Algemene Financiële Beschouwingen (inclusief begroting Financiën (36 800-IXB) en begrotingsstaat Nationale Schuld (36 800-IXA)) (1e termijn Kamer) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43003, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-02 10:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-01 10:45: Algemene Financiële Beschouwingen (inclusief begroting Financiën (36 800-IXB) en begrotingsstaat Nationale Schuld (36 800-IXA)) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Algemene Financiële Beschouwingen
Algemene Financiële Beschouwingen
Aan de orde zijn de Algemene Financiële
Beschouwingen,
en de behandeling van:
de brief van de minister van Financiën d.d. 16 september 2025 inzake de Nota over de toestand van 's Rijks financiën (36800);
het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2026 (36800-IX);
het wetsvoorstel Wijziging van het Belastingplan 2025 in verband met het behoud van het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport en een beperking van de jaarlijkse indexering van een aantal bedragen die gelden voor de inkomstenbelasting of de loonbelasting door middel van het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor (Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport) (36814).
De voorzitter:
Ik heropen. Aan de orde zijn de Algemene Financiële Beschouwingen,
inclusief de begroting Financiën (36800-IXB) en de begrotingsstaat
Nationale Schuld (36800-IXA). Een hartelijk woord van welkom aan de
minister en de staatssecretaris van Financiën. Fijn dat u bij ons bent,
niet alleen vandaag, maar ook morgen.
Vandaag doen wij alleen maar de eerste termijn van de Kamer, dus u heeft
een redelijk passieve dag. Geniet ervan, zou ik zeggen. We hebben twaalf
sprekers van de zijde van de Kamer. Ik stel voor dat we acht
interrupties per persoon doen in deze termijn.
De (algemene) beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
De eerste spreker van vandaag staat al te trappelen van ongeduld. Ik
geef graag het woord aan de heer Tony van Dijck. Hij heeft 25 minuten
spreektijd. Dat is niet gering, maar het mag ook korter, meneer Van
Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik doe m'n best.
Voorzitter, dank u wel. Een bijzonder welkom aan staatssecretaris
Heijnen, en natuurlijk aan minister Heinen. Heijnen en Heinen in vak K:
hoe leuk wil je het hebben?
Voorzitter. We praten vandaag over de Miljoenennota. Dit zijn de tweede
Algemene Financiële Beschouwingen van deze minister van Financiën, en
wellicht de laatste. Gelet op het demissionaire karakter van het kabinet
bespreken we vandaag een beleidsarme begroting. Deze minister past op de
winkel. Het enige wat hij nog voor elkaar heeft gekregen, is het
verlengen van de korting op de brandstofaccijns. Het is niet zo dat nu
de benzine goedkoper wordt, zeg ik tegen de mensen thuis, want de prijs
blijft natuurlijk gewoon hetzelfde en belachelijk hoog, maar deze
minister heeft voorkomen dat een liter benzine nog 26 cent duurder
wordt. Laat u dus niet blij maken met deze dode mus.
Maar diezelfde mus kost de belastingbetaler 1,7 miljard euro, en de
dekking van dit cadeautje is uiterst dubieus. Het geld wordt pas in de
toekomst opgehaald. Dit betekent een lastenverzwaring in latere jaren,
van 135 miljoen volgens de Raad van State. Deze minister roomt namelijk
voor twee jaar een of andere Europese CO2-belasting af, de
CBAM, voor 450 miljoen. Wat er daarna gebeurt met deze Europese
belasting, weet hij nog niet. Mijn eerste vraag is dan ook: moeten we
dat geld in de jaren daarna dan allemaal afdragen aan Brussel of mogen
we dat houden? Wat betekent deze CBAM voor onze inflatie? Als we
namelijk invoerrechten gaan heffen voor producten van buiten de Europese
Unie, worden die natuurlijk duurder.
Ook speelt deze minister balletje-balletje met de beloofde korting op de
energiebelasting, waardoor huishoudens volgend jaar een nog hogere
energierekening gaan betalen. De rode diesel komt te vervallen, maar de
besparing wordt tegelijk weer toegevoegd aan de landbouwuitgaven. Zo kan
ik het ook, minister. Maar goed, ik houd erover op, want ook de PVV is
blij dat de accijnsverhoging niet doorgaat. Iets met een gegeven paard
en een bek.
Ook schuift deze minister met nog een paar posten; dat zijn de bekende
sigaren uit eigen doos. Hij draait de btw-verhoging op kunst en cultuur
terug en laat daar alle belastingbetalers voor opdraaien. Henk betaalt
dus straks mee aan het operabezoek van Jan-Willem. Ook laat hij de
verhoging van de arbeidskorting betalen door alle belastingbetalers. Een
gepensioneerde betaalt dus straks voor een werkende. Als het goed is,
wordt deze laatste maatregel teruggedraaid met de motie-Van
Hijum/Bikker. Mijn tweede vraag aan deze minister: hoe staat het met de
wetswijziging voor het terugdraaien van deze maatregel?
Maar goed, voorzitter. Ik wil het feestje niet bederven. Het zijn keuzes
en het blijven keuzes. Het zijn niet onze keuzes, maar goed. Feit is wel
dat deze minister keurig binnen de EU-lijntjes kleurt. Daar zullen ze in
Brussel blij mee zijn. Nederland is en blijft het meest voorbeeldige
jongetje in de Europese klas, zo voorbeeldig zelfs dat er nu partijen
zijn die bereid zijn om garant te gaan staan voor de puinhopen van
andere lidstaten. Oftewel: eurobonds, gemeenschappelijke schulden, zijn
niet langer taboe. Ik kijk naar het CDA, GroenLinks-PvdA, Volt en D66.
Als het aan hen ligt, mag straks de Nederlandse belastingbetaler
opdraaien voor een megastaatsschuld van landen als Frankrijk, Italië,
Spanje en België. Al deze landen hebben een staatsschuld van boven de
100%. België en Frankrijk zijn al afgewaardeerd door de
creditratingbureaus. Nederland is een van de grootste nettobetalers aan
de Europese Unie. Ik vraag de minister: klopt het dat de Europese
Commissie de begroting bijna wil verdubbelen bij het volgende MFK, van
1.200 miljard naar 2.000 miljard? Dat zou betekenen dat de bijdrage van
Nederland omhoogschiet naar een extra 5 miljard per jaar. Hoe gaat de
minister dit voorkomen en gaat hij ons veto inzetten? De PVV wil
namelijk fors minder afdragen en niet meer.
Voorzitter. Dan de ambtenaren. De VVD, en deze minister in het
bijzonder, pleit al vele jaren voor een kleinere overheid. Dit doen
velen met hem in dit huis. Maar toch zien we het aantal ambtenaren
alleen maar groeien. In nog geen tien jaar groeide het aantal
rijksambtenaren met 50%, van 109.000 naar 159.000 ambtenaren. Dat zijn
er wat de PVV betreft 50.000 te veel. Wat doen die mensen? Afgesproken
is om het aantal ambtenaren met 22% te reduceren en de Roemernorm voor
externe inhuur te respecteren. Maar het worden er alleen maar meer. Ik
vraag de minister hoe het daarmee staat. We zien namelijk ook dat de
kosten van al deze rijksambtenaren exploderen. In tien jaar tijd
verdubbelden de loonkosten, van 7,5 miljard naar 14 miljard. De uitgaven
aan externe inhuur verdrievoudigden zelfs, van 1 naar 3,7 miljard. Het
is compleet uit de hand gelopen. Mijn vraag is: gaat de minister hier
nog iets aan doen? Ligt er een plan of laat hij dat aan het volgende
kabinet?
Voorzitter. Dan de kosten van levensonderhoud. Nederland is koploper op
thema's als duurzaamheid, sociaal ondernemerschap, elektrische bussen,
laadpalen, circulaire economie en de energietransitie, maar men vergeet
de meest essentiële zaak, namelijk de kosten van levensonderhoud. Ook
daarin is Nederland helaas koploper in Europa. Nederlanders betalen de
hoofdprijs voor hun levensonderhoud, of het nu gaat om boodschappen,
benzine, woonruimte, energie, vliegtickets, noem maar op. De hoge
belastingen en accijnzen stuwen de prijzen gigantisch op en zijn hier
debet aan. Het is dan ook niet zo gek dat Nederland de hoogste inflatie
heeft van Europa. Nergens betaal je meer voor een liter benzine, een
pakje sigaretten, een vliegticket, een woning, een kuub gas of een
boodschappenkar. De Nederlandse consument wordt van alle kanten
kaalgeplukt en uitgemolken. Dit moet stoppen. De PVV is daar helemaal
klaar mee.
Het is dan ook niet zo gek dat half Nederland boodschappen doet in
Duitsland en België. De boodschappenkar bij Albert Heijn in België is
bijna €100 goedkoper dan in Nederland, bij diezelfde Albert Heijn. Voor
een volle tank benzine is dit verschil meer dan €35. Voor een slof
sigaretten is dit €50. En dan heb ik het nog niet eens over alcohol,
wasmiddelen en cosmetica. We jagen iedereen de grens over. Deze minister
staat erbij en kijkt ernaar hoe hij miljarden misloopt aan accijnzen en
btw-inkomsten. Hoe dom kun je zijn? De minister negeert dit fenomeen
volledig. Hij kijkt weg. Sterker nog, we hebben een minister van
Economische Zaken — hij is er niet bij — die dit fenomeen zelfs ontkent.
Hij verweet Pieter Omtzigt selectief te shoppen met zijn potjes
appelmoes. Dan shopt half Nederland selectief. Mijn vraag is dan ook:
werkt deze demissionaire minister Karremans soms voor de Bundestag? We
spekken de Duitse en de Belgische schatkist namelijk gigantisch, over de
rug van de Nederlandse consument. Bart de Wever, van België, zag zijn
accijnsinkomsten in vier jaar tijd met 35% stijgen. De Nederlandse
accijnsinkomsten stegen niet. Heeft de heer Wever deze demissionaire
minister al bedankt? Eindelijk, na vijf jaar, gaat de ACM een onderzoek
doen naar de prijsverschillen met onze buurlanden. Vijf jaar te laat,
wat mij betreft, maar beter laat dan nooit. Wanneer kunnen we de eerste
resultaten tegemoetzien? Wat gaat deze minister ondertussen doen om de
verschillen met onze buurlanden te mitigeren?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Over de boodschappen ben ik het echt geheel eens met de heer Van Dijck.
Ik heb zelden de neiging om het op te nemen voor VVD'ers, dus als ik het
doe, moet er wel echt iets aan de hand zijn. Minister Karremans is — wat
is het? — nu zes weken minister van Economische Zaken. Wie was het ook
alweer daarvoor?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Uhm … Minister Beljaarts? Kan dat?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ja, dat klopt.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Heeft die ook gezegd dat het wel meevalt met de prijsverschillen tussen
Duitsland en Nederland? Heeft hij dat gezegd? Dat kan ik me niet
herinneren.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Het klopt, het was de heer Beljaarts. Die was van de PVV. Die heeft een
jaar lang de kans gehad om iets te doen aan de hoge boodschappenprijzen.
Trouwens, de PVV heeft ook een jaar lang de kans gehad om iets te doen
aan de accijnzen en aan al die zaken waarmee ze dit kabinet nu de maat
neemt. Waar was minister Beljaarts om die boodschappenprijzen naar
beneden te krijgen? Ik heb een hoorzitting georganiseerd in de Tweede
Kamer waarin we aantoonden dat het niet eerlijk is wat er gebeurt met de
prijzen en dat erop moet worden ingegrepen. Vanuit het ministerie van
minister Beljaarts van de PVV kwamen vriendelijke woorden: "Het valt wel
mee. Het loopt niet zo'n vaart. Het kabinet gaat hier niks aan doen."
Waarom heeft de PVV er niks aan gedaan toen ze het kon?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Toen hebben wij onze minister Beljaarts er ook toe opgeroepen om daar
wat aan te doen. Wij roepen al jaren dat de btw op boodschappen omlaag
moet. Ik heb zelfs moties ingediend over de etiketten. Ik heb een
initiatiefnota ingediend met NSC waarin we, zonder dat het geld kost,
allerlei maatregelen hebben aangekondigd om de boodschappenprijzen te
mitigeren. Want het is natuurlijk schandalig. In België en Duitsland kan
het dus kennelijk wel om voor €1,50 of voor €1,60 te tanken. In
Nederland moet het €2,20 kosten. Wij moeten blij zijn dat het niet naar
€2,60 gaat, in plaats van naar €1,60, zoals in de buurlanden.
Voorzitter. Daarom, om de boodschappen betaalbaar te maken, wil de PVV
de btw op boodschappen schrappen. Wij zetten daar het hele budget voor
ontwikkelingshulp à 6,5 miljard voor in. Want waarom moet de Staat
verdienen aan een eerste levensbehoefte als boodschappen? Alsof die nog
niet duur genoeg zijn! Ook willen wij de ACM meer instrumenten geven om
te kunnen controleren en handhaven op graaiflatie, krimpflatie,
prijsafspraken, kartelafspraken en inkooprestricties. Ook moet het
mogelijk zijn om producten met een buitenlands etiket — ik zei het al —
in de Nederlandse supermarkten aan te bieden. Een Duitse fles cola is
nog altijd twee keer goedkoper dan een Nederlandse fles, terwijl de
inhoud hetzelfde is. Dat klopt niet. Dat moet anders.
Voorzitter, dan armoede. Wel miljarden uitgeven aan ontwikkelingshulp,
asielopvang — 9,5 miljard — Oekraïne, Brussel, klimaat en stikstof, maar
onze eigen mensen vergeten. Mensen komen gewoon niet meer rond in dit
land. Nederland is te duur en armoe is troef. Bijna de helft van de
Nederlandse huishoudens is financieel kwetsbaar of ongezond,
rapporteerde Deloitte aan het begin van dit jaar. Nederland telt meer
dan een half miljoen mensen in armoede. 90.000 kinderen groeien op in
armoede. 2,7 miljoen huishoudens hebben moeite om de eindjes aan elkaar
te knopen. Energiearmoede en pensioenarmoede dreigen voor
honderdduizenden mensen. Dat zou de minister zich toch moeten aantrekken
in zo'n "rijk" land als Nederland?
Afsluitend nog een aantal voorstellen. Zoals gezegd wil de PVV af van de
btw op boodschappen. Daarmee kunnen we de boodschappen 9% goedkoper
maken. Daarnaast willen we het mogelijk maken dat producten uit het
buitenland in Nederlandse supermarkten worden verkocht. Ook wil de PVV
af van het eigen risico, dat een asociale boete op ziek zijn is. Dat
moet anders. Dat doen we zonder dat de premies stijgen. Iedereen roept
namelijk gelijk: dan stijgen de premies gigantisch. Maar het kan ook
zonder dat de premies stijgen. Daarom kost het zo vele miljarden. Met
die miljarden gaan we de verzekeraars compenseren. Als dekking daarvoor
hebben we de fiscale subsidies ingezet ter waarde van 3 miljard. Ook
willen we de tandarts terug in het basispakket. Dat bekostigen we door
de btw op kunst en cultuur terug te draaien en weer op 21% te zetten,
want de tandarts vinden we nog net een tandje belangrijker dan een
operavoorstelling van Jan-Willem.
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog een vraag van de heer Flach.
De heer Flach (SGP):
Ik heb goed geluisterd naar de heer Van Dijck. Eén ding bleef bij mij
wel haken. Ik ben het ermee eens dat we ons best moeten doen om de
prijzen voor de Nederlander naar beneden te krijgen, voor de fles cola
en de pot appelmoes in de supermarkt. Maar ik vind het wel heel cynisch
dat dat heel direct werd gekoppeld aan de enige hap brood die mensen
elders op de wereld krijgen of aan de waterpomp voor de enige slok fris
water die mensen ergens in Afrika krijgen. Moet dat dan worden gebruikt
om de cola voor de Nederlander betaalbaarder te maken? Kunnen we met
elkaar nou niet een betere en meer humane dekking vinden?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het probleem is dat het afschaffen van de btw op boodschappen volgens de
rekenmeesters 6,5 miljard kost. Zoals ik al zei, profiteert de minister
gigantisch van de gestegen prijzen, want de prijzen in de supermarkt
zijn in tien jaar tijd verdubbeld, maar de btw-inkomsten zijn in tien
jaar tijd ook verdubbeld. Deze minister heeft er dus niet zo'n belang
bij om iets te doen aan die hoge prijzen, want voor hem is het alleen
maar lekker dat er meer btw-inkomsten in de schatkist komen. Hoe hoger
de prijzen, hoe meer er voor hem binnenkomt, hoe beter het is voor de
schatkist. Met andere woorden, het kost veel geld. Alles wat we
voorstellen, moeten we voorzien van een goede dekking. Deze dekking kan.
Als we dan toch moeten kiezen tussen de mensen in Nederland die honger
hebben en hun boodschappen niet kunnen betalen, en de mensen in Afrika,
dan zeggen wij dat wij kiezen voor Nederland, hoe hard dat ook
klinkt.
De heer Flach (SGP):
Ik heb de heer Van Dijck ook horen spreken over een kleinere overheid.
Ik denk dat we elkaar daar beter op kunnen vinden. Dat zou een betere
dekking zijn, denk ik. Als mensen in Afrika geen waterput of dagelijks
eten krijgen, gaan ze op zoek naar andere plekken op de wereld om
naartoe te gaan. De PVV wil ook graag dat de asielmigratie daalt. Is het
volledig schrappen van ontwikkelingshulp dan eigenlijk niet
contraproductief? Als mensen daar niet geholpen worden, komen ze
namelijk deze kant op.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nou ja, dat hebben we dus zelf in de hand. Als wij zeggen dat we een
asielstop willen en we sluiten de grenzen, dan kunnen ze wel deze kant
op komen, maar dan komen ze er niet in. U doet net of we niet de baas
zijn over ons eigen land en over onze eigen grenzen. Dat is natuurlijk
een andere kwestie. Maar, nogmaals: ik ben het met u eens; het is een
dekking. Wij hebben gekozen voor deze dekking, maar over een dekking
door minder ambtenaren valt met ons ook te praten, want wij vinden het
ook schandalig dat het ambtenarenapparaat in een paar jaar tijd met een
derde is gestegen. Ook daar is dus inderdaad heel veel geld te
halen.
De heer Flach (SGP):
Afrondend, voorzitter. We moeten het dan denk ik vooral maar daar zoeken
en het niet weghalen bij de allerkwetsbaarsten in andere delen van de
wereld. Dat zijn namelijk ook mensen met hun dagelijkse behoeften. Ik
zou daar niet aan willen meewerken, omdat ik het toch echt wel cynisch
vind om cola tegenover een slok drinkwater te zetten. Ik hoop dat we
elkaar daar dus in kunnen vinden.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Nogmaals, ons gaat het meer om de maatregel dan om de dekking, maar we
moeten een dekking leveren. Dit is onze dekking. Als wij moeten kiezen
tussen de Nederlander in nood — we zijn hier ten slotte Nederlandse
volksvertegenwoordigers — en de rest van de wereld, dan kiezen wij voor
de Nederlander.
De voorzitter:
De heer Grinwis arriveerde iets later. Misschien heb ik een nieuwtje
voor hem. We beperken het aantal interrupties tot acht. Het woord is aan
hem.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dus dit is zijn laatste!
De voorzitter:
Dit is zijn laatste, zegt de heer Tony van Dijck.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De inflatie is hoog bij de heer Van Dijck!
De heer Tony van Dijck (PVV):
Heel hoog!
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dank voor deze mededeling, voorzitter. Ik heb toch nog een vraag aan de
heer Van Dijck. Het is natuurlijk een vertrouwde langspeelplaat die we
hier hebben gehoord. Hij wil op zich wel meebewegen met collega Flach,
maar het probleem is dat het nieuwe verkiezingsprogramma van de PVV
onder de streep een tekort kent van 25 miljard euro per jaar. De heer
Wim Suyker heeft dat in zijn onvolprezen zolderkamer weer eens
uitgerekend voor ons en netjes becijferd en opgeschreven. Het is
transparant voor iedereen. De PVV wenste namelijk niet met haar
financiële water naar de CPB-dokter te gaan. Hoe gaat de heer Van Dijck
dat gat van 25 miljard vullen? De gouwe ouwe van
ontwikkelingssamenwerking, de btw op kunst, cultuur, boeken en kranten
en zo; dat zit er allemaal al in verwerkt. Dus wat gaat er aanvullend
gebeuren? Anders zitten we straks, als de PVV gaat onderhandelen, met
allemaal konijnen die uit een hoge hoed komen, omdat dat gat van 25
miljard toch dichtgepoetst moet worden.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die 25 miljard is erg … Nogmaals, ik ben blij dat Wim Suyker op zijn
zolderkamer naar de verkiezingsprogramma's kijkt; dat is z'n goed recht.
Alle opmerkingen die hij maakt, nemen we natuurlijk mee. Maar hij kijkt
naar een heleboel dingen niet. We hadden het net over het aantal
ambtenaren, nou: Wim Suyker geeft daar niks voor. We hadden het net over
een asielstop: Wim Suyker geeft daar niks voor. Wij gooien de grenzen
dicht. U weet zelf wat asiel kost aan eerstejaarsopvang: 9,5 miljard.
Dan heb je de eerste 9,5 miljard van die 25 miljard al te pakken die hij
tekortkomt. Op ambtenaren valt er ook makkelijk 1 of 2 miljard te
bezuinigen. Wim Suyker geeft daar niks voor. Nou, dan hebben we het nog
niet eens over de fiscale subsidies. U kent zelf het onderzoek. We geven
150 miljard uit aan fiscale subsidies. Daar valt ook makkelijk 5 miljard
weg te strepen. Wim Suyker doet dat niet. Wim Suyker laat de afdracht
aan de EU gewoon doorgaan. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Met andere
woorden, ik ben blij met de opmerking van Wim Suyker dat wij 9 miljard
aan lastenverlichting hebben voor de burgers. Maar dat tekort van 25
miljard dat wij laten oplopen, klopt van geen kanten als hij de
dekkingen die wij opvoeren zou honoreren.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Het is natuurlijk best wel een interessante vraag waarom die niet worden
meegenomen door de heer Suyker. Volgens mij staat hij daar namelijk niet
alleen in. Ook partijen als de Algemene Rekenkamer en het CPB geven aan
dat dit soort dekking niet deugdelijk is. Je kunt die aannames simpelweg
niet doen. Dat is ook de kritiek die voor een groot deel op deze
begroting zelf rust. Maar dat is volgens mij geen nieuws. Ik ga daar dus
ook geen vraag over stellen, met het bekende antwoord dat ik daarop dan
wel zal krijgen. Ik denk eerder dat we het erover moeten hebben dat
politiek keuzes maken is. Waar ik meneer Van Dijck ongelofelijk goed in
kan vinden, is zijn tekst over dat we te maken hebben met die boterham,
de boodschappen, de mensen voor wie dat er echt toe doet. Dat zijn de
mensen voor wie je echt impact kunt maken. Nou hebben wij een voorstel
liggen om die buffelboete aan te pakken, om echt even te kijken of wij
die laagste inkomens kunnen helpen. Dat kan vandaag nog, of eigenlijk
morgen nog. Mijn vraag is: steunt de heer Van Dijck onze inzet om juist
voor deze groep, de verplegers, de mensen in de winkel en de mensen die
daar hulp bij kunnen gebruiken, een verschil te maken?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het gevoel is dat er met die buffelboete toch iets goed mis is gegaan in
de koopkracht, ook al komt dat niet in de koopkrachtplaatjes naar voren.
Als mensen aan de onderkant, die €25.000 verdienen, opeens €600 meer
belasting moeten betalen ten opzichte van het jaar daarvoor, kun je wel
zeggen dat er iets goed fout is gegaan en scheef is gegroeid. Wij staan
dus positief tegenover elk voorstel in die richting, mits de dekking
goed is en mits de fiscaal woordvoerder van onze partij daar ook oren
naar heeft.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik heb de volgende vraag. Er zijn best grote uitdagingen, zoals de heer
Van Dijck als geen ander weet, want hij draait al heel lang mee. Maar we
weten ook hoe belangrijk het is dat we proberen ons te houden aan de
afspraken die we met elkaar maken. Ik hoor nu het verhaal over de btw,
maar volgens mij hadden we met elkaar afgesproken dat wij het probleem
met de btw zouden oplossen. Nu hoor ik weer een totaal ander verhaal,
terwijl we hier een jaar geleden met elkaar hebben opgetrokken en hebben
afgesproken om het btw-verhaal wel te repareren om het
belastingplanakkoord rond te krijgen. Wat is een afspraak waard voor de
heer Van Dijck?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Toen zaten we in de coalitie. We hebben toen met lange tanden daaraan
toegegeven, vanwege de chantagepraktijken van het CDA, dat anders niet
voor het Belastingplan zou stemmen. Maar wij zijn nu geen onderdeel meer
van de coalitie. Wij vinden dat wij de btw op kunst en cultuur, die toch
1,2 miljard oplevert, veel beter kunnen besteden. Ik heb liever de
tandarts in het pakket. Hoeveel mensen gingen er afgelopen zaterdag niet
gratis naar de tandarts? Door €6.500 hebben we heel veel andere ziektes
kunnen voorkomen. Dus ik heb liever voor 1,5 miljard de tandarts in het
pakket dan dat we het opera- en toneelbezoek subsidiëren voor de mensen
die zo aan cultuur hechten.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dat is duidelijk. Dat heeft de heer Van Dijck zojuist ook gezegd. Mij
gaat het om het principe, los van coalitie of oppositie. We gaan de
komende tijd nog heel vaak debatten met elkaar voeren over hoe we de
grote problemen gaan oplossen. Als we dan alleen maar bezig zijn in de
trant van "ik zit nu in de coalitie of in de oppositie, dus ik zet mijn
hakken in het zand", komen we toch geen steek verder? Mijn vraag aan de
heer Van Dijck is dus: wat is een afspraak waard?
De heer Tony van Dijck (PVV):
Die afspraak is alles waard. Maar als wij een verkiezingsprogramma
inleveren, redeneren wij — dat doen alle partijen in dit huis — vanuit
het uitgangspunt: we hebben 76 zetels, hoe zouden we het dan doen? Dan
zouden wij als eerste afzien van het schrappen van de btw op kunst en
cultuur en dat geld gebruiken voor de tandarts in het basispakket. Als
dat een keuzemoment zou zijn, zouden heel veel mensen, ik denk wel 95%,
kiezen voor de tandarts en niet voor het operabezoek.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik was blij met het antwoord over de buffelboete. De PVV geeft aan dat
ze ziet dat het een fout is die gerepareerd moet worden. Ons voorstel
ziet erop om deze fout inderdaad te herstellen. Dat willen wij dekken
door de hoogsteschijfgrens iets minder te indexeren, zodat de mensen er
nog steeds iets op vooruit gaan, maar net ietsje minder. Is dat voor de
PVV een richting waar ze ook aan denkt en die ze zou kunnen steunen? Dat
antwoord is belangrijk, omdat er dan een meerderheid zou zijn voor dit
voorstel. Dan kunnen we voor heel veel mensen in Nederland die zich
zorgen maken omdat ze hun boodschappen niet kunnen betalen, het leven
een klein beetje beter maken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Zoals gezegd sta ik daar positief in, maar ik kan dat hier niet ter
plekke beslissen. Ik heb het amendement ook nog niet gezien. Ik moet nog
met de fiscaal woordvoerder en de fractie overleggen. Maar nogmaals, wij
hebben een positieve grondhouding.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Er gloort een meerderheid. Dank u wel.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Geen verdere vragen? Misschien heeft de voorzitter nog een vraag.
De voorzitter:
Er brandt mij van alles op de lippen, maar ik houd me in.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Een laatste kans.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van Eijk van de VVD is de volgende spreker.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ook al hebben we een demissionair
minderheidskabinet en staan er over vier weken verkiezingen voor de
deur, vandaag dragen wij een grote verantwoordelijkheid. Coalitie of
oppositie, het is onze taak te bespreken hoe we ons land het komend jaar
welvarend, vrij en veilig houden met echte oplossingen. We moeten de
mensen thuis laten zien dat we die taak serieus nemen. Juist nu is dat
belangrijker dan ooit.
Ik sta hier vandaag met een duidelijke boodschap. Ons beleid moet ervoor
zorgen dat de volgende generatie het beter krijgt dan wijzelf. Dat is de
kern van verantwoordelijkheid nemen voor onze kinderen en voor de
toekomst van ons land. Maar die ambitie staat onder druk. De kosten voor
wonen, energie en zorg lopen op. Rentelasten stijgen, de arbeidsmarkt is
onzeker en de overheid belooft vaak meer dan ze kan waarmaken. Steeds
meer mensen voelen dat ze de grip op hun eigen leven verliezen. De VVD
zegt: het kan anders. We kiezen voor beleid dat perspectief biedt, voor
gezinnen die hun kinderen een goede start willen geven, voor ondernemers
die werkgelegenheid en innovatie creëren, voor een overheid die klein,
sterk en voorspelbaar is, en voor gezonde overheidsfinanciën zodat we de
lasten niet doorschuiven naar generaties die nog moeten komen.
In deze Financiële Beschouwingen kiest de VVD voor een duidelijke
liberale koers. Hard werken moet weer lonen. Ondernemers moeten kunnen
ondernemen. De overheid moet terug naar haar kerntaken en onze financiën
moeten houdbaar blijven. Alleen zo kunnen we ervoor zorgen dat de
volgende generatie het echt beter krijgt dan wijzelf.
Ook in een demissionair kabinet moet verantwoordelijkheid worden
genomen. Voor burgers en ondernemers is financiële rust essentieel. Een
Miljoenennota van een demissionair kabinet is uitdagend. Toch vinden wij
het belangrijk dat het kabinet kan doorwerken en kan doen wat nodig is
voor mensen en bedrijven in dit land. Dat betekent: rust bewaren. De VVD
wil nu geen geld uitgeven zonder te weten hoe we dat in de toekomst
betalen. We schuiven de rekening niet door. We weigeren mee te gaan in
voorstellen die misschien lekker voelen, maar die laten zien dat men de
moed mist om echt keuzes te maken.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik hoor veel over perspectief. Ik hoor woorden die mij ook na aan het
hart liggen. Tegelijkertijd hebben mevrouw Van Eijk en wij allemaal
gestemd voor de ambitie dat dit kabinet ondanks z'n demissionaire status
— dat stond letterlijk in de motie — toch werk zou maken van scenario's
voor de grote vereenvoudiging, voor een grote verandering in ons fiscaal
systeem. U heeft daar ook voor gestemd. U heeft het over
verantwoordelijkheid nemen. Hoe taxeert u nu …
De voorzitter:
Hoe taxeert mevrouw Van Eijk.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Excuus, voorzitter. Hoe taxeert mevrouw Van Eijk dat deze motie nu niet
wordt uitgevoerd, ondanks het feit dat we er expliciet om hebben
gevraagd, ondanks de demissionaire status?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
De VVD wil dat werken echt meer gaat lonen. Ons huidige belasting- en
toeslagenstelsel met een wirwar aan heffingskortingen, afbouwpaden,
verschillende vermogensgrenzen en aftrekposten werkt niet heel erg goed.
Volgens mij staan we allemaal aan dezelfde kant. Aan de andere kant kun
je een grote hervorming in het belasting- en toeslagenstelsel en ook het
stelsel rond inkomensondersteuning — dat moeten we daarbij niet vergeten
— niet los van elkaar zien. Het past een demissionair kabinet niet om
daar nu hele concrete voorstellen voor te doen. Alle bouwstenen liggen
er. Alle rapporten zijn geschreven. Ik hoop oprecht dat een volgend
kabinet ons gaat helpen om die keuze samen te maken.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik constateer alleen dat ook de VVD expliciet aan het kabinet heeft
gevraagd om dat wél te doen. Nu er niet geleverd wordt, zeggen ze: het
is niet passend. Maar we hebben het expliciet gevraagd. Ik herken deze
analyse dus helemaal niet.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mevrouw Van Eijk zegt net: we schuiven de kosten niet door. Maar als ik
kijk naar wat het kabinet doet met het klimaatbeleid, dan zie ik het
volgende. Er wordt een indirecte kostencompensatie ingevoerd, een
accijnskorting op fossiele brandstof, het schrappen van de
CO2-heffing en de belasting op de productie van nieuw plastic
wordt afgeschaft. De Raad van State zegt: dit kabinet stelt uit, het
schuift het klimaatbeleid door, waardoor de klimaatdoelen uit het zicht
raken. Erkent mevrouw Van Eijk dat de klimaatdoelen uit het zicht raken
en dat er wel degelijk verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
De klimaatdoelen zijn ambitieus en uitdagend. Daar staan wij voor, maar
wij vinden ook dat bedrijven en inwoners het moeten kunnen meemaken. Dat
betekent dat je soms een pas op de plaats moet maken, het tempo moet
aanpassen en goed moet kijken wat al die maatregelen betekenen,
bijvoorbeeld voor ons vestigingsklimaat. Wat betekenen ze voor de
bedrijven die hier banen creëren, werkgelegenheid creëren en bijdragen
aan onze welvaart? Dus ja, klimaatdoelen zijn belangrijk. Die debatten
worden uitvoerig besproken met mijn collega Peter de Groot. Daar zullen
wij onze handen niet van aftrekken; daar blijven we ons voor inzetten.
Maar we gaan niet meemaken dat we al die bedrijven de grens over jagen
en daar uiteindelijk met z'n allen niks mee opschieten.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mevrouw Van Eijk zegt "de grens over jagen". Uit studies van het PBL
blijkt dat bedrijven liever hun bedrijfsvoering aanpassen dan dat ze
naar het buitenland gaan. Bovendien zijn het nu juist de meest
vervuilende bedrijven die op geen enkele manier een prikkel ervaren om
te verduurzamen. Als de VVD spreekt over de ambitie om de klimaatdoelen
te halen, waar blijkt die dan op dit moment uit?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Volgens mij is er naar aanleiding van de klimaatdoelen die er liggen en
de uitdaging om die te halen, een aanvullend pakket gepresenteerd. Dat
is gebeurd in het voorjaar, en ook nog bij deze Miljoenennota. Daar
zitten goede voorstellen bij. Die gaan we bij het Belastingplan nog
uitgebreid met elkaar behandelen. Ik hoop dat dat gaat opleveren wat we
er met elkaar van verwachten en hopen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit is geen antwoord op mijn vraag. Ik vraag om concrete maatregelen
waaruit blijkt dat we de ambities en de klimaatdoelen daadwerkelijk gaan
waarmaken. We hebben onder de verantwoordelijkheid van de VVD gezien dat
er jarenlang beloftes zijn gedaan dat de ambities overeind zouden
blijven, maar ik zie nu het volgende. Er komen fossiele subsidies bij.
