noch noodzakelijk. Het kabinet zal bovenstaande
uitgangspunten uitdragen in de Raad.
De onderhandelingen over het MFK en EMB zullen de komende jaren hoog op
de Europese agenda staan. Tegelijkertijd is een lang proces te
verwachten, waarbij naar verwachting pas in 2027 de belangrijkste knopen
doorgehakt zullen worden.
Agendaonderwerp: Kapitaalmarktunie – aanbeveling
over spaar-en beleggersrekeningen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Raad zal voor het eerst spreken over de inhoud van de aanbeveling van
de Europese Commissie ten behoeve van de beschikbaarheid van spaar- en
beleggersrekeningen in de EU. De Commissie is voornemens deze
aanbeveling op 30 september te publiceren in lijn met de strategie die
is vastgesteld ten behoeve van de spaar- en investeringsunie (SIU).
Het kabinet ziet urgentie om voortgang te boeken met de kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.8 Onderdeel hiervan is het slaan van een brug tussen het spaargeld van Europese huishoudens naar investeringen in het bedrijfsleven en economie. Met het Europese spaar- en beleggingskapitaal kan door meer in de EU te investeren en, waar het spaargeld betreft, meer risico te nemen, productiviteit in de EU worden vergroot. Het biedt huishoudens, door betere mogelijkheden voor investerings- en risicospreiding, de kans om meer rendement te behalen met hun vermogen. De plannen uit de aanbeveling zijn bedoeld om in het kader van de kapitaalmarktunie het geleidelijk ontwikkelen van een cultuur van beleggen in Nederland en Europa te ontwikkelen.
Het krachtenveld in de Raad is op dit moment nog onduidelijk. In de Raad is nog niet eerder gesproken over de uitwerking van maatregelen ten behoeve van de beschikbaarheid van spaar- en beleggersrekeningen in de EU. Nederland heeft met welwillende landen wel een voortrekkersrol op zich genomen in het zogenaamde ‘Competitiveness Lab’ waarin ook Frankrijk, Spanje, Luxemburg, Estland en Duitsland plaats hebben genomen. Een eerste resultaat hiervan is het beleggingslabel ‘Finance Europe’ in vervolg op de strategie voor de spaar- en investeringsunie van de Commissie. De aanbevelingen van de Commissie volgen naar verwachting dezelfde strategie.
Agendaonderwerp: Conclusies over klimaatfinanciering met het oog op de VN-klimaatconferentie van 2025 (COP30)
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
De Raad zal Raadsconclusies over klimaatfinanciering aannemen. Deze
Raadsconclusies leggen de EU-inzet voor COP30 inzake klimaatfinanciering
vast. COP30 vindt plaats van 10 november tot en met 21 november 2025 in
Belém, Brazilië. De Raadsconclusies gaan over de bijdrage van EU-landen
aan de implementatie van de doelen van het Parijsakkoord. Zo wordt
aangegeven dat de EU de grootste donor wereldwijd is van
klimaatfinanciering.
Daarnaast wordt het standpunt van de EU met betrekking tot initiatieven en actuele discussies op het gebied van klimaat en energie beschreven, zoals de Baku to Belém Roadmap van respectievelijk de huidige en vorige COP-voorzitter Brazilië en Azerbeidzjan, het belang van meer adaptatiefinanciering en de rol van Mulilateral Development Banks in klimaatfinanciering.
De conclusies roepen andere landen op tot het aannemen van een ambitieuze Nationally Determined Contribution voor de start van COP30 en ze spreken steun uit voor een financieringskader waarin alle financieringsbronnen - nationaal en internationaal, publiek en privaat - complementair zijn en elkaar ondersteunen. Tot slot wordt er in de conclusies waardering uitgesproken voor het werk van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action, waar Nederland covoorzitter van is. Het kabinet kan zich goed vinden in de inzet zoals geschetst in de Raadsconclusies en is voornemens in te stemmen.
