Nederlandse inzet bij de twintigste Conferentie van Partijen bij het CITES-verdrag (CoP20)
CITES handhaving
Brief regering
Nummer: 2025D42620, datum: 2025-09-30, bijgewerkt: 2025-10-01 11:11, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 31379 -26 CITES handhaving.
Onderdeel van zaak 2025Z18239:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-10-02 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-19 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij ontvangt u informatie over de twintigste Conferentie van Partijen bij het CITES1-verdrag (CITES CoP20). Het CITES-verdrag is een mondiaal biodiversiteitsverdrag met als doel de internationale handel in wilde dieren en planten zo te reguleren dat hun voortbestaan in het wild niet wordt bedreigd. De CITES CoP20 vindt plaats van 24 november tot en met 5 december 2025 in Samarkand, Oezbekistan. Deze brief beschrijft de Nederlandse inzet op belangrijke voorstellen. Dit betreft de inzet van Nederland in de EU. Gezien het verkiezingsreces stuur ik u deze brief in een vroeg stadium, op basis van eerste analyses en beoordelingen. In november zal het gezamenlijke mandaat in de EU-Milieuraad vastgesteld worden. Tijdens de CITES CoP20 zullen de EU-lidstaten stemmen volgens het in Brussel vastgestelde EU-mandaat.
Tijdspad en procedure
De landen aangesloten bij het CITES-verdrag (Partijen) konden tot eind juni 2025 voorstellen indienen om soorten op de Bijlagen van CITES op te nemen of te verplaatsen. Inmiddels zijn ook de meeste andere agendaonderwerpen en documenten bekend. Ik verwijs u hiervoor naar Meetings | CITES.
Er staan meer dan vijftig zogenaamde listing proposals op de agenda en een zeer groot aantal working documents. Het grootste deel zijn voorstellen om soorten op CITES-bijlage II te plaatsen. De internationale handel in bijlage II-soorten wordt gereguleerd met vergunningen. Een dergelijk voorstel kan verder afgebakend of ingeperkt worden door middel van een zogenaamde annotatie of ingesteld quotum.
Daarnaast is er een aantal voorstellen voor het plaatsen van soorten op bijlage I van CITES. Commerciële internationale handel in specimens afkomstig uit het wild is voor bijlage I soorten verboden. Ook zijn er enkele zogenaamde downlisting voorstellen om soorten van bijlage I naar bijlage II te verplaatsen of van bijlage II af te halen. Dit is alleen mogelijk als de instandhouding van de soort dusdanig verbeterd is dat internationale handel – waar nodig gereguleerd – weer plaats kan vinden.
Het CITES Secretariaat heeft een eerste evaluatie van de voorstellen gemaakt. Het gaat daarbij om een toetsing van de voorstellen aan de formele criteria. Tevens hebben de International Union for Conservation of Nature (IUCN) en de Trade Records Analysis of Flora and Fauna in Commerce (TRAFFIC) de voorstellen wetenschappelijk beoordeeld. Nederland draagt financieel bij aan deze wetenschappelijke evaluatie ten behoeve van de oordeelsvorming van alle Partijen. Tevens ondersteunt Nederland financieel het CITES «Sponsored Delegates Project», dat deelname aan de conferentie mogelijk maakt van zoveel mogelijk landen.
De komende tijd vinden er, zowel op nationaal als Europees niveau, nog verdere analyses, consultaties en beoordelingen plaats. De voorstellen zijn besproken met de CITES autoriteiten van het Koninkrijk. Daarnaast is het traject om tot een gezamenlijk EU-standpunt te komen van start gegaan. Nederland hecht waarde aan een wetenschappelijke benadering en draagt dit ook uit in EU-verband.
Ter voorbereiding van de Nederlandse inbreng in de EU is er overleg met de Nederlandse Wetenschappelijke Autoriteit voor CITES en worden de wetenschappelijke conclusies van de Scientific Review Group in ogenschouw genomen. Daarnaast is er overleg met de uitvoerings- en handhavingspartners. Ook is er gesproken met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven als onderdeel van stakeholderconsultaties. Ik hecht er belang aan om van hun standpunten kennis te nemen en deze, waar mogelijk, mee te nemen in de Nederlandse inbreng.
Neushoorn en Afrikaanse olifant
Op dit moment steunt Nederland de voorstellen van Namibië met betrekking tot de witte en zwarte neushoorn (Ceratotherium simum simum en Diceros bicornis) niet. De reden is dat de voorgestelde versoepeling onder andere de handel in neushoornhoorn weer mogelijk maakt terwijl illegale handel en stroperij continue zorgpunten zijn. Ook zou handel de initiatieven om de vraag naar neushoornhoorn te reduceren ondermijnen. Nederland erkent wel de adequate inzet van Namibië voor de bescherming van neushoorns en wat dit financieel vergt. Er zijn ook twee voorstellen voor de Afrikaanse olifant (Loxodonta africana) ingediend. Het eerste voorstel van Namibië gericht op heropening van de ivoorhandel steunt Nederland niet, om dezelfde redenen als genoemd bij het voorstel voor de heropening voor handel in neushoornhoorn. Het tweede voorstel is ingediend door een aantal Afrikaanse landen naar aanleiding van de CITES African Dialogue Meeting for African elephant Range States. Dit voorstel zullen we binnen de EU nog nader analyseren en bespreken met de landen waar de Afrikaanse olifant voorkomt (range states). Op basis van zienswijzen van de range states, wil Nederland kijken welke elementen van het voorstel mogelijk ondersteund kunnen worden.