Er is minder dan 5% kans dat de klimaatdoelen nog worden gehaald.
Kortom, ze zijn volledig uit zicht. De Raad van State zegt dat het
klimaatbeleid en de verantwoordelijkheid vooruit worden geschoven.
Erkent de VVD dat hier sprake is van vooruitschuiven en van een
afbraakbeleid, en dat de VVD gewoon niet levert als het gaat om het
halen van de klimaatdoelen?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Wij staan voor een realistisch klimaatbeleid. De doelstellingen staan
wat ons betreft overeind, maar de randvoorwaarden om daar te komen
moeten ook op orde zijn. Dat zijn ze op dit moment niet, en daar wordt
door dit kabinet keihard aan gewerkt.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik ontwaarde in de eerste woorden van mevrouw Van Eijk een bondgenoot,
toen ze zei dat we ons belastingstelsel flink moeten vereenvoudigen. De
wirwar aan heffingskortingen en afbouwpaden, ook bij de toeslagen,
moeten we echt herzien. Tegelijkertijd zie ik in de Miljoenennota en in
het Belastingplan van dit kabinet — dat komt in een keer uit de lucht
vallen — nogmaals een kleine verhoging van de arbeidskorting, die wordt
betaald door de verhoging van het belastingtarief op inkomen uit werk.
Daarmee voegen we toch alleen maar complexiteit toe? Dat wordt alleen
maar gedaan vanwege de fetisj van deze minister van Financiën voor de
arbeidskorting, en om een bepaald koopkrachtbeeld te realiseren. Dan
denk ik: dat is toch de verkeerde methode, waarmee je het
belastingstelsel nog ingewikkelder maakt in plaats van dat je toewerkt
naar een vereenvoudiging? Hoe beoordeelt mevrouw Van Eijk dat? Is zij
bereid een amendement mee in te dienen, om dat terug te draaien en het
tarief in de eerste schijf te verlagen?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
De heer Grinwis en ik vinden elkaar op het punt van de complexiteit van
ons belastingsstelsel. Er zijn heel veel knoppen waaraan gedraaid kan
worden. We weten allemaal dat koopkrachtplaatjes er echt toe doen. We
gebruiken ze allemaal om onze standpunten over de brug te brengen. Voor
ons staat bovenaan dat werkenden erop vooruit moeten gaan, en dat
werkenden er méér op vooruit moeten gaan dan uitkeringsgerechtigden. In
het huidige stelsel is — helaas, zeg ik erbij — een van de knoppen
waaraan nog gedraaid kan worden die van de arbeidskorting. In die zin is
dat dus een bewuste keuze, ja.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dan constateer ik dat, als het erop aankomt, al die grote mooie woorden
van de VVD over dat zij ook het stelsel willen vereenvoudigen, in the
end weinig waard zijn. Iedere keer kan de verleiding niet worden
weerstaan om toch weer aan zo'n knop te draaien, bijvoorbeeld aan die
van de arbeidskorting. Dat vind ik treurig.
Nog een andere vraag. Mevrouw Van Eijk zei: wij gaan vandaag als
VVD-fractie geen plannen steunen die geld kosten. Maar hoe zit het dan
met de plannen die in de Miljoenennota zijn opgenomen? Ik noem
bijvoorbeeld het eenmalig weer het blikje vooruitschoppen met betrekking
tot de benzineaccijns, waardoor die per 1 januari 2026 voor in totaal
1,7 miljard niet wordt verhoogd, dus de facto wordt verlaagd, ten
opzichte van het basispad. Dat wordt niet netjes volgend jaar betaald,
met een degelijke maatregel. Je moet tot 2032, 2033 vooruit in de tijd
voordat dat eenmalige cadeautje, dat eenmalige douceurtje is betaald.
Dat is toch geen ordentelijk begroten? Als het kabinet daar zo mee
omgaat en de VVD-fractie laat dat gebeuren, waarom dan op voorhand de
deur dichthouden naar de Kamer als het gaat om amendementen? Dat is toch
niet consequent?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik heb volgens mij niet gezegd dat ik de deur dichthoud voor
amendementen — dat heeft u mij niet horen zeggen — maar ik ben wel
principieel tegen een hele grote verbouwing zoals die twee jaar geleden
heeft plaatsgevonden en daar ga ik me fel tegen verzetten. Vandaar ook
die oproep, zowel aan oppositie als aan coalitie: laten we kijken waar
we elkaar kunnen vinden. Dus als er amendementen zijn om punten te
repareren die onbedoelde gevolgen hebben, dan gaan wij daar serieus naar
kijken. Maar ook daarbij geldt opnieuw: werken moet lonen, we gaan niet
verder nivelleren. Dus ik ga de uitdaging aan om te zoeken naar een
dekking die ons allemaal past, maar pas bij de behandeling van het
Belastingplan. Ik ga dat niet vandaag in een of andere wet amenderen,
want volgens mij is dat geen ordentelijke wetgeving.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat vind ik heel billijk. Zo zit ik ook in de wedstrijd. Ik vind niet
dat we nu op een achternamiddag even voor honderden miljoenen een
begroting moeten verbouwen, terwijl we die pas integraal gaan behandelen
na de verkiezingen. Dus daar ben ik het op zich mee eens. Maar het
andere punt uit mijn interruptie laat mevrouw Van Eijk liggen, namelijk
dat hier een gatenkaas voorligt in plaats van een degelijke begroting.
Er staat "verantwoord begroten" boven de Miljoenennota, maar het is toch
niet verantwoord om het benzineaccijnsblikje zo vooruit te schoppen en
dat pas in 2032, 2033 in zijn totaliteit te gaan betalen, of om hier een
asielbegroting neer te leggen met het duurste asielbeleid ooit, terwijl
er qua geld bijna niks meer beschikbaar is over een paar jaar? De
begroting rammelt aan alle kanten. Wil mevrouw Van Eijk daar eens op
reageren? Niet alleen omdat ik het zeg, maar ook omdat de Raad van State
hier de vinger bij legt, de Rekenkamer hier de vinger bij legt en tal
van deskundigen hier de vinger bij leggen. Dit is geen degelijke
begroting en dat kan de VVD toch niet accepteren?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Er ligt een nette begroting voor 2026. Het doorzetten van de korting op
de brandstofaccijns is een wens van de Kamer die in meerderheid is
gesteund. Het kabinet heeft die ingepast. Als je ziet dat er daarnaast
ook nog een aantal tegenvallers waren in 2026, bijvoorbeeld de
liquidatieverliesregeling en een aantal andere posten die we nu niet in
één keer kunnen invullen, die je niet in één jaar kan repareren, dan
denk ik dat dit kabinet met alles wat kan binnen de regels die we met
elkaar hebben afgesproken, iets heeft neergelegd wat wij in ieder geval
kunnen uitleggen. Hadden we dat liever anders gezien? Zeker, maar het is
een beleidsarme begroting; er wordt niet aan grote knoppen gedraaid en
dit is keurig ingepast wat ons betreft.
De heer Vijlbrief (D66):
Mevrouw Van Eijk noemde een aantal keren ondernemers. 90% van de
ondernemers in Nederland zegt ontevreden te zijn over de stabiliteit en
continuïteit en 80% zegt dat er te weinig oog is voor hen. Rekenen
mevrouw Van Eijk en de VVD dat zichzelf aan?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Nee, dat reken ik ons niet aan. Volgens mij vecht mijn fractie in ieder
debat voor ondernemers en staan we daar vierkant voor. We hebben de
ellende uit 2023, waarin er in een nacht voor miljarden is verbouwd en
de lasten bij het bedrijfsleven zijn neergelegd, in het
hoofdlijnenakkoord gerepareerd. Dus we hebben vooral moeten terugroeien.
Ik probeer dat nu met alle macht te voorkomen en ik hoop een meerderheid
in deze Kamer met mij. Daar vechten wij voor, dag in, dag uit. Ik kom
daar later in mijn inbreng nog op terug. Ik ben op pagina 2 van de
8.
De heer Vijlbrief (D66):
We rekenen op de rest. Ik ga toch nog wat vragen hierover, want
diezelfde ondernemers zeggen dat ze bijzonder ongelukkig zijn met de
bezuinigingen op innovatie, onderwijs en wetenschap van dit kabinet. Dus
ik kan erop rekenen dat als ik straks een motie indien waarin ik zeg
"daar moeten we vooral niet mee doorgaan", de VVD dat zal steunen?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik ga horen van de heer Vijlbrief waar hij straks mee gaat komen. Als
het gaat om het aanjagen van innovatie en het wellicht inzetten van een
aantal instrumenten, zoals een investeringsmaatschappij, of kijken hoe
start-ups en scale-ups hun volgende fase in kunnen gaan, hoe we dat
kunnen faciliteren, vergemakkelijken en de randvoorwaarden daarvoor
kunnen creëren, dan gaan wij daar serieus naar kijken.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat klinkt me als muziek in de oren.
De heer Flach (SGP):
Werken moet wat de SGP betreft lonen. Dat is wat anders dan wat ik de
VVD hier hoor zeggen, namelijk dat werken altijd meer moet lonen dan een
uitkering. Het plan op dit punt ken ik uit de plannen van de VVD. Dat
betekent dat uitkeringen altijd minder snel zullen stijgen dan de
inkomens voor werkenden. Het pikante is dat de AOW daar dan van
uitgezonderd is, terwijl die er juist voor alle inkomensgroepen is. Wat
is dan de boodschap van de VVD aan de mensen in de meest kwetsbare
inkomenspositie, die niet kúnnen werken en die aangewezen zijn op zo'n
uitkering? De VVD zegt dan toch eigenlijk dat zij zich richten op de
werkenden, op de mensen die wel mee kunnen komen, en dat ze de rest
langzaam, maar stapje voor stapje, steeds verder achterlaten?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Het klopt niet helemaal wat de heer Flach zegt. Ik denk dat hij een
belangrijk onderdeel weglaat. Als wij zeggen dat werken moet lonen, dat
werken meer moet lonen en dat we willen dat werkenden er meer op
vooruitgaan dan uitkeringsgerechtigden, dan zeggen wij daar altijd bij
dat dat ook geldt voor degenen die hard gewerkt hebben en voor degenen
die niet kúnnen werken. U zult ons altijd aan uw zijde vinden bij dat
sociale vangnet, om te zorgen dat die mensen er niet op
achteruitgaan.
De heer Flach (SGP):
Dat stond volgens mij niet zo in de plannen voor werkend Nederland, die
de VVD enige tijd geleden heeft gepresenteerd. Ik zou dan vragen: wat
blijft er dan nog over? Wat er dan overblijft, zijn de mensen die wel
kunnen werken, maar die dat niet willen. In mijn ogen zijn die mensen er
niet heel veel meer. We komen allebei uit gemeenteland. Iedereen die
maar enigszins uit de voeten kan en die fatsoenlijk uit z'n woorden kan
komen, heeft inmiddels een baan. De mensen die nu nog thuiszitten,
hebben over het algemeen een bepaalde beperking waardoor dat niet
kan.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Wij zullen er altijd voor zorgen dat de mensen die niet kúnnen werken
ondersteund worden. Ik deel de opvatting van de heer Flach dat de
afgelopen jaren de omvang van de bijstand, zoals we die ooit kenden,
sterk is toegenomen. Dat betekent ook dat de mensen die nu nog in de
bijstand zitten, moeilijker bemiddelbaar zijn. Laten we vooral kijken
wat die mensen wél kunnen, en hoe we die mensen ook heel gericht kunnen
helpen. Ik denk dat mensen dan echt wel in staat zijn om te gaan werken
en er daarmee ook op vooruit te gaan.
Voorzitter. Ondernemers hebben zekerheid nodig. Te vaak zien we dat het
tegenovergestelde gebeurt. Ik noemde het zojuist al. Bij de kabinetsval
in 2023 werden maatregelen doorgevoerd die ons ondernemings- en
vestigingsklimaat beschadigden. Dat hebben we in het hoofdlijnenakkoord
gelukkig grotendeels terug kunnen draaien. Maar telkens weer zien we
hetzelfde patroon. Bezuinigingen worden geschrapt. In meerderheid worden
ongedekte moties gesteund. Dat kunnen we ons niet permitteren, niet in
deze laatste week voor het reces en straks ook niet bij het
Belastingplan. Laten we onze verantwoordelijkheid nemen en de rust
bewaren.
In aanloop naar deze beschouwingen is er gespeculeerd over hoe partijen
gaan voldoen aan de NAVO-norm voor onze defensie-uitgaven. Op 10 oktober
zal duidelijk worden welke partijen zich niet alleen committeren aan de
3,5%, maar ook boter bij de vis doen. We moeten eerlijke keuzes maken,
zodat de kiezer op 29 oktober weet waar hij of zij voor kiest.
Er werd de laatste weken ook gespeculeerd over nieuwe belastingen die
andere partijen zouden willen invoeren om de defensie-uitgaven te
betalen. Het CDA spreekt bijvoorbeeld over een "vrijheidsbijdrage" en
GroenLinks-PvdA over een "solidariteitsbijdrage". Dit klinkt sympathiek,
maar laten we helder zijn: dit zijn lastenverzwaringen. De VVD is
daartegen. Want hoe je het ook noemt, "solidariteitsbijdrage" of
"vrijheidsbijdrage", het blijft hetzelfde: meer belasting heffen. En dat
juist in een tijd waarin Nederlanders snakken naar rust in hun
portemonnee. Mensen die werken, een huis proberen te kopen of een gezin
draaiende proberen te houden, krijgen al te vaak de rekening
gepresenteerd. Ondernemers die banen creëren, zien elk jaar weer nieuwe
lasten op zich afkomen.
Dit is niet het moment om de belastingdruk verder op te voeren. Een
extra bijdrage klinkt misschien als een kleine correctie aan de
bovenkant, maar de werkelijkheid is anders. Dit soort maatregelen
sijpelt altijd door naar de middeninkomens en het mkb. Dat zijn de
gezinnen, die nu al worstelen met hoge woonlasten en stijgende prijzen.
Dat zijn de ondernemers die de motor vormen van onze economie. Hen
verder belasten betekent minder ruimte om te investeren, om personeel
aan te nemen en om te innoveren.
Daar komt bij dat Nederland internationaal al hoog scoort op het gebied
van belastingen. Onze concurrentiekracht staat onder druk. Bedrijven die
hier investeren, banen scheppen en belasting betalen, hebben stabiliteit
nodig en niet telkens een nieuw label voor een hogere aanslag.
De VVD kiest voor een andere koers. Geen nieuwe lastenverzwaringen. Geen
nieuwe bijdragen die in werkelijkheid gewoon extra belastingen zijn. We
kiezen voor lastenverlichting waar het kan, voor rust in de portemonnee
en voor een overheid die eerst orde op zaken stelt. In plaats van nog
meer geld op te halen bij burgers en bedrijven moet de overheid zelf
efficiënter en kleiner worden. Daarom zegt de VVD duidelijk: we gaan de
lasten niet verhogen. Onze inzet is helder: hard werken moet lonen,
ondernemers moeten kunnen ondernemen en de overheid moet haar eigen huis
op orde brengen in plaats van telkens naar de belastingbetaler te
grijpen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Het is een ronkend verhaal, en toch. Volgens mij
wordt er wel degelijk een bijdrage gevraagd en nog een forse ook. De
pensioenleeftijd stijgt bij de VVD sneller dan in het basispad. Later
met pensioen gaan lijkt mij een vreselijk grote bijdrage om op te
pakken. Bovendien heeft de VVD de neiging om aan die arbeidskortingsknop
te blijven draaien, waardoor ook gepensioneerden, die hun hele leven
hard gewerkt hebben, er toch weer op achteruitgaan op het moment dat je
dat afzet tegen de inkomstenbelasting. Mijn vraag is dus heel duidelijk:
hoe kijkt mevrouw Van Eijk naar die bijdrage als gevolg van de verhoging
van de pensioenleeftijd? Hoe rijmt ze dat met de structurele manier van
het inzetten van de arbeidskorting, zodat gepensioneerden er minder op
vooruitgaan of erop achteruitgaan in verhouding tot werkenden?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Het beeld dat de heer Kouwenhoven hier schetst, herken ik niet. Zeker
niet als het gaat om de koopkrachtplaatjes in 2026, waarin je ziet dat
gepensioneerden er veruit het meest op vooruitgaan, ondanks dat ook de
knop van de arbeidskorting wordt gebruikt. Daar moet de heer
Kouwenhoven, denk ik, dus ook het eerlijke verhaal over vertellen. Als
je naar de toekomst kijkt en je ziet de enorme toename van aan
vergrijzing gerelateerde uitgaven op zorg, op AOW et cetera, dan snapt
iedereen dat we iets moeten doen om die schuld niet verder te laten
oplopen en bij anderen, de volgende generatie, neer te leggen. Wat wij
dus inderdaad zeggen is: kijk goed naar de levensverwachting, die steeds
verder omhooggaat. Wij zijn bereid om die pensioenleeftijd daarop aan te
passen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik heb eigenlijk een ander soort vraag. Ik ken het verhaal van de VVD.
Het is ook een heel herkenbaar verhaal, dat is altijd mooi. Ik weet
echter ook dat er fors gekeken wordt naar het snijden in sociale
zekerheid, als ik het verkiezingsprogramma tenminste mag geloven. Ik
snap dat je keuzes moet maken, en die keuzes zijn ook niet makkelijk,
maar fors snijden bij mensen die het wat minder kunnen lijden, betekent
wellicht ook dat mensen weer door het ijs gaan zakken en dat we hier
over twee jaar weer staan te roepen om allerlei compenserende
maatregelen om gaten te dichten. Is mevrouw Van Eijk niet bang dat, door
nu aan de ene kant veel te hard in te grijpen, aan de andere kant de
problemen zich ontzettend hard opstapelen en de financiën per saldo
helemaal niet beter worden?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Mevrouw Inge van Dijk suggereert dat het gaat om te hard ingrijpen. Wat
wij gaan doen om de Defensie-uitgaven keurig te dekken is wel scherpe
keuzes maken. Scherpe keuzes maken betekent ook iets voor de sociale
zekerheid en betekent ook iets voor de zorg.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Wij snappen heel goed dat er scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Als
je gewoon een doorkijk maakt, zullen wij allemaal scherpe keuzes moeten
maken. Dat gaat ook absoluut niet makkelijk worden. Mijn vraag is
eigenlijk: is de VVD niet bang dat door nu te scherpe keuzes te maken,
de mensen het niet mee kunnen maken en we hier vervolgens weer allemaal
staan te roepen dat er gecompenseerd moet worden? Dan lossen we de
financiën op de lange termijn niet op, maar zijn we eigenlijk weer
nieuwe gaten aan het creëren.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik denk dat we dat debat nog uitgebreid met elkaar gaan voeren, over hoe
de Defensie-uitgaven gedekt gaan worden en welke keuzes de verschillende
partijen gaan maken. Als je kijkt naar de stijgende kosten, zowel in de
sociale zekerheid als in de zorg, zie je dat je sowieso moet ingrijpen
en ombuigen om het niet volledig uit de hand te laten lopen. Na 10
oktober gaan we zien welke maatregelen wij daarvoor denken te treffen.
Ik denk dat dat verstandig beleid zal zijn.
Voorzitter. Het begint bij de portemonnee van de Nederlanders, want
zonder koopkracht geen perspectief. Zonder financiële zekerheid geen
vertrouwen. Hardwerkende mensen verdienen dat hun inspanningen zichtbaar
zijn in wat er onder de streep overblijft. De VVD wil hun portemonnee
beschermen. Voor miljoenen huishoudens is de hypotheekrenteaftrek
cruciaal. Voor starters gaat het vaak om zo'n €400 per maand: het
verschil tussen wel en niet rondkomen. Het zijn geen villasubsidies. Het
gaat om normale gezinnen met normale banen. Afschaffing zou starters en
jonge gezinnen keihard raken en nieuwbouw verder afremmen. Voor de VVD
staat de hypotheekrenteaftrek als een huis. De echte oplossing voor het
woningtekort is bouwen, niet het afpakken van zekerheid. Mensen die
zuinig leven, jarenlang belasting betalen en iets willen nalaten aan hun
kinderen, verdienen respect. Een hogere erfbelasting treft juist
gezinnen met een middeninkomen die hun huis hebben afbetaald of wat
spaargeld hebben opgebouwd. Voor de VVD is het simpel: beloon
verantwoordelijkheid, bestraf het niet. Daarom zeggen wij: geen hogere
erfbelasting.
Veel Nederlanders zijn afhankelijk van de auto voor werk, school of
mantelzorg. De accijnsverlaging betekent op een volle tank algauw €10.
Voor een tweeverdienersgezin kan dat oplopen tot meer dan €700 per jaar.
Dat is geen luxe, dat is pure noodzaak. Daarom is de VVD blij dat de
accijnsverlaging wordt verlengd en dat automobilisten niet nog zwaarder
worden belast.
De energierekening blijft een grote zorg. Daarom kiest de VVD voor
lagere energiebelastingen en structureel betaalbare stroom. Met vier
nieuwe kerncentrales maken we Nederland onafhankelijker, duurzamer en
goedkoper. Dat is goed voor het klimaat en de portemonnee.
Voor gezinnen is zekerheid net zo belangrijk. Bijna gratis kinderopvang
helpt ouders om arbeid en zorg te combineren, vergroot kansen voor
kinderen en maakt werken aantrekkelijker. Dat is sociaal en economisch
verstandig. Daarom blijft de VVD hier vol achter staan.
Voorzitter. In de bijlage bij de Miljoenennota zien we tabellen over
marginale druk, maar die geven een onvolledig beeld. Alleen landelijke
regelingen zijn meegenomen. Gemeentelijke lasten en lokale regelingen,
die voor veel huishoudens juist zwaar wegen, ontbreken. Dan krijg je
geen eerlijk beeld van het besteedbaar inkomen en weet je dus ook niet
hoe sterk de prikkel om te werken is. Daar ligt een opdracht: als we
willen beoordelen of werken loont, moet het hele plaatje op tafel komen.
Alleen dan kunnen we eerlijk spreken over koopkracht en alleen dan maken
we beleid dat klopt. Kan de minister toezeggen dat de Kamer overzichten
van de marginale druk ontvangt waarin gemiddelden van lokale regelingen
ook worden meegenomen? De VVD kiest voor die eerlijkheid. Als er
knelpunten zijn, moeten we kijken hoe we deze kunnen oplossen. En dat
kan niet ten koste gaan van werkenden, zeg ik er maar meteen bij.
Voorzitter. De VVD maakt zich zorgen over het verhogen van het forfait
in box 3 voor overige bezittingen. Onder anderen particuliere
verhuurders worden hierdoor extra belast, terwijl zij juist investeren
in de woningvoorraad en beschikbaarheid van betaalbare huur. Dit kan het
investeringsklimaat aantasten en het aanbod van woningen beperken. In de
Miljoenennota is de derving door de D-dayarresten ingeschat op ruim 6
miljard euro tot en met 2024 en zeker 2 miljard euro daarna. Hoewel dit
bedrag op EMU-basis in 2024 is verwerkt, moeten we ons realiseren dat de
daadwerkelijke terugbetalingen pas sinds deze zomer digitaal kunnen
worden aangevraagd. Per saldo leiden deze terugbetalingen tot lagere
belastingopbrengsten, maar op EMU-basis niet, zolang ze binnen de raming
blijven. De VVD vraagt zich af of het forfait in box 3 in '26 en '27 nu
niet onnodig wordt verhoogd, terwijl de daadwerkelijke kasuitgaven lager
uitvallen. Kan de staatssecretaris toelichten welke mogelijkheden er
zijn om de voorgestelde verhoging te matigen? En hoe staat het met de
uitvoering van de aangenomen moties bij de Wet tegenbewijsregeling box
3?
Voorzitter. Nederland leeft van zijn ondernemers, van de bakker op de
hoek tot de techstarter in Eindhoven, en van het familiebedrijf in
Twente tot de grote havenbedrijven in Rotterdam. Zij zijn de motor van
onze economie. Dankzij hun inzet hebben miljoenen Nederlanders werk en
kunnen we investeren in zorg, onderwijs en veiligheid. Maar te vaak
voelen ondernemers zich in de afgelopen jaren behandeld als pinautomaat,
met de ene na de andere lastenverzwaring, met een woud aan regels en met
beleid dat te vaak verandert. Ondernemen wordt ontmoedigd in plaats van
aangemoedigd. Dat moet anders. De VVD kiest voor ruimte en vertrouwen,
voor een aantrekkelijk ondernemings- en vestigingsklimaat waarin
bedrijven durven te investeren en groeien. Want pas als geld verdiend
is, kan het worden uitgegeven. En alleen als we hier een sterke economie
houden, kunnen we onze middenklasse en onze veiligheid beschermen.
Voor het mkb betekent dit minder regeldruk, voorspelbaar beleid en niet
morrelen aan ondernemersregelingen, zoals de mkb-winstvrijstelling. Voor
zelfstandigen betekent dit eindelijk zekerheid. Het wachten op
duidelijkheid over hun positie duurt veel te lang. Voor de grote
bedrijven in onze basisindustrie betekent dit stabiliteit in beleid.
Onze industrie behoort tot de schoonste ter wereld en is cruciaal voor
banen, innovatie en onze strategische onafhankelijkheid. Laten we trots
zijn op deze bedrijven in plaats van ze weg te jagen. Geen plotselinge
lastenverzwaringen en geen grillige koerswijzigingen. Voor start-ups en
scale-ups betekent dit ruimte om te groeien en talent aan te trekken.
Dankzij de inzet van de VVD wordt medewerkersparticipatie
aantrekkelijker gemaakt en is de expatregeling hersteld. De innovatiebox
en de WBSO zijn bewezen successen die innovatie stimuleren en Nederland
internationaal concurrerend houden. Afbouw of uitholling van deze
regelingen zou funest zijn.
Voorzitter. De overheid is log en groot geworden. Ze bemoeit zich met
bijna alles in het leven van mensen, maar is het leven daarmee ook beter
geworden? Nee. Dat moet anders. Dat betekent een overheid die simpeler,
moderner en effectiever is.
Loketten moeten bereikbaar zijn op de momenten waarop hardwerkende
Nederlanders tijd hebben. Voorzieningen moeten betaalbaar blijven voor
de toekomst. De overheid moet sterk zijn waar dat nodig is en klein waar
dat kan. De afgelopen jaren hebben we gezien wat er misgaat als de
overheid te groot en te complex wordt. De toeslagenaffaire heeft diepe
wonden geslagen. Burgers werden kapotgemaakt door een overheid die
wantrouwde in plaats van vertrouwde. De VVD wil een overheid die zich
richt op haar kerntaken, zoals een sterke krijgsmacht, zorgen voor goede
randvoorwaarden voor ondernemerschap en werkgelegenheid, maar ook zorg
voor mensen die het echt niet zelf kunnen. Minder overheid waar het kan,
meer samenleving waar het hoort. Digitalisering kan daarbij helpen. In
Estland duurt de belastingaangifte vijf minuten. Waarom hier niet? Slim
digitaliseren bespaart miljarden en geeft burgers vertrouwen. Een kleine
overheid is geen zwakke overheid. Integendeel, een sterke overheid doet
wat nodig is en laat de rest over aan mensen en bedrijven. Dat is het
liberale uitgangspunt van de VVD.
Dit kabinet presenteert een korting van 1 miljard op het apparaat, maar
de fundamentele keuzes die ervoor zorgen dat we deze korting structureel
realiseren, lijken nog altijd te ontbreken. Waar wordt die besparing
gerealiseerd? Welke taken vervallen? We zien de kosten voor eigen
personeel stijgen en de kosten voor externe inhuur blijken jaar op jaar
hoger uit te vallen dan begroot. De VVD wil duidelijkheid: hoe gaat het
kabinet ervoor zorgen dat de overheid echt kleiner en effectiever wordt?
En komt er nog dit jaar een concreet plan, zodat de burgers niet betalen
voor een log apparaat, maar profiteren van een overheid die doet wat
nodig is, en niet meer dan dat?
Voorzitter. Gezonde overheidsfinanciën zijn de basis van een stabiele
samenleving. Sinds 2020 zijn de uitgaven fors gestegen. Dat was in
crisistijd vaak begrijpelijk, maar nu is het tijd voor discipline. Voor
de VVD is het helder: geen nieuwe lastenverzwaringen maar scherpe
keuzes, een kleine overheid, minder subsidies en meer ruimte voor eigen
initiatief. Dat is geen hardvochtigheid, maar verantwoordelijkheid
nemen, voor de toekomst van ons land. De rentelasten zijn inmiddels
opgelopen tot meer dan 10 miljard euro per jaar. Dat is geld dat we niet
aan zorg, onderwijs of veiligheid kunnen besteden. De inzet om schulden
niet verder te laten oplopen en waar mogelijk af te bouwen, steunen wij.
Iedere euro die we niet aan rente betalen is een euro die wél naar de
samenleving kan. Daarbij moeten we eerlijk zijn over de
begrotingsregels. Het aanpassen van de regels creëert geen echte extra
ruimte. Stelt u zich voor dat een gezin elke maand strak moet rondkomen.
Alleen door minder uit te geven of meer inkomsten te hebben, kunnen ze
sparen voor grote uitgaven. Zo werkt het ook voor de overheid. Ruimte
voor hoge investeringen ontstaat wat ons betreft alleen door te
bezuinigen op consumptieve uitgaven. De VVD is voor een eerlijke aanpak:
structurele keuzes maken, zodat investeringen betaalbaar en verantwoord
blijven voor zowel burgers als ondernemers.
Dan de onderuitputting en kasschuiven. We zien dat er miljarden worden
doorgeschoven naar latere jaren. Per saldo gaat het om 3 miljard uit '25
en nog eens 100 miljoen uit '26. Daarnaast rekent de begroting op
miljarden aan onderuitputting, waarvan nog altijd 6 miljard in '25 en
bijna 8 miljard in '26 moet worden gerealiseerd. Onderuitputting laat
zich niet eindeloos inboeken. We willen een realistische begroting.
Graag een reactie van de minister op dit punt en een toelichting op de
risico's.
Voorzitter, mijn laatste punt. De VVD hecht ook eraan dat gemeenten
voldoende ruimte en autonomie krijgen om hun middelen naar eigen inzicht
in te zetten. Gemeenten ontvangen 728 miljoen compensatie voor de
incidentele tekorten in de jeugdzorg in '23 en '24. De vraag aan de
regering is of deze middelen ook benut kunnen worden voor andere
uitgaven die in die jaren onder druk stonden door de financiële
problematiek in de jeugdzorg. Daarnaast pleit de VVD ervoor dat
gemeenten, net als het Rijk, de mogelijkheid krijgen om te werken met
een stelpost onderuitputting. Dit geeft flexibiliteit om budgetten
realistisch te plannen en tijdelijke financiële ruimte te benutten
wanneer uitgaven lager uitvallen dan geraamd. We vragen de regering om
hierover duidelijke afspraken te maken met de provincies, de financieel
toezichthouder, zodat gemeenten deze middelen effectief kunnen inzetten
voor lokale prioriteiten en de continuïteit van structurele
voorzieningen. De aangenomen motie-Aukje de Vries die hiertoe oproept,
is helaas nog niet uitgevoerd.
Voorzitter. Uiteindelijk gaat het om vertrouwen geven aan de mensen die
ons land draaiende houden. Dat doen we door hun portemonnee te
beschermen, door te zorgen dat werken weer loont, door ondernemers de
ruimte te geven en door een overheid te bouwen die kleiner, sterker en
betrouwbaarder is. Dat doen we door onze financiën op orde te houden met
discipline en verantwoordelijkheid. Alleen zo kunnen we de liberale
belofte waarmaken dat de volgende generatie het beter krijgt dan
wijzelf.
Dank u wel.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Tony van Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De VVD zit nu ongeveer vijftien jaar in het landbestuur, aan de knoppen.
Ik hoor ze elke keer zeggen: kleinere overheid, kleinere overheid,
kleinere overheid. Toch is in die vijftien jaar de overheid, vooral de
rijksoverheid, met al die rijksambtenaren die hier rond het Binnenhof
cirkelen, alleen maar meer, meer, meer geworden. Er zijn 50.000
ambtenaren meer dan tien jaar geleden; de overheid is van 100.000 naar
bijna 160.000 ambtenaren gegroeid. Wat is nu het plan erachter? Is "een
kleinere overheid" holle retoriek of zit er iets van een visie achter,
van: dit gaan we doen en daardoor wordt de overheid echt kleiner? Ik wil
namelijk ook een kleinere overheid. Maar ik vraag me af hoe de VVD dat
dan eigenlijk voor zich ziet als ze dat al vijftien jaar roept.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Een goede vraag van de heer Tony van Dijck. We zien met z'n allen dat de
overheid steeds groter wordt, dat er meer kosten zijn voor personeel en
dat de externe inhuur niet echt wordt teruggedrongen. Volgens mij zien
we de afgelopen jaren ergens wel een trappetje naar beneden; het lijkt
te lukken. Maar we stellen met elkaar vast dat het tot nu toe niet is
gelukt. Wij pleiten wel voor een sterke, effectieve overheid. Dat is ook
een zuinige overheid en een overheid die zich richt op kerntaken. Dat
vraagt om politieke keuzes.