Agendaonderwerp: Vereenvoudiging Beter wetgeven: economische aspecten van effectbeoordelingen gedurende het wetgevingsproces
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Raad zal van gedachten wisselen over het verbeteren van de effect beoordeling gedurende de wetgevingsprocedure. Effectbeoordelingen dragen bij aan het inzichtelijk maken van regeldruk volgend uit Europese wetgeving.
Zoals in het Draghi-rapport9 uit september 2024 staat beschreven, speelt het terugdringen van regeldruk een belangrijke rol in het Europese concurrentievermogen. Versimpeling en vermindering van regeldruk staan hoog op de agenda van de Commissie en van het Deens voorzitterschap. Tijdens de Informele Ecofin Raad van september agendeerde het Deens voorzitterschap een overzicht van de financiële gevolgen van nieuwe EU-wetgeving. Dat overzicht is opgesteld op basis van de effectbeoordeling per wetsvoorstel van de Commissie.
Een effectbeoordeling van de Commissie is een analyse waarbij onderzocht wordt welke beleidsopties er zijn en wat de verwachte economische -, sociale - en milieueffecten zijn. Regeldruk is hier een vast onderdeel van. Elk wetgevend voorstel van de Commissie (en in sommige gevallen beleidsinitiatieven) moet gepaard gaan met een effectbeoordeling. Kleine routinematige voorstellen of voorstellen met een duidelijke beperkt effect zijn uitgezonderd van deze verplichting. Ook kan in een noodsituatie, wanneer snel regelgeving nodig is, worden afgezien van het maken van een effectbeoordeling.
Het komt voor dat voorstellen voor regelgeving worden gepresenteerd door de Commissie zonder effectbeoordeling en zonder dat er een goede reden wordt aangevoerd voor het niet uitvoeren van een effectbeoordeling. Dit terwijl er dan wel sprake is van regeldrukeffecten en het dus wenselijk zou zijn geweest om een effectbeoordeling uit te voeren. Dit probleem speelt ook bij zogenaamde gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen. Het kabinet is dan ook van mening dat daar waar verplicht, de effectbeoordelingen consequent moeten worden uitgevoerd.
Ook de Raad heeft de verantwoordelijkheid om tijdens onderhandelingen te letten op de effecten van voorgestelde amendementen. Het kabinet staat open voor verschillende oplossingen als het gaat om hoe de Raad de effecten in kaart laat brengen en welke afspraken daarover worden gemaakt. Wat in elk geval altijd belangrijk is om te doen tijdens de hele wetgevingsprocedure is het blijven consulteren van stakeholders, onder meer toezichthouders, over substantiële wijzigingen die in voorstellen worden aangebracht. Binnen de Raad is breed draagvlak om de ambitie van wetgeving te vereenvoudigen en regeldruk te verminderen.
Agendaonderwerp: Economische en financiële impact van de Russische agressie tegen
Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen.
Oekraïne heeft recent bij het IMF een aanvraag ingediend voor een nieuw steunprogramma. De voornaamste reden hiervoor is dat het huidige programma veronderstelde dat de oorlog eind 2025 zou worden beëindigd, wat inmiddels onwaarschijnlijk lijkt. Naar aanleiding van de programma-aanvraag is het IMF bezig met een nieuwe voorlopige inschatting van de financiële noden, die binnenkort bekend zal worden. Voor het huidige jaar worden de financieringsnoden van Oekraïne door bestaande steunfaciliteiten gedekt.
De Europese Oekraïne-faciliteit van EUR 50 mld. voor de periode 2024-2027, de G7 Extraordinary Revenue Acceleration (ERA) leningen van ca. EUR 45 mld. en het bovengenoemde IMF-programma zijn belangrijke onderdelen om de begrotingstekorten (deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie voort te zetten. Op 10 september jl. heeft de Europese Commissie de achtste tranche van het EU-aandeel in de ERA-leningen van EUR 1 mld. verstrekt aan Oekraïne. Er is tot op heden 10 mld. euro van het EU-aandeel van in totaal EUR 18,1 mld. uitbetaald. De Commissie heeft recent laten weten om een geplande tranche van EUR 6 mld. een aantal maanden naar voren te halen en binnenkort uit te betalen, om Oekraïne op korte termijn te ondersteunen in noodzakelijke verhoging van de militaire uitgaven.