Reptielen en amfibieëen
Er staan negen voorstellen met betrekking tot reptielen en amfibieën op de agenda. Voor Nederland is het EU-voorstel om vier soorten groene kikkers op Appendix II te plaatsen vooral van belang. Van deze vier soorten komen de poelkikker (Pelophylax lessonae) en de meerkikker (Pelophylax ridibundus) in Nederland van nature voor. Zowel de poelkikker als de meerkikker genieten nationale bescherming. Het voorliggende CoP-voorstel is vooral bedoeld om de internationale handel in de achterpoten (of delen daarvan), zogenaamde kikkerbillen, voor de consumptie te reguleren. Het zal voor de controle en handhaving bij import lastig worden de vier soorten te onderscheiden van kikkersoorten die niet onder CITES vallen. Nederland vraagt aandacht hiervoor om goed voorbereid te zijn. Naast de CITES-listing blijft het dierenwelzijnsvraagstuk een punt van aandacht, dat helaas samenhangt met de internationale handel voor consumptie.
Mariene soorten
Net als tijdens de vorige CoP in 2022 staan er voorstellen voor haaien en roggen op de agenda. Interessant is dat voor het eerst in lange tijd er voorstellen zijn voor de verdere ‘uplisting´ van soorten, omdat de huidige bescherming niet afdoende lijkt te zijn. Zo zijn er voorstellen om de oceanische wit-tiphaai, de walvishaai en alle mantaroggen van Appendix II naar Appendix I te verplaatsen. Deze soorten komen voor in het caribisch deel van het Koninkrijk. Een eventuele ‘uplisting’ zal betekenen dat de bescherming van de twee haaiensoorten en de reuzemanta op een lijn komt met het, in de Caribische regio belangrijke, Specially Protected Areas and Wildlife (SPAW) Protocol2 waarin alle landen binnen het Koninkrijk actief samenwerken. Voor de diepzeehaaien heeft de EU een working document geagendeerd om aandacht te vragen voor de bescherming en het beheer van deze zeer kwetsbare soorten. De soorten worden gevangen voor hun zeer olierijke levers die in vele cosmetische en medische producten worden gebruikt. Daarnaast heeft de EU een voorstel ingediend om naast de Europese paling (Anguilla anguilla) die al sinds 2009 op bijlage II staat, ook alle andere palingsoorten op CITES bijlage II te plaatsen. Internationaal zijn de meningen verdeeld over dit voorstel. Nederland is een voorstander van een CITES Resolutie die de mondiale afspraken over onderzoek, bescherming en duurzaam beheer moet regelen. Het voorstel hiervoor staat als working document geagendeerd.
Houtsoorten
In totaal staan er twaalf voorstellen met betrekking tot planten (flora) op de agenda. De EU heeft een voorstel ingediend voor de opname van de Indische Bdelliumboom/Guggulboom (Commiphora wightii) op bijlage II. Nederland pleit voor een betekenisvolle annotatie om te voorkomen dat grote hoeveelheden producten waarin enkel een fractie van de soort is verwerkt vergunningsplichtig wordt en onnodig tot hoge uitvoeringskosten zou kunnen leiden. Nederland vindt het belangrijk om hier in EU-verband met de range states over van gedachten te wisselen.
Verder heeft Brazilië een uplisting voorstel ingediend voor de houtsoort pernambuco (Paubrasilia echinata) naar bijlage I. Op dit moment heeft Nederland een open positie met betrekking tot dit voorstel. De soort is endemisch voor Brazilië en er bestaat al nationale bescherming. Het hout wordt gebruikt voor het vervaardigen van strijkstokken. Op dit moment geldt er onder de huidige CITES bijlage II listing een vrijstelling voor strijkstokken buiten Brazilië (géén vergunningen voor nodig). Wetenschappelijk gezien voldoet de soort aan de criteria van bijlage I. Er zijn wel nog vragen over populatiegevens. Ook lijkt met name de illegale handel vanuit Brazilië een probleem te vormen. Een uplisting naar appendix I lost dat in beginsel niet op. Bij uplisting van de soort naar bijlage I spelen er grote uitvoeringsuitdagingen. Hiervoor zal een oplossing gezocht moeten worden, zodat musici en orkesten met reeds vervaardigde strijkstokken van de houtsoort zo min mogelijke hinder ondervinden en administratieve lasten beperkt blijven. Er vindt momenteel in EU-verband consultatie plaats met Brazilië om deze aspecten te bespreken.
Grote katachtigen
Er staat een aantal working documents op de agenda m.b.t. grote katachtigen zoals voor de cheetah, de Afrikaanse leeuw en het luipaard. In deze documenten worden besluiten voorgesteld ten behoeve van beschermingsplannen, om illegale handel, onder ander in levende dieren, tegen te gaan en om juiste quota vast te stellen voor bijvoorbeeld de handel in jachttrofeëen3. De doelstellingen en besluiten ondersteunt Nederland. Daarbij is het van belang dat er inzicht is in actuele populatiegegevens en -trends. Deze vormen de basis voor het bepalen van quota en handelsvolumes die géén negatieve werking hebben op de instandhouding van de soorten in het wild. Nederland zal dit belang actief uitdragen.
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora↩︎
Protocol betreffende de bijzondere beschermde gebieden en de in de natuur levende dieren en planten, met bijlagen behorende bij het op 24 maart 1983 te Cartagena de Indias gesloten Verdrag inzake de bescherming en ontwikkeling van het mariene milieu in het Caraïbisch gebied.↩︎
Nederland is tegen trofeejacht in onder meer CITES I soorten en staat de invoer van dergelijke trofeeën niet toe, zie wetten.nl - Regeling - Beleidsregel invoervergunningen voor jachttrofeeën - BWBR0037910 .↩︎