In ons verkiezingsprogramma heeft u kunnen lezen hoe wij dat willen gaan
doen. Ik heb net in mijn inbreng die kerntaken ook benoemd: een sterke
krijgsmacht, de juiste randvoorwaarden om ondernemers de ruimte te geven
om te ondernemen en een sociaal vangnet voor de mensen die dat echt
nodig hebben. Dat betekent dus ook dat het op het gebied van zorg ergens
iets minder zal moeten, dat het op het gebied van sociale zekerheid
ergens iets minder zal moeten, dat er keuzes moeten worden gemaakt op
het gebied van ontwikkelingssamenwerking en dat we moeten blijven werken
aan grip op asiel en het terugbrengen van de instroom.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dat het hier en daar wat minder moet, geloof ik wel. Maar de vraag is:
hoe gaan we voorkomen dat er elke keer rijksambtenaren worden
aangenomen? Het zijn er 50.000 in tien jaar tijd, een groei van een
derde van het hele ambtenarenapparaat! Het zijn vooral
communicatiemedewerkers en beleidsmedewerkers. U bent ook voor minder
regels. Nou, neem een batterij ambtenaren aan en je krijgt meer regels!
Ze zitten namelijk de hele dag na te denken: hoe maak ik weer een nieuwe
regel? Met andere woorden: we willen minder regels, we willen minder
ambtenaren, maar toch, op de een of andere manier lukt het niet.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Volgens mij ligt er inmiddels een hele concrete agenda voor regeldruk.
Die heeft minister Karremans gepresenteerd. Ik heb er het volste
vertrouwen in dat we erin slagen om er in ieder geval eens een keer goed
doorheen te gaan en de nodige regels te schrappen. Dat zal ongetwijfeld
leiden tot minder ambtenaren en ook minder gedoe voor ondernemers. Dus
volgens mij vinden wij elkaar daarin. Over de taakstelling voor het
ambtenarenapparaat, onderdeel van het hoofdlijnenakkoord, waar wij
allebei de handtekening onder hebben gezet, heb ik net dezelfde vraag
aan het kabinet gesteld als de heer Tony van Dijck heeft gesteld. Ik
kijk dus uit naar het antwoord van de minister op dit punt.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik hoor mevrouw Van Eijk net zeggen dat de VVD wil dat werken weer gaat
lonen. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar de VVD heeft ook in het
verkiezingsprogramma staan dat mensen die vanuit de bijstand weer aan
het werk gaan en daar financieel op achteruitgaan, gedurende een
halfjaar gecompenseerd moeten worden. Ik wil daar toch even bij
stilstaan, want het betekent dus dat werken niet loont, als je thuis op
de bank zit, weer aan het werk gaat en er dan financieel op achteruit
kunt gaan. Is mevrouw Van Eijk het met Forum voor Democratie eens dat de
oplossing, die compensatie, eigenlijk een doekje voor het bloeden is,
een pleister op een structureel probleem, en dat we er op een andere
manier voor zullen moeten zorgen dat werken weer gaat lonen, namelijk
door de belastingen te verlagen?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Als het gaat om "werken moet lonen" en het verlagen van de belastingen,
vinden we elkaar. Maar misschien heeft mevrouw De Vos net het deel van
het debat gemist waarin het juist ook ging over de bijstand. In de
afgelopen jaren is het aantal mensen in de bijstand sterk afgenomen.
Tegelijkertijd betekent dat dat er voor de mensen die nog in de bijstand
zitten, een veel stevigere inspanning moet worden gedaan. De angst bij
mensen is dat gaan werken of meer gaan werken, niet loont. Dat komt ook
door de complexiteit van ons belastingen- en toeslagenstelsel. Om die
angst weg te nemen en mensen toch die prikkel te geven, toch aan te
jagen dat ze die stap maken, zodat ze zullen ervaren dat werken wel
degelijk loont en dat meedoen in de samenleving heel veel meerwaarde
heeft, zit bij ons die prikkel in ons programma.
Mevrouw De Vos (FVD):
Maar het is geen angst of een ervaring. Als je vanuit de bijstand weer
aan het werk gaat, is het de realiteit dat je er financieel op achteruit
kunt gaan. De oplossing daarvoor is dat je de inkomstenbelasting
verlaagt, zodat het daadwerkelijk gaat lonen om te werken. Dus nogmaals
mijn vraag: deze oplossing, om dit dan maar een halfjaar te compenseren,
is toch op geen enkele manier een structurele oplossing voor het
probleem dat werken op dit moment in Nederland niet loont?
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Een structurele oplossing voor "werken moet lonen en meer werken moet
meer lonen" zit in een hervorming van ons belasting- en
toeslagenstelsel. We staan er met z'n allen voor aan de lat om daar ook
keuzes in te maken. Ik herken het beeld niet dat vanuit de bijstand aan
het werk gaan per definitie niet loont. Er zijn genoeg berekeningen
waaruit blijkt dat dat wel degelijk het geval is. Mensen zijn alleen
angstig en onzeker over de toeslagen en over de kortingen et cetera.
Laten we die angst wegnemen en laten we mensen laten ervaren dat aan het
werk gaan wel degelijk loont. Om dat te overbruggen willen wij die
prikkel geven.
Mevrouw De Vos (FVD):
Nogmaals, het is geen angst of een ervaring. Door in haar
verkiezingsprogramma te zetten dat ze het zullen compenseren als iemand
erop achteruitgaat, erkent de VVD dat die achteruitgang er wel degelijk
is. Dat zal misschien niet voor iedereen gelden, maar voor een
significant aantal dus blijkbaar wel. Ik vind het heel treurig om te
constateren dat onder het VVD-beleid van de afgelopen vijftien jaar de
lastendruk voor Nederlanders alleen maar verder is gestegen, dat het nu
niet loont om te gaan werken en dat de oplossing van de VVD dus is om
een pleister op deze wond te plakken in plaats van die gewoon echt te
genezen en het op te lossen.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik deel de conclusie van mevrouw De Vos niet op dit punt. Werken moet
lonen en meer werken moet meer lonen. De oplossing daarvan zit in een
hervorming van het belasting- en toeslagenstelsel. Zeker ook aan mensen
die nu in de bijstand zitten zou ik de oproep willen doen: pak het aan,
ga aan het werk en u gaat ervaren dat u er wel degelijk op vooruit kan
gaan.
De voorzitter:
Hartstikke mooi. Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Klaver
van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik zie al de teleurgestelde reacties omdat ik hier vandaag
sta. Het spijt me, maar Tom van der Lee is ziek. Ik wens hem vanaf deze
plek ook heel veel beterschap. Meneer Van Dijck, u zult het vandaag met
mij moeten doen. Nu hoor ik de heer Dijk ook roepen, maar bij u moet ik
gelijk aan andere dingen denken.
De voorzitter:
We gaan weer terug naar het onderwerp, stel ik voor.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ja, zeker. Ik word volgend jaar 40. Ja. Dus mijn kinderen noemen mij
inmiddels "dinosauriër" en "antiek". Dat doet soms wat pijn. Maar waarom
deel ik dit met u? Ik ga verwijzen naar vroeger in mijn bijdrage. Dat
krijg je als je 40 wordt. Maar dat vroeger is eigenlijk nog helemaal
niet zo heel lang geleden. Ik weet namelijk nog dat toen ik jong was, de
post bij ons werd bezorgd door een man in een bruin pak met van die rode
letters op zijn pak. Hij was van PTT Post. Deze man bracht bij ons de
post rond, zoals dat overal in Nederland gebeurde. We hadden ook nog van
die mooie rode brievenbussen. Deze man kon rondkomen van één inkomen.
Dit was de middenklasse in Nederland. Ik ga het niet allemaal mooier
maken dan het is. Het was echt geen vetpot, maar deze man kocht een plek
om te wonen. Hij had een huis. Met één inkomen kon dit gezin rondkomen.
Er was soms zelfs de ruimte om op vakantie te gaan. Het is minder dan 40
jaar geleden dat dat in Nederland gebeurde. In de tussentijd heb ik het
land zien veranderen. De postbode, zoals we die toen noemden, werd een
postbezorger. Dat werd iemand die niet meer dat vaste contract had. Het
werd niet meer mogelijk om rond te komen van dat ene inkomen.
Toen ik heel jong was, was je arm als je een uitkering had. We wisten:
als je in dit land een uitkering hebt, dan ben je arm. Dan is het gewoon
geen vetpot. Dan heb je eigenlijk niks te makken. We hadden toch een
soort van afspraak — een sociaal contract, zouden sommigen zeggen — dat
we goed voor deze mensen zorgen. Maar in de afgelopen 40 jaar was je
niet alleen maar arm als je in een uitkering zat. Steeds meer mensen
zijn arm terwijl ze werken. We hebben er een begrip voor gekregen:
werkende armen. Laat dat op je inwerken. Je hebt een baan, maar het is
toch onmogelijk om rond te komen. In Nederland gaat het volgens de
officiële definitie inmiddels om 200.000 mensen. En we weten allemaal
dat het over veel meer mensen gaat die, ondanks dat ze werken, maar
moeilijk kunnen rondkomen.
De onvrede waarover we vaak spraken in dit parlement en die breed,
breed, in Nederland leeft, komt hieruit voort, dat het leven voor veel
mensen onbetaalbaar is geworden. Deze postbode wist dat de toekomst van
zijn kinderen beter zou worden dan zijn eigen leven was, maar heel veel
mensen in dit land weten dat niet meer zeker. Er wordt dan gedaan alsof
deze mensen zich massaal alleen maar zorgen maken over migratie of over
massamigratie. Dat is niet het geval. Er zijn partijen in dit parlement,
de populisten daar ter rechterzijde, die proberen te doen alsof alles de
schuld is van migratie. Alles. Dat vind ik eigenlijk niet eens zo erg,
want dat doen ze al twintig jaar. Daar gaan ze lekker op, hè, meneer Van
Dijck? Maar wat ik wel heel erg vind, is dat partijen hier die ooit in
het midden van de politiek zaten, zoals de VVD, in deze populistische
rotzooi zijn meegegaan, dat die zijn gaan doen alsof de onvrede die er
in dit land leeft, daardoor komt. Zij zijn gaan meehuilen met de wolven.
Als er op het Malieveld demonstraties zijn van extreemrechts, als er
Hitlergroeten worden gebracht, duurt het een dag voordat ze snappen dat
ze moeten zeggen dat dit toch extreemrechts geweld is en dat er nazi's
stonden te demonstreren. Daar gaat het volgens mij mis. Als we echt iets
voor elkaar willen krijgen, moeten alle krachten in dit parlement die
staan voor democratie en rechtsstaat, de handen ineenslaan en met
oplossingen komen.
De VVD stond hier net achter het spreekgestoelte te vertellen — we
hebben maar weinig interrupties, anders had ik daar net zeker naar
gevraagd — dat de lasten omlaag moeten in Nederland. Echt waar? Is dat
wat de VVD meent? De lasten moeten omlaag? Hoe kan dat, als je in een
kabinet zit waardoor de lasten juist omhooggaan? Komend jaar gaan ze met
20 miljard omhoog, waarvan 3 miljard beleidsmatig. Met andere woorden,
dat komt gewoon door keuzes van dit kabinet. Het leven is onbetaalbaar
voor veel mensen. De boodschappen zijn veel te duur. Het vinden van een
huis is bijna onmogelijk. Wonen is misschien wel het allergrootste
onderwerp dat in deze verkiezingen speelt en waar mensen mee zitten, en
terecht. Een woning is meer dan een huis; het is een thuis, een plek
waar je veilig moet zijn. Steeds minder mensen kunnen een woning
vinden.
De heer Dijk (SP):
Sinds GroenLinks-Partij van de Arbeid zo'n fusieproces heeft meegemaakt,
krijg ik een soort groundhogidee. Ik heb het vaker meegemaakt. Ik word
ook 40 dit jaar.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is u niet aan te zien.
De heer Dijk (SP):
Nou, dat is wat anders. Ik ben behoorlijk grijs, kalend, kort en
gedrongen.
De voorzitter:
Misschien kunt u een gespreksgroep beginnen om ervaringen uit te
wisselen.
De heer Dijk (SP):
Ik hou van complimenten, maar dan moeten ze wel gemeend zijn. Ik ga u
ook geen compliment geven, want op die manier wordt het heel
ongemakkelijk.
Ik heb heel vaak meegemaakt dat de Partij van de Arbeid voor de
verkiezingen hele mooie beloftes had en een soort geveinsde tweestrijd
met de VVD aanging, en dat zie ik hier nu weer. Ik hou er niet van als
mensen bedonderd en besodemieterd worden. Een van de dingen die mij echt
furieus maken, is dat de PVV mooie beloftes heeft gedaan, ze na de
verkiezingen over de schutting heeft gegooid, dit land, samen met een
VVD die met de PVV ging meehuilen, tot stilstand heeft gebracht en
mensen tegen elkaar heeft opgezet. Maar ik verwacht ook van u en uw
partij, en misschien nog wel extra van het GroenLinksdeel van
GroenLinks-PvdA, dat u afstand neemt van de VVD en de andere kant op
gaat kijken. Dit toneelstuk is mega-Haags. Ik heb het in mijn
bijna-40-jarig bestaan nu vier, vijf keer meegemaakt en het heeft de
werkende klasse ver van links verwijderd. Ik wil u dus vragen om ofwel
echt afstand te nemen van de VVD de komende tijd, of eigenlijk nu al,
ofwel die mooie praatjes even voor u te houden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Er zit bijna een compliment in, over die mooie praatjes, maar dat
bedoelde u volgens mij niet. U kunt ervan op aan dat wij een zo links en
progressief mogelijk kabinet willen, maar eerst moeten er nog wel even
verkiezingen gewonnen worden. Ten tweede wijs ik erop dat ik vind dat de
belangrijke scheiding in het parlement de scheiding tussen democratische
en antidemocratische krachten zou moeten zijn. Ik vind dat dat
onderscheid, dat er heel lang is geweest, door de VVD is losgelaten bij
de laatste verkiezingen. Ik mag hopen dat u die mening deelt. Daar zal
ik de VVD op aan blijven spreken totdat ze op haar schreden terugkeert.
Ik vind dat dit een fout is geweest.
U wijst erop dat we ervoor moeten zorgen … Dat is precies ook mijn punt.
Iedere verkiezing opnieuw wordt er verandering beloofd, maar krijg je
meer van hetzelfde. Dat gebeurde nu ook. De PVV had 37 zetels. Je kan er
alleen maar over dromen dat je 37 zetels hebt in dit parlement en dat je
het leven van mensen echt kan verbeteren. Maar ze deden het niet. Bij
deze verkiezingen gaat het vertrouwen van mensen in de politiek niet
terugkomen, absoluut niet. Maar een nieuw kabinet moet dat vertrouwen
wel zien terug te winnen. Daar moet heel breed in de Kamer voor worden
samengewerkt. Ik heb met heel veel plezier het interview met u gelezen —
dat is een gemeend compliment — waarin u zei: de SP wil graag
regeringsverantwoordelijkheid nemen. Dat maakt de opties in dit
parlement namelijk groter om een zo links en progressief mogelijk
kabinet te vormen en ervoor te zorgen dat er werkelijk iets verandert in
dit land. Ik zal straks nog iets over wonen zeggen om aan te geven wat
er op dat gebied nog moet gebeuren. Dat gebeurt niet als we doorgaan op
de oude voet.
De heer Dijk (SP):
Dat klopt, maar ik zie naast democratische en antidemocratische
tendensen nog een groot verschil, namelijk tussen doorgeslagen
individualisten en gemeenschapsdenkers, mensen die een samenleving
willen opbouwen, mensen die dingen samen met elkaar willen oplossen, wat
altijd tot vooruitgang heeft geleid. Als mensen samenwerken, komen we
verder; als ze concurrenten worden, niet. Maar die concurrenten zitten
wel steeds daar. Ze zijn steeds aan het aanwakkeren dat er meer
concurrentie komt. Ik denk dat het goed is als partijen vooraf aan gaan
geven wat ze de komende tijd willen, en ook met wie ze dat willen. Ik
weet dat dat overkomt als een Haags spel, maar we hebben wel gezien dat,
als dat niet gebeurt, de teleurstelling achteraf zo groot is bij mensen
dat ze of afhaken, of hun heil soms zoeken in antidemocratische
partijen. Daar heeft de Partij van de Arbeid-GroenLinks een grote
verantwoordelijkheid in de komende verkiezingen. Het CDA overigens ook.
Jullie staan allemaal mooi hoog, maar dat betekent ook kleur bekennen.
Ik zou jullie willen oproepen om dat de komende tijd, voor de
verkiezingen, al te gaan doen, in plaats van deze geveinsde tweestrijd
te voeren. Daar schiet namelijk echt niemand iets mee op. Dat zorgt
achteraf voor meer teleurstelling dan goeds.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik geloof dat de VVD best die tweestrijd wil, maar als ik naar de
peilingen kijk, is dat niet per se de tweestrijd die hier gaande is. Die
zit eerder aan deze kant of dáár. Ik vind wel dat we een beetje moeten
oppassen. U zegt tegen mij: het debat dat u hier voert, is Haags. Wat u
doet is ook behoorlijk Haags. "Met wie wilt u wel of niet samen?" De
heer Dijk weet donders goed met wie wij willen samenwerken in dit
parlement. We moeten dit land verder vooruit helpen.
Ik waak wel voor het volgende. Daarom kies ik ook voor deze toon in dit
debat. We moeten wel proberen alle democratische krachten bij elkaar te
krijgen in dit parlement om de juiste dingen te doen. Ja, er zijn grote
inhoudelijke verschillen, maar er was een tijd waarin je probeerde om
deze verschillen te overbruggen. We hebben de afgelopen jaren gezien dat
rechts altijd dicteerde wat er gebeurde en dat links kon aanschuiven om
rechts aan een meerderheid te helpen. Deze verkiezingen gaan over de
vraag of we ervoor kunnen zorgen dat links eindelijk weer groot wordt,
dat een linkse partij de grootste partij is, en dat rechts links aan een
meerderheid mag helpen. Ik denk dat je dan zult zien dat er echt andere
verschillen zijn. U moet namelijk ook niet doen alsof wij alleen maar
met z'n tweeën een kabinet zouden kunnen vormen. Dat is in Nederland nog
nooit gebeurd. Dat zal altijd door het centrum van de Nederlandse
politiek moeten gaan, maar het moet zo links mogelijk. De kans daarop is
groot. Daarom zijn wij ook samengegaan: om ervoor te zorgen dat er een
heel stevig links blok is en om ervoor te zorgen dat er weer hoop op is
dat een linkse partij de grootste wordt. We kunnen dan een linkse
premier leveren voor dit land. Als dat gebeurt, dan is de kans op wat u
wenst het grootst.
De heer Dijk (SP):
Even voor de duidelijkheid: mijn punt is dat juist die oude gevestigde
middenpartijen ook moeten nadenken over hoe we hier terecht zijn
gekomen. Dat doe ik overigens ook. Dat is niet omdat het in die
zogenaamde "middenkabinetten" zo'n enorm succes was. U heeft zelf fors
oppositie gevoerd tegen Rutte II.
De voorzitter:
"De heer Klaver heeft zelf …"
De heer Dijk (SP):
De heer Klaver heeft zelf ook flink oppositie gevoerd tegen het
kabinet-Rutte II. Ik vind wel dat als u nu de VVD aanvalt in uw
bijdrage, u zichzelf ook wel een spiegel mag voorhouden, zo van: als u
dit nu doet, betekent het ook meteen iets voor kabinetsdeelname met de
VVD ja of nee. Daar moet u eerlijk over zijn.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij heb ik hier al antwoord op gegeven. We moeten echt
veranderen.
Laat ik over de inhoud spreken, als we doorstappen naar wonen. Alle
partijen hier in het parlement hebben hier grote woorden over wonen.
Alle partijen. Maar hier gebeurt toch eigenlijk wel iets heel vreemds.
Als we kijken naar wat er moet gebeuren op de woningmarkt, dan wordt er
enerzijds terecht ingegrepen in de huurstijgingen. Die moeten we
beperken. Onze partij is daar een groot voorstander van. Maar aan de
andere kant doen we niks aan de investeringskracht in dit land. We zien
dat te veel partijen hier nog steeds hopen dat de markt wel gaat
ingrijpen, dat de markt gaat investeren en dat de markt ervoor gaat
zorgen dat er meer woningen komen. Dat gebeurt niet.
We moeten terug naar de situatie waarin de overheid flink gaat
investeren, dus geen kleinere overheid, zoals hier wordt gezegd, maar
juist een grotere overheid. De beste dagen wat betreft woningbouw in
Nederland zijn van net na de Tweede Wereldoorlog. Nederland lag
letterlijk in puin. De Nederlandse economie was een drama. Maar de
overheid investeerde fors in woningbouw. Dat is de enige manier om
ervoor te zorgen dat we in dit land meer woningen krijgen. Er gaat hier
namelijk iets volstrekt mis. Als je een woning zoekt in Nederland moet
je geluk hebben dat je rijke ouders hebt die je misschien een beetje
kunnen helpen. Dan kan je misschien een huis kopen. Of je moet arm zijn
en tien jaar op een wachtlijst staan, zodat je in aanmerking komt voor
een sociale huurwoning.
Het is nodig om voor alle mensen die daartussenin zitten ook weer te
gaan bouwen. Dat kunnen we niet van projectontwikkelaars vragen. We
moeten dit vragen van woningbouwcorporaties. Dit betekent dat we de
grenzen moeten oprekken van de inkomens op basis waarvan mensen kunnen
huren, zodat de woningbouwcorporaties ook voor de middenklasse gaan
bouwen. We moeten ervoor zorgen dat de overheid voor deze middengroepen
leningen beschikbaar stelt via de woningbouwcorporaties, zodat er
werkelijk gebouwd kan worden. Als we echt verandering willen in dit
land, als we echt de onvrede willen aanpakken, zullen we ervoor moeten
zorgen dat de sociaaleconomische positie van de middenklasse versterkt
wordt.
Als we dat echt willen doen, moeten we niet bezuinigen, zoals iedere
keer weer gebeurt. Dan moeten we niet bezuinigen op zorg, op sociale
zekerheid en op alles wat we in al die jaren hebben opgebouwd. We zitten
nu, zou je kunnen zitten, in een soort veiligheidscrisis. Ik zie het
alweer gebeuren volgende week, bij de doorrekening van het CPB: wie
investeert het meest; wat gaat er gebeuren? Mij interesseert maar één
ding: wie betaalt dit? Wie gaan de investeringen in defensie
betalen?
We hebben de financiële crisis gehad. Door wie is die betaald? Door de
gewone mensen. We kregen de coronacrisis. Wie heeft daar de prijs voor
betaald? De gewone mensen. We zitten nu in de veiligheidscrisis. Als ik
hier partijen hoor, zoals ook het CDA, stel ik vast dat de gewone mensen
hier de prijs voor gaan betalen. Als je denkt dat je de btw moet
verhogen of moet bezuinigen op onderwijs of de zorg om de extra uitgaven
voor defensie te betalen, gaat er iets mis en voed je het wantrouwen in
onze samenleving. Dat is een fout. Als je dat doet, begrijp je niet wat
er nu misgaat en heb je de lessen uit het verleden niet begrepen.
In dat kader vraag ik de minister van Financiën of hij wil reflecteren
op de bezuinigingen die nog steeds gepland staan op onderwijs, op
innovatie en op onze wetenschap; in totaal 1,4 miljard, maar volgend
jaar, als ik het goed zeg, al bijna 1 miljard. Het bedrijfsleven zegt:
doe dit alsjeblieft niet, want dit tast het verdienvermogen van
Nederland aan. Als je als VVD al vijftien jaar aan de macht bent en het
bedrijfsleven na vijftien jaar komt met de klacht "het vestigingsklimaat
in Nederland is zo erg, dat we hier niet meer willen blijven", is er
hier iets echt heel goed misgegaan.
De heer Van Dijck had het echt mis toen hij het had over de
supermarktprijzen in het afgelopen jaar, want dat had zijn eigen
minister moeten oplossen. Maar de meeste ministers van Economische Zaken
kwamen gewoon van de VVD. Als je dan het vestigingsklimaat zo
achterlaat, is dat echt een schande. En jullie gaan er gewoon mee door,
door nu te bezuinigen op onderwijs.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Als het gaat om het vestigingsklimaat en de ruimte om te ondernemen en
te innoveren, staat GroenLinks-PvdA volgens mij aan de andere kant van
het spectrum. Ik ga twee jaar terug, naar het amendement-Van der Lee en
de enorme lastenverzwaringen voor het bedrijfsleven. Een paar maanden
later kwam men erachter: dat amendement komt wel heel erg hard aan, want
één op de vijf bedrijven zegt te willen vertrekken en geen vertrouwen
meer te hebben in Nederland als vestigingsland. Hoe staat
GroenLinks-PvdA daar tegenover? Hoe gaat ze de defensie-uitgaven dekken?
Hoe verhoudt zich dat tot dit verhaal?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Wij staan voor een betrouwbare overheid. Daar begint het. Als ik met
grote bedrijven, maar ook met het kleine bedrijfsleven spreek, is er één
ding waaraan ze zich ergeren: een overheid die onbetrouwbaar is. Het
kabinet van de afgelopen twee jaar, waar de VVD medeverantwoordelijk
voor is, heeft er gewoon een zooitje van gemaakt in Nederland. Dat is
één.
Dan ten tweede. Daarvoor ga ik terug naar vier of vijf jaar geleden.
Toen hadden we een ontzettend goede minister in vak K zitten, de
minister voor stikstof. Ik meen dat ze nu bij de BOVAG zit. Die
VVD-minister had plannen om ervoor te zorgen dat we de stikstofproblemen
in dit land echt zouden aanpakken. Haar gezin werd bedreigd, maar zij
hield haar rug recht. Zij wél. Maar het CDA en de VVD, die hun mond vol
hebben over het bedrijfsleven en het vestigingsklimaat, bogen voor BBB.
En er is niks gebeurd op het gebied van stikstof.
Dit land loopt vast. Als je met ASML spreekt over de uitbreidingen die
nodig zijn, moet je vaststellen dat die niet kunnen, omdat Nederland op
het stikstofslot zit. Ik ga mij dus niet laten aanpraten dat wij vanuit
de oppositie verantwoordelijk zijn geweest voor het vestigingsklimaat en
dat het daardoor nu niet goed gaat. Jullie hebben de boel hier volledig
uit de klauwen laten lopen. Dat is wat er is gebeurd. Daarom noem ik ook
stikstof. Bedrijven kunnen niet uitbreiden; daar gaat het mis.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Als het gaat over die betrouwbare overheid, wijs ik nog een keer op het
amendement-Van der Lee van oktober 2023, dat de lasten voor bedrijven
fors verhoogde. En dan praten over een betrouwbare overheid? Dat matcht
niet met elkaar.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat matcht prima.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
En ja, als het gaat om het op orde hebben van de randvoorwaarden:
daarvoor staan we samen aan de lat. Daar moeten we samen op investeren
en zorgen dat we dat voor elkaar gaan krijgen. Daar vinden we elkaar.
Maar lasten verzwaren verhoudt zich niet met staan voor het
vestigingsklimaat en bedrijven hier de ruimte geven om te investeren en
uit te breiden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Volstrekte onzin. Sorry, dat is volstrekte onzin. Als de VVD het meent,
als je meent dat we de middenklasse in dit land moeten versterken en dat
we rekeningen moeten betalen, dan moet je kijken: waar leg je de
rekening neer? Wie betaalt? De vennootschapsbelasting in Nederland was
in de jaren tachtig 35%. We zitten nu 10% lager. Wij willen 'm met een
paar procent verhogen en u doet alsof de wereld te klein is. Alsof het
krankzinnig is wat hier wordt voorgesteld. Weet je wat krankzinnig is?
Dat bedrijven steeds minder belasting zijn gaan betalen en gezinnen
steeds meer. Daar willen we een kleine correctie op. That's it. Daar
willen we een kleine correctie op.
Bedrijven vinden dit ook geen probleem. Wat ze wél problematisch vinden,
is het jojobeleid dat de overheid voert, dat er geen
langetermijnperspectief is, dat ze worden overvallen — en dat snap ik
wel — met amendementen die worden ingediend of plannen die er zijn. Er
is een breed akkoord in de Kamer nodig over hoe ons belastingstelsel er
de komende jaren uit komt te zien, hoe de hervorming eruit gaat zien.
Bedrijven zullen een grotere bijdrage moeten leveren aan de inkomsten
van de overheid, zodat we ervoor kunnen zorgen dat het land stabiel
is.
Het is belangrijk dat, als je eenmaal een afspraak máákt, je je daar dan
ook aan houdt. Een voorbeeld. We hadden afgesproken dat we warmtepompen
verplicht zouden stellen. Bedrijven zijn massaal gaan investeren in
fabrieken en capaciteit om dit te doen. Dit kabinet heeft dat
teruggedraaid. Wat denkt u dat het doet met het vertrouwen van bedrijven
in de overheid als wij zeggen "we gaan deze richting op", maar ons daar
dan niet aan houden? Daar waren wij aan deze kant van de Kamer niet voor
verantwoordelijk. De VVD, dit kabinet, zij ondermijnen het
vertrouwen.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Inzake het vestigingsklimaat — want het gaat om het fiscále beleid — is
het punt dat ondernemers keer op keer maken: hou het
vennootschapsbelastingtarief alsjeblieft op hetzelfde niveau, ga daar
niet aan draaien, want dat heeft enorme impact; het pakt onze ruimte weg
om te investeren, om werkgelegenheid en banen te creëren en om onze
economie te laten groeien. Als we onze economie laten groeien, kunnen we
ook onze defensie-uitgaven dekken. De vraag aan GroenLinks-PvdA is: hoe
gaat ze die defensie-uitgaven dekken? Gaat ze die volledig dekken en
waar legt ze de rekening neer?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Hoe we dat precies gaan doen, ziet u volgende week. Wij laten ons
programma doorrekenen en u gaat dat daar precies zien. Wat ik wel kan
zeggen, is dat wij de dekking niet gaan halen bij sociale zekerheid of
bij zorg of bij gewone mensen in dit land. Ik denk echt dat dat
onverstandig is, gelet op het verhaal dat ik hier eerder heb
verteld.
Ik blijf erbij dat het feit dat bedrijven belasting moeten betalen niet
het probleem is. Ze moeten er wel zeker van kunnen zijn dat het beleid
niet iedere keer verandert, ook de belastingwetgeving niet. Bedrijven
nemen investeringsbeslissingen over vele, vele jaren. Ze moeten ervan op
aan kunnen dat de overheid betrouwbaar is. Dat is waar u ons aan kunt
houden: dat we afspraken maken voor de langere termijn, zodat bedrijven
weten waar ze op kunnen bouwen.
Maar er is een groot politiek verschil tussen de VVD en ons. Wij zeggen:
wij willen niet dat gewone mensen in het land nu de prijs moeten betalen
van deze veiligheidscrisis. Wij leggen een belangrijker deel neer bij
miljonairs, maar ook bij bedrijven. Dat is zeer gepast. Daarbij letten
we er ook nog op dat we het op een juiste manier doen en dat de juiste
fiscale regelingen overeind blijven, juist opdat al die bedrijven die
zeer hooginnovatief zijn door kunnen blijven ondernemen.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Afsluitend concludeer ik dat GroenLinks-PvdA de rekening van de
defensie-uitgaven bij het bedrijfsleven neerlegt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik concludeer dat de VVD de rekening voor uitgaven aan defensie gaat
neerleggen bij gewone mensen. Dat lijkt me buitengewoon
onverstandig.
Voorzitter, ik ga verder. Dank voor de brief van gisteren over het
energienoodfonds. Dat was de positieve noot. Ik kan het verkeerd hebben
gelezen, maar uit de brief sprak nog niet de politieke wil om hier al
echt voor dit najaar mee aan de slag te gaan. De politieke wil lijkt
daar toch enigszins te ontbreken. Daar zit wel echt een grote zorg van
ons. Vooral in het licht van wat ik zojuist vertelde over mensen die
niet kunnen rondkomen en die zien dat het leven te zwaar aan het worden
is, denken wij echt dat het noodfonds nodig is om deze stap te zetten.
Ik wil dus graag van de minister horen: we gaan toch niet accepteren dat
mensen nu in de kou zitten? Welke obstakels ziet hij? Zijn het
technische obstakels of politieke obstakels? Op wat voor manier kunnen
we ervoor zorgen dat het noodfonds dit najaar wel degelijk ingaat, ook
conform een aangenomen motie op dit punt?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Met dat laatste over het noodfonds ben ik het helemaal eens. Ik zal daar
zo in mijn bijdrage ook op ingaan. Het amendement uit het voorjaar en de
motie uit de APB moeten gewoon worden uitgevoerd, punt. Ik zat nog even
te kauwen op wat de heer Klaver net zei over de lasten voor bedrijven.
Die gaan omhoog. Dat is nodig om de defensierekening te betalen. Gaat de
defensierekening dan ook helemaal betaald worden? De afspraak is 3,5%,
19,3 miljard in 2035. Dat is natuurlijk het hele verhaal. Anders verhoog
je de lasten voor bedrijven ook om andere redenen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Allereerst, wat wij precies met defensie gaan doen, gaat u volgende week
zien. Ik wilde zeggen dat we daar allemaal heel erg naar uitkijken, maar
dat is niet waar. Volgens mij kijken in ieder geval de mensen in deze
zaal heel erg uit naar 10 oktober. De rest van Nederland denkt: val me
niet lastig. Maar wij kijken heel erg uit naar 10 oktober. Dan gaat u
precies zien wat we met defensie doen. Wij vinden het belangrijk dat
voor alle uitgaven die we doen voor de overheid, dus ook het versterken
van de middenklasse — ik doel dan op het zorgen dat zij er qua inkomen
op vooruit gaan, dat boodschappen betaalbaar zijn en dat we fors kunnen
investeren in woningbouw — bedrijven een grotere bijdrage leveren. Dat
heeft niet alleen te maken met defensie.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik had niet door dat de heer Klaver aan een volgend onderwerp begon. Ik
kom toch nog even terug op de rekening voor de toekomst. Het gaat dan
natuurlijk niet alleen over defensie. De rekening voor zorg loopt enorm
op in de komende jaren. Dat is logisch in een vergrijzende samenleving.