De Commissie heeft tevens aangegeven dat ze zal kijken naar aanvullende mogelijkheden om bevroren Russische Centrale Banktegoeden te gebruiken voor de steun aan Oekraïne. Er is op het moment van schrijven nog geen voorstel verschenen.
Het kabinet kijkt conform meerdere Kamermoties serieus naar het onderzoeken van aanvullende mogelijkheden voor het gebruik van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. Eventuele aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen. Gedegen onderzoek naar de juridische, en financieel-economische mogelijkheden en risico’s is hierbij van belang. Kabinetsbeleid is dat Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is.
Agendaonderwerp: Economisch herstel in Europa - Uitvoeringsbesluiten van de Raad in het kader van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit Spanje
Document: De Commissievoorstellen voor aanpassing van uitvoeringsbesluiten van de Raad ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen worden voorafgaand aan het overleg gepubliceerd op eur-lex.europa.eu10.
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). Het kabinet kan de update aanhoren. Ook ligt de aanpassing van het uitvoeringsbesluit ter goedkeuring van het herstel- en veerkrachtplan (HVP) van Spanje voor.
Daarnaast liggen er mogelijk aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen van andere lidstaten voor. In het geval dat deze worden gepubliceerd in aanloop naar de Ecofinraad, zal de Kamer hierover een nazending van deze geannoteerde agenda ontvangen waarin de aanpassing wordt toegelicht.
Spanje
Spanje maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op
grond van objectieve omstandigheden, op basis van artikel 21 van de
HVF-verordening. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor
wijziging verwijs ik u naar het verslag van de Eurogroep-
en Ecofinraad van juni 202411. De aanpassing van het
Spaanse plan heeft betrekking op 17 maatregelen. Spanje geeft aan dat
één maatregel wordt aangepast, omdat er een alternatief geïmplementeerd
kan worden waarbij de administratieve lasten lager liggen; deze
maatregel ziet op industrieel beleid. Daarnaast geeft Spanje aan dat
negen maatregelen worden aangepast, omdat deze gedeeltelijk niet langer
haalbaar zijn in hun huidige vorm, vanwege onvoldoende vraag. Deze
maatregelen zien o.a. toe op digitalisering, toerisme, infrastructuur,
en de arbeidsmarkt. Ten slotte geeft Spanje aan dat één maatregel wordt
gewijzigd vanwege buitensporige administratieve lasten die aanzienlijke
vertraging bij de uitvoering veroorzaken; deze maatregel ziet op
digitale vaardigheden. Spanje heeft verzocht om middelen die door deze
aanpassingen beschikbaar komen in te zetten voor de toevoeging van zes
nieuwe maatregelen. Deze zien o.a. op groene en duurzame mobiliteit
en infrastructuur, het voorkomen van natuurrampen en de bestrijding
daarvan en een regeling ter ondersteuning van bedrijven die zijn
getroffen door de verandering in handelstarieven wereldwijd.
De Commissie oordeelt dat de redenen die Spanje aandraagt, een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het herstelplan ook na deze aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Het kabinet is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad. Er wordt geen discussie verwacht in de Ecofinraad.
Portugal
Omwille van de snelheid van de behandeling ligt op 29-30 september een
aanpassing van het Portugese HVP voor in de Raad voor
Concurrentievermogen in plaats van in de Ecofinraad. Portugal maakt
gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van
objectieve omstandigheden, op basis van artikel 21 van de
HVF-verordening. De aanpassing van het Portugese plan heeft betrekking
op 20 maatregelen. Portugal geeft aan dat deze maatregelen worden
aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij
de administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op
digitalisering, governance in gezondheidszorg, werkgelegenheid,
en REPowerEU.
