Reactie op het amendement van het lid Kostic c.s. ter vervanging van nr. 10 over middelen voor het verminderen van apenproeven (Kamerstuk 36725-VIII-11)
Dierproeven
Brief regering
Nummer: 2025D42878, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-03 15:42, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32336 -170 Dierproeven.
Onderdeel van zaak 2025Z18371:
- Indiener: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Ik wil graag, als één van mijn laatste activiteiten voor het politieke reces, een oproep doen aan uw Kamer in relatie tot aangenomen amendement Kostic c.s.1
Er is door uw Kamer dit jaar veel gesproken over proeven in Nederland met
niet-humane primaten (NHP), een belangrijk onderwerp waar u ongetwijfeld ook morgen weer over zult spreken. Ik voel een diepe verantwoordelijkheid om uw Kamer, voorafgaande aan het reces, te informeren over het belang dat dit type onderzoek speelt voor de behandeling van patiënten in Nederland.
Wanneer we in Nederland spreken over onderzoek met NHP dan spreken we over het Biomedical Primate Research Centre (BPRC). Het BPRC is in Nederland de plek waar het meeste onderzoek met NHP wordt gedaan. Het BPRC voert het
NHP-onderzoek uit met apen uit eigen fok. Dit is een unieke situatie waarin het centrum onafhankelijk van import uit derde landen onderzoek kan doen. Europa heeft een beperkt aantal van dit soort primatencentra, het aantal centra met een eigen zelfstandig fokprogramma is nog kleiner.
NHP-onderzoek wordt nog steeds veel toegepast daar waar de complexiteit van de menselijke biologie en ziekteprocessen moeilijk in andere modellen te reproduceren zijn. U moet dan denken aan ziektes die aangrijpen op het immuunsysteem of het zenuwstelsel. Ziektes die door het BPRC worden onderzocht zijn dan ook geen onbekende ziektes, maar juist die waarover breed zorgen leven in de samenleving. Denk aan AIDS, of Alzheimer. Het BPRC heeft ook een grote rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Corona-vaccins en bestudeert nu het ziekteverloop van post-COVID. Als minister van VWS sta ik ervoor dat Nederlandse patiënten uitzicht hebben op een behandeling. Dat principe is voor mij leidend.
Juist in deze onzekere tijden, waarin onverwacht ook onderzoek, geneesmiddelen en zorg een pion zijn geworden van geopolitieke belangen moeten we borgen dat we als Nederland strategische onafhankelijkheid behouden op zaken die kernwaarden zijn voor onze samenleving.
Uitzicht op een behandeling van een ernstige ziekte is daar één van.
Ik ben, net als uw Kamer, ervan overtuigd dat de toekomst proefdiervrij moet zijn, en dit ook zal zijn. Ook ik wil het aantal proeven met NHP zo snel mogelijk, en veilig, afbouwen. De weg om hier te komen is echter onderwerp van gesprek. Dit jaar heeft uw Kamer het rapport van de onafhankelijke onderzoekscommissie Bijker2 ontvangen, waarin verschillende scenario’s zijn beschreven om onderzoek met NHP in Nederland naar de toekomst toe vorm te geven. Ik wil benadrukken dat onderzoek met NHP in Nederland onderhevig is aan strenge controle. Alleen bij hoge uitzondering en met nadrukkelijke toestemming van de Centrale Commissie Dierproeven mag in Nederland onderzoek met NHP worden verricht. Ik weet uit eigen ervaring hoe streng deze eisen zijn als je onderzoek wilt doen.
Ik wil uw Kamer oproepen om het BPRC vooralsnog te behouden als openbare onderzoeksinstelling met een volwaardige zelfstandige fokkolonie. Het BPRC is voor nu onmisbaar, zowel voor onderzoek met NHP, maar ook juist om de transitie naar een proefdiervrije toekomst vorm te geven. Hun kennis en expertise is van onschatbare waarde om nieuwe proefdiervrije modellen te valideren. We moeten onze onderzoek infrastructuur koesteren, juist nu.
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Jan Anthonie Bruijn