Ik vind het verhaal van de heer Klaver een beetje vreemd. Hij zegt: die
rekening gaan we niet terugleggen bij mensen. Dat begrijp ik wel. Maar
je kan best wat aan die vergrijzingsgevoelige uitgaven doen zonder dat
het direct de armste groep of de middengroep betreft. Er zitten in die
uitgaven ook allerlei dingen waardoor bijvoorbeeld rijkere mensen extra
voordelen hebben in de zorg. Waarom zegt de heer Klaver: als ik dan moet
kiezen, dan kies ik ervoor om die rekening volledig bij bedrijven te
leggen?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb niet gezegd dat we die volledig daar neerleggen. Dat heb ik niet
gezegd. Het is een beetje "NIVEA": eigenlijk moet je niet invullen voor
een ander. Ik ga dat nu toch doen. In het verkiezingsprogramma van D66
zie je bijvoorbeeld dat er een grotere eigen bijdrage wordt gevraagd van
mensen die eigen vermogen hebben. Mensen die voldoende eigen middelen
hebben, zouden in de zorg best een beetje meer kunnen bijdragen. Dat is
op zich best een linkse gedachte. Wij hebben die discussie ook gehad,
ook voor ons programma. Gaan we dat doen of niet? Uiteindelijk hebben we
niet gekozen voor dit soort oplossingen. Dat heeft ermee te maken dat
bijna alles inkomensafhankelijk is geworden bij de overheid.
Iemand heeft het weleens gehad over "inkomensafhankelijke
krentenbollen"; daar zitten we niet heel ver van af. Als je dat doet,
maak je het systeem zo ingewikkeld, met allerlei extra eigen bijdragen,
dat wij heel erg bang zijn dat er weer grensgevallen komen en dat we
mensen uiteindelijk op deze manier in de verdrukking helpen. Daarom
hebben we daar niet voor gekozen. We proberen natuurlijk wel de kosten
in de zorg te drukken waar dat kan, bijvoorbeeld door akkoorden te
sluiten met het zorgveld. Dat is in de afgelopen jaren effectief
gebleken om de stijging van de kosten te beperken. Maar we gaan niet de
rekening bij mensen leggen door bijvoorbeeld het eigen risico niet af te
schaffen.
De heer Vijlbrief (D66):
Over dat eigen risico worden we het nooit eens, denk ik. Ik denk dat dat
een heel onverstandige maatregel is, maar daar hoeven we het nu niet
over te hebben. Het ging mij meer om de vraag … De heer Klaver zegt dat
het best wel een linkse gedachte is. Wij hebben dat niet in ons
programma staan omdat het een linkse gedachte is; die gedachte is er
omdat de zorguitgaven anders exploderen. Daar gaat het om. Ik vind het
in zekere zin een beetje goedkoop om net te doen alsof je dat allemaal
kunt handhaven. Ik denk dat de heer Klaver ook weet, en dat
GroenLinks-PvdA ook weet, dat er uiteindelijk wel ergens een keer
ingrepen nodig zullen zijn. Daarom stel ik deze vraag.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Wat wij graag … Twee zaken hierover. Ik zeg expres dat het een
linkse gedachte is als je zegt dat mensen met een hoger inkomen best
meer kunnen bijdragen. De heer Vijlbrief weet volgens mij zelf als geen
ander hoe de Belastingdienst werkt. We hebben in ons belastingstelsel
gezien — de zorg is iets anders — hoe inkomensafhankelijke regelingen
maken dat meer mensen in de problemen komen. Neem bijvoorbeeld een
inkomensafhankelijke regeling zoals de kinderopvangtoeslag. Mensen zijn
niet zeker van het inkomen dat ze hebben en of ze erop vooruitgaan als
ze gaan werken. Volgens mij is hier in de Kamer een breed gedeelde
gedachte dat we daarvan af moeten. Ik ben het dus wel met u eens dat
mensen met een hoger inkomen meer zouden moeten bijdragen aan de zorg.
Maar om dat nou per handeling te doen? Dat gaat tot ongelukken leiden.
In die zin zijn wij gewoon heel pragmatisch bij GroenLinks-Partij van de
Arbeid. Wij willen niet nog meer inkomensafhankelijke regelingen
optuigen, omdat we zien dat dat tot ongelukken leidt. Laten we dat
alsjeblieft via de belastingen regelen. Dus als je wat meer geld
verdient, betaal je ook gewoon wat meer belasting, maar dan heb je wel
toegang tot alle regelingen, tot de sociale zekerheid, zoals die er voor
iedereen zijn. Ik denk dat je daarmee betere zorg krijgt en betere
sociale zekerheid in plaats van als je het regelt op de manier waarop
D66 dat wil doen.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik haak nog even aan op het onderwerp woningnood. Ik hoor de heer Klaver
spreken over de noodzaak om woningen bij te bouwen. Daar ben ik het
helemaal mee eens, maar ik zou toch ook even terug willen gaan naar de
vraag waar die woningnood precies vandaan komt. Kan de heer Klaver daar
een antwoord opgeven?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Er is te weinig gebouwd. Punt.
Mevrouw De Vos (FVD):
Er is te weinig gebouwd. Punt. En heeft het er ook iets mee te maken dat
er in de afgelopen vijftien jaar 1,5 miljoen mensen netto naar Nederland
zijn gekomen, dat de bevolking daardoor is gegroeid en dat je dus meer
woningen nodig hebt dan vijftien jaar geleden?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
U stelt mij de vraag: hoe komt het ...
De voorzitter:
Mevrouw De Vos stelt mij de vraag.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Mij wordt de vraag gesteld: hoe komt het dat er woningnood is? En ik
zeg: dat komt doordat er te weinig gebouwd is. Als u hier de suggestie
wilt doen dat dat komt doordat er migranten zijn gekomen, dat dat de
reden is dat er woningnood is, dan zeg ik: dat is niet waar, dat is
onjuist. Als mevrouw De Vos aangeeft dat als er meer mensen in je land
zijn of de bevolking groeit, op wat voor manier dan ook, dat druk zet op
de huisvestingsvraag, dan klopt dat. Mijn punt is — dat is namelijk het
debat dat ik hier graag zou willen hebben in alle redelijkheid met
elkaar — dat er vanuit die kant van de Kamer wordt gedaan alsof de
woningnood komt door de groei van de bevolking. Het punt is dat het komt
doordat er weinig gebouwd is. Dat is de echte reden, dus daar blijf ik
bij.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik moet hier even over nadenken.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nou, goed idee.
Mevrouw De Vos (FVD):
De heer Klaver zegt dat er geen woningnood is doordat de bevolking is
toegenomen. Dat is natuurlijk bizar, want als de vraag toeneemt en het
aanbod gelijk blijft, dan krijg je een woningnood. Volgens mij kan een
kind in groep 3 dat ook bedenken. Misschien kan de heer Klaver daar nog
even over nadenken. Daar komt natuurlijk bij dat je, als je te weinig
woningen bouwt en je die bevolkingsgroei dus niet bij kan benen, ook een
woningnood krijgt. Daar zijn we het over eens, maar het probleem is —
daar zou ik toch ook nog even naar willen vragen — dat het natuurlijk te
maken heeft met de klimaat- en stikstofregels, waardoor het heel
moeilijk is om bij te bouwen. Nieuwe woningen moeten van het gas af. Er
worden heel weinig vergunningen afgegeven doordat we op een stikstofslot
zitten. Dat zijn beide toch thema's waar de partij van de heer Klaver
groot voorstander van is. Dus hoe ziet hij dat voor zich? Hoe gaan we
dat oplossen?
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat is twee keer niet waar, om daarmee te beginnen. Mijn probleem zit
erin dat hier de suggestie wordt gedaan dat de woningnood komt door
migratie. Ook als er geen migratie was geweest, hadden we nog steeds een
tekort aan woningen gehad in dit land. Dus ik blijf erbij dat we meer
hadden moeten bouwen en dat daar collectief in is gefaald. Dan het punt
van stikstof. Als er één partij hier is die altijd voorstellen heeft
gedaan — we hebben zelfs een eigen initiatiefwet hierop geschreven — om
te zorgen dat Nederland van het stikstofslot af komt, dan is het
GroenLinks-Partij van de Arbeid wel. Wij doen daar iedere keer
voorstellen voor. Forum voor Democratie ontkent gewoon überhaupt dat er
een stikstofprobleem is. Dat is hartstikke leuk, maar daarmee komt de
vergunningverlening niet op gang. Het is leuk om te knippen in een
filmpje, maar daarmee komt de vergunningverlening niet op gang. BBB zegt
officieel niet dat ze het ontkennen, maar wil niks doen aan het oplossen
van de problemen. Daar komen de boeren, de PAS-melders door in de
problemen. De vergunningverlening zit op slot. Dit kunnen we alleen
oplossen als we de veestapel gaan laten krimpen. Ik kijk er heel erg
naar uit dat een nieuw kabinet dat gaat doen.
Mevrouw De Vos (FVD):
Ik kan de heer Klaver vertellen: zelfs als je alle economische
activiteit in Nederland stopt, haal je de stikstofnormen niet. Dat komt
doordat die stikstofnormen totaal zijn losgezongen van de realiteit en
op geen enkele manier verband houden met de daadwerkelijke staat van de
natuur. Je moet dus inderdaad af van die stikstofmodellen. Het klopt: er
is geen stikstofprobleem. We moeten kijken naar de daadwerkelijke staat
van de natuur en de vergunningverlening daarop baseren, zoals Frankrijk
en Italië allang doen. Dit is iets wat je gewoon op kunt lossen. Ik vind
het werkelijk stuitend dat de heer Klaver niet naar de realiteit kijkt
en niet erkent dat de woningnood het gevolg is van massale immigratie en
het gevolg van klimaat- en stikstofregels. Hij zegt wel op te komen voor
de gewone man, maar de realiteit is dat de gewone man door deze drie
grote problemen niet aan een woning kan komen. De heer Klaver kan
sprookjes blijven vertellen, maar dan lossen we het probleem niet
op.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik begon eigenlijk mijn bijdrage al, een beetje een nostalgische
bijdrage, over vroeger. In de Kamer verlang ik ook weleens een beetje
naar vroeger, namelijk toen we het in ieder geval eens waren over de
feiten. Vervolgens hadden we allemaal een andere interpretatie van deze
feiten en hadden we allemaal andere oplossingsrichtingen. Het is echter
heel lastig debatteren als mensen gewoon zeggen: er is geen
stikstofprobleem; het is er gewoon niet. Dan zijn er twee totaal andere
werkelijkheden. Ik denk dat dat er ook voor zorgt dat Nederland gewoon
niet verder komt. Dit is een nieuw fenomeen hier in het parlement. Het
is nog niet zo heel oud en ik kan niet wachten totdat we teruggaan naar
de situatie dat we het hier in ieder geval eens zijn over de feiten en
dat we vervolgens andere politieke opvattingen over deze feiten hebben
of andere oplossingen zien voor de problemen die er zijn, maar hier kan
ik niks mee.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik hoor de heer Klaver met passie spreken over de rekening niet bij
normale mensen leggen. Ik hoor hem spreken over het belang van
stabiliteit in beleid. Toch zie ik de Partij van de Arbeid-GroenLinks zo
enorm snel snijden in de hypotheekrenteaftrek voor de huizen van normale
mensen, de lasten van normale mensen — en niet een beetje snijden, maar
heel snel snijden. NSC wil deze hypotheekrenteaftrek in ere houden.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Knip.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Nu snap ik niet goed waarom de heer Klaver zegt dat die lasten niet bij
normale mensen komen als hij wel dit soort maatregelen neemt die tot
honderden euro's kosten voor die normale mensen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb voor het eerst met u mogen samenwerken. We hebben samen een
amendement gemaakt om de buffelboete op te lossen. Terwijl we daarin
samenwerkten, kwam ik erachter hoe verdraaid intelligent u bent. Als
hier dus wordt gezegd dat u niet snapt wat er nu gebeurt, dan is dat
niet helemaal waar. Net zoals heel veel partijen hier in het parlement
vinden wij dat de hypotheekrenteaftrek inderdaad moet worden afgebouwd.
We volgen een pad, zoals eerdere kabinetten al deden; het is ooit
ingezet onder een VVD-minister van Financiën. Daar gaan we mee verder.
Alle experts op dit gebied zeggen dat het heel belangrijk is voor de
woningmarkt en hoe die functioneert. De vraag is wel: hoe zorg je ervoor
dat dit geld terugkomt bij gezinnen? Daar hoeft u mij niet voor op mijn
blauwe ogen te geloven. Volgende week ziet u onze doorrekening en daarin
kunt u precies zien dat wij ervoor zorgen dat mensen erop vooruitgaan in
dit land, ook als de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd. Dat is veel
verstandiger, maar dat wist u eigenlijk al.
De voorzitter:
Dat wist de heer Kouwenhoven eigenlijk al.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat wist de heer Kouwenhoven al.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ja. Ik was bij het Noodfonds Energie. Ik wil echt de toezegging van de
minister dat we ervoor gaan zorgen dat mensen niet in de kou zitten. Het
is geen perfect instrument, wil ik erbij zeggen. In mijn ideale wereld
zouden we dit niet nodig hebben. Het is lapwerk, het is niet fraai, maar
het is wel het beste wat we nu hebben. Dat moet je niet zomaar weggooien
of wachten tot volgend jaar, want het is nu al koud en de verwarming
moet gewoon aan kunnen bij mensen.
Ik had het er zojuist al over: de buffelboete. Volgens mij is dit gewoon
een fout die in het Belastingplan terecht is gekomen, iets wat niet had
gemoeten. Juist mensen met parttimebanen, veelal mensen die in winkels
werken ... Ik heb zelf gesproken met een aantal mensen die bij de
Bijenkorf werken. Als je toevallig een partner hebt die in de bouw werkt
— dat is een combinatie die ik in de gesprekken die ik heb gevoerd veel
ben tegengekomen — dan kan dit je echt tot honderden euro's per jaar
kosten. Dat is precies het geld dat mensen niet kunnen missen. Ik denk
dat we er als Kamer goed aan doen om dit probleem op te lossen. Ik
weiger te geloven dat dit echt de bedoeling was van de partijen die
vorig jaar het Belastingplan hebben gesteund. Wij hebben dat niet
gedaan, maar ik kan me niet voorstellen dat de partijen die dit wel
hebben gedaan, het idee hadden om mensen die werken en die vroeger tot
de middenklasse zouden behoren en die we nu soms werkende armen moeten
noemen, te pakken met honderden euro's.
Daarom hebben wij samen met NSC hierover een voorstel gedaan. Aan het
amendement wordt nog gewerkt. Het komt zo snel mogelijk naar de Kamer.
Het idee is om het probleem op te lossen door in ieder geval, zoals ik
net in het interruptiedebat met de heer Van Dijck zei, te kiezen voor
dezelfde oplossing die donderdag voorligt voor de btw, namelijk: de
schijfgrens van het hoogste tarief iets minder hard laten stijgen.
Daarmee gaat nog steeds iedereen erop vooruit in dit land, maar zorgen
we er wel voor dat we deze fout herstellen voor mensen die het echt heel
hard nodig hebben, dat we deze straf eraf halen. Ik hoop heel erg dat de
Kamer hierop eensgezind kan zijn en dat we aan Nederland kunnen laten
zien dat deze Kamer wel degelijk iets kan. Ik word soms namelijk wel een
beetje moe door alle debatten over de toon. Volgens mij maakt het mensen
niet zo heel veel uit dat we hier stevige debatten met elkaar hebben.
Het is ook niet waar dat de debatten nu plots heel veel steviger zijn
dan lang geleden. Ze zijn vaak persoonlijker. Dat is een groot probleem.
En we lossen gewoon minder problemen op. Een stevig debat is dus prima,
maar dit is toch echt een probleem, jongens. Als we aan het einde van
deze debatten kunnen zeggen "dit hebben we opgelost", zou dat top
zijn.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik spreek de heer Klaver via de voorzitter persoonlijk aan, want de
suggestie hangt nu boven de markt dat dit amendement wordt ingediend op
de btw-wet, die we als commissie naar voren hebben gehaald voor
behandeling met een soort gentlemen's agreement. Dan gaan we daar niet
aankomen. Ik vind het dus best een beetje ingewikkeld dat er nu een best
wel grootschalig amendement wordt voorbereid bij een wetsvoorstel
waarvan we met elkaar met steun van en links en rechts hebben gezegd:
oké, dan doen we dat voor de verkiezingen om de zekerheid te bieden aan
ondernemers en burgers dat de btw op boeken, kranten, cultuur en sport
niet omhooggaat. Ik vind het dus wel een beetje een ingewikkelde. Waarom
niet gewoon netjes een amendement indienen op het Belastingplan?
Ten tweede. De buffelboete, zoals die zo mooi wordt genoemd, is
natuurlijk geen boete in dit Belastingplan, maar een boete uit het
vorige Belastingplan. Toen heb ik zelf ook pogingen gedaan om die terug
te draaien met een verlaging van de arbeidskorting en een verhoging van
de algemene heffingskorting, want daar hebben we het technisch gezien
over. GroenLinks-PvdA heeft toen voorgestemd, maar het heeft helaas geen
meerderheid gehaald. Dus nou ja, ik ben het eens met die beweging, maar
het is natuurlijk willens en wetens een welbewuste politieke keuze
geweest van het toenmalige kabinet, inclusief nachten waarin werd
gehuild. Dat weet meneer Klaver best wel. En dat moet dan nu op stel en
sprong gerepareerd worden in een wet die we naar voren hebben gehaald om
andere redenen. Dat vind ik niet zo netjes.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Kijk, dat de heer Grinwis persoonlijk wordt naar mij, kan ik nog wel
hebben, maar dat hij nu ook persoonlijk wordt naar de heer Heinen … Zie
je, hij schrikt er nog steeds van als hij terugdenkt aan al die nachten.
Er zijn, vind ik, grenzen aan hoe je op iemands pijn kan drukken, meneer
Grinwis. Binnen de gedachte van de ChristenUnie vind ik dat u eigenlijk
ver over de schreef gaat. Dit is het moment voor de voorzitter om in te
grijpen, zou ik zeggen.
De voorzitter:
Ik denk dat hij wel uit zichzelf excuses aanbiedt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Dat zou nog beter zijn, voorzitter. Nee, maar om terug te komen op het
punt. Er zijn twee zaken. Eén. Er is heel veel onrust over deze
maatregel in het land. Vóór de verkiezingen zijn heel veel politici heel
toeschietelijk door te zeggen: we gaan dit oplossen; we gaan dit
oplossen. Er wordt pas na de verkiezingen gestemd over het
Belastingplan. Ik wil gewoon graag zekerheid geven aan mensen in het
land dat deze buffelboete van tafel gaat. Daarom brengen we het ook bij
dit wetsvoorstel in. Even voor de goede orde: in dit wetsvoorstel wordt
ook de dekking voor het niet door laten gaan geregeld. Dat zit allemaal
in box 1. Eigenlijk wordt daar dezelfde dekking als wij hebben als
onderdeel van de dekking aangedragen. Er zit dus technisch gezien echt
wel een logica in dat je het hierbij laat aansluiten. Ik zal u ook
zeggen dat als dat niet zo was geweest, wij dat ook niet op deze manier
hadden gedaan. Als het alleen de btw was geweest, was het echt een hele
rare figuur geweest. Dat is nu niet het geval.
Kijk, als we het nu zeker zouden kunnen weten doordat het amendement
Kamerbreed mee wordt getekend, zodat wat de uitslag van de verkiezingen
ook is, we zeker weten dat het bij het Belastingplan wordt geregeld,
vind ik het ook prima als het daar pas wordt gedaan. Ik vind het ook
prima als er wordt gezegd: we dienen een motie in dat er een nota van
wijziging komt, een amenderende motie en een nota van wijziging, zeg
maar. Ik zit niet vast aan de manier waarop, maar één ding weet ik wel:
leer mij politici kennen; voor de verkiezingen willen ze heel graag dit
soort problemen oplossen en na de verkiezingen verdwijnt die wil
weleens, zal ik maar zeggen. Ik wil dit nu gewoon verzilveren, op dit
moment. Mensen in Nederland maken zich grote, grote zorgen en dat laat
ik net iets zwaarder wegen dan de overwegingen van de commissie om dit
nu naar voren te trekken.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik snap natuurlijk alles wat de heer Klaver zegt. Ik weet precies hoe
het met het Belastingplan zit, en met die tabelcorrectiefactor en zo.
Dat is allemaal gesneden koek. Dat weet de heer Klaver ook. Ik zal
afzien van verdere persoonlijke aanvallen op deze minister, althans in
deze interruptie. Mijn bijdrage komt nog.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb geen excuses gehoord, voorzitter. Ik wil me er niet mee bemoeien,
maar …
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Neeneenee, alle gekheid op een stokje. Ik ga dit eens overwegen en hier
goed naar kijken. De heer Klaver kan dit ook niet weten, want hij was
niet bij de procedurevergadering, maar wij hebben dit eigenlijk wel met
deze argumentatie naar voren gehaald. Als dit nu voor 300, 400 of 500
miljoen — ik weet niet wat het bedrag van het amendement wordt …
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
500 à 600 miljoen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Als dit voor 500, 600 miljoen in één keer wordt verbouwd, zo vlak voor
de verkiezingen, vind ik dat ingewikkeld, terwijl ik wel inhoudelijk
positief tegenover het doel sta. Doe dan alsjeblieft een motie die we
aannemen of dien een amendement in op het Belastingplan, waar we na de
verkiezingen over gaan stemmen. Maar doe het niet nu op deze manier. Dat
is het beroep dat ik doe. Dat doe ik niet omdat ik het oneens ben met de
heer Klaver, maar meer omdat ik het niet helemaal kies vind, gezien het
proces dat we hebben doorlopen als commissie Financiën.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik versta de heer Grinwis zeer goed. Ik weet dat hij ook dit probleem
wil oplossen. Ik hoop ook dat hij mij heeft gehoord dat het
belangrijkste punt voor ons is dat we nu zekerheid willen kunnen geven,
nu die echte zekerheid er is dat het ook echt gaat gebeuren. Daarvoor is
voor ons belangrijk wie nu dit amendement ondertekenen. Of komt er een
motie, of komt er een nota van wijziging hierop zodat we deze in die zin
kunnen amenderen? Het gaat erom dat we zeker weten dat dit echt gaat
veranderen, zodat we na deze AFB tegen Nederland kunnen zeggen: deze
wijziging gaat niet door; maakt u zich geen zorgen. We zijn zeer bereid
om daarover mee te denken om dat op een goede manier te doen. Als we
daar niet uitkomen, komt het gewoon donderdag in stemming. Maar dat is
helemaal niet het doel. Ik weet dat de heer Grinwis zeer bereidwillig is
om hiernaar te kijken en dat hij dit wil steunen. Ik gun hem ook 37
zetels, maar die heeft de ChristenUnie nog net niet. Wij tellen ook
gewoon. Zoals ik al zei, lijkt het er op dit moment op dat er een
meerderheid is. Als ik dan kan kiezen om mensen te helpen in Nederland,
twijfel ik geen seconde om dat te doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Vermeer, BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst beterschap aan de heer Van der Lee,
die ik er gisteren al niet helemaal fris bij zag zitten. Ik maakte mij
al zorgen. Wat erger is, is dat we nu de heer Klaver als spreker hadden,
die dacht dat de woningnood niet aan de hoeveelheid mensen ligt, maar
het stikstofprobleem wel aan de hoeveelheid vee. Dus geheel consequent
is hij ook niet.
De financiële toekomst van Nederland staat onder druk. Om de koopkracht
van onze burgers op peil te houden, of waar nodig te brengen, en een
ronkende economie te bouwen voor onze bedrijven, hebben wij een hele
belangrijke component nodig: betaalbare energie. Daar wil ik hier
vandaag in het bijzonder op ingaan. Het belang van goedkope energie zien
we terug in de opbouw van onze verzorgingsstaat in de jaren zestig en
zeventig door het Groningenveld. Er wordt weleens gezegd dat onze
verzorgingsstaat is gebouwd op het Groningenveld. Maar Groningen is
ondermijnd, onze verzorgingsstaat ook. En nu is het geld op. Door
oplopende energiekosten verslechtert onze internationale
concurrentiepositie ten opzichte van landen als China en de VS.
Uiteindelijk raakt dat burgers via banenverlies en stijgende kosten. Met
name dat laatste is al duidelijk zichtbaar en het banenverlies begint
zich af te tekenen.
Het huidige klimaat- en energiebeleid, dat vooral wordt gevoerd vanuit
abstracte en opgelegde doelen, betekent dat juist burgers en bedrijven
te maken krijgen met te hoge energierekeningen, onzekerheid en
toenemende lasten. Ter illustratie. Uit een onderzoek van de Boston
Consulting Group blijkt dat netcongestie, veroorzaakt door overhaaste
verduurzaming, het Nederlandse bedrijfsleven jaarlijks tussen de 10 en
40 miljard euro kost, en uiteindelijk dus ook voor een deel daarvan aan
belastinginkomsten voor de Staat.
De voorgaande kabinetten-Rutte besloten onze kolencentrales uiterlijk in
2030 te sluiten en kwamen met onbetaalbare en onbetrouwbare
alternatieven voor energieopwekking. Bedrijven en industrie kunnen zich
niet zo snel aanpassen en burgers krijgen een te hoge energierekening.
Bovendien komen we niet echt dichter bij energieonafhankelijkheid.
Onlangs kwam het nieuws dat minister Hermans toch weer subsidie moet
aanwenden om windparken op zee te realiseren: 1 miljard extra. Maar dat
is geen toekomstbestendige strategie. Je kunt nou eenmaal niet een
fulltime-economie en -maatschappij voorzien van energie met
parttime-opwekkingsmiddelen.
BBB wil het anders doen. BBB wil géén onrealistische uitfasering van
fossiele energie, maar pas stoppen met fossiele bronnen als er
betaalbare alternatieven voorhanden zijn. Klimaatbeleid hoort een
rationele beleidsopgave te zijn, geen religie. Kolencentrales moeten we
openhouden zolang we die nog nodig hebben. We moeten ook de ontwikkeling
van kernenergie versnellen, niet alleen maar met grote kerncentrales,
maar ook met zogenaamde SMR's, modulaire kerncentrales. Wat ons betreft
komt er een pauzeknop voor onrendabele windparken.
Voorzitter. BBB wil ook kijken naar nieuwe alternatieven voor een
financieel houdbare toekomst. Het kabinet wil de gaswinning uit de
Noordzee opvoeren. Wat BBB betreft zetten we daar maximaal op in, want
gas is een vitaal onderdeel van onze energiemix. Het verantwoord winnen
van gas op de Noordzee kan bovendien de staatskas versterken. Als deze
inkomsten niet direct constructief worden besteed maar worden belegd in
een fonds volgens Noors model, ontstaat er een reserve voor sociale
zekerheid, waarvan iedere burger, jong en oud, de vruchten plukt.
Daarmee kunnen we de doemscenario's uit het rapport van de achttiende
Studiegroep Begrotingsruimte het hoofd bieden en ook in de toekomst
sociale zekerheid blijven betalen. Dat is nodig, want door vergrijzing
komt ons stelsel onder druk te staan. In 1990 telde ons land 13%
65-plussers. Nu is dat 20% en in 2065 zal dat ongeveer 25% zijn. Deze
vergrijzing wordt mede veroorzaakt door een extreem laag
geboortecijfer.
In dat verband wil ik ook aandacht vragen voor de situatie op de
woningmarkt. Onderzoek van het NIDI wees al uit dat in regio's met een
oververhitte woningmarkt aantoonbaar minder baby's worden geboren.
Nederland moet acuut de woningnood oplossen. Minister Keijzer heeft
daarvoor de eerste stappen gezet. BBB gaat daar vol op door,
bijvoorbeeld door het makkelijker te maken om een woning op te splitsen
of op een vakantiepark te wonen en door af te rekenen met idiote
barrières als de Wet betaalbare huur, die goedbedoeld is, maar de
verhuurmarkt kapotmaakt. Met betere woonmogelijkheden, lagere
energielasten en meer inkomenszekerheid bouwen we aan een beter
Nederland.
Voorzitter. Wij moeten in dit verband natuurlijk ook kijken naar de hele
herziening van het box 3-stelsel. De tarieven die daarin op dit moment
gehanteerd worden, zorgen ervoor dat bezitters van een tweede woning die
woning massaal verkopen. Dat zal nog lang doorsijpelen in de cijfers,
want eerst moet de huurder er natuurlijk uit zijn, voordat men kan
verkopen.
Voorzitter. In het kader van onze financiële toekomst wil ik ook nog
eens pleiten voor het afslanken van de overheid. Dat is in de
achterliggende kabinetsperiode onvoldoende gelukt. De Prinsjesdagstukken
laten zien dat de collectieve uitgaven fors gaan stijgen in de komende
periode. Dat moeten wij actief tegengaan. BBB doet daarom ook in het
verkiezingsprogramma voorstellen om af te slanken. De alsmaar uitdijende
Staat zorgt voor regeldruk en concurrentie, zowel op de arbeidsmarkt als
in het bedrijfsleven. Dat is slecht voor onze bedrijven, slecht voor ons
verdienvermogen en bovenal heel slecht voor onze begroting en
belastingdruk.
Voorzitter. Nederland verdient financieel wat lucht. BBB wil verder
snijden in ontwikkelingshulp en de NPO en wil ook aan de slag met het
Klimaatfonds en de SDE-subsidies. Natuurlijk moeten er ook
asielbeperkende maatregelen getroffen worden. Afgelopen week kwam het
nieuws dat Van der Valk de afgelopen twee jaar 168 miljoen euro aan
belastinggeld heeft gekregen voor de opvang van asielzoekers in luxe
hotelkamers — 168 miljoen euro — terwijl Nederland gebukt gaat onder
woningnood en torenhoge woonlasten. Geen beschaafd land wil dit. Mijn
partij wil dit zeker niet.
Verder wil ik ook nog aandacht voor de hogere btw op logies en de hogere
accijnzen. Inmiddels is ook uit onderzoek aangetoond dat dat geen erg
doelmatige maatregel lijkt. Dan kom ik natuurlijk op een stuk
modellenwerkelijkheid, zoals wij die hier hebben. Op papier kun je door
een bepaalde maatregel door te voeren heel veel geld bezuinigen of
winnen, maar in de praktijk kan dat heel anders uitwerken. We zien dat
ook bij andere zaken, die vooral aan de grenzen van Nederland extra pijn
doen, zoals de verhogingen van de tabaks- en alcoholaccijnzen, die niet
direct geleid hebben tot veel lagere consumptie daarvan, maar wel tot
meer grenstoerisme en tot accijnsinkomstendalingen voor de Staat. Zoals
u weet of zoals veel mensen weten, ben ik zeer tegen roken, maar ook
zeer tegen het verhogen van accijnzen op tabak. Wat mij betreft moeten
die omlaag, omdat ze het doel missen en ze Nederland heel veel geld
kosten.
Voorzitter. Veel van onze financiële uitdagingen zijn een logisch gevolg
van ons eigen beleid hier in de Kamer. Net was er een discussie aan de
interruptiemicrofoon over het erin prutsen van een amendement voor de
korte termijn in plaats van dat gewacht wordt op een behandeling van het
Belastingplan 2026. Dan denk ik: dan hoeven we die woorden over dat we
de boel hier netjes moeten houden op het gebied van begrotingen ook niet
serieus te nemen. Dat was natuurlijk ook al duidelijk doordat de heer
Klaver zei dat hij op zijn blauwe ogen geloofd moest worden, terwijl hij
volgens mijn informatie geen blauwe ogen heeft.
Voorzitter. De BBB wil de toekomst in. Daarbij kunnen en moeten wij een
realistische koers varen. Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Kouwenhoven, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Voorzitter. Het is een eer om hier te staan namens 1,3 miljoen
Nederlanders. Het is een eer en een verantwoordelijkheid, want hoe
kijken zij naar deze begroting en naar de financiële situatie in
Nederland?
Allereerst is het duidelijk dat er weinig vertrouwen is in de politiek.
Ipsos stelt bij het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek dat 68% van de
Nederlanders weinig tot zeer weinig vertrouwen heeft in de politiek. Dit
is gelijk aan het niveau van 2022. Toen hadden we een kabinet met de
VVD, het CDA, D66 en de ChristenUnie. Daar kwam afgelopen vrijdag nog
een toevoeging bij van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In hun
kennisnotitie benadrukken ze dat we sinds 2021 kunnen spreken over een
betrouwbaarheidscrisis, waarin het functioneren van de politiek zelf
centraal staat.
Gaat het dan op begrotingsgebied beter? De Algemene Rekenkamer stelt dat
de Nederlandse begroting onvoldoende realistisch is. Ze stellen dat deze
risico's bevat, doordat deze gebaseerd is op niet-uitvoerbare voornemens
en niet-onderbouwde veronderstellingen. Wat heb je hier als
volksvertegenwoordiger van te maken? Ik kan er niets anders van maken
dan dat deze begroting dan níét bijdraagt aan het oplossen van de
betrouwbaarheidscrisis. Maar toch, de minister heeft het ook niet
makkelijk. Hij kampt, net zoals de rest van Nederland, met hardnekkige
rekeningen. De eerste rekening is de rekening van het kabinet-Rutte.
Niet te onderschatten is dat zij het hier van 2012 tot pas een jaar
geleden, ruim een jaar geleden, voor het zeggen hadden.
Welke kosten hebben deze rekeningen? Allereerst de kosten van de
hersteloperaties. Natuurlijk noem ik dan het kinderopvangschandaal en de
dramatische afwikkeling daarvan. Mijn vraag is of het klopt dat deze
kosten oplopen tot 14 miljard. Wat zijn de uitvoeringskosten per jaar?
Acht de minister de afbouw geloofwaardig naar de voorgenomen afwikkeling
in 2027 of komen daar nog kosten achter vandaan? Ik noem Groningen. Het
gaat om 30 miljard aan kosten voor herstel en perspectief voor
Groningen. Dan het WIA-herstel. Klopt het dat hiervoor meer dan 1
miljoen euro nodig is en dat meer dan 1 miljard euro nodig is voor de
hervorming van dit systeem? Hoelang gaan we dit nog uitstellen? En dan
box 3-gate. Klopt het dat hiervoor 16 miljard euro nodig is? Verwacht u
uitstel van de Wet werkelijk rendement? Een eenvoudige optelsom maakt de
herstelrekening al meer dan 50 miljard, en mogelijk loopt dat nog
op.