De Commissie oordeelt dat de redenen die Portugal aandraagt, een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat het herstelplan ook na deze aanpassing voldoet aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van de Commissie. Het kabinet is daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad. Er wordt geen discussie verwacht in de Raad voor Concurrentievermogen.
Agenda onderwerp: Europees Semester 2025: geleerde
lessen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal spreken over de geleerde lessen uit het verloop van
het Europees Semester van 2025. Het Europees Semester is het jaarlijkse
proces waarin EU-lidstaten hun economisch, arbeidsmarkt- en
begrotingsbeleid coördineren. De oorsprong hiervan ligt in het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie, in bijzonder Artikel
121(2), 126(3) en 148(4), en de afspraken die daarin zijn gemaakt over
het economisch beleid en het werkgelegenheidsbeleid.
Het kabinet verwelkomt net als vorig jaar de eerdere publicatie van de in-depth reviews (IDRs) in het Europees Semester van 2025. Hierdoor was er meer tijd om deze IDRs te bediscussiëren, wat de beleidscoördinatie ten goede is gekomen. Anderzijds staat het kabinet kritisch tegenover de verlate publicatie van zowel het herfstpakket in december 2024 als het lentepakket in juni jl. Met name de late publicatie van de landspecifieke aanbevelingen zette de effectiviteit van de multilaterale beleidscoördinatie onder druk. Het kabinet zal in de voorbereidende comités van de Ecofinraad pleiten voor realistische tijdslijnen en eerdere publicatie van de stukken.
Daarnaast was er afgelopen jaar aandacht in het Europees Semester voor o.a. defensie-investeringen, concurrentievermogen en vereenvoudiging van regelgeving. Het kabinet verwelkomt de aandacht op deze punten. Ten slotte verwelkomt het kabinet de analyse die de Commissie heeft uitgevoerd naar aanleiding van de landspecifieke aanbevelingen tussen 2019-2024. Als gevolg hiervan presenteerde zij actuele en relevante voorstellen voor de landspecifieke aanbevelingen voor 2025. Het kabinet acht het van belang dat de landspecifieke aanbevelingen helder geformuleerd worden en zich richten op het structureel verbeteren van de economieën van lidstaten. Het kabinet hecht hierbij aan het behouden van de focus van het Semester op economisch-, begrotings- en werkgelegenheidsbeleid.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele plan Duitsland
Document: Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel ‘MTFSPs recommendations’.
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
In het kader van het herziene Europese begrotingsraamwerk hebben lidstaten budgettair-structurele plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend. Daarin staan hun voorgenomen begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. Alle 27 lidstaten hebben inmiddels een plan ingediend.
De Commissie heeft op 16 september 2025 het plan van Duitsland beoordeeld en een aanbeveling gedaan aan de Raad voor het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad en hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen aan de verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode van vijf naar zeven jaar12. De Ecofinraad op 10 oktober 2025 zal over deze Raadsaanbeveling voor Duitsland besluiten. Het kabinet kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in te stemmen met de Raadsaanbeveling.
Voor de overige 26 lidstaten heeft de Raad inmiddels aanbevelingen aangenomen. Uw Kamer is op 20 december 2024 geïnformeerd over 22 Raadsaanbevelingen via een Kamerbrief over de implementatie van het Europees begrotingsraamwerk. Daarnaast is in de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 19-20 juni jl. aandacht besteed aan de Raadsaanbevelingen voor Bulgarije en België, welke zijn aangenomen tijdens de Ecofinraad van 20 juni jl. Verder zijn de Raadsaanbevelingen van Litouwen en Oostenrijk aangenomen tijdens de Ecofinraad van 8 juli jl., zoals is beschreven in de Geannoteerde Agenda en de beantwoording van de Kamervragen van de Eurogroep en Ecofinraad van 7-8 juli 202513.