Dan hebben we nog de kosten door falend beleid, die toch ook bij deze
rekening horen. Nederland kwam in een stikstofslot. Onderzoeksbureaus
schatten de kosten op meer dan 15 miljard jaarlijks. De asielketen is
volledig stuk. Sinds 2000 wordt er stelselmatig te laag begroot. Dat
heeft de Rekenkamer onderzocht. Het effect hiervan is: onvoldoende
capaciteit en extreem dure opvang. Klopt het dat er ruim 4 miljard euro
begroot is voor de asielopvang in 2026? Erkent de minister dat er
stelselmatig te laag wordt begroot, ook weer voor de komende
jaren?
Dan hebben we nog netcongestie. Onderzoeksbureaus schatten de kosten
hiervan op 10 tot 40 miljard per jaar. We hebben een brief gekregen over
TenneT. Kan de minister toezeggen dat de verkoop daarvan ten goede komt
aan de netcapaciteit?
Voorzitter. Het is duidelijk dat de rekening die door de
kabinetten-Rutte is opgebouwd, tientallen miljarden euro's per jaar is.
Is de minister het met mij eens dat dit directe impact heeft op de
begroting, op de financiële situatie in Nederland? Ik heb al zo veel
vragen gesteld aan de minister, maar de vraag die bij mij het meest in
de lucht hangt, is: welke verantwoordelijkheid ziet de minister voor
zijn ministerie en voor hemzelf in deze kwesties? Falend beleid kost de
schatkist jaarlijks miljarden euro's. Los van collegiaal bestuur kan dit
een expliciet probleem zijn voor Financiën. Hoe spreekt de minister zijn
collega's aan? Hoe wordt in dit kabinet omgegaan met
kosten-batenanalyses? Is de minister het met me eens dat alleen de hand
op de knip houden broodnodige oplossingen in de weg staat?
Dan hebben we natuurlijk nóg een miljardenrekening, de rekening van het
versnellen op defensie. Hoe realistisch zijn deze defensie-uitgaven?
Veel aannemelijker zijn onderuitputting en kasschuiven. De Rekenkamer
constateerde al dat er minder defensiematerieel wordt ingekocht dan
gepland. Hoe kijkt de minister met zijn collega's mee naar de
realiteitswaarde van ons Defensiebegroting? Wat doen die extra bedragen
voor defensie, gelet op het weinige aanbod, met de prijzen voor het
defensiematerieel en met de inflatie?
Voorzitter. NSC is ferm voorstander van het versterken van onze
weerbaarheid. Het is onze overtuiging dat dit een maatschappelijke
opgave is. Daarom stellen we voor om een klein deel van het budget voor
defensie de komende jaren in te zetten voor maatschappelijke
weerbaarheid, in plaats van onderuitputting af te wachten. Hiervoor heb
ik amendementen die ingaan op cyberveiligheid voor bedrijven. Onderzoek
van ABN AMRO laat zien dat de cyberweerbaarheid in Nederland
achterblijft bij de geopolitieke realiteit. We hebben de loketfunctie
van het Digital Trust Center te versterken.
Het tweede is dat de medische weerbaarheid vergroot moet worden door te
investeren in zorgreservisten. Jonge mensen die worden aangetrokken als
zorgreservist kunnen een enorme aanwinst zijn voor het zorgnetwerk.
Bovendien kun je op deze manier mensen werven voor de zorg. Ook hebben
we wijkpunten nodig die netwerken faciliteren met materieel en
ondersteuning, niet top-down, zoals nu gepland, maar vanuit de
samenleving. De rekeningen zijn enorm. De grote vraag is wie deze
rekeningen van Rutte gaat betalen. Dat is een opgave voor de komende
kabinetten. Essentieel hierin is de mogelijkheid van de Kamer om daarop
bij te sturen. Dat vraagt om een transparante begroting en een
openhartig gesprek in de Kamer.
Voorzitter. De Rekenkamer geeft aan dat incomplete informatie over geld,
verwachte resultaten en de risico's het lastiger maakt voor het
parlement om een goed onderbouwde budgetbeoordeling te maken en het
budgetrecht goed uit te voeren. Daarbij valt op dat selectief begroten
daarin herkenbare thema's heeft, zoals de afdracht aan Europa. Hoe
realistisch is de ingecalculeerde bezuiniging van 1,6 miljard? Ten
aanzien van de asielopvang kraken het CPB en de Algemene Rekenkamer de
verwachting van de begroting. Nu de PVV en de VVD nog voor verdere
vertraging van asielwetten hebben gezorgd, is het helemaal
onrealistisch. Ik vraag de minister om deze raming te onderbouwen.
Voorzitter. Hier kan ik nog wel even over doorgaan, maar we constateren
dat er geen geld is voor cellen, dat mensen in de bijstand het gevoel
hebben dat ze een boete krijgen als ze gaan samenwonen en dat minder
mensen geholpen worden met hun energierekening terwijl de winter voor de
deur staat. De manier waarop de begrotingsregels nu worden toegepast,
helpt niet. Jawel, een historisch lage staatsschuld én een
betrouwbaarheidscrisis. Ik verzoek de minister met zijn opvolger af te
spreken dat de begrotingsregels in een aparte brief worden besproken met
de nieuwe Kamer en expliciet in te gaan op de Europese koppen van de
begrotingsregels bij de eerstvolgende AFB. Ik verzoek ook de
ondersteuning van de Kamer te versterken om de democratische
legitimiteit van de regels te vergroten.
Voorzitter. Je bent geen NSC'er als je niet ten minste één keer de
Grondwet hebt aangehaald. Daarom roep ik in herinnering dat het juist
informeren van de Kamer en het budgetrecht in de artikelen 68 en 105 van
de Grondwet zijn verankerd.
Een ander kroonjuweel van NSC is mensen boven modellen stellen en zorgen
voor zekerheid. De gebruikte koopkrachtplaatjes staan heel ver van de
realiteit. Mijn overbuurvrouw kan niet rondkomen van haar AOW. Ze heeft
gezondheidsproblemen en wantrouwt de overheid. Tegenwoordig vraagt ze
me, als ik een praatje met haar maak, om haar geld te lenen. Zal ik haar
deze modellen laten zien en haar vertellen dat ze er echt wel op
vooruitgaat? Ze zal er niks van merken. Ons inkomen-, toeslagen- en
belastingstelsel is hartstikke stuk. En toch wordt er elke keer weer
minutieus met parameters geschoven om politieke punten te maken. Liever
dat dan hervormen. De beweging van dit kabinet om de belasting te
verhogen en de arbeidskorting te verlagen is daar een exemplarisch
voorbeeld van. Deze millimetersturing gaat ten koste van gepensioneerden
en arbeidsongeschikten. Goed dat er een Kamermeerderheid is die de
regering verzoekt dit terug te draaien. Kan de minister bevestigen dat
hij de gedekte motie-Van Hijum uitvoert en meer doet dan alleen het
Belastingplan afwachten?
Ook de buffelboete is zo'n voorbeeld. Werkenden met de allerlaagste
inkomens krijgen belastingnadeel onder het adagium "ga maar meer
werken". Wat zeggen we dan tegen mantelzorgers, arbeidsongeschikten,
verplegers en het winkelpersoneel? Daarom dienen wij een amendement in,
samen met GroenLinks-PvdA. Onbegrijpelijk en onverteerbaar vind ik het
dat er geen scenario's zijn voor vereenvoudiging. Sterker nog, ondanks
onze Kamerbrede motie, die er expliciet op ingaat dat die brief er,
ondanks de demissionaire status van het kabinet, moet komen, zijn er
geen scenario's. Ik weet zeker dat er voldoende kennis is binnen het
ministerie. Het probleem is politieke onwil.
De heer Flach (SGP):
Even over de buffelboete. Over de procedure om het voorstel bij de
btw-wet in te dienen is door anderen al iets gezegd, maar het was toch
NSC dat in het vorige kabinet de staatssecretaris van Belastingen
leverde en dit gewoon doorgevoerd heeft? Maar daar gaat mijn vraag niet
eens over. Is het niet zo dat er in dit verhaal, dat we ook van de heer
Klaver hebben gehoord, maar een halve waarheid wordt geschetst? Er wordt
nu ingezoomd op een deel van de tabel. Wat buiten beschouwing wordt
gelaten, is het kindgebonden budget en de huurtoeslag, waardoor het
koopkrachtplaatje voor de groep die u noemt uiteindelijk gewoon positief
uitkomt. Is dit dan wel een eerlijk verhaal?
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ja. Is het een eerlijk verhaal? Natuurlijk is het een eerlijk verhaal.
Wij gaan expliciet in op het belastingonderdeel. Dat is hetgeen waarvan
wij zeggen: verander dat. Het eerlijke verhaal is dat mensen die de
kleinste baantjes hebben, met het minste inkomen, door deze
belastingmaatregel getroffen worden. Dat is het eerlijke verhaal. Ik zeg
net iets over die koopkrachtplaatjes. Ik denk dat we heel precies moeten
kijken hoe ingewikkeld we het belastingsysteem moeten willen hebben.
Gaan we daaraan draaien, dan maken we dit soort ongelukken. Ik vind dat
echt geen goed idee. Ik denk niet dat het een half verhaal is. Sterker
nog, ik denk dat we dit soort dingen juist op hun merites moeten
beoordelen. Volgens mij kunnen we prima zeggen dat je de allerkleinste
baantjes, de mantelzorgers, de verplegers, de mensen in de winkel, prima
mag beschermen. Die mag je prima beschermen tegen belastingmaatregelen
die onjuist uitpakken.
De heer Flach (SGP):
Ik vind het toch een wonderlijk verhaal, hoor. Ik ben het er met de heer
Kouwenhoven over eens dat de belasting eigenlijk versimpeld zou moeten
worden en we eigenlijk geen toeslagen nodig zouden moeten hebben. Maar
we zitten nu eenmaal in dat model. Ik ben het er van harte mee eens dat
je voorzichtig moet omgaan met die groep kwetsbare inkomens. Je moet
goed naar de koopkrachtplaatjes kijken. Dat is ook wat de SGP heeft
gedaan bij het vorige Belastingplan. Daarom konden we daar ook mee
instemmen, op voorstel van de NSC-staatssecretaris. Wie was het toen:
Idsinga, of zijn opvolger? Je vertelt gewoon een half verhaal als je,
nadat we afgelopen vrijdag een tabel hebben gehad, zegt "op het
belastingdeel heeft die groep een nadeel" en je daarbij bewust weglaat
dat dat gecompenseerd wordt door huurtoeslag en kindgebonden budget.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Heeft u een vraag gehoord, voorzitter? Ik weet niet zo goed … Lang
verhaal kort: wij vertellen geen half verhaal; wij vertellen het verhaal
over hoe de belasting impact heeft op deze mensen en hoe zij benadeeld
worden. Daar willen we wat aan doen. De complexiteit waarmee je de
koopkrachtplaatjes vormgeeft … Ik ben blij dat wij dat delen. Ik ben
blij dat u bijna met zoveel woorden zegt dat u achter de gedachte staat
van wat we hier proberen te doen. Daar ben ik dus ook erg blij mee.
Juist deze belastingmaatregelen moeten we zo inrichten dat je niet op
vier, vijf andere plekken reparaties moet uitvoeren. Dat vind ik ook
logisch. Ik snap dus wat u zegt. Ik had ook liever gehad dat het in één
keer goed was gegaan, maar nee. Dit is het verhaal zoals ik het
volledig, eerlijk en openhartig zie.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Flach (SGP):
Ik zeg maar vast dat dit een vraag is; dan bestaat daar ook geen twijfel
over. Woorden doen ertoe, ook wat u hier namens NSC naar voren brengt.
Er wordt nu een beeld geschetst — de heer Klaver deed dat ook — alsof er
een bepaalde groep in de knel komt en benadeeld wordt. Dat suggereert
dat partijen die destijds met het Belastingplan hebben ingestemd of
straks niet met uw amendement gaan instemmen, dat wel prima vinden.
Daarom hecht ik er wel belang aan om te zeggen dat er hier een half
verhaal wordt verteld. Het is alsof je eigenlijk maar de helft van
iemands salaris uitbetaalt. Je zegt dan: je gaat er 50% op achteruit.
Maar eigenlijk komt de andere helft een dag later. Ik vind het gewoon
niet compleet. De heer Kouwenhoven kan zeggen dat het een eerlijk
verhaal is, maar door gewoon bewust twee compenserende maatregelen weg
te laten, wordt een half verhaal geschetst. Een halve waarheid is in
mijn ogen nog steeds een hele leugen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Laat ik vooropstellen dat het niet mijn intentie is, juist omdat ik ook
graag samenwerk hier in de Kamer, om mensen die toen ingestemd hebben,
nu op een bepaalde manier weg te zetten. Ik noem het maar even niet,
maar volgens mij begrijp ik wat u probeert te zeggen. Dat is mijn
intentie zeker niet. Mijn intentie is als volgt. Er ligt nu een kans om
die groep, die wel geraakt is door deze belastingmaatregel, te helpen.
Dat is wat ik voorop wil stellen. De vraag die daaruit verder naar voren
komt, is vervolgens: goh, vindt u dat ze voldoende gecompenseerd zijn?
Vindt u dat die plaatjes op een bepaalde manier uitkomen en hoe kijk je
daarnaar? Nou, wij zijn duidelijk. Wij hebben gezegd dat we het herstel
door het aanpakken van die buffelboete, die mensen negatief kan raken,
belangrijk vinden. De enige keuze die hier aan de Kamer voorligt is: zou
je, gezien ook de maatregelen die er al zijn, deze groep daarin willen
helpen of niet? De afweging kan prima zijn: nee, ik help die groep niet
door de buffelboete aan te pakken, want ik vind dat er voldoende
compenserende maatregelen zijn. Het mag duidelijk zijn dat wij wél af
willen van de buffelboete, ondanks andere maatregelen en andere
situaties die kunnen spelen. Misschien is het ook goed om te zeggen dat
dit niet alleen voortkomt uit het Belastingplan, maar ook uit de
suggestie die nu voor de btw-wet voorligt. Dit is dus niet alleen iets
uit 2024; dit moet ook gezien worden in combinatie met de btw-wet die
hier nu voorligt.
De heer Vermeer (BBB):
De heer Van Kouwenhoven kan toch niet met droge ogen, zoals de heer
Flach net al zei, de halve waarheid vertellen en niet vertellen hoe het
gecompenseerd is? NSC was erbij toen we daarover hebben onderhandeld en
dat met elkaar uitgewerkt hebben. Wat is NSC dan in vredesnaam voor een
partij? NSC heeft het over goed bestuur, maar het gaat hier om iets wat
NSC zelf met het volle verstand heeft doorgevoerd. We hebben toen ook
gezegd: als er later dingen gerepareerd moeten worden, kunnen we dat
doen en moeten we dat ook doen. Maar nu het halve verhaal vertellen is
toch gewoon onfatsoenlijk? Zo ga je toch niet om met stelsels en met
mensen? We moeten de mensen in Nederland toch op de juiste manier
informeren over welke maatregel welk effect heeft en wat daarvan de
bedoeling is? Als je maar de helft vertelt, kan ik eigenlijk alleen maar
de heer Flach nazeggen: een halve waarheid is een hele leugen. Hoe
reflecteert de heer Kouwenhoven daarop?
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik denk dat wij ons concentreren op hetgeen wat voorligt. Dat is de
belastingmaatregel waar we iets aan kunnen en willen doen. Dat is waar
wij ons op concentreren. Wij waren er zeker bij. Wij zien hier nu een
kans, vanuit de Kamer, om samen te werken aan een oplossing voor een
groep mensen. Die oplossing is de aanpak van de buffelboete. Ik vind het
niet gek, als wij het hebben over het aanpakken van de bufferboete, om
daarbij niet allerlei andere maatregelen van stal te halen, gelet op de
beperkte tijd die er is, ook al gezien de complexiteit die dit allemaal
met zich meebrengt. Er staat nergens — ik kan me in ieder geval niet
voorstellen dat wij dat naar voren hebben gebracht — dat wij die
compenserende maatregelen ontkennen. Wel is het zo dat die
belastingmaatregel de allerkleinste groep raakt in de portemonnee. Dat
is gewoon een feit. Die lichten wij eruit, want daar doen we wat aan. Ik
vind het een heel evident verhaal dat het onderwerp dat je aanpakt
hetgeen is wat je uitlegt.
De heer Vermeer (BBB):
Wij pleiten er hier al jarenlang voor om in debatten over financiën de
kop erbij te houden en geen domme dingen op het allerlaatste moment te
doen, of om iets in een andere wet te fietsen wat daar eigenlijk niet in
thuishoort. Wij moeten ervoor zorgen dat we daar op een normale manier
over nadenken en niet allerlei ongewenste effecten creëren. Toch kiest
de heer Kouwenhoven ervoor om het voorliggende wetsvoorstel te
misbruiken om er even iets anders in te fietsen, omdat dit, zo lijkt het
wel, goed uitkomt in de campagne. Dit is een opportunisme dat gewoon
niet te geloven is. En dan ook nog slechts de helft van de informatie
aan de mensen vertellen. Als dat de politieke toekomst van Nederland is,
houd ik mijn hart vast. Wil de heer Kouwenhoven hier toch nog eens over
nadenken en dit straks, bij de behandeling van het Belastingplan en alle
andere begrotingen, op een ordentelijke manier meenemen?
De heer Kouwenhoven (NSC):
Voorzitter, ik wil graag aangeven dat ik deze kwalificaties verre van
mij werp. Laat ik dat vooropstellen. De wet die voorligt en die wij
amenderen, gaat expliciet in op het onderdeel dat wij nu gebruiken om de
buffelboete aan te pakken. Dit doen wij ook op basis van de Kamerbrede
motie-Van Hijum, waarin we zeggen dat we de arbeidskorting die tegenover
de belastingverhoging is gezet, willen terugdraaien. Daar is een
Kamerbrede meerderheid voor. Daar hebben we geen amendement op de wet
voor ingediend, omdat ik zeg: ze liggen verder uit elkaar. Nu, voor
deze, zit het gewoon in elkaars vaarwater. Het raakt elkaar gewoon. Het
is onderdeel van de knop die het kabinet gebruikt om aan te draaien. Die
staat in de wet die wij nu behandelen. Dát amenderen vind ik helemaal
geen onlogische zaak.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Volgens mij hebben we van de minister een hele duidelijke brief gekregen
met een hele goede uitleg over wat de buffelboete lijkt te zijn. Hoe het
plaatje er in z'n totaliteit uitziet … Er ligt inderdaad een motie van
Van Hijum. Die over het terugdraaien van de arbeidskorting heeft mijn
fractie niet gesteund, maar het uitzoeken rondom de buffelboete hebben
wij wel gesteund. We staan dus in de modus om mee te denken en mee te
kijken hoe we dit kunnen oplossen. Daarvoor hebben we het hele plaatje
nodig. Mijn collega's hebben daaraan gerefereerd. Maar nu zijn er twee
tegenstrijdigheden. Enerzijds het terugdraaien van de arbeidskorting en
anderzijds ergens weer iets ophogen.
Ik weet oprecht niet hoe dat uiteindelijk eruit gaat zien. De manier om
dat op een goede manier te behandelen, is bij de behandeling van het
Belastingplan. Dus mijn oproep aan de heer Kouwenhoven is om die twee
onderdelen, die wel degelijk op elkaar inwerken, ordentelijk en goed te
behandelen, na de verkiezingen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
De oproep is wel verstaan, dank u wel.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik wil die oproep graag ondersteunen, want volgens mij worstelen wij
hier allemaal mee. Volgens mij willen we echt graag een ordentelijk
proces. Wij zouden het ook erg waarderen als we dit netjes met elkaar
kunnen doen bij het Belastingplan.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Dan ga ik terug naar mijn punt dat er geen scenario's zijn voor de
Kamerbrede motie die heeft gezegd expliciet in te gaan op
vereenvoudiging, ondanks de demissionaire status van het kabinet. Het
mag duidelijk zijn dat de onwil om daar wat aan te doen zeker niet bij
NSC vandaan komt. Wij hebben concrete voorstellen voor meer zekerheid,
om af te komen van onze verslaving aan toeslagen.
Ik zal ze noemen. Een hoger minimumloon, dat moet naar €18 inclusief de
koppeling met de AOW en de uitkeringen. Het afschaffen van het jeugdloon
vanaf 18 jaar. De verslaving aan toeslagen terugdringen en zekerheid
geven in mensenlevens. Voor bedrijven dient daar compensatie tegenover
te staan. Maar we maken ook keuzes in de economie. Minder
lagelonenarbeidsmigratie en meer ruimte voor de hoogwaardige economie.
Betaalbare zorg: de zorgpremie naar €50, een eigen risico van €50 per
behandeling, de zorgtoeslag eraf, weten waar je aan toe bent.
Gezinsgerichte ondersteuning: één kindpakket voor gezinnen,
kinderopvangtoeslag direct financieren via de kinderopvang. Betaalbare
energie: het energiefonds moet eenvoudig en toegankelijk zijn en de
energierekening moet omlaag door de belastingkorting op
energieaansluitingen voor woningen te vergroten. Ook hierover zijn
NSC-moties aangenomen. Het hervormen van belastingen en kortingen, waar
een progressief vierschijvenstelsel de basis van is, waar de
belastingmix kleine stapjes afzet van het belasten van arbeid en we
kortingen zo veel mogelijk terugdringen waar dat kan.
Noodzakelijke voorwaarde van dit alles is een dienstbare overheid. Een
overheid die er meer is voor de mensen thuis dan dat ze er is voor de
mensen hier in Den Haag. NSC-pareltjes zoals de proactieve
dienstverlening en het vergisrecht zijn daarin noodzakelijk. Het kan,
het rekent rond, we kunnen zorgen voor meer zekerheid.
Tot slot, voorzitter. Nieuw Sociaal Contract is precies dat: nieuw. We
hebben een eigen visie. Een eigen visie op de Nederlandse overheid die
dienstbaar moet zijn aan haar inwoners, over bestaanszekerheid in de
echte wereld, zeker voor degenen die niet meer kunnen meedoen, en over
weerbaarheid. Weerbaarheid vanuit de samenleving, iets wat zo veel
verder gaat dan bommen en granaten.
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt.
De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 13.45 uur. Dan gaan we eerst twee keer hoofdelijk stemmen
en daarna luisteren naar de heer Vijlbrief.
De vergadering wordt van 13.15 uur tot 13.47 uur geschorst.
Algemene Financiële Beschouwingen
Algemene Financiële Beschouwingen
Aan de orde is de voortzetting van de Algemene Financiële
Beschouwingen,
en de behandeling van:
de brief van de minister van Financiën d.d. 16 september 2025 inzake de Nota over de toestand van 's Rijks financiën (36800);
het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2026 (36800-IX);
het wetsvoorstel Wijziging van het Belastingplan 2025 in verband met het behoud van het verlaagde btw-tarief op cultuur, media en sport en een beperking van de jaarlijkse indexering van een aantal bedragen die gelden voor de inkomstenbelasting of de loonbelasting door middel van het beperkt toepassen van de tabelcorrectiefactor (Wet behoud verlaagd btw-tarief op cultuur, media en sport) (36814).
De voorzitter:
Hebben we een minister? Ik heb verzocht om iemand die Heinen heet. De
heer Vijlbrief gaat alvast in de starblokken staan. Als de minister
binnenkomt, dan geef ik het woord aan hem. Graag stilte in de zaal.
Meneer Mulder naar buiten, meneer Van der Burg naar buiten. Meneer Van
Hijum, gesprekken elders. Hartelijk dank.
De (algemene) beraadslaging wordt hervat.
De voorzitter:
Het woord is, dames en heren, aan de heer Vijlbrief.
De heer Vijlbrief (D66):
Voorzitter, dank u wel. Het zijn de tweede en laatste Algemene
Financiële Beschouwingen met dit kabinet. Daar ga ik althans van uit. De
minister van Financiën staat ferm. De staatssecretaris is gewisseld.
Welkom. Iedere keer weer een verrassing, weer een nieuwe
staatssecretaris. Maar welkom en succes.
We spreken vandaag over een Miljoenennota die er op het eerste gezicht
best aardig uitziet. Maar zoals de onsterfelijke Henk Westbroek al zong
met Het Goede Doel: het is een pakketje schroot met een dun laagje
chroom. Onder de best aardige cijfers gaat het ronduit slecht met onze
industrie, we zijn geen meter opgeschoten met de stikstofproblematiek,
we bouwen te weinig, het klimaatbeleid is vrijwel stilgevallen en we
hebben de grootste bezuiniging op onderwijs en wetenschap van de eeuw.
Ik herhaal: een pakketje schroot met een dun laagje chroom. En hoe komt
dat? Nou, de analyse is eigenlijk simpel. Als je gaat regeren met
populisten — u weet wel, mensen die heel veel beloven en niks presteren
— gaat het slecht met je economie, met je land en met je mensen. Uit
onderzoek blijkt dat landen met een populistische leider tot wel 10% aan
welvaart verliezen over een periode van vijftien jaar. Dat is allemaal
begrijpelijk. De economie sluit zich af, instituties worden ondermijnd
en er worden onverantwoorde risico's genomen met het beleid. Na ruim een
jaar landsbestuur van de PVV, mede mogelijk gemaakt door de VVD, zijn de
vertrouwenscijfers in de politiek historisch laag: 4% van de
Nederlanders gelooft dat de politiek oplossingen kan brengen. Dat is
zorgwekkend. Dat is een gevaar voor onze democratie. Dat moeten we niet
laten gebeuren.
In tegenstelling tot wat de populisten ons iedere dag laten geloven, is
het echte Nederland een Nederland van mensen die laten zien wat
samenleven betekent: leraren die ondanks bezuinigingen het maximale doen
om kinderen op weg te helpen, ondernemers die risico's nemen om iets op
te bouwen, zorgmedewerkers die doorgaan en elke dag mensen helpen,
Nederlanders die zich inzetten voor hun buurt, hun vereniging en hun
familie. Dat zijn de positieve krachten. Ik zei het eerder. Dat zijn de
mensen met een zachte stem. Onze opdracht in deze Kamer is eenvoudig,
maar wel urgent. We moeten ruimte maken voor die positieve krachten. Dat
betekent kiezen voor samenwerking. Dat betekent kiezen voor oplossingen
en niet voor problemen, voor vooruitgang en niet voor stilstand.
Dat brengt mij weer terug bij het financiële beleid van het kabinet,
waar het vandaag allemaal om draait. Nederland heeft politici nodig die
over de dijken heen durven te kijken, politici die samenwerken om
problemen van mensen op te lossen in plaats van ruzie te maken. De
komende verkiezingen gaan over die mensen in het land: mensen die een
huis willen, die hun kinderen het beste onderwijs willen geven en die
een economie willen die ook in de toekomst werk en welvaart oplevert. De
vraag die we vandaag moeten beantwoorden is: draagt het financiële
beleid van het kabinet daaraan bij? Ik vind over de hele breedte dat het
antwoord nee moet zijn.
Waar de voorgangers van dit kabinet ervoor kozen om de problemen van
onze kinderen en kleinkinderen te proberen op te lossen door grote
sommen geld uit te trekken voor die problemen — denk aan stikstof, denk
aan het klimaat, denk aan de investeringen in onderwijs en de
technologie — wordt dat geld nu verbrast. Soms om politieke motieven —
denk aan het stikstoffonds — soms uit puur opportunisme; denk aan
plundering van het Groeifonds. Voor iedereen die nu denkt dat dat toch
allemaal niet zo erg is: dat is het dus wel, want om die reden kunnen
Nederlanders geen huis vinden en om die reden worden Chinezen en
Amerikanen op steeds meer markten de baas en wij rennen er hijgend
achteraan.
Voorzitter. Ik start met het onderwijs. Als we het hebben over de
toekomst van ons land, dan moeten we het hebben over onderwijs, want
zonder goed onderwijs, zonder goede technologie en zonder goede
innovatie valt alles stil. Ik maak me daar grote zorgen over. Het gaat
niet goed. De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs holt flink
achteruit, ook ten opzichte van andere landen om ons heen. De PISA-score
keldert, R&D blijft in Nederland steken op slechts 2,2% van het
bruto binnenlands product, terwijl 3% al meer dan 20 jaar geleden is
afgesproken. Het publieke aandeel daarin daalt zelfs de komende jaren,
en belangrijke infrastructuur voor onderzoek, wetenschap en innovatie
wordt afgebroken. Het Nationaal Groeifonds is wegbezuinigd. Starters- en
stimuleringsbeurzen zijn geschrapt. In het Fonds Onderzoek en Wetenschap
wordt gesneden, terwijl het juist in deze wereld, waar het allemaal snel
verandert, zo belangrijk is om stevig te staan.
We kunnen het ons niet permitteren om alleen naar de Verenigde Staten te
kijken voor dataopslag en onderzoekinfrastructuur. Dat zullen we echt
zelf moeten doen in Europa en in Nederland. Bij de Algemene Politieke
Beschouwingen diende Rob Jetten daarom samen met Joost Eerdmans een
motie in om die onderwijsbezuinigingen een halt toe te roepen. Het
verzoek was om nu geen onomkeerbare stappen te zetten met de
bezuinigingen op onderwijs, wetenschap en innovatie. Dat kan niet
wachten, want er wordt nu bezuinigd en nu worden scholen,
onderzoekinstellingen en wetenschap geraakt. Ik noem een paar
voorbeelden.
In Rotterdam verliezen elf scholen samen 1,1 miljoen aan subsidie voor
brede brugklassen, oftewel €100.000 per school. Hierdoor is er minder
tijd en aandacht voor 1.320 leerlingen die dat nodig hebben. In Hengelo
verliezen 1.100 kansarme kinderen zeven uur extra les per week voor
basisvaardigheden en sociale ontwikkeling. Door de bezuiniging op de
maatschappelijke diensttijd kunnen 40.000 jongeren hier niet meer aan
meedoen. Dit zijn jongeren die uitvallen, geen baan vinden en geïsoleerd
raken.
Deze week kwam er dan ook een dringende oproep vanuit de MBO Raad, de
Vereniging Hogescholen, Universiteiten van Nederland en
studentenorganisaties om niet door te gaan met die bezuinigingen. Ik doe
nogmaals een dringend appel op deze Kamer en ook aan de bondgenoten met
wie wij eerdere bezuinigingen tegenhielden; denk aan het CDA, de
ChristenUnie en de SGP. Na het interruptiedebatje dat ik had met mevrouw
Van Eijk van de VVD hoop ik echter ook op haar steun. Ga nu niet
ondoordacht door met bezuinigingen. Zet geen onomkeerbare stappen. Kies
voor rust en bezinning.
Voorzitter. Dat brengt mij bij wonen. De wooncrisis raakt iedereen.
Leraren en verpleegkundigen kunnen niet wonen waar ze werken, studenten
stoppen noodgedwongen met hun studie of blijven eindeloos thuis wonen,
starters stellen hun levenskeuzes uit en ouderen zitten vast in een huis
dat niet bij hen past. Dat is niet een individueel probleem; dat tast
het weefsel van onze samenleving aan. Zorgelijk is echter dat partijen
de echte doorbraken op de woningmarkt tegenhouden. Daar levert de BBB
helemaal niet, zeg ik. Ze houden de stikstofcrisis in stand door niet
met echte plannen en oplossingen te komen. Nederlanders zijn dit zat.
Eerlijke keuzes moeten nu worden gemaakt voor Nederlanders die een
woning zoeken en voor onze boeren. Daarom vindt D66 dat doorbraken op
dit terrein nodig zijn. We willen tien nieuwe steden bouwen,
honderdduizenden woningen, een duurzame infrastructuur en nieuwe kansen
voor regio's.
Maar dat kost tijd en we willen ook nu iets doen. Wij hebben een
noodwoonwet ingediend om op de korte termijn 200.000 mensen te helpen
door woningdelen makkelijker te maken en regels die woningbouw blokkeren
te schrappen. Een dak boven je hoofd is geen luxe, dat is een
basisrecht. Als de politiek iets kan laten zien is het hier. Daarom hoop
ik dat we hier vandaag en morgen met alle positieve krachten in de Kamer
samen stappen op kunnen zetten. Twee weken geleden haalden woonmoties
van ons het net niet. Toen stemden de VVD en het CDA nog tegen. Ik hoop
dat dat vandaag anders is. Ik heb een iets andere motie in
gedachten.
Voorzitter. Dat brengt me kort bij ontwikkelingssamenwerking. Er was net
al een kort interruptiedebatje met de heer Flach. Ik vind met hem dat we
zo snel mogelijk terug moeten naar de koppeling tussen
ontwikkelingssamenwerking en het bni. Dat is niet alleen een kwestie van
menselijkheid, maar dat geeft de landen ook kans hun eigen problemen op
te lossen. Zo bouw je aan een veilige wereld. Ik ben benieuwd hoe de
minister hierover denkt.
Voorzitter. Ik wil afsluiten met het begrotingsbeleid. Soms hebben
politici een zetje nodig om het goede te doen. De begrotingsregels uit
1994, inmiddels meer dan 30 jaar oud, van Gerrit Zalm hebben ons
decennialang geholpen. Ik denk zelf dat dat nog steeds zo is, maar ik
denk ook dat de begrotingsregels iets missen. Als een ondernemer ziet
dat de concurrentie toeneemt, gaat hij niet een keer extra naar de bar
of op vakantie. Dan gaat hij sparen en investeren.
Onze begrotingsregels maken in mijn ogen ten onrechte geen onderscheid
naar het soort uitgaven dat je doet of het soort lasten dat je hebt. Als
het gedekt is, lijkt het dan opeens alsof de invoer van rode diesel de
beste uitvinding is sinds gesneden brood. Maar als je er even wat dieper
naar kijkt, zie je dat dat natuurlijk niet waar is. Het maakt uit waar
je je geld aan uitgeeft. Ik schreef daar recent wat over met collega's
in ESB: "Bepaalde baten en kosten worden onvoldoende meegenomen wanneer
we een begroting doorrekenen. Denk aan de economische groei die ontstaat
door investeringen in onderwijs en onderzoek. Denk aan de baten van
preventie in de gezondheidszorg. Maar wat ook niet goed wordt
meegenomen, zijn de kosten van nietsdoen. Denk aan het niet investeren
in het oplossen van het stikstof- of klimaatprobleem. Op korte termijn
ziet je begroting er beter uit, maar op langere termijn kan er hevigere
schade ontstaan. De kosten van het ontbreken van enig betekenisvol
beleid op het gebied van stikstof door dit kabinet worden geschat op
vele tientallen miljarden." Kortom, wat hier en nu goedkoop lijkt, is
eigenlijk duurkoop.
Het is echt cruciaal om het onderscheid te gaan maken tussen
investeringen en consumptie. De begrotingsregels moeten hierbij gaan
helpen. Ik bepleit hier dus, meer dan 30 jaar na Zalm, een aanvulling op
onze begrotingsregels en onze manier van omgaan met modelberekeningen.
Een paar dingen. Zet bij onzekerheid de baten van onderwijs en preventie
niet meer standaard op nul. Laat de kosten van nietsdoen zien,
bijvoorbeeld door de klimaatschuld te ramen. Zo wordt het nemen van
tijdige maatregelen aangemoedigd. Ik zou een pleidooi willen houden voor
een andere behandeling van investeringen in de begrotingsregels.
Daarvoor heb ik vier punten. Eén. Maak aan het begin van de
kabinetsperiode een duidelijke lijst van investeringen die noodzakelijk
zijn. Als mevrouw Van Dijk denkt "dit heb ik eerder gehoord", klopt dat,
want het is haar idee. Dat heb ik gejat. Twee. Zoek naar ruimte binnen
de Europese normen om zo veel mogelijk investeringen mogelijk te maken.
Drie. Laat een nieuw kabinet voor de toekomst duidelijk aangeven welke
samenstelling van consumptie en investeringen gewenst is in de
begroting. Geef dan ook aan welke uitgaven minder hard moeten groeien.
Dat betreft het debatje dat ik net had met de heer Klaver. En ten slotte
vier. Gebruik de Nationale Investeringsbank om zo veel mogelijk
privaatkapitaal te mobiliseren voor onze grote uitdagingen.
Ik wacht heel even.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Grinwis.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Interessant. Ik ben het er ook best mee eens, want ik vind dat we
investeren veronachtzamen in ons begrotingsbeleid. Ik miste nog een
vijfde punt, maar misschien komt de heer Vijlbrief daar nog op. Ik weet
niet of dat al in het eerste punt zit, maar je ziet het nu bij dit
kabinet: we hebben even een financieel probleem, komen daar niet uit,
maken liever geen keuze en grijpen naar de prijsbijstelling, om aan die
knop te draaien. Als die inclusief de investeringsfondsen wordt beperkt,
betekent dat gewoon voor miljarden aan korting op die
investeringsfondsen, zoals het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Dat
zie je nu. De ingreep in de prijsbijstelling uit de Miljoenennota en uit
de Voorjaarsnota zorgen voor een derving van 3,9 miljard aan
investeringsruimte. Dat betekent gewoon dat we heel concrete projecten
moeten gaan schrappen bij IenW. Betekenen deze vier punten en de
uitvoering daarvan ook dat het niet meer mogelijk is om de
prijsbijstelling in te houden zonder afweging over die
investeringsfondsen? Daar ben ik eigenlijk wel benieuwd naar.
De heer Vijlbrief (D66):
Dank voor deze vraag. Ja, dat betekent het. Als ik zeg "maak aan het
begin van de kabinetsperiode een duidelijke lijst van investeringen", is
dat dus een lijst in reële termen. Dat is wat mij betreft dus geen
nominale. Ja, daar hoort een nominale som bij van wat het kost, maar ik
zou zeggen: als je je voorneemt om die investeringen te doen, moet je ze
ook doen. En dat betekent automatisch wat de heer Grinwis zegt.
Voorzitter, ik ga afronden. Het is tijd om de investeringsagenda terug
te pakken. Als wij altijd hadden geluisterd naar mensen die riepen dat
dingen te duur zijn, waren de Deltawerken niet gebouwd en waren de
polders nooit drooggelegd. Als we dat blijven doen, gaan we nooit het
klimaatprobleem oplossen en gaan we nooit de woningcrisis oplossen.
Vooruitgang vraagt dus om lef op dit punt. En dat betekent: geef meer
aandacht aan investeringen.
Voorzitter, ik sluit af. De vraag vandaag is eigenlijk simpel: willen we
doorgaan op de weg van ruziemaken, verdeeldheid en stilstand, wat we de
afgelopen anderhalf à twee jaar hebben mogen zien, of kiezen we voor
samenwerken, investeren en vooruitgang? Wij kiezen voor de positieve
krachten: voor een toekomstgericht begrotingsbeleid, voor investeren in
onderwijs, woningen en klimaat en voor lef en ambitie in plaats van
angst en relativisme. Het kan wel.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu luisteren naar de mevrouw bij wie alle ideeën
van de heer Vijlbrief blijkbaar vandaan komen. Of is dat iets te veel
eer? O. Het was maar één idee, zegt de heer Vijlbrief.
Mevrouw Inge van Dijk, CDA. Het woord is aan haar.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. Ik wil het vandaag hebben over het verhaal van
de zeven financieel-economische plagen. Maar voordat ik daarmee begin,
geef ik eerst in het kort een schets van waar Nederland nu staat.
Voorzitter. Vrede leek generatieslang vanzelfsprekend, maar dat is nu
anders. Waar Nederland ooit de thuisbasis was van veel topbedrijven,
dreigen we die positie te verliezen. De WRR spreekt over fragmentatie
van de wereldorde in meerdere machtspolen, waardoor Nederland niet meer
automatisch kan meedeinen op voor ons land gunstige internationale
verhoudingen. Bij de NAVO-top in juni is daarom afgesproken om de
defensie-uitgaven te verhogen naar 3,5% van het bbp in 2035. De
budgettaire verwerking hiervan wordt vanwege de demissionaire status van
het kabinet aan het nieuwe kabinet overgelaten. Maar dat is slechts een
van de financiële uitdagingen waar we voor staan.
Onze economie groeit nu, met gemiddeld 1,5%, iets harder dan vorig jaar,
maar die groei wordt vooral gedragen door de consumptie van huishoudens
en overheid. Op korte termijn is dat houdbaar, maar structurele groei
vraagt om productiviteit, innovatie en investeringen. Daarnaast is tot
2040 ongeveer 195 miljard nodig voor investeringen in de
elektriciteitsinfrastructuur. Er liggen 20.000 verzoeken voor zwaardere
aansluitingen, die niet ingewilligd kunnen worden. Tot 2030 zijn ruim
980.000 woningen nodig.
Dit alles speelt in het licht van demografische ontwikkelingen.
Vergrijzing zorgt voor minder handen en hoofden om deze uitdagingen aan
te pakken. Zonder beleidswijzigingen stijgen de kosten van zorg en
sociale zekerheid. Boven op al deze onzekerheden komt het ontslag van
kabinet-Schoof, wat gelukkig een einde maakt aan chaos en stilstand,
maar niet op korte termijn. Verkiezingen en een formatie brengen
namelijk ook vertraging. Als ik zie hoe politieke partijen al tijden
vooral elkaar de maat nemen in plaats van elkaar weten te vinden, denk
ik dat er na de verkiezingen eerst heel veel koffie moet worden
gedronken en er beter naar elkaar moet worden geluisterd. Mensen zeggen
vaak tegen mij: dit is politiek. Maar ik weiger om dat zomaar te
accepteren, want daarvoor is Nederland me te dierbaar. Hoe we politiek
bedrijven, is namelijk echt een keuze. De keuze voor chronisch populisme
is wat mij betreft de gemakkelijke weg. We lijken onvoldoende te
beseffen wat er op het spel staat. De vraag is: hoeveel moed heeft de
politiek om de werkelijkheid onder ogen te zien en de keuzes te maken
die nodig zijn?
Voorzitter. Nu terug naar het begin. Ik moest bij het lezen van de
stukken denken aan de zeven ondeugden, maar ook aan het verhaal van de
tien plagen, over de Egyptische farao die waarschuwingen negeert en zijn
volk in ellende stort. Net als de farao pakt het kabinet waarschuwingen
en uitdagingen niet of half aan of lost het problemen op met lapmiddelen
en tijdelijke regelingen. Maar hoogmoed en hardnekkigheid — ik wil het
iets minder zwaar maken in mijn verhaal en noem het vooral
"hardleersheid" — leiden uiteindelijk niet tot de juiste uitkomsten. Ik
maak vandaag dus de combinatie van mijn twee gedachten tot één verhaal,
het verhaal van de zeven plagen die onze overheidsfinanciën teisteren.
Deze plagen herinneren ons eraan dat je problemen niet kunt blijven
wegschuiven, want hoe langer we wachten met echte keuzes maken in
financiën en beleid, hoe hoger de rekening wordt.
Voorzitter. Allereerst: te veel consumeren en te weinig investeren.
Zoals de Raad van State en andere experts adviseren, moeten we meer
verschuiven van consumptieve uitgaven naar investeringen. Dit is nodig
voor de versterking van ons economisch verdienvermogen en voor houdbare
overheidsfinanciën op lange termijn. De minister heeft mijn motie
opgevolgd en gerapporteerd over de ontwikkeling van publieke en
consumptieve uitgaven, met inderdaad als conclusie dat als de groei van
vergrijzingsgerelateerde uitgaven niet wordt beperkt, dit ten koste gaat
van ruimte voor investeringen. Als we op dit punt dus geen expliciete
keuze maken, wordt het een impliciete keuze voor meer consumptieve
uitgaven aan vooral de vergrijzing, die investeringen wegdrukken. Ik
hoop dat dit inzicht gaat leiden tot een langetermijnbeleid van meer
investeren en minder consumeren.
Dan de tweede plaag: gebrek aan inzicht in wat we onder investeringen
verstaan. De heer Vijlbrief begon er ook al over. Hij noemde het
"jatten". Ik vind het heel fijn dat ideeën gejat worden als we ze dan
samen verder kunnen brengen, dus ik zou hem willen zeggen: be my guest.
Aansluitend op het vorige punt benadrukt de Raad van State dat we voor
goede monitoring en analyse helder moeten afbakenen welke investeringen
bijdragen aan economische groei op lange termijn. Ik heb daarom bij de
Najaarsnota de regering verzocht in kaart te brengen welke investeringen
het grootste hefboomeffect op groei en productiviteit hebben. Maar de
reactie is wel teleurstellend. De minister schrijft: "Het gemeten effect
van de publieke investeringen op economische groei hangt sterk af van
het type investering, de economische omstandigheden en zelfs de
methodologie van de studie. Er is geen kwantitatief overzicht te maken
van specifieke investeringen met het grootse hefboomeffect op de
Nederlandse economie." Als het makkelijk was, hadden we het natuurlijk
allang gedaan. Misschien is dit ook wel de belangrijkste reden dat we
vaak dezelfde discussies in Den Haag voeren zonder echte vooruitgang.
Ziet de minister mogelijkheden om hier toch meer zicht op te krijgen,
bijvoorbeeld via samenwerking met denktanks, bureaus en planbureaus?
De heer Vijlbrief (D66):
Mevrouw Van Dijk heeft het nu over investeringen met een groot
hefboomeffect op de economische groei. Ik wil haar daarom iets vragen
over investeringen in onderwijs en innovatie. We hebben daar erg goed
met elkaar in opgetrokken vorig jaar, toen er een begroting lag die het
totaal niet goed deed op dat terrein. Twee weken geleden, bij de APB,
hebben ook een aantal partijen via een motie van ons aangegeven dat ze
de verdere bezuinigingen even stop willen zetten. Ik zei er net ook al
wat over in mijn bijdrage. Over investeringen in onderzoek, wetenschap
en innovatie zou ik willen vragen: staat het CDA dan aan onze kant om
dat alsnog — met een goede dekking natuurlijk, u kent ons — in orde te
maken?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
De reden dat wij de vorige keer de moties niet hebben ondersteund, was
inderdaad een gebrek aan dekking. Ik ben benieuwd naar de dekking, maar
ik ben ook wel heel eerlijk: wij zijn terughoudend met het nu doorvoeren
van hele grote verbouwingen in deze Miljoenennota. Deze maand zijn er
verkiezingen. We gaan daarna waarschijnlijk met verschillende partijen
praten over hoe verder. Ik worstel wel serieus met het doorvoeren van
grote wijzigingen, omdat ik gewoon echt denk dat dat nu niet verstandig
is.
De heer Vijlbrief (D66):
Dat begrijp ik. Daar ben ik het ook mee eens, maar dit is precies het
omgekeerde. Wat er zal gebeuren als we het hier geen halt toeroepen, is
dat grote wijzigingen worden aangebracht in onze kennisinfrastructuur.
Die kunnen we nu nog stoppen. Als we dat nu laten gaan, kunnen we dat
niet meer tegenhouden, ben ik bang. Dat zou de reden zijn waarom ik
nogmaals mevrouw Van Dijk oproep om daarbij mee te kijken. Ik zal haar
de motie doen toekomen en ik hoop dat ze dat kan steunen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik wacht de moties gewoon af. We gaan er vast buiten deze vergadering om
ook nog netjes met elkaar over in gesprek. Maar nogmaals, ik ben hoopvol
dat ook als we nu niet besluiten om iets wel of niet te doen, we dat na
de verkiezingen alsnog wel kunnen besluiten. Het lijkt me verstandig nu
geen grote verbouwingen door te voeren.
Dan de derde plaag: gebrek aan inzicht in wat de investeringen
opleveren. We hebben vaak onvoldoende inzicht in het
langetermijnrendement van investeringen, terwijl slimme investeringen
juist kunnen bijdragen aan houdbare financiën. Zo stond het afgelopen
weekend in de krant: met meer sportende burgers kunnen gemeenten
miljoenen besparen. Dit verwijst naar recent onderzoek van de
Rijksuniversiteit Groningen, waaruit blijkt dat gemeenten miljoenen
euro's besparen op zorgkosten als 1% van de bevolking meer gaat sporten.
Dit is tot op buurtniveau onderzocht. Je kunt dus ook precies zien waar
je heel gericht kunt ingrijpen. Rendement inschatten, het kan dus wel.
Moeten we niet veel meer instrumenten ontwikkelen om
langetermijneffecten van beleid beter in te kunnen schatten, zodat we
geld slimmer kunnen inzetten? Welke mogelijkheden ziet de minister
hiervoor?
Dan de vierde: het gebrek aan stabiel beleid. Met snel wisselende
kabinetten en een Haagse dynamiek is het lastig om langjarig beleid te
maken, terwijl juist stabiel en voorspelbaar beleid belangrijk is voor
burgers en bedrijven. Verschillende onderzoeken noemen instrumenten om
consistent beleid te bevorderen, zoals wettelijke verankering of het
instellen van structuren, bijvoorbeeld een deltaplan met een
deltacommissaris. De Raad van State pleit bovendien voor het verlengen
van de begrotingshorizon van vijf naar acht jaar. Mijn vraag is: moeten
we niet vaker over onze schaduw heen stappen en dossiers minder politiek
maken? Moeten we niet juist breed over partijen heen samenwerken om tot
oplossingen te komen en moeten we niet accepteren dat elkaar opvolgende
kabinetten ingezet beleid dat vraagt om lange lijnen en discipline niet
zomaar kunnen terugdraaien? Ik vraag hoe de minister hierover
denkt.
Dan de vijfde, de angst om keuzes te maken.
De voorzitter:
Op het vorige punt, wellicht, de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Een heel goed punt. Ik geloof echt dat er behoefte is aan duidelijkheid
op heel veel terreinen. Daarom ben ik samen met Diederik Samsom al in
2015 gekomen met de Klimaatwet. Die is er nu. Die is er juist voor
bedoeld om bedrijven zekerheid te geven over wat de doelstellingen van
het kabinet zijn. Een van de voorstellen van het CDA is om de
doelstellingen uit die wet aan te passen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
U bedoelt de CO2-heffing? Ik weet niet wat u bedoelt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nee. De Klimaatwet is bedoeld om zekerheid te geven over de
doelstellingen van de Nederlandse overheid. Het CDA stelt voor om daarop
terug te komen. Deze wet is er om ervoor te zorgen dat datgene wat we
gaan doen, niet afhankelijk is van één kabinet, maar dat er helderheid
is. Het CDA stelt zelf voor om daarop terug te komen. Dat is toch in
flagrante tegenspraak met wat mevrouw Van Dijk hier zojuist
betoogde?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Volgens mij heeft het CDA niet gezegd: wij gaan het klimaatbeleid de nek
omdraaien. Volgens mij heeft het CDA niet gezegd: wij gaan niet meer
investeren in klimaat of wij gaan dwarsliggen om ervoor te zorgen dat de
doelen niet gehaald worden. Wij blijven gewoon constructieve plannen
voorleggen om klimaatdoelen te halen. Maar we vinden wel dat we moeten
kijken wat realistisch en haalbaar is zonder heel veel andere dingen
kapot te maken. Volgens mij voert het CDA nog steeds een verstandig
klimaatbeleid. Ik ga niet over doorrekeningen praten, maar daarin zult u
ook zien dat we zeker stappen zetten. Ik heb niet het gevoel dat het CDA
nu in één keer het klimaatbeleid op de schop gooit. Nee, we acteren nog
steeds op die lijn.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik spreek mevrouw Van Dijk aan op de inconsistentie in haar eigen
woorden. Ze zegt dat we breder moeten samenwerken, over partijgrenzen
heen. Nou, dat was het geval bij deze wet. Die is heel breed aangenomen
in het parlement. We zeiden: we moeten doelen vastzetten, zodat er niet
ieder jaar opnieuw discussie over is. Dat is nu gebeurd. Het CDA wil die
doelen naar beneden bijstellen. Dat is een legitiem politiek standpunt.
Maar ik spreek mevrouw Van Dijk erop aan, omdat zij hier een heel betoog
houdt over dat het allemaal minder populistisch moet, dat we over
partijgrenzen heen moeten kijken en dat we ingezet beleid moeten
volhouden. Op dit punt, het klimaat, doet het CDA dat niet. Dat is
gewoon inconsistent. Het kan niet allebei waar zijn. Als mevrouw Van
Dijk echt vindt dat we over meerdere regeerperioden moeten vasthouden
aan beleid, moet je ook van die Klimaatwet afblijven.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Als je echt langetermijndoelen wilt halen, maar lopende het traject
ontdekt dat er op onderdelen misschien moet worden bijgestuurd, moet je
dat ook durven, juist om op de lange termijn het oog op de bal te
houden. Het kan niet zo zijn dat je in 2005 een discussie voert, in 2025
tot de conclusie komt dat dat nog steeds de goede weg is maar dat we er
misschien net op een andere manier moeten komen, en dan zegt: we zijn zo
star dat het op deze ene manier moet; dat is de enige manier, want
anders komen we er niet. Volgens mij is langetermijnbeleid en elkaar
daarover recht in de ogen kijken ook dat eerlijke gesprek met elkaar
voeren. Het CDA is nog steeds voor een mooi klimaatbeleid. Daar staan
wij voor, maar we vinden ook dat het realistisch moet zijn, want anders
zijn we een wet aan het doorvoeren die in de praktijk niet kan. De vraag
is dan: wat hebben de kiezers, de burgers, daaraan?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik sloeg even aan op de woorden van mevrouw Van Dijk dat het CDA geen
klimaatdoelen blokkeert, terwijl het CDA de aanjager is van het
afschaffen van de CO2-heffing, waardoor we nu tot twee
megaton mislopen. Ik zie geen enkel alternatief van het CDA voor hoe we
het dan wel gaan halen. Hoe kan het CDA hier dan zeggen dat het geen
klimaatdoelen blokkeert?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Bij de CO2-heffing speelde nog iets anders. Wij hadden
afspraken gemaakt met het bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat zij die
verduurzaming konden realiseren, maar die afspraken met hen zijn we niet
netjes nagekomen. Aan de ene kant zeggen we: gij zult. Aan de andere
kant komen we onze eigen afspraken niet na. Als wij menen dat we de
klimaatdoelen moeten halen, vind ik dat we de afspraken die we met het
bedrijfsleven hebben gemaakt, moeten nakomen, zodat zij het mee kunnen
maken. Dat hebben we niet gedaan. We kijken nu weer heel erg de ene kant
op, terwijl ik vind dat je, als je samen iets wilt bereiken, ook samen
in de spiegel moet durven kijken.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
We hebben het hier over bedrijven die jarenlang willens en wetens
klimaatschade hebben veroorzaakt, de grootste fossiele vervuilers in
Nederland. Het enige middel om die vervuilers een beetje richting
verduurzaming te krijgen, was die CO2-heffing. Die is
kaltgestellt door het CDA. Hoe kan mevrouw Van Dijk hier dan beweren dat
we wel rekening moeten houden met deze bedrijven? Nee, die hadden allang
de klimaatschade moeten aanpakken die ze zelf hebben veroorzaakt.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Sorry, mijn collega gaat ervan uit dat bedrijven dat per se niet doen
als wij ze niet in de gelegenheid stellen om dat te doen. De Partij voor
de Dieren gelooft heel erg in de stok, maar wij geloven in de wortel.
Dat is het grote verschil.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik heb niet zo veel aan geloof. Ik wil graag feiten en maatregelen zien.
Mede door het CDA is de CO2-heffing afgeschaft en de vraag is
nu heel erg: welk alternatief is er dan om de klimaatdoelen toch te
halen? Ik heb het CDA heel veel woorden horen spreken over het klimaat
en over hoe belangrijk dat is, maar ik zie nog geen enkel, geen enkel,
concreet voorstel van het CDA om de klimaatdoelen wel te kunnen
halen.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Laten we daar op de tiende over doorpraten met elkaar, als de
doorrekening er is.
Voorzitter. Mijn volgende punt is de angst om keuzes te maken, terwijl
we wel erkennen dat dat moet. We kampen op veel terreinen met schaarste
en we moeten keuzes maken. Dat geldt voor de overheid, voor bedrijven en
voor huishoudens. Financieel betekent dit dat extra uitgaven gepaard
gaan met bezuinigingen of lastenverhogingen. Qua mensen betekent dit dat
we moeten kiezen waar hun inzet het meest productief is. Zo groeit de
overheid zelf tussen 2017 en 2024 met 17%, terwijl er overal in de
economie tekorten zijn. Het demissionaire kabinet erkent het probleem,
maar maakt geen analyse van de activiteiten die verminderd kunnen worden
om ruimte te maken voor nieuwe of essentiële activiteiten. Is de
minister het met mij eens dat zo'n analyse noodzakelijk is, hoe pijnlijk
ook?
Dan hebben we nog opportunisme in ramen, begroten en bezuinigen. We
hebben al vaker gediscussieerd over realistisch ramen. Het kabinet neemt
hiervoor maatregelen, onder andere op het gebied van het inschatten van
de vennootschapsbelasting, het saldo van decentrale overheden en het
kritischer kijken naar de uitvoerbaarheid van plannen en bijbehorende
ramingen. Heel goed. Maar er blijven grote risico's: de uitvoering van
klimaatplannen die tegenvallen, een goedkopere asielopvang die, zoals
ingeboekt, onwaarschijnlijk is, een korting op de EU-bijdragen die
onduidelijk is, de schadeafhandeling voor Groningen die duurder uitvalt,
de ontvangsten van het Europees Herstel- en Veerkrachtplan die onzeker
zijn en de stikstofdoelen die niet worden gehaald. Ook lijkt het kabinet
in plaats van 22% te bezuinigen op de apparaatkosten juist meer middelen
te moeten inzetten. Ik maak mij dan ook zorgen over de losse eindjes die
het kabinet achterlaat, met een saldo en schuld die in 2038 al door de
vangrail gaan en een staatsschuld die oploopt tot 126%. Ik vraag de
minister nogmaals te reflecteren op deze risico's en op wat volgens hem
aanvullend nodig is.
Dan de laatste plaag, en misschien vind ik die nog wel het
ingewikkeldst: het hokjesdenken. Zoals de Raad van State al constateert,
ontbreekt in de analyses van het kabinet de link tussen maatschappelijke
opgaven, beleidsprioriteiten en grenzen. Beleidsgebieden worden apart
bekeken, waardoor het risico op een niet-realistische stapeling van
maatregelen toeneemt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan huurmarktmaatregelen
bij VRO en box 3 bij Fiscaliteit. Maar er zijn veel voorbeelden waarin
bewindspersonen naar elkaar wijzen, waardoor gezamenlijke problemen niet
worden opgelost. We moeten integraler en met gezamenlijke
verantwoordelijkheid naar maatschappelijke opgaven gaan kijken. Ik ben
ook benieuwd naar het analysekader van de Raad van State, die ze dit
najaar willen uitbrengen, voor een economische structuuranalyse.
Echte oplossingen realiseren we vervolgens alleen als op grote thema's
meer regie en gedeeld verantwoordelijkheidsbesef komt. Ik weet niet hoe
een volgend kabinet eruit komt te zien, maar ik zou daarin graag een
aantal bewindspersonen met coördinerende verantwoordelijkheid voor de
grote thema's zien. We hebben het in deze debatten al veel gehad over
economische groei, woningbouw, vergrijzing en klimaat.
Voorzitter. Tot zover de zeven plagen. De minister vertrouwt erop dat
deze problemen oplosbaar zijn. Wij zijn kritisch maar hoopvol. Het CDA
is het eens met de Raad van State dat het democratisch onwenselijk is
als het kabinet in deze fase ingrijpend beleid gaat wijzigen. Dat geldt
wat het CDA betreft ook voor de Kamer, want de ervaring leert dat
gelegenheidscoalities makkelijker zijn voor extra uitgaven en
lastenverlichting dan voor bezuinigingen en lastenverzwaringen, wat de
begrotingsdiscipline onder druk zet. Het CDA zal daarom geen grote
wijzigingen steunen of voorstellen. Laat de verkiezingen hun werk doen.
Daarna moet de nieuwe coalitie met deze Miljoenennota en alle
uitdagingen in hun achterzak nadenken over de financiële toekomst van
Nederland en de Nederlanders, met lef om keuzes te maken, met lange
lijnen uitzetten en nu de pijn pakken om toekomstige problemen te
verkleinen.
Dank je wel, voorzitter.
De voorzitter:
Er staan ineens allerlei mensen op! Mevrouw Van Eijk van de VVD.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Ik wil graag terug naar het begin van de inbreng van mevrouw Inge van
Dijk. Ze sprak toen over defensie-uitgaven. Het CDA is een van de
partijen die zich gecommitteerd heeft aan de 3,5%-norm. Er wordt
gesproken over een vrijheidsbijdrage. Mijn vraag aan het CDA is: gaat
het die 3,5%-norm halen? Gaat het die defensie-uitgaven dekken? Worden
die lasten bij het bedrijfsleven neergelegd?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik vind het een heel flauw antwoord, maar we hebben volgende week de
doorrekening met elkaar. Laten we er dan gewoon diepgaand met elkaar
over doorpraten, dan kunt u het zien. Vorige week is dit antwoord ook al
gekomen. We weten allemaal hoe het werkt. Volgende week hebben we die
doorrekeningen. Er komt een presentatie. Het voelt een beetje als
allemaal kleine kindjes die nu al cadeautjes willen uitpakken, maar we
weten hoe het werkt. Volgende week komen we er uitgebreid op terug.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Volgens mij worden er geen cadeautjes uitgepakt. Volgens mij worden er
hele scherpe keuzes gemaakt. Ik heb in mijn inbreng aangegeven waaruit
wij denken dat die defensie-uitgaven gedekt kunnen worden. Ik wil dat
ook graag weten van het CDA.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dat kan ik in grote lijnen aangeven. Ja, wij zullen gaan bezuinigen. Dat
zullen wij inderdaad gaan doen. En ja, wij gaan ook kijken naar een
vrijheidsbijdrage. Die gaat nadrukkelijk als sluitpost gehanteerd worden
om de bedragen te dekken.
De heer Tony van Dijck (PVV):
We kennen het CDA van vroeger als de gezinspartij. In de hele bijdrage
van mevrouw Van Dijk hoor ik haar niet één keer de portemonnee van de
burger noemen. Die was als achtste plaag wel gepast geweest. De helft
van de Nederlandse gezinnen heeft namelijk moeite om rond te komen. Wat
gaat het CDA daaraan doen?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik hoop dat de heer Van Dijck ons verkiezingsprogramma heeft gelezen.
Daarin zetten we stevig in op het ondersteunen van gezinnen, onder ander
met een gezinspakket, maar ook met een samengevoegde kindregeling. Die
willen we ook ophogen. Wat dat betreft hoop ik dat de gezinnen blij zijn
met wat wij voorstellen en er ook profijt van gaan hebben in hun
portemonnee.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Ik heb het zeker gelezen. Ik zie namelijk dat het CDA van plan is om de
hypotheekrente af te bouwen. Daarmee pak je gezinnen €400 à €500 per
maand af. Ze willen het eigen risico verhogen. Dat betekent voor
gezinnen €220 per persoon meer eigen risico. Ze willen een spitsheffing
voor de auto. Dat betekent dat je in de file staat en nog extra moet
gaan betalen. Ze willen een Bontenbaltaks om die NAVO-doelstelling te
bereiken. De geluiden zijn dat het een btw-verhoging wordt. Ze willen
een suikertaks, een wiettaks. Ik zie alleen maar belastingverhogingen
bij het CDA. Gezinnen hebben, zoals gezegd, moeite om rond te komen en
om hun boodschappen te betalen. Hebt u daar geen oog meer voor?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Zeker wel, maar daarom bouwen wij de hypotheekrenteaftrek ook niet in
een hele korte termijn af, waarmee het €400 of €500 zou kosten. Als de
heer Van Dijck een beetje kan rekenen, en hij het over 30 jaar uit zou
spreiden, kom je tot hele andere cijfers. Ik vind dit frame dus niet
helemaal fair, als ik heel eerlijk ben.
U heeft gelijk wat het eigen risico betreft. Dat doen we omdat we ook
weten dat dit gevolgen heeft voor de aanzuigende werking op de zorg,
die, laten we eerlijk zijn, gewoon onbetaalbaar aan het worden is als we
de premie weer gaan verhogen. Bij een wiettaks en een suikertaks heeft
een consument toch iets meer een vrijwillige keuze. Die vrije keuze
vinden wij volgens mij belangrijk in dit land.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het is allemaal belangrijk. Mijn punt is dat gezinnen moeite hebben om
rond te komen. Die hebben geen geld in de portemonnee, of niet genoeg,
om hun boodschappen te doen, om hun energierekening en hun huur te
betalen. Heel Nederland schreeuwt: help ons met meer geld in de
portemonnee. U komt met de hypotheekrenteaftrek, het eigen risico, een
spitsheffing, een Bontenbaltaks en een suikertaks. U hebt niks, behalve
misschien iets extra's voor de kinderbijslag. De mensen hebben toch niks
aan het CDA als gezinspartij als ze nog verder leeggeroofd worden? Hun
portemonnee is al leeg. Stop daarmee!
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nou ja, de vraag is of we de portemonnee verder leeg gaan roven. Ook dat
zal volgende week blijken in de doorrekening die wij wél bereid zijn om
te maken en de PVV niet. We weten allemaal dat die 25 miljard ergens
vandaan zal moeten komen. Ik ga ervan uit: als wij die 25 miljard moeten
inboeken, zal dat de portemonnee van de mensen keihard raken. Daar zijn
wij in ieder geval eerlijk over.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik heb een compliment en een grote zorg die ik wil delen. Het compliment
is dat het hartstikke goed is dat ook het CDA de hypotheekrenteaftrek
wil aanpakken. Ik denk echt dat dit heel verstandig is. Uitstekend. We
zien dat daar inmiddels een breed politiek draagvlak voor begint te
komen.
Ik blijf even bij het domein van wonen. In het verkiezingsprogramma van
het CDA staat — daar ben ik van geschrokken — dat de CDA de WOZ-waarde
veel meer wil laten meetellen in het puntenstel. Met andere woorden: als
je in de grote stad woont, schiet je huur omhoog. De huur wordt veel
duurder, terwijl die nu al voor veel mensen niet te betalen is. Waarom
heeft het CDA die keuze gemaakt? En eigenlijk nog veel belangrijker:
bent u bereid om dat terug te draaien?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Waarom hebben wij die keuze gemaakt? Wij zien best wel wat problemen op
de huurmarkt. Dan gaat het niet alleen om de betaalbaarheid van de huur.
We hebben elkaar vastgehouden als het gaat om de betaalbare huur. Dat
heeft ons niet alleen maar applaus opgeleverd, om heel eerlijk te zijn.
Maar we zien wel dat er een paar dingen in zitten. De WOZ was toen ook
al een puntje waarmee we in onze maag zaten. We zien nu een stapeling
van maatregelen — box 3, de Wet betaalbare huur — waardoor vooral de
kleine verhuurders langzamerhand echt in de problemen komen.
Wij hebben meermalen gevraagd om analyses; dat noemde ik ook expliciet
in mijn bijdrage. Aan welke knop kunnen we het slimste draaien om te
voorkomen dat de huren hoger worden, maar ook om ervoor te zorgen dat de
kleine verhuurder niet meteen de dupe is? Wij willen het graag in de
totaliteit zien, dus wij hebben ook oog voor de kleine verhuurder. Op
het moment dat we iets kunnen bedenken wat ook voor de kleine verhuurder
niet desastreus is, zullen we daarover nadenken. Maar op dit moment — we
hebben vaak om die analyses gevraagd — vinden we wel dat we iets moeten
doen.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik schrik eigenlijk van dit antwoord. Het CDA kiest hiermee voor
pandjesbazen in plaats van voor de mensen die al torenhoge huren moeten
betalen. We hebben het hier expliciet over de huren in de grote steden.