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Duitsland voldoet aan de vereisten van verordening 2024/126314. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om het uitgavenpad vast te stellen. Het uitgavenpad is gebaseerd op een aanpassingsperiode van zeven jaar.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2041 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgavengroei Commissie (%) | 1,8% | 1,6% | 1,7% | 1,8% | 1,9% | 1,9% | 1,9% | N.v.t. |
Uitgavengroei in plan (%) | 4,4% | 4,5% | 2,3% | 1,7% | 1,6% | 2,7% | 2,7% | N.v.t. |
SPS Commissie (jaarlijkse verandering) | 0,46% | 0,46% | 0,46% | 0,46% | 0,46% | 0,46% | 0,46% | N.v.t. |
SPS in plan (jaarlijkse verandering) | -0,4% | -0,5% | 0,6% | 0,9% | 0,8% | 0,3% | 0,3% | N.v.t. |
Begrotingstekort in plan (in % bbp) | -3,3% | -3,8% | -3,2% | -2,5% | -1,8% | -1,4% | -1,1% | -1,1% |
Schuldratio in plan (in % bbp) | 63,9% | 65,5% | 66,5% | 66,9% | 66,5% | 65,5% | 64,4% | 56,5% |
Duitsland schuift de begrotingsinspanning beperkt naar achteren ten opzichte van het lineaire pad, wat resulteert in een kleinere begrotingsinspanning in 2025. Het land wil de economie de komende jaren stimuleren met extra uitgaven, waaronder via het Klimaat- en Infrastructuurfonds, gevolgd door een aanzienlijke begrotingsconsolidatie in 2027-2029. Deze lagere inspanning in de eerste jaren is consistent met de no-backloading safeguard clause zoals vastgelegd in Artikel 6, punt (c), van Verordening (EU) 2024/1263.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Duitsland in het plan afwijkt van een aantal economische aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor de potentiële groei, de inflatie en het overheidstekort in 2024. Het plan maakt gebruik van een egaliserende potentiële groei over 2024-2029, wat is toegestaan volgens Verordening (EU) 2024/1263 en wordt gerechtvaardigd door de hogere onzekerheid door recente externe schokken. Daarnaast gebruikt het plan hogere inflatie voor 2025 en 2026, gebaseerd op nieuwere data en verwachte prijsontwikkelingen. De Commissie concludeert dat deze afwijkingen in de aannames leiden tot een hogere uitgavengroei ten opzichte van de technische informatie van de Commissie. Het geactualiseerde begrotingstekort voor 2024 heeft weinig invloed op de uitgavengroei.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen aan een verlenging van de aanpassingsperiode voldoen aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen en hervormingen goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen een positief effect hebben op de schuldhoudbaarheid en economische groei van Duitsland. Ten eerste bevat het plan maatregelen om de economische groei te bevorderen via overheidsinvesteringen, onder andere via de operationalisering van een fonds voor Infrastructuur en Klimaat. Ten tweede zijn er hervormingen gericht op het verminderen van de administratieve lasten en het vereenvoudigen van aanbestedingsprocedures, wat naar verwachting zal leiden tot meer efficiëntie en hogere productiviteit. Ten derde bevat het plan maatregelen die het arbeidsaanbod stimuleren, waaronder hervormingen gericht op het aantrekken van gekwalificeerde migranten en het vergroten van de arbeidsparticipatie van vluchtelingen en ouderen. Een deel van de maatregelen maakt tevens onderdeel uit van het Duitse Herstel- en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen bijdragen aan de verschillende gemeenschappelijke prioriteiten van de EU, zoals de Europese pijler voor sociale rechten, de groene en digitale transitie, en de opbouw van defensiecapaciteit. Het plan