Als je in de grote steden, Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht, de
WOZ-waarde meer laat meetellen, is de consequentie — de huizenprijzen
zijn immers hoog — dat de huren hoger worden. Het CDA zegt: de huur
wordt hoger en dat is goed voor de eigenaren van deze huizen. Op dit
moment kunnen de mensen niet rondkomen; ze kunnen de boodschappen niet
betalen. Daarom is het ook een slecht idee om de btw te verhogen. De
mensen kunnen hun huishouden niet runnen.
De huren zijn veel te hoog en het CDA komt met een voorstel om de huren
te verhogen. We hebben allemaal wel eens momenten dat we iets verkeerd
zien. Ik had echt gedacht dat het CDA zou zeggen "foutje, bedankt; dat
moeten we herstellen". Maar mevrouw Van Dijk staat dat voorstel hier
keihard te verdedigen en staat hier uit te leggen dat dit een goede
maatregel is. Dit is het allerslechtste wat je kunt doen, zeker voor al
die jonge mensen in de grote steden die niet kunnen kopen en bijna
verplicht zijn om te huren. Die torenhoge huren gaan met de plannen van
het CDA keihard omhoog, en u ontkent dat niet eens.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Uw eerste frame is dat de huren keihard omhooggaan. Ik heb er nog geen
doorrekening van gezien dat de huren door deze maatregel keihard
omhooggaan.
Uw tweede frame is dat wij opkomen voor pandjesbazen. Dit is nu precies
de politiek waar ik zo'n hekel aan heb. We hebben gewoon veel kleine
ondernemers die bijvoorbeeld één pandje hebben voor hun pensioen. Dat
zijn geen pandjesbazen, maar mensen die proberen op die manier hun
financiële toekomst veilig te stellen. Daar heb ik geen moeite mee. Die
wil ik niet financieel de nek omdraaien. Ik vind dat we daar ook naar
moeten kijken.
Het beste antwoord om ervoor te zorgen dat de huizen weer betaalbaar
worden, is: meer bouwen. Volgens mij vinden we elkaar daarin. Laten we
elkaar daarin ook vasthouden en daar maximaal aan gaan werken. Daar
hebben onze starters het meeste aan.
De voorzitter:
Ten slotte.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ten slotte. Wat mij betreft gaan we samenwerken bij de
hypotheekrenteaftrek. Wat mij betreft gaan we samenwerken om ervoor te
zorgen dat er meer wordt gebouwd. Maar op één punt vindt u ons echt
lijnrecht tegenover de positie van het CDA. Huren verhogen op het moment
dat mensen al niet kunnen rondkomen, is het allerslechtste wat je nu
kunt doen. U zegt dat u de doorrekening niet heeft gezien, maar het CPB
gaat niet doorrekenen hoe hoog de huur precies wordt.
Wat we wél weten, is dat als je de WOZ-waarde meer laat meetellen, de
huur omhooggaat. Als de huur nu al te hoog is voor een klein appartement
zoals een studio in Amsterdam of hier in de stad, als je daar €1.500 of
meer voor moet betalen en je laat de WOZ-waarde meetellen, dan gaan die
huren omhoog en dat is het allerslechtste idee. Ik vraag het CDA: doe
dit niet, dit is een heel slecht plan. Mensen die niet kunnen rondkomen,
help je de verdrukking in. Huren verhogen op het moment dat er al een
crisis is om rond te komen, is het allerslechtste wat je kan doen. Doe
het alsjeblieft niet.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik hoorde geen vraag, maar vooral een oproep. Zoals u het CDA kent: we
zijn een constructieve partij en alle zorgen zullen we altijd meenemen
in de uiteindelijke besluiten die we nemen.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ik ben benieuwd of dit een begin is van een onderhandeling in een nieuwe
coalitie van het CDA en GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het is wel
interessant om te zien hoe zich dat potentieel zal ontvouwen.
Mijn vraag is anders, die gaat over de doorrekeningen. Ik zal u niet
precies vragen hoe hoog de belastingen worden of hoe de
hypotheekrenteaftrek zich precies gaat ontvouwen. Het gaat me meer om
een visie op keuzes. Mevrouw Inge van Dijk zegt: we moeten keuzes maken
met elkaar. Wat voor economie heeft u voor ogen? Dan doel ik specifiek
op de afhankelijkheid die we nu in Nederland hebben van lagelonenarbeid
en van arbeidsmigratie die daarbij hoort. Het gaat in dit huis vaker
over arbeidsmigratie. Het gaat vaker over cijfers ten aanzien van het
terugdringen van de totale migratie. Arbeidsmigratie is daar een
relevant onderdeel van, maar dat kan alleen maar als je goed kijkt welke
fiscale maatregelen erbij horen, welke economie je wil zijn en of je
oprecht de uitwassen rond arbeidsmigratie wilt aanpakken. Mijn vraag is
een oprechte vraag: hoe kijkt u naar de arbeidsmigratiekant en ziet u,
net zoals NSC, de noodzaak om die terug te dringen?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik denk dat het begint met het antwoord op de vraag wat voor economie je
wilt zijn. De heer Kouwenhoven gaf het zelf eigenlijk al aan. Er ligt
een aantal — vind ik — hele mooie brieven over wat voor economie we
zouden kunnen zijn. Er komt een industriebrief over de
technologiestrategie aan. Ik vind dat we op basis van die input serieuze
keuzes moeten maken. Daar kan zomaar uitkomen dat lagelonenarbeid daar
minder bij past. Ik vind dat we die keuze dan moeten durven maken, maar
ik vind wel dat we dat moeten doen op basis van goede analyses en door
het goede debat met elkaar te voeren.
Dan over onderhandelingen. Onderhandelingen zonder dat er een
verkiezingsuitslag ligt, terwijl het nog alle kanten op kan gaan, zou ik
opportunistisch vinden en daar ben ik niet van.
De heer Dijk (SP):
De kritiek van het CDA op de hypotheekrenteaftrek en dat we willen
afbouwen is nieuw. Wat de SP betreft, gaat dat de goede kant op. Dit
kabinet heeft nog niet zo lang geleden de hypotheekrenteaftrek
versoepeld met zo'n 400 miljoen euro, voor met name de hoogste inkomens
en duurste huizen. Is het CDA ook van mening dat die 400 miljoen euro
beter ergens anders aan kan worden uitgegeven? Dat die niet per se goed
terechtkomt bij deze groep die het niet nodig heeft, en dat we beter
zouden kunnen kijken of je het geld kan inzetten om leegstand tegen te
gaan, zodat jongeren wel een woning kunnen vinden?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
We weten allemaal hoe complex ons fiscaal stelsel is. Als we aan een
paar knoppen gaan draaien, kan er iets uitkomen zonder dat het de
bedoeling is van ons allen. We hebben het ook al over de buffelboete
gehad. Ik vind vooral dat we het belastingstelsel moeten gaan
vereenvoudigen, zodat we deze discussie in de toekomst niet meer hebben.
Door aan een knopje te draaien, komt er net iets verkeerd uit en dan
gaan we met z'n allen compenseren of iets nieuws bedenken. Dat maakt het
alleen maar moeilijker. Ik denk dat het de beste oplossing is om daar
met elkaar de schouders onder te zetten. Ik weet dat de SP dat ook wil.
Laten we de komende jaren elkaar er alsjeblieft maximaal op vinden.
De heer Dijk (SP):
Dit is natuurlijk een maatregel die extra is genomen om de versoepeling
mogelijk te maken, dus die is relatief makkelijk weer terug te draaien.
Het levert wel een bedrag op van 400 miljoen, dat — zeg ik nogmaals —
naar de duurste huizen en hoogste inkomens gaat. Echt. Ik begrijp het
heel goed als partijen zeggen dat het volledig afschaffen van de
hypotheekrenteaftrek ervoor zorgt dat mensen er €400 à €500 op
achteruitgaan. Maar deze groep heeft het én niet nodig én we kunnen het
geld echt beter besteden. Bent u niet van mening dat je eigenlijk met
een vrij simpele maatregel deze beslissing kan terugdraaien en dat je
het beter kan uitgeven aan waar het echt nodig is?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
We kunnen nu weer allerlei maatregelen nemen om de begroting te
verbouwen, maar dat vinden wij nu gewoon echt niet verstandig. Er zijn
deze maand nog verkiezingen. Daarna gaat alles wellicht wéér op de
schop. We blijven gewoon onzekerheid zaaien. Mensen weten totaal niet
meer waar ze ongeveer aan toe zijn met de politiek. We hebben
verkiezingsprogramma's liggen en er komen dadelijk doorrekeningen.
Daarna weten mensen in welke richting we denken. Laten we alsjeblieft nu
even rustig blijven en het dadelijk met elkaar gewoon in één keer zo
goed als mogelijk doen.
De heer Dijk (SP):
Ik ben nooit een voorstander van dom beleid of beleid dat niet uitpakt
zoals je wilt. Ik weet dat ik dit heel scherp stel, maar het is wel een
gegeven dat er nu heel veel geld gaat naar een groep die er niet om
gevraagd heeft en het niet nodig heeft, terwijl anderen wel in
onzekerheid zitten en ook willen dat de politiek keuzes maakt. Anders
moeten we nog weer een jaar gaan wachten. Ik zou dat doodzonde vinden.
Ik denk dat dit een maatregel is die niet uitpakt zoals die bedoeld was,
in ieder geval wat de SP betreft. Die maatregel is makkelijk terug te
draaien en je kunt jongeren dan een woonplek geven. Daar hoef je toch
niet een jaar op te gaan wachten?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Ik neem aan dat de heer Dijk dat in zijn inbreng heeft zitten, met
vragen aan de minister. Laten we die antwoorden gewoon eens afwachten en
kijken wat eventuele verstandige vervolgstappen zijn, want dan kunnen we
er ook inhoudelijk verder over praten. O, u gaat de vragen nu even
opschrijven, haha.
De heer Vermeer (BBB):
Mevrouw Van Dijk geeft terecht aan dat de CPB-doorrekening nog komt, en
dan zullen we het allemaal zien. Maar kan mevrouw Van Dijk wel zeggen of
het CDA in die doorrekening concreet iets doet aan de huidige box
3-tarieven?
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Nee, daar ga ik niks over zeggen. Ik kan daar iets over zeggen, maar dat
ga ik niet doen. Volgende week gaan we uitgebreid praten over de
CBP-doorrekeningen. Ik merk gewoon dat alle partijen natuurlijk net het
puntje eruit pakken dat ze willen maken. De ene partij doet dat om het
frame bij ons neer te leggen dat het CDA dít duurder maakt, de andere om
het frame neer te leggen dat het CDA dát doet. Ik wil hier heel graag
uitgebreid en wat mij betreft drie dagen lang met elkaar over praten,
maar wel op basis van een integraal plaatje.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Dijk van de fractie van
de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Het kabinet, of wat er nog van over is, maakt
wat de SP betreft niet de juiste keuze. Ze kiezen ervoor om de WW-duur
te verkorten, in strijd met aangenomen voorstellen hier in de Tweede
Kamer. Ze kiezen ervoor om de prijzen van boodschappen niet te verlagen,
in strijd met aangenomen voorstellen hier in de Tweede Kamer. Ze kiezen
ervoor om het energienoodfonds niet nieuw leven in te blazen. Meer dan
200.000 hebben daar gebruik van gemaakt, maar we weten dat er zo'n
500.000 mensen in Nederland zijn met een te laag inkomen en te hoge
energierekeningen. In strijd met aangenomen voorstellen kiest het
kabinet er niet voor om het energienoodfonds meteen weer in te voeren.
Ze kiezen ervoor om door te gaan met commerciële beunhazen in de
peperdure asielnoodopvang, in strijd met aangenomen voorstellen in de
Tweede Kamer. Mijn vraag is vrij simpel: waarom voert het kabinet dit
soort maatregelen en aangenomen voorstellen niet uit?
Het is namelijk wel opvallend. Dit kabinet weet heel goed wat het
allemaal niet wil. Wat het wel wil, lukt niet. Daarom is het maar goed
ook dat er snel verkiezingen zijn, want er is veel te veel stilstand
door dit kabinet. Er is diepe woningnood. Er is geen vooruitgang in de
bouw van betaalbare huurwoningen voor jongeren, voor ouderen, voor
mensen met een lager inkomen en voor mensen met een middeninkomen. De
zorg loopt vast en dit kabinet gaat nog meer bezuinigen op de zorg. De
stikstofcrisis wordt vooruitgeschoven en zo blijft de onzekerheid voor
boeren, natuur en de bouw. Bestaanszekerheid, het grote onderwerp van
afgelopen verkiezingen, en de armoede worden niet opgelost door het
sociaal minimum te verhogen, wat ongeveer alle experts en wetenschappers
adviseren. Zelfs commissies die hier zijn ingesteld, adviseren om het
sociaal minimum te verhogen zodat je af kan van al die lapmiddelen —
noodzakelijke lapmiddelen op dit moment — zoals een energienoodfonds en
toeslagen. Het kabinet wil al die adviezen niet en voert ze ook niet
uit.
Het kabinet lijkt dus niet heel veel te doen. Maar wel de duur van de WW
verkorten, en dat terwijl ministers nu nog drie jaar en twee maanden
tonnen aan wachtgeld kunnen genieten. Het is echt niet uit te leggen aan
mensen op straat. Ze worden er woedend van, en terecht. Bezuinigen op de
zorg. Nog steeds staat er een grove 5 miljard euro aan bezuinigingen op
de zorg in de boeken. De huren laten stijgen. Opnieuw een record aan
huurstijgingen, en komende jaren weer.
Ik zei het al: het lijkt alsof het kabinet niet veel doet. Maar wat doet
het kabinet dan wel? Miljarden aan belastingkortingen voor bedrijven
staan nog steeds in de boeken: ruim 3,5 miljard euro. Laat ik daar even
de uitbreiding van de hypotheekrenteaftrek van 400 miljoen euro aan
toevoegen. Dan kom je bijna op 4 miljard euro. Het schrappen van het
plan tegen belastingtrucs en voordelen voor de allerrijksten. Het box
2-tarief verlagen. Geen belasting voor inkoop eigen aandelen.
Renteaftrekbeperking niet verlagen. En ik zei het net al: de
hypotheekrenteaftrek voor de hoogste inkomens.
Aan de ene kant lost dit kabinet problemen waar mensen last van hebben
niet op, en aan de andere kant verlicht het de lasten van mensen die
deze lastenverlichting helemaal niet nodig hebben. Het zijn omgekeerde
keuzes, die niet nodig zijn, en het is precies het tegenovergestelde van
wat nodig is voor een normaal en sociaal Nederland. Die keuzes zijn te
maken. We kunnen in plaats van een Trump-norm die ons land is opgelegd,
ook kiezen voor een woonnorm, voor echte investeringen in
volkshuisvesting, zodat we nieuwe, betaalbare huurwoningen kunnen bouwen
zoals we in de jaren zestig, zeventig en tachtig ook deden. Dat zou geen
teruggaan in de tijd zijn, maar dat zou ontzettend progressief zijn. Dan
kunnen jongeren, mensen met een bescheiden inkomen en ouderen weer een
dak boven hun hoofd vinden. Dan hoeven we, in een rijk land als
Nederland, ook geen dak- en thuislozen meer te hebben.
We kunnen een verbeterde salderingsregeling invoeren, zodat schone
stroom opwekken beloond wordt in plaats van bestraft en zodat mensen met
een lager of middeninkomen de financiële voordelen voelen van
rechtvaardig klimaatbeleid. We kunnen leegstaande panden in wijken
ombouwen tot zorgbuurthuizen. Dat gebeurt, maar niet door dit kabinet.
Zo kunnen we ervoor zorgen dat we het grote tekort aan goede
verpleeghuisplekken kunnen aanpakken en dat we fijne zorg dicht bij
mensen in de buurt organiseren.
We kunnen ervoor kiezen om mensen minder inkomstenbelasting te laten
betalen door deze echt fors te verlagen. Wat de SP betreft beginnen we
met 2,8%. Dat is een eerste stap. Het is werk wat de winst en de
welvaart maakt. Te lang zijn de lonen achtergebleven op de groei van de
winsten. Er wordt nu al 418 miljard euro winst gemaakt. Dat is weer een
record. Waar de vennootschapsbelasting van 1996 tot 1999 tussen de 16%
en 18% van de totale belastinginkomsten vertegenwoordigde, is dit
percentage voor 2024 gedaald naar 15%. Voor loonbelasting geldt precies
het tegenovergestelde. Het aandeel loonbelasting lag in de periode van
1996 tot 1999 tussen de 23% en 25%. In 2024 is dat percentage gegroeid
naar 28%. Oftewel, werkende mensen dragen veel meer bij aan de
staatskas, waar we dingen met elkaar van organiseren, dan bedrijven en
winsten doen. Dat is diep onrechtvaardig. Het zijn de werkende mensen
die de winst en de welvaart maken.
Een belangrijke reden hiervoor is de daling van de
vennootschapsbelasting en het vpb-tarief. Vanaf de jaren tachtig van de
vorige eeuw is dat steeds verlaagd, van 48% in de jaren tachtig naar
25,8% nu. Moet u nagaan wat er zou gebeuren met de inkomens van werkende
mensen als je dit met de inkomstenbelasting zou doen. Precies daarom
stellen wij voor om de vennootschapsbelasting te verhogen, zodat we de
loonbelasting van mensen fors kunnen verlagen. Dat kan ook goed.
Aankomende maandag komt er een onderzoek in opdracht van de SP naar
buiten dat laat zien dat minder vennootschapsbelasting helemaal niet
zorgt voor een slechter vestigingsklimaat. Die zorgt helemaal niet voor
minder productieve investeringen. Die zorgt helemaal niet voor een
sterkere economie. Maar een lagere vennootschapsbelasting veroorzaakt
wel veel meer ongelijkheid in ons land. Die zorgt ervoor dat de
belastingdruk op de schouders van werkende mensen veel groter wordt. En
die zorgt ervoor dat 70% van de aandeelhouders die in het buitenland
zitten veel meer geld krijgen, en dat die bestedingen weglekken. Die
lagere vennootschapsbelasting is dus iets wat onze economie juist
uitholt.
Het is tijd dat we Nederland écht sociaal gaan maken met goedkopere
boodschappen door lagere btw en het verlagen van de prijzen. En met
forse investeringen in woningbouw, zodat er voldoende betaalbare
woningen voor gewone mensen komen. Met zorg zonder concurrentie en
zonder markt, gebaseerd op samenwerking en op de menselijke maat, zonder
boete op ziek zijn in de vorm van een eigen risico, en met de tandarts
en fysiotherapie in het basispakket. En niet onbelangrijk: met lagere
belastingen op de inkomens van mensen. Vandaag zullen wij een voorstel
doen om hierin een eerste stap te zetten.
29 oktober zijn de verkiezingen. Alle partijen hier hebben mooie woorden
in hun verkiezingsprogramma staan over minder belastingen en hogere
lonen voor werkende mensen. Deze week gaan we zien wat er van die mooie
woorden nog gaat komen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen. O, er is nog een vraag van de heer Van
Dijck.
De heer Tony van Dijck (PVV):
De heer Jimmy Dijk heeft het altijd over dat de tandarts in het pakket
moet. Dat vinden wij ook en gelukkig zijn er nog paar partijen in dit
huis die vinden dat het eigenlijk veel te lang geduurd heeft dat die
tandarts buiten het pakket is gehouden, maar er zit natuurlijk een
kostenplaatje aan. Het kost 1,5 miljard. U wilt geloof ik de preventieve
mondzorg in het pakket. Ik heb net een voorstel gedaan om de btw op
kunst en cultuur te verhogen van 9% naar 21%, want ik vind de tandarts
iets belangrijker dan de opera. Steunt de heer Dijk dat of zegt de heer
Dijk: nou, de SP vindt de opera toch nog steeds heel belangrijk?
De heer Dijk (SP):
De heer Van Dijck van de PVV zet twee dingen tegenover elkaar die je
helemaal niet tegenover elkaar hoeft te zetten. Als je ervoor zorgt dat
de tandarts volledig in het basispakket zit … Dat is wat de SP graag wil
en we hebben een eerste stap gezet door de eerste controle toe te laten
tot het basispakket. Dat moet het kabinet trouwens ook uitvoeren. Wij
vinden dat de tandarts volledig in het basispakket moet. Ik heb hier de
afgelopen tijd heel veel partijen steeds meer kritiek horen leveren op
CPB-doorrekeningen, en terecht. Alle wetenschappelijke onderzoeken,
allemaal, tonen aan dat de tandarts in het basispakket en fysiotherapie
in het basispakket ervoor zorgt dat de kosten dalen.
Als mensen naar de tandarts kunnen en hun gebit kunnen laten verzorgen,
dan heeft dat een groot effect op hun darmen, op hun maag, eigenlijk op
hun hele gezondheid. Het zorgt ervoor dat het ziekteverzuim naar beneden
gaat, nog buiten dat het voor vreugde en geluk zorgt bij mensen dat ze
lachend over straat kunnen. De Radboud Universiteit in Nijmegen heeft
uitgerekend dat het 3 miljard aan besparingen oplevert. Dus u hoeft de
tegenstelling tussen de tandarts en hogere btw-tarieven niet te maken.
Die btw op cultuur en sport hoeft niet omhoog. Dat hoeft niet. We hoeven
niet het ene te doen door het andere niet te doen. Het kan prima
zonder.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Het hoeft allemaal niet. Natuurlijk. We kunnen alles in het pakket
stoppen en dat is allemaal goed voor de volksgezondheid. Daar gaat het
mij even niet om. Het gaat mij erom dat we als straks blijkt, achteraf,
dat het inderdaad meer geld oplevert dan het heeft gekost altijd nog
weer iets kunnen verzinnen. Maar laten we nu even, om andere partijen …
Ik geloof wel dat het zo is, maar ik kan u niet op uw blauwe ogen
geloven en dan moeten we ons toch houden aan de merites van het
ministerie van Financiën, het CPB en allemaal dat het geld niet gratis
is en dat we keuzes moeten maken. Mijn vraag is nogmaals, want dat
amendement om de btw-verhogingen op kunst en cultuur terug te draaien
ligt nu ook voor: hoe belangrijk vindt de SP dat? Ik hoor de SP daar
niet over.
De heer Dijk (SP):
Volgens mij ben ik daar glashelder over. Ik ga daar geen keuze tussen
maken, omdat ik het een valse keuze vind. Ik vind het ook frappant dat
een partij die altijd zit te pleiten voor een lagere btw op weet ik veel
wat, waar ik het overigens enorm mee eens ben … De SP is tegen het
belasten van consumptie en tegen het belasten van arbeid en voor het
belasten van vermogen en voor het belasten van winsten, wat de PVV nooit
wil en nooit doet. Dus daar zit het grote verschil tussen u en
mij.
Ik ga niet de keuze maken voor het belasten van cultuur om ervoor te
zorgen dat mensen naar de tandarts kunnen. Nee, ik leg u de keuze voor:
waarom belast u niet de grote vermogens — dat is veel makkelijker, de
grote vermogens en de grote winsten — zodat mensen naar de tandarts
kunnen? Dat is een veel logischere keuze. Want u noemt nu alleen de
opera, maar het zijn ook alle toneelverenigingen. Het zijn al die dingen
in buurten en wijken die ervoor zorgen dat er sociale samenhang is. Het
is te simpel en te simplistisch om het alleen maar op de opera te
gooien. Het gaat over cultuur in zijn geheel en cultuur heeft een
belangrijke werking.
Volgens mij is het uitgerekend de PVV die heel veel waarde hecht aan
Nederlandse cultuur. Die komt niet uit de lucht vallen, Nederlandse
cultuur. Die is ontstaan juist doordat we culturele instellingen hebben,
muziekscholen, theaterscholen, in buurten en wijken waar onze cultuur
heel levendig van wordt. Dat is ook onze Nederlandse cultuur. Daar hecht
ik heel veel waarde aan. De btw daarop gaan we niet verhogen. Wij zoeken
het bij uw vrienden, uw klassevrienden: de grote winsten en de grote
bedrijven die u aan het spekken bent en belastingvoordelen aan het geven
bent. Ik heb het net helemaal opgesomd. Dat is uw lijstje. Kijk daar
maar een keer naar.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Dan weten we dus dat de SP voor het subsidiëren is van kunst en cultuur.
Met die anderhalf miljard hadden we zo veel andere leuke dingen kunnen
doen voor de mensen, waar u zegt voor op te komen, maar u geeft liever
een kleine subsidie aan Jan-Willem die naar de opera gaat, dan aan die
achterban van u die nu met tandpijn thuis zit te kijken.
De heer Dijk (SP):
Ik gun mijn achterban, en dat is trouwens heel Nederland, een hele mooie
cultuur. Ik gun het muziekscholen en sportverenigingen. Ik gun het de
opera ook, trouwens; erg goed om een keer heen te gaan, betaalbare
opera. Absoluut, alles. Nee, de elite, meneer Van Dijck, want u noemt de
elite, dat zijn uw vriendjes. De economische elite, u weet wel, die 2
miljard aan belastingkortingen krijgt voor de inkoop van eigen aandelen.
Heel slecht economisch beleid. Dat zijn uw vrienden. Dat is inderdaad de
grote tegenstelling die u nooit wilt aangaan, want u bent alleen maar
bezig met het maken van een migrantenanalyse waarmee u iedereen tegen
elkaar opzet. Dat is uw analyse.
De voorzitter:
Ja.
De heer Dijk (SP):
Maar u wilt nooit een klassenanalyse maken, omdat dat u namelijk in het
nauw brengt. U dient die belangen, het grote geld, wat mensen aan het
verdelen is. Dat is uw manier van politiek bedrijven; dat is niet de
mijne.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u, voorzitter. Hoelang nog? Hoelang schuift het kabinet de rekening
voor een leefbare aarde nog door naar onze kinderen, naar onze volgende
generaties? Door de klimaatcrisis en de natuurcrisis erger te maken zet
het kabinet de veiligheid van ons en die van onze kinderen op het spel.
Terwijl het water ons aan de lippen staat, kiest het kabinet volledig
voor een fossiele economie. Kijk alleen al naar de volgende maatregelen:
de indirecte kostencompensatie is heringevoerd, de accijnsverlaging op
diesel is verlengd, een belasting op de productie van nieuw plastic is
geschrapt, de CO2-heffing is geschrapt. Er is complete
stilstand in de landbouw door de stikstofcrisis, de luchtvaart mag weer
groeien; belastinggeld wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van
terminals en het klaarmaken van Schiphol voor grote vliegtuigen.
De transitie naar een circulaire economie is volledig uitgekleed. We
kunnen onze doelen halen en in 2030 voor de helft circulair zijn, maar
dan moeten er wel middelen in gestopt worden. Geopolitiek is het belang
van een circulaire economie voor onze grondstoffenonafhankelijkheid
steeds duidelijker geworden; dat hoor ik hier altijd heel veel partijen
zeggen. We moeten meer hergebruiken, anders consumeren; die circulaire
economie is nodig om de klimaatdoelen te kunnen halen. Volgens experts
is de transitie naar een circulaire economie minstens even ingrijpend
als de energietransitie. Daar moeten we dus flink in investeren. Nu
moeten we ook de industrie van de toekomst financieren. Als we zo
doorgaan, weten we zeker dat we het niet gaan halen.
Voorzitter. Het is heel duidelijk: de grote vervuilers worden met deze
begroting gespekt, bedrijven die op geen enkele manier laten zien dat ze
willen verduurzamen of willen investeren in Nederland. Zoals Tata Steel:
de gezondheid van de omwonenden wordt door dit kabinet voor de bus
gegooid. Giftige staalslakken? Die mag het bedrijf blijven dumpen op
onze fiets- en wandelpaden. Dit kabinet wil geen verbod. Tegelijk vallen
duurzame bedrijven om. Elf plasticrecyclingbedrijven hebben hun deuren
al moeten sluiten en meer dan 70 zonnepaneelbedrijven gingen failliet.
Het is de omgekeerde wereld. Dit is wat er gebeurt wanneer je de
salderingsregeling afschaft, wanneer je een CO2-heffing
schrapt: de vervuilers worden beloond in plaats van dat zij betalen voor
de schade die zij hebben veroorzaakt.
Ook doet het kabinet niets om de vermogensongelijkheid aan te pakken.
Van de rijkste 1% in Nederland stegen de bezittingen met maar liefst
12%, terwijl gewone mensen niet eens de boodschappen kunnen betalen. Dit
terwijl de allerrijksten in Nederland de meeste schade toebrengen aan
het klimaat en de natuur. De rijkste Nederlanders stoten gemiddeld negen
keer te veel CO2 uit om de opwarming van de aarde te beperken
tot onder anderhalve graad. Hun uitstoot is aanzienlijk hoger dan die
van de rest van de bevolking.
Voorzitter. Het Planbureau voor de Leefomgeving berekende deze zomer dat
de milieuschade door de vee-industrie, het verkeer en de fossiele
industrie ons 46 miljard per jaar kost. Dat is 4,6% van ons bruto
binnenlands product, en dat is een voorzichtige schatting. Veel stoffen
die in ons milieu zitten, zijn namelijk nog niet eens meegeteld omdat er
te weinig informatie is. Denk aan pfas, landbouwgif, ultrafijnstof en
microplastics. Zo geven we dus miljarden uit aan gezondheidszorg,
terwijl heel veel gezondheidsproblemen worden veroorzaakt door
milieuvervuiling. Nederland voldoet bijvoorbeeld nergens aan de normen
van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de luchtkwaliteit. Daardoor
krijgen mensen bijvoorbeeld longproblemen. Preventie is de sleutel om
hoge gezondheidskosten te voorkomen.
Waarom heeft dit kabinet de mond vol van welvaart, maar zwijgt het over
deze enorme kostenpost van 46 miljard aan milieuschade per jaar? Wie
betaalt die kosten? De gewone mensen betalen de prijs, niet de
vervuilers. Daarom is mijn vraag: op welke manier heeft het kabinet iets
gedaan met het dit PBL-rapport of met de Monitor Brede Welvaart? Die
monitor hebben we al jaren. Daar wordt ook vaak mee gepronkt, zo van:
kijk, we kijken niet alleen maar naar economische groei, maar ook naar
welzijn. Dan is mijn vraag: op welke manier zie ik dat dan terug in deze
begroting?
Voorzitter. Het land zit volledig op slot door de stikstofcrisis. Hoe
hoog zijn de kosten van natuurschade en het blokkeren van de bouw? Die
lopen op tot tientallen miljarden. En wie betaalt dat? Niet de vervuiler
en niet de agro-industrie, maar de gewone mensen; die betalen de prijs.
De BBB en de VVD lieten maandag nog een keer zien dat ze de vervuiler
liever belonen dan laten betalen. Een deal met Tata Steel met 2 miljard
euro belastinggeld is nu dichtbij. Het is het schaamteloos belonen van
een bedrijf dat aan de lopende band onze milieuregels overtreedt en onze
leefomgeving vervuilt. In plaats van investeren in de industrie van de
toekomst, gaat het kabinet investeren in een volledig fossiele
industrie. Mijn vraag is: wie gaat dit betalen? Niet de grote
vervuilers, maar de gewone mensen.
De klimaatschade. In Europa is die inmiddels opgelopen tot 487 miljard.
Het kabinet neemt geen enkele maatregel om het klimaat echt te
beschermen. Wie draait op voor de oplopende schade van het nietsdoen? De
grote vervuilers, die deze crisis hebben veroorzaakt, in ieder geval
niet. De gewone mensen betalen weer de prijs. Ik wil de minister daarom
graag het volgende vragen. We weten nu heel duidelijk wat in Europa de
klimaatkosten van het nietsdoen zijn, maar kan hij dit ook in kaart
brengen voor Nederland? Misschien is dat een stok om extra
klimaatmaatregelen te nemen.
Voorzitter. De Partij voor de Dieren zegt dus heel duidelijk: de
vervuiler moet betalen. Europa warmt twee keer zo snel op als het
wereldwijde gemiddelde. Onze manier van leven staat onder druk. Het
totale klimaatafbreukbeleid en kortetermijndenken kosten natuur, levens
en miljarden. De Partij voor de Dieren kiest voor beleid dat anticipeert
op de toekomst: een krimp van 75% van het aantal dieren dat gefokt en
gedood wordt in de Nederlandse veehouderij. Dat zorgt er niet alleen
voor dat Nederland van het stikstofslot af kan, maar ook dat eindelijk
de CO₂-uitstoot echt daalt, de watervervuiling afneemt en er meer ruimte
komt voor natuurherstel en woningen.
Ik noem een klimaatnorm van 5% van het bbp om klimaat en natuur te
herstellen, gefinancierd uit de klimaatvermogensheffing en de
afschaffing van fossiele subsidies. En denk aan een krimp van de
luchtvaart. Dat zorgt niet alleen voor minder uitstoot, maar is ook goed
voor onze gezondheid. Laat geen belastinggeld gaan naar grote
vervuilers, zoals Tata Steel. Hier nog langer mee wachten maakt ons land
onleefbaar en ons levensonderhoud onbetaalbaar. De enige manier om ons
land weer gezond te maken en om weer schone lucht, schoon water en een
veilige toekomst voor ons en onze kinderen voor elkaar te krijgen, is
een scherpe keuze voor een economie binnen de grenzen van wat onze aarde
aankan.
Tot slot wil ik het nog even hebben over het budgetrecht van de Kamer,
want we hebben echt een probleem. De Kamer heeft met een aangenomen
amendement de begroting van OCW gewijzigd met betrekking tot de
stapsgewijze afbouw van subsidies voor apenproeven. Na jarenlange
debatten en verschillende moties die niet werden uitgevoerd, heeft de
Kamer dus zelf een begroting gewijzigd en vastgelegd dat we zo snel
mogelijk een einde willen aan apenproeven en de subsidie hiervoor
stapsgewijs willen gaan afbouwen. Maar de minister van OCW zegt dat hij
het amendement leest als een motie en er geen uitvoering aan geeft. Nou
hebben we ook de minister van Financiën gevraagd om hierop in te
grijpen, want een aangenomen amendement is echt geen motie, maar is
gewoon een wet. We hebben het budgetrecht. De minister van Financiën
stuurt nu een brief naar de Kamer waarin hij toch weer alle
verantwoordelijkheid op de minister van OCW afschuift. Het gaat hier
echt om een heel principieel punt, namelijk het respecteren van het
budgetrecht van de Kamer. Ik vind niet dat het kabinet selectief moet
gaan kijken welke amendementen het leuk vindt en dus gaat uitvoeren en
welke niet. Ik wil deze minister, die verantwoordelijk is voor de
rijksbegroting, dus ook echt vragen om een toezegging dat dit amendement
gewoon wordt uitgevoerd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vos, Forum voor Democratie.
Mevrouw De Vos (FVD):
Dank, voorzitter. Waar is toch ons geld gebleven? Waarom is alles zo
ontzettend duur? Boodschappen, een huis, de energierekening, autorijden,
het openbaar vervoer en zelfs kleine, alledaagse geneugten, zoals een
kopje koffie op een terras in de zon met een tosti: het is bijna niet
meer te betalen. Een op de drie Nederlandse huishoudens kan moeilijk
rondkomen. De twee derde die wel kan rondkomen, moet bovendien een veel
lagere levensstandaard accepteren dan had gekund. Dit alles is niet
omdat we niet hard zouden werken of omdat Nederland een arm land
is.
Nee, voorzitter, terwijl we zo'n rijk land zijn en we ons met z'n allen
uit de naad werken, wordt ons geld opgegeten door een woekerende
overheid. Verkeerd beleid zorgt ervoor dat we enerzijds veel te weinig
overhouden in onze portemonnee, dat we veel te veel belasting betalen,
maar daarbovenop dat we ook nog eens gedwongen worden om allerlei kosten
zelf te maken, bijvoorbeeld voor verduurzaming, voor de energie die we
gebruiken, voor het produceren van producten, die bij ander beleid
helemaal niet nodig zouden zijn geweest en die onze welvaart doen
wegglippen. Ik zal dit uitwerken en laten zien hoe het anders kan en
moet, hoe we ons geld wél weer zelf kunnen besteden en hoe het leven
weer betaalbaar kan worden in dit land.
Allereerst de overheid zelf. Die is veel te groot geworden en doet veel
te veel wat helemaal niet zou hoeven. Ik heb de vandaag voorliggende
begroting eens even onder de loep genomen en het een en ander op een
rijtje gezet. De totale kosten van de asielketen, dus toegang, toelating
en opvang van vreemdelingen: 5,9 miljard euro. Financiering van de
oorlog in Oekraïne: 3,4 miljard euro. De opvang van Oekraïners: 2,8
miljard euro. De energietransitie en de verduurzaming van woningen,
waaronder de realisatie van aardgasvrije wijken: 1 miljard euro.
Vrijwillige beëindigingsregelingen voor de veehouderij in het kader van
het stikstofbeleid: ook 1 miljard euro. De ISDE-regeling, oftewel
subsidies voor bijvoorbeeld isolatiemaatregelen of het plaatsen van een
warmtepomp in het kader van de energietransitie: een half miljard euro.
Afdrachten aan de Europese Unie: 15,1 miljard euro. Ontwikkelingshulp:
2,2 miljard euro. Laadpalen voor elektrische vrachtwagens: 66 miljoen
euro. Enzovoort, enzovoort.
U ziet, voorzitter: het is niet moeilijk om zo een bedrag van 30 miljard
euro uit de voorliggende rijksbegroting te vissen. Miljarden die louter
naar onnodige, onverstandige bestedingen gaan, die we helemaal niet
zouden hoeven te doen, en waarop we eenvoudig zouden kunnen besparen —
zo even uit de losse pols. Als je die zou schrappen, kun je de
inkomstenbelasting verlagen, de sociale werkgeverslasten, de accijnzen,
de energiebelasting, de btw, de overdrachtsbelasting, de erf- en
schenkbelasting en noem het allemaal maar op. In plaats van meer dan de
helft van de tijd voor de overheid te werken, zouden Nederlanders veel
meer over kunnen houden en weer zelf kunnen bepalen wat ze met hun
zuurverdiende geld willen doen.
Boven op de directe uitgaven die de overheid doet, verplicht de overheid
ons bovendien om van het geld dat we wél in onze eigen portemonnee
overhouden — nogmaals, dat is dus minder dan de helft dan wat mensen
eigenlijk verdienen, want dat is al via belastingen naar de overheid
gegaan — een aanzienlijk deel uit te geven aan zaken die onzinnig,
onnodig en ondoordacht zijn. Ook daarvan een aantal voorbeelden. Neem de
verplichte verduurzaming, zoals de verplichting van een warmtepomp in
nieuwbouwwoningen, de verplichting aan ondernemers om een elektrische
auto aan te schaffen om emissievrije binnensteden in te kunnen of het
verplichte energielabel C voor kantoorpanden en de boete van €20.000 als
aan deze verplichting niet wordt voldaan. Of neem de duurzaamheidsregels
waar bouwbedrijven aan moeten voldoen, wat circa €100.000 extra kost per
nieuwbouwwoning, en wat natuurlijk wordt doorberekend aan de koper.
Bedrijven worden daarbij overladen met onnodige regeldruk, zoals
MKB-Nederland onlangs opnieuw met klem aan de kaak stelde. Het gaat
bijvoorbeeld om administratieve lasten, vergunningsverplichtingen, de
verplichte glasschervencontrole, het bijhouden van de
CO2-uitstoot van werknemers tijdens hun woon-werkverkeer en
de verplichte twee jaren doorbetaling bij ziekte en de noodzaak je
daartegen te verzekeren. Het kost ondernemers alles bij elkaar ieder
jaar miljarden aan extra kosten en misgelopen inkomsten.
Of neem de maatschappelijke kosten van de massale immigratie, zoals die
zich bijvoorbeeld vertalen in de druk op de woningmarkt, met stijgende
huizenprijzen tot gevolg, waardoor de Nederlander voor hetzelfde huis
veel meer geld moet neerleggen dan voorheen. Dat is logisch wanneer de
vraag harder stijgt dan het aanbod, zeg ik er speciaal even bij voor de
heer Klaver, die ik inmiddels niet meer in de zaal zie zitten. De
leerachterstanden in het onderwijs, de onveiligheid en het verhoogde
beroep dat allochtonen doen op zorg en op sociale zekerheid kosten ons,
wederom, miljarden, ieder jaar opnieuw.
Of neem de sluiting van het Groninger gasveld, waar nog voor minstens
500 miljard euro aan gas in de grond zit. Dat kost ons ook jaarlijks
minstens 10 tot 15 miljard euro aan misgelopen gasbaten. Of neem de
boerenbedrijven, die zuchten onder mest- en stikstofregels. De
maatschappelijke kosten daarvan werden door ABN AMRO op minimaal 1,5
miljard euro per jaar geschat. De zinloze en compleet absurde
energietransitie, waardoor onze stroom minstens twee keer zo duur is als
nodig was geweest, kost jaarlijks al gauw 20 tot 25 miljard. Dat is ook
alweer totaal onnodig. Of neem het feit dat onze pensioenspaargelden
ideologisch worden ingezet en daardoor minder rendement halen, wat
directe weerslag heeft op de koopkracht van onze gepensioneerden, met op
een totaal van 1.500 miljard jaarlijks makkelijk zo'n 15 tot misschien
wel 30 miljard minder inkomsten per jaar. Ook deze dingen komen
makkelijk neer op 70, 80, misschien nog wel meer miljarden per jaar.
Tezamen kom je zo makkelijk op een bedrag van 100 tot 120, misschien wel
150 miljard euro. Dat is gemiddeld ruim €15.000 per jaar per huishouden
minimaal, €15.000 per jaar per huishouden.
Ziedaar het antwoord op de vraag waar ons geld is gebleven. Dat is het
antwoord op de vraag waarom het allemaal zo duur is geworden. Ik zeg het
hier opnieuw: het is een keuze. Het is een keuze van de huidige
bestuurders om het geld van hardwerkende Nederlanders op deze roekeloze
wijze over de balk te smijten. We kunnen cadeautjes beloven. We kunnen
in aanloop naar de verkiezingen pleiten voor lastenverlichting, zoals ik
vandaag, tijdens dit debat, opnieuw zag gebeuren. Maar wie
tegelijkertijd door wil gaan met de massale immigratie, met het
financieren van de oorlog in Oekraïne, met het dichtstorten van het
Groninger gasveld met 500 meter beton, met de energietransitie, met
ontwikkelingshulp, met betalingen aan Brussel en met de uitkoop van
hardwerkende Nederlandse boeren, wie dat allemaal wil financieren en
daarbovenop lastenverlichting belooft, draait de kiezer een rad voor
ogen. Het is namelijk of-of. Het geld kan maar één keer worden
uitgegeven.
Voorzitter. Die lastenverlichting kan wel degelijk plaatsvinden. Wij
kunnen daadwerkelijk een heel rijk land zijn, maar alleen wanneer we
kiezen voor het Nederlands belang, voor de portemonnee van de
Nederlander, voor regie over ons geld. Het kan, als we stoppen met de
massale immigratie, de klimaatplannen, de stikstofonzin, de Europese
Unie, de oorlogszucht en de regelzucht. Het is een keuze. Nederland
kiest op 29 oktober.
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. De heer Flach, SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter, dank u wel. De Algemene Financiële Beschouwingen vinden
plaats in een op z'n minst bijzonder tijdsgewricht, met een
dubbeldemissionair kabinet en een Kamer die vandaag voor een van de
laatste keren samenkomt in deze samenstelling. We hebben gisteren de
afscheidsfoto al gemaakt.
Maar ook financieel zijn het roerige tijden. De overheidsfinanciën staan
er nu nog goed voor, hoewel dat beeld wel geflatteerd is. Onder de
motorkap zien we veel geknutsel. Ik denk aan kasschuiven en de inzet van
prijsbijstellingen en dekkingen over de jaren heen. Op korte termijn
lijkt het er netjes uit te zien. De zorgen voor de nabije toekomst zijn
echter groot. Daar komt de enorme uitdaging bij van het dekken van de
stijgende defensie-uitgaven.
Ook in het huishoudboekje van gezinnen ziet het er niet rooskleurig uit.
De lasten stijgen, net als de prijzen. Het kabinet komt met minuscule
stapjes. Denk aan de verlaging van de energiebelasting. Dat klinkt leuk
en ik wil niet ondankbaar klinken, maar het gaat concreet om €0,78 per
maand per huishouden. Dat zet niet al te veel zoden aan de dijk.
Ondernemers zijn meer bezig met het naleven van regels en het betalen
van belastingen dan met dingen waar ze echt goed in zijn, namelijk
ondernemen. Elke dag een regeltje erbij betekent op termijn een woud van
bureaucratie. De SGP wil snel een ondernemersakkoord waarin de lasten en
lusten over en weer voor een langere periode dan één kabinetstermijn
worden vastgelegd, zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. De SGP
wil graag dat het volgende kabinet daarmee start. Ook klinkt de roep om
investeringen voor de lange termijn steeds luider. Dat is terecht. Om
onze concurrentiepositie te verbeteren zijn investeringen hard nodig. Om
te zorgen dat Nederland vooruit kan, is veel geld nodig voor woningbouw,
het stroomnet en infrastructuur. Niet de waan van de dag, maar de koers
van morgen vraagt onze aandacht.
Voorzitter. De komende jaren zullen de uitgaven aan defensie — velen
hebben het al gezegd — een groot beslag leggen op onze rijksfinanciën.
Na jaren van onverantwoord bezuinigen, op het gebied van defensie bedoel
ik dan, is de weg omhoog eindelijk ingezet. De noodzaak van extra
investeringen was er altijd al, maar de recente geopolitieke
ontwikkelingen laten eens te meer zien dat vrijheid niet gratis is.
Defensie, onze veiligheid, hoort bij de kerntaken van de overheid. Als
daar extra budget voor moet komen, moet er elders op de begroting worden
bezuinigd. Dit kabinet heeft echter wél de keus gemaakt om 3,5% van ons
bbp aan defensie te besteden, maar heeft nog niet de financiering
geleverd. Dat zullen we dus allemaal in onze doorrekeningen moeten doen.
Waar ziet de minister concreet mogelijkheden voor bezuinigingen om
defensie-investeringen te financieren? Wat de SGP betreft gaan we zo
snel mogelijk beginnen met het invullen van de enorme uitdagingen op dit
punt. Voordat je het weet, is het politieke klimaat weer omgeslagen,
lijkt de wereldvrede uitgebroken te zijn — dit heb ik opgeschreven
voordat Hamas liet weten toch blijvend voor geweld te kiezen en niet
voor vrede — en staat de SGP weer vrijwel alleen te pleiten voor een
toekomstbestendige defensie.
Voorzitter. Dit kabinet wil stevig bezuinigen op het kindgebonden
budget. Een snelle rekensom leert dat dit een gezin dat anderhalf keer
modaal verdient en twee kinderen heeft zo'n €500 per jaar kost. Met een
iets hoger inkomen of bij gezinnen met meer kinderen loopt de rekening
nog veel sneller op. Dit is een ongekende ingreep in de portemonnee van
middeninkomens. Bij het debat over de Voorjaarsnota heb ik samen met de
heer Van der Lee, die vandaag helaas door ziekte ontbreekt, een motie
ingediend om deze bezuiniging anders vorm te geven. Die aanpassing zou
op Prinsjesdag gepresenteerd moeten worden. Die motie is echter niet
uitgevoerd. Daarom stel ik de simpele vraag: waarom niet? Mijn vraag is
ook: hoe wordt die alsnog uitgevoerd? Daar ga ik namelijk nog steeds van
uit.
Voorzitter. Dit kabinet heeft vorig jaar de aloude koppeling van het
budget voor ontwikkelingssamenwerking aan de stand van de economie
losgelaten. Zeker, er zijn extra middelen gereserveerd, maar de
achterliggende systematiek is niet hersteld. Voortaan gelden de
politieke dagkoersen. We hebben eerder vandaag gehoord bij de heer Van
Dijck hoe dat kan verschillen per partij, in plaats van dat er sprake is
van een moreel kompas. Een slecht plan, wat de SGP betreft. Bij de
begrotingsbehandeling van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
zullen we er uiteraard op terugkomen, maar weet, zeg ik tegen het
kabinet, dat herstel van de koppeling daarbij voor de SGP een
zwaarwegend punt zal zijn. Ik wijs er overigens ook op dat er diverse
aangenomen moties liggen om die koppeling te herstellen. Waarom worden
die moties niet uitgevoerd?
Voorzitter. De Miljoenennota is duidelijk beleidsarm. De grootste
wijziging zit volgens mij in het verlengen van de tijdelijke
accijnskorting. Daar hebben we het vorige week tijdens een debat over de
inflatie ook al over gehad. Ik ben blij dat die accijnskorting in stand
blijft. Tegelijkertijd is het onbevredigend dat het kabinet vooral
reageert, terwijl regisseren hier meer zou passen. Welke richting willen
we op met onze hoge accijnzen op brandstof? Ik heb het toen ook al
gevraagd aan de minister van Financiën: is er niet een degelijke analyse
nodig over de toekomst van brandstofaccijnzen?
Voorzitter. Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2025 heeft de
SGP samen met het CDA en de ChristenUnie de voorstellen van het kabinet
bijgestuurd. Zo heeft de SGP het initiatief genomen om ruim 100 miljoen
vrij te maken voor eenverdieners. De giftenaftrek is gered van de
ondergang. Ten slotte is ook de btw-verhoging op boeken, kranten, musea
en bijvoorbeeld zwemlessen van de baan. Over dat laatste ligt nu ook een
wetsvoorstel voor. Het is goed dat we dit snel behandelen, zodat er
definitief duidelijkheid is.
Over de alternatieve invulling is de SGP wel kritisch. Ik snap dat een
alternatieve dekking binnen de btw lastig is, maar nu is er wel heel
snel voor gekozen om de rekening bij alle werkenden neer te leggen. Er
wordt nu fors ingegrepen op de reguliere indexaties in de
inkomstenbelasting. Sluipenderwijs is dit een lastenverzwaring voor
werkenden. Vorige week kwam dit ook nog aan de orde. Met dit soort
keuzes hakt de inflatie er nog steviger in. Deelt de staatssecretaris de
inzet om de inkomstenbelasting in het vervolg ongemoeid te laten?
Er is vorig jaar ook gesproken over vereenvoudiging van het
btw-handboek. Het nadenken over het verbeteren van de uitvoering van de
btw lijkt een beetje stil te staan. Kan de staatssecretaris aangeven hoe
daar nu een vervolg aan wordt gegeven?
De btw-verhoging op logies gaat wel door. Voor die sector is dat
natuurlijk heel zuur. In juni van dit jaar is opnieuw onderzocht wat de
gevolgen van de btw-verhoging voor deze sector zijn. Daaruit blijkt dat
de impact groot is. Kan de staatssecretaris reageren op dit onderzoek?
Hebben de conclusies nog effect op de te verwachten opbrengst van de
maatregel?
Tot slot nog iets over het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte.
Om de overheidsfinanciën structureel gezond te houden is ingrijpen
noodzakelijk. Het recente advies van de studiegroep laat dat ook zien.
Vergrijzing, stijgende zorgkosten en hogere defensie-uitgaven vragen om
keuzes, vaak pijnlijke keuzes. Maar ook hiervoor geldt dat niet de
stemming van vandaag, maar de verantwoordelijkheid voor de volgende
generaties leidend zou moeten zijn. Een volgend kabinet zou volgens het
advies direct al 7 miljard euro moeten bezuinigen. Ik ben benieuwd of de
aankomende lijsttrekkersdebatten daarover zullen gaan. Er liggen stapels
rapporten klaar om de begroting weer toekomstbestendig te maken. Om
Nederland toekomstbestendig te maken is niet alleen een degelijke
begroting nodig, maar zijn ook investeringen broodnodig, in het
verdienvermogen van Nederland, in de productiviteit van bedrijven en in
het vestigingsklimaat voor ondernemers.
Ook liggen er grote uitdagingen op het gebied van infrastructuur en de
energietransitie. We weten het allemaal. De overvolle stroomnetten
vragen om een snelle aanpak. Maar juist bij deze thema's heerst te vaak
het kortetermijngewin, kleine oplossingen die geen recht doen aan grote
uitdagingen, terwijl het langetermijnbelang voorop zou moeten staan.
Vaak zijn daarvoor een visie en beleid nodig over kabinetsperiodes heen.
Ik snap dat dit demissionaire kabinet daar weinig meer in kan betekenen,
maar ik hoop dat er niet langer getalmd wordt en dat er snel ingegrepen
wordt voor een toekomstbestendig Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de laatste spreker van vandaag.
Dat is de heer Grinwis van de fractie van de ChristenUnie. Naar ik
begrijp is hij het beste fiscale Tweede Kamerlid; ik citeer alleen maar,
hè?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, dank voor dat citaat. Daar ga ik zelf natuurlijk niks meer
aan toevoegen. Ik ga wel mijn bijdrage leveren in het kader van de
Financiële Beschouwingen. Daar ga ik nu mee beginnen. Het is gelijk de
middagsluiting, begrijp ik.
Voorzitter. Zeg mij wat u belast, en ik zal zeggen wat voor u belangrijk
is. Zeg mij welke begrotingskeuzes u maakt, en iedereen kan zien of we
daarmee opstaan voor het goede of ons er juist van verwijderen. Wij van
de ChristenUnie willen opstaan voor dat goede, voor mensen,
alleenstaand, samen of in een gezin, die ondanks dat ze scherp aan de
wind zeilen, aan het eind van hun salaris een stukje maand overhouden,
voor investeren in wat ons land nodig heeft en sterker maakt, en voor
het sterk vereenvoudigen van het veel te complexe belastingen- en
toeslagenstelsel, zodat je bijvoorbeeld niet bang hoeft te zijn om
inkomen te verliezen als je iets meer gaat werken.
Verantwoord begroten voor een sterke economie: dat heeft de minister van
Financiën boven zijn begroting geschreven. Maar wat verstaat de minister
van Financiën eigenlijk onder "verantwoord begroten"? Het lijkt erop dat
deze minister daar een andere definitie voor hanteert dan de Algemene
Rekenkamer, een andere definitie dan de Raad van State en ook een andere
definitie dan die van de ChristenUniefractie. Deze minister laat zich
graag aanleunen dat hij "havik Heinen" wordt genoemd, maar hij lijkt
zich steeds meer te ontpoppen tot een koekoeksjong: hij eet de begroting
van zijn opvolger leeg door steeds meer eieren uit het toekomstige
begrotingsnestje te kieperen.
Zo is het blikje van de benzineaccijnsverhoging weer eens een jaar
vooruitgeschopt. Pas in 2032 is dit cadeau van 1,7 miljard afbetaald.
Het Klarnakabinet in optima forma. Waarom die benzineaccijns na een
greep uit het potje van het Groeifonds en nu een greep uit het potje van
een niet uit te voeren herintroductie van de rode diesel? Waarom tal van
andere kleine potjes weer incidenteel verlaagd? Je had ook kunnen kiezen
voor een gedeeltelijke structurele accijnsverlaging, door bijvoorbeeld
de vorig jaar verhoogde hypotheekrenteaftrek terug te brengen naar de
eerste schijf in box 1, door het kleine restant van de
zelfstandigenaftrek gewoon helemaal te schrappen, door de
verliesverrekening te beperken of door weet ik welke structurele
maatregel dan ook. Dat zou toch een stuk verantwoorder zijn geweest,
minister?
Sowieso vind ik de begroting een teleurstellende gatenkaas. Het is net
of de minister er niet helemaal bij is geweest. En dat was natuurlijk
ook zo, tijdens de voorjaarsonderhandelingen. Daar hebben niet bepaald
om hun financiële deskundigheid bekendstaande fractievoorzitters 's
nachts een begroting in elkaar zitten klussen. Was dat nou wel zo
verantwoord?
De Asielbegroting is de komende jaren één groot, gapend gat, terwijl het
gevallen kabinet onderwijl het duurste asielbeleid ooit vormgaf. Of het
allemaal gaat leiden tot minder asielzoekers, is zeer de vraag. Het
heeft in ieder geval wel geleid tot meer struisvogels in Den Haag die,
daar aangekomen, allemaal tegelijk hun kop in het duinzand staken. Of
vindt de minister deze struisvogelpolitiek wel verantwoord?
En wat te denken van het visieloos kaasschaven door na de inhouding in
de Voorjaarsnota opnieuw een deel van de prijsbijstelling niet uit te
keren? Ik weet het, de prijsbijstelling klinkt zo heerlijk anoniem en
technisch. Daarvoor komt niemand naar het Malieveld. Niemand slaat
daarvoor de binnenstad van Den Haag aan gort, maar die is wel degelijk
problematisch. De minister van Financiën hoeft niet te kiezen, maar zijn
collega van Onderwijs staat voor de keuze of hij nu toch maar aan die
tot nu toe ontziende leerwerktrajecten moet komen, waar zo veel jongeren
mee zijn geholpen.
Zijn collega van IenW moet om financiële redenen misschien toch maar
afzien van de verbreding van de A27. Of loopt de Nedersaksenlijn nu
gevaar of de sluis in Kornwerderzand? Of gaat het om al deze projecten?
Het inhouden van de prijsbijstelling klinkt zo heerlijk technocratisch,
maar in de echte wereld doet het wel degelijk pijn. Bij zijn collega's
van Infrastructuur en Waterstaat zorgt het nota bene voor 3,9 miljard
minder investeringsruimte gedurende de looptijd van het fonds. En dat
ministerie staat al langere tijd niet meer bekend als het ministerie van
Aanleggen, maar als het ministerie van Pauzeren. Daarom stel ik deze
vraag aan de minister. Welke projecten wil hij nu weer pauzeren of,
erger nog, schrappen? Je kunt de bestaande contracten met aannemers
immers niet openbreken, waarin hard is afgesproken dat prijsstijgingen
worden geïndexeerd.
Voorzitter, iets geabstraheerder. Door de wijze van toepassen van het
inhouden van de prijsbijstelling door de fractievoorzitters van de
gevallen coalitie en de minister van Financiën, worden met name de
investeringsfondsen hard geraakt. Op dit punt zal ik de Kamer een
uitspraak voorleggen. Ik dacht namelijk dat we minder consumptieve
uitgaven wilden en meer investeringsuitgaven, maar in deze begroting
wordt nog eens een extra grote greep in de investeringskas gedaan. Is
dat nou verantwoord begroten voor een sterke economie? Dat stond
namelijk achter "verantwoord begroten": voor een sterke economie. Dan
moet je de investeringsuitgaven toch koesteren en beschermen? Hoe doet
de minister dat dan? Ik zie het niet.
Voorzitter. Ik mag de minister graag. Ik ben niet de politicus die graag
tegen alles aan schopt. Maar wat een teleurstellend verhaal is de
Miljoenennota voor 2026 toch: wat spiegeltjes en kraaltjes om de kiezer
te paaien, slecht en visieloos gedekt, ondertussen interend op het
verdienvermogen en het transitievermogen van Nederland. Baalt de
minister diep vanbinnen niet een beetje van deze begroting? Of ziet hij
het als het maximaal haalbare in een inmiddels ter ziele gegane coalitie
met populisten die moeite hebben met kiezen in schaarste en ook niet
bekendstaan om hun doorwrochte langetermijnvisie voor Nederland? Juist
daar hebben we namelijk nood aan: met visie en lef keuzes maken, opstaan
voor het goede en doen wat nodig en verantwoord is, of dat nou gaat om
Nederland van het slot krijgen, het op orde krijgen van onze
elektriciteitsnetten of het vereenvoudigen van ons belastingstelsel. Als
ik zo'n begroting zie, dan jeuken mijn handen om er iets beters van te
maken.
Waarop zou de minister van Financiën zelf zijn begroting nog graag
willen verbeteren? Zou hij de fouten uit het hoofdlijnenakkoord
structureel willen herstellen? Denk aan het herstellen van het
trendmatig begrotingsbeleid, maar dan wel met een duidelijk
onderscheiden behandeling van investeringen, zoals ook in het
kabinet-Rutte IV. Denk ook aan de klap voor het openbaar vervoer in en
rond de steden, waar nu gelukkig een gedeeltelijke reparatie op
plaatsvindt; niet alles is slecht, natuurlijk. Of zou hij de bezuiniging
op SDE++ goedmaken, zodat er blijvend geïnvesteerd kan worden in schone
en betrouwbare energie, iets wat nu zelfs voor 2027 al onzeker is? Of
zou hij de koppeling tussen ontwikkelingssamenwerking en bni netjes
herstellen? Of zou hij van het duurste asielbeleid ooit het
doeltreffendste en doelmatigste asielbeleid ooit maken?
Of zou hij de totaal overbodige verhoging van de arbeidskorting
terugdraaien? Daarover heb ik overigens een amendement ingediend. Zou
hij de eveneens overbodige verlaging van het eigen risico terugdraaien
en dat geld deels investeren in de aanleg van nieuwe sporen en wegen,
zodat het ministerie van IenW niet langer het ministerie van Pauzeren
hoeft te zijn? Zou hij de belastingen en toeslagen vereenvoudigen, zodat
de Belastingdienst met minder ambtenaren een beter en begrijpelijker
stelsel draaiende kan houden? Wat zouden de minister en staatssecretaris
van Financiën eigenlijk doen, als zij met een nota van wijziging hun
eigen gemankeerde begroting en Belastingplan op drie punten zouden mogen
verbeteren? Ik ben zeer benieuwd.
De heer Vijlbrief (D66):
De heer Grinwis heeft zojuist de prijs gewonnen voor de zin met de
meeste komma's en de langste duur. Ik telde drie minuten. Gefeliciteerd!
Maar ik heb een vraag voor hem. Hij maakt zich zorgen over die
prijsbijstelling. Dat zat net ook al in een interruptie bij mijn
verhaal. Ik heb eigenlijk een open vraag aan hem. Als hij mocht
verzinnen hoe je het beste investeringen kunt beschermen in de komende
kabinetsperiode, even los van die prijsbijstelling, aan welke dingen zou
hij dan denken, dus om meer zekerheid in de begroting in te bouwen dat
die investeringen in ieder geval doorgaan?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Daarvoor zijn procedurele maar ook inhoudelijke stappen denkbaar. Laat
ik met de makkelijkste, de procedurele, beginnen. In het kabinet
Rutte-IV hadden we naast de aloude begrotingsuitgavenkaders de
Rijksbegroting in enge zin. Voor de zorg en de sociale zekerheid hadden
het investeringskader met een investeringsplafond; dat hadden we netjes
in het begrotingsbeleid verankerd. Voor zover ik nu kan concluderen, is
dat weer ter ziele gegaan. Dat zou in ieder geval heel zichtbaar in het
begrotingsbeleid ruimte geven aan investeringen. Je zet die ook min of
meer apart. Daarbij zouden we inderdaad de clausule kunnen afspreken dat
we altijd reëel indexeren. Sterker nog, we zouden kunnen afspreken dat
we, als de prijsstijging hoger is dan de reguliere indexatie, de
indexatie daarop aanpassen. Dat is nu ook nog een probleem: als je wel
indexeert, is er te weinig over voor de prijsstijgingen. Dat zou een
antwoord kunnen zijn.
Ik kan me ook goed vinden in de diverse procedurele voorstellen die
collega Vijlbrief heeft gedaan. Maar de uiteindelijke inhoudelijke
discussie is: durven we daadwerkelijk minder consumptief te gaan
besteden? Durven we de groei van de zorguitgaven aan te pakken? Willen
we die opzijzetten? Wat mij betreft zetten wij die opzij voor enerzijds
defensie, het land beter beschermen, en anderzijds voor investeringen in
woningbouw, het elektriciteitsnet en de infrastructuur, wegen en
spoorwegen. Dat zou mijn keuze zijn.
Dus enerzijds kun je procedureel wat afspreken en anderzijds moet je
inhoudelijk gewoon duidelijke afspraken maken.
De heer Vijlbrief (D66):
Er is wat kritiek gekomen op het artikel van collega's en mij. Mensen
zeiden: het is allemaal een kwestie van politieke wil; je moet gewoon
meer willen investeren. Dat vind ik zelf drie slagen te simpel. Als het
zo simpel was, zou het wel gebeuren, maar het gebeurt niet. Dat zou iets
te maken kunnen hebben met onze processen en onze regels. Deelt de heer
Grinwis dat? Ziet hij nog andere mogelijkheden om dat in de regels in te
bouwen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Zowel collega Vijlbrief als collega Inge van Dijk heeft iets gezegd over
horizonnen in de begroting. Die zouden, denk ik, meer helderheid geven.
Uiteindelijk kunnen regels helpen en kunnen procedurele afspraken
helpen. Tegelijkertijd, als voorjaarsnota's en augustusbesluitvorming
uiteindelijk door fractievoorzitters in elkaar worden getimmerd en het
hemd op zulke momenten nader dan de rok is, helpen procedures en regels
natuurlijk niet zo veel. Dan worden er dingen afgesproken die tegen de
regels zijn. Dan worden er dingen afgesproken die strijdig zijn met het
aanvankelijke coalitie- of hoofdlijnenakkoord. Dat risico is althans
groot.
Uiteindelijk is het dus toch een combinatie van goede procedures en
degelijke begrotingsfondsen. Ik denk dat begrotingsfondsen als het
Mobiliteitsfonds en het Deltafonds — het Klimaatfonds had eigenlijk ook
op die manier moeten werken — wel degelijk kunnen helpen om langjarig
investeringen te programmeren en ook meteen zichtbaar te krijgen wat de
pijn is als je geld haalt uit die fondsen. Maar uiteindelijk komt het
toch aan op politiek commitment. In die zin snap ik de kritiek wel dat
je het met alleen procedures niet gaat redden.
Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank u wel. Ik had collega Grinwis een interruptie beloofd, maar
eigenlijk heeft de heer Bosma die al weggekaapt. Ik wilde de heer
Grinwis eigenlijk een compliment maken voor het winnen van de voor de
Belastingbetalersbokaal. Heel mooi! Ik heb ook een uitdaging voor hem.
Ik wil hem toch een interruptie geven. Wil hij misschien kort uitleggen
wat de allergrootste wijziging in het fiscaal stelsel is die wat de heer
Grinwis betreft snel doorgevoerd zou moeten worden?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Dat is een leuke vraag. Dank ook voor de felicitaties van college Van
Dijk en andere collega's. Dat is aardig. Hartelijk dank daarvoor. Het
lijstje van genomineerden was indrukwekkend, dus ik verwacht zomaar dat
een van de andere genomineerden volgend jaar aan de beurt is. Dat gun ik
eenieder van harte.
De voorzitter:
U gaat toch niet naast uw schoenen lopen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Nee, ik gun het anderen.
Dan het antwoord op de vraag. Het eerste wat mij te binnen schiet, is
wat mij al jaren een doorn in het oog is: onze inkomstenbelasting in
combinatie met de toeslagen. Dat is het eerste waar ik graag mijn tanden
in zet. Ik baal ervan dat door allerlei ontwikkelingen en uitspraken van
de Hoge Raad de box 3-affaire ertussendoor is gelopen, evenals het
toeslagenschandaal. Dat heeft duizenden fte's aan ambtenaren gekost, die
we maar wat graag ingezet hadden om ons stelsel te herzien. Dan zou ik
het liefst zien dat je voortaan veel minder inkomensafhankelijke rimram
in je stelsel hebt via heffingskortingen of via toeslagen, dat je veel
minder knoppen hebt, en dat je de inkomensafhankelijkheid vooral weer
gewoon zichtbaar maakt in de tarieven, net zoals vroeger. Wat zou dat
fijn zijn als je gewoon weet: ik ga €100 meer verdienen omdat ik meer ga
werken of omdat ik loonsverhoging krijg en ik weet in één oogopslag met
een blik op de tarieven wat ik er netto aan overhoud. Dat maakt het veel
transparanter. Dat zou mijn eerste grote actie zijn. Tegelijkertijd
besef ik dat dat niet in één dag is te regelen. Je moet er meerdere
kabinetsperiodes voor uittrekken om dit daadwerkelijk te
implementeren.
Maar dank voor deze leuke vraag.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Ook natuurlijk een compliment en felicitaties vanuit mij. Daar komt ook
de volgende vraag vandaan. We hebben meer dan eens Kamerbreed
aangegeven: kom nou met