voorziet in substantiële investeringen in hernieuwbare energie, elektriciteitsnetten, waterstofinfrastructuur en energie-efficiëntie, ter ondersteuning van een groene transitie. Om de energiezekerheid te waarborgen, worden investeringen voorzien in LNG-importinfrastructuur en flexibele, emissiearme gascentrales die de afhankelijkheid van enkele leveranciers moeten verminderen. Daarnaast richt het plan zich op het versterken van strategische onafhankelijkheid en concurrentiekracht door investeringen in onderzoek en innovatie, met speciale aandacht voor sleuteltechnologieën zoals micro-elektronica, kunstmatige intelligentie, quantumtechnologie en biotechnologie. Verder omvat het plan hervormingen en investeringen die gericht zijn op het verbeteren van werkprikkels en het versnellen van de integratie op de arbeidsmarkt, door het herstructureren van de basisinkomenssteun voor werkzoekenden. Tot slot draagt het plan bij aan de opbouw van defensiecapaciteit door middel van aanzienlijke investeringen in het dichten van materiële tekortkomingen, het versterken van de gereedheid van de Duitse leger en het naleven van de NAVO-verplichtingen.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat het Duitse plan de relevante landspecifieke aanbevelingen uit het Europees Semester adresseert. Dit gebeurt onder meer door hervormingen die publieke investeringen ondersteunen, zoals het Fonds voor Infrastructuur en Klimaat, en door vereenvoudiging van aanbestedingsregels en belastingmaatregelen. Daarnaast draagt het plan bij aan de groene transitie. Op de arbeidsmarkt worden maatregelen genomen om het aantrekkelijker te maken om door te werken na de pensioengerechtigde leeftijd, de instroom van hooggekwalificeerde migranten te faciliteren en de beperkingen om te werken voor asielzoekers te verkleinen. Tot slot wordt in het Duitse plan ook de aanbeveling om meer te investeren in defensie- en veiligheidsuitgaven geadresseerd.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbeveling over de nationale ontsnappingsclausule voor Duitsland
Document: Commissies aanbevelingen Raadsbesluiten activatie nationale ontsnappingsclausule Duitsland
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Zoals toegelicht in de nazending van de Geannoteerde Agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van juni jl.15 heeft de Commissie op 19 maart 2025 voorgesteld om de nationale ontsnappingsclausule binnen de Europese begrotingsregels tijdelijk en gericht te activeren, met als doel om nationale defensie-uitgaven op korte termijn te verhogen. De clausule kan op verzoek van een lidstaat worden ingezet onder drie voorwaarden: (i) uitzonderlijke omstandigheden buiten de controle van de lidstaat, (ii) substantiële impact op overheidsfinanciën, en (iii) behoud van schuldhoudbaarheid op de middellange termijn. De Commissie stelt voor de clausule voor vier jaar te activeren. Lidstaten mogen in die periode afwijken van het door de Raad (correctieve) vastgestelde uitgavenpad wanneer dit het gevolg is van een toename van defensie-uitgaven tot een maximum van 1,5% bbp. t.o.v. 2021. Zie voor een nadere toelichting de Kamerbrief van 28 maart 202516.
Zestien lidstaten (België, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije en Tsjechië) hebben inmiddels een aanvraag ingediend voor activatie van de nationale ontsnappingsclausule. In de Ecofinraad van 8 juli jl. zijn de Raadsaanbevelingen voor vijftien lidstaten goedgekeurd. De Duitse aanvraag werd toen nog niet behandeld, aangezien deze gelijktijdig wordt beoordeeld met het budgettair-structurele plan.
De Commissie heeft de Duitse aanvraag inmiddels positief beoordeeld. De aanvraag is getoetst aan de drie bovengenoemde voorwaarden. De oorlog in Oekraïne wordt aangemerkt als uitzonderlijke omstandigheid buiten de controle van lidstaten, met een grote impact op de overheidsfinanciën. Daarnaast stelt de Commissie dat een tijdelijke en gerichte activatie van de ontsnappingsclausule waarborgen biedt voor de schuldhoudbaarheid. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad voor de Duitse aanvraag. Deze aanbeveling stelt dat Duitsland mag afwijken van het door de Raad aanbevolen uitgavenpad, mits de afwijking niet groter is dan de toename in defensie-uitgaven ten opzichte van 2021, tot maximaal 1,5% bbp. Daarnaast zijn tijdens de activatie van de nationale ontsnappingsclausule de tekort- en schuldwaarborgen (safeguards) niet van toepassing. Vanaf 2029, na het einde van de activatie, moet Duitsland deze waarborgen wel naleven. Het Duitse plan voldoet voor de periode 2029-2031 aan de vereiste aanpassingen in het structurele saldo en de schuldafbouw conform Verordening (EU) 2024/1263.
Het kabinet volgt de beoordeling van de Commissie en is voornemens in te stemmen met de Raadsaanbeveling voor Duitsland tijdens de Ecofinraad van 10 oktober. Bij de jaarlijkse monitoring van de toepassing van de clausule zal het kabinet aandacht blijven vragen voor schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit, inclusief het belang van herprioritering van uitgaven ten behoeve van structureel hogere defensie-uitgaven.
Agendaonderwerp: Internationale bijeenkomsten
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Consensus
Toelichting:
De Raad zal spreken over de Europese inzet voor de jaarvergadering van het IMF, die van 13 tot en met 18 oktober 2025 plaatsvindt in Washington DC, en de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Gouverneurs van Centrale Banken (FMCBG) op 15 en 16 oktober. Specifiek zal de Raad de EU-verklaring voor het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en de EU Terms of Reference voor de G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Gouverneurs van Centrale Banken (FMCBG) aannemen.
De jaarvergadering zal zich vermoedelijk richten op mondiale en geopolitieke ontwikkelingen zoals de impact van handelsbelemmeringen van de Verenigde Staten en oplopende publieke schulden in een aantal grote economieën. Deze ontwikkelingen dragen bij aan beleidsonzekerheid en een verdere groeivertraging van de mondiale economie. Het IMF zal oproepen tot structurele hervormingen en prudent begrotingsbeleid om oplopende schulden te adresseren, in een context van toenemende budgettaire druk i.v.m. de oplopende kosten op het gebied van o.a. defensie, de klimaattransitie en vergrijzing.
Er zal naar verwachting veel aandacht zijn voor de voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne en diens wereldwijde economische gevolgen. De EU zal oproepen tot continuering van steun vanuit het IMF voor Oekraïne.
De G20, onder voorzitterschap van Zuid-Afrika, zal de aandacht vragen voor specifieke uitdagingen op het Afrikaanse continent en de rol van Internationale Financiële Instellingen bij ondersteuning van Afrikaanse landen. Zo speelt het IMF een belangrijke rol bij het ondersteunen van ontwikkelingslanden met hoge schulden en/of liquiditeitsnoden.
Overig
Gedeeltelijke vervroegde aflossing door Griekenland van bilaterale leningen van de eurolanden en vrijstelling pro-rata aflossing EFSF en ESM
Hierbij informeer ik uw Kamer ook over het voornemen van Griekenland om EUR 5,29 mld. aan bilaterale leningen onder de Greek Loan Facility (GLF) vervroegd af te lossen op 15 december 2025. De Greek Loan Facility is het eerste financiële steunprogramma voor Griekenland, overeengekomen in mei 2010, en bestaat uit bilaterale leningen van eurozone landen aan Griekenland. Het bedrag van EUR 5,29 miljard betreft 16,7% van de uitstaande GLF leningen, en komt overeen met een gedeeltelijke aflossing die was voorzien voor de jaren 2033 – 2041. Voor Nederland gaat het om een vervroegde aflossing van EUR 319,8 miljoen, verdeeld over die jaren. Vorig jaar loste Griekenland de voorziene aflossing voor 2026, 2027 en 2028 vervroegd af.17
Bij een vervroegde aflossing aan de GLF bestaat een verplichting om een proportioneel bedrag ook af te lossen aan het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF). Griekenland heeft hiervoor, net als bij eerdere vervroegde aflossingen aan het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en van de GLF, een vrijstelling gevraagd.18 Besluitvorming hierover door de aandeelhouders van het ESM en het EFSF vindt naar verwachting in november plaats. Bij eerdere vervroegde aflossingen van de GLF in 2022, 2023 en 2024, en daarvoor van het IMF, is deze vrijstelling ook verstrekt door het ESM en het EFSF.
De Commissie geeft in haar beoordeling van het verzoek aan positief tegenover dit voorstel te staan. De vervroegde aflossing zou de gemiddelde looptijd van de overheidsschuld van Griekenland verlengen en daardoor de risico's van schuldvernieuwing verminderen en het schuldbeheer vergemakkelijken. Volgens de Commissie zou de vervroegde aflossing ook een positief signaal afgeven aan de financiële markten met betrekking tot de financiële positie van Griekenland.
Het kabinet staat net als de Commissie positief tegenover het verzoek van Griekenland voor vervroegde aflossing. De aflossing zal de Nederlandse staatsschuld verlagen, dit zal bij de Najaarsnota 2025 worden verwerkt. Daarnaast worden de renteontvangsten op deze lening naar beneden bijgesteld. Het saldo-effect zal beperkt zijn, doordat de lagere renteontvangsten van de GLF deels wegvallen door de lagere rentebetalingen over de Nederlandse staatsschuld. De renteontvangsten worden meerjarig bijgesteld bij de Voorjaarsnota 2026.
Het kabinet heeft begrip voor het verzoek van Griekenland om geen
proportionele vervroegde aflossing te hoeven doen op de uitstaande
schuld bij het ESM en het EFSF en is voornemens om binnen deze
instellingen in te stemmen met het verlenen van de benodigde
vrijstelling hiervoor.
Eurogroep, Statement of the Eurogroup in inclusive format on the future of the Capital Markets Union (11 maart 2024), https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2024/03/11/statement-of-the-eurogroup-in-inclusive-format-on-the-future-of-capital-markets-union/. ↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 21 507-07 nr. 2099.↩︎
Statement herzien richtlijn tabaksaccijns | Publicatie | Rijksoverheid.nl en Afschrift brief aan voorzitter EC over oproep voorstel herziening richtlijn tabaksaccijns | Brief | Rijksoverheid.nl↩︎
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:10cc7f25-626d-11f0-bf4e-01aa75ed71a1.0018.02/DOC_1&format=PDF. ↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/09/12/kamerbrief-inzake-kabinetsappreciatie-mfk-en-emb-voorstellen-europese-commissie. ↩︎
Toelichting individuele beoordeling voorgestelde nieuwe eigen middelen pagina 22 van de Kabinetsappreciatie MFK- en EMB voorstellen Europese Commissie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/09/12/kamerbrief-inzake-kabinetsappreciatie-mfk-en-emb-voorstellen-europese-commissie.↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 21 507-07 nr. 2099. ↩︎
Spanje: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0271&qid=1758526140492
Portugal: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0477&qid=1758526240342 ↩︎De aanpassingsperiode voor Duitsland zonder verlenging is 5 jaar i.p.v. 4 jaar. ↩︎
Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad↩︎
Zie de Nazending Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 20 en 21 januari 2025, Kamerstukken II 2024/2025 21501 nr. 07-2087↩︎
Kamerstuk 21501-20 nr. 2207 ↩︎
De leningen bij het EFSF en het ESM kennen een langere looptijd dan leningen die Griekenland nu vervroegd wil aflossen. Griekenland vraagt daarom, net als bij eerdere vervroegde aflossing van de bilaterale leningen, om een vrijstelling. Met die vrijstelling kan Griekenland de kortlopende aflossingen voor de bilaterale leningen vervangen door marktleningen met een langere looptijd.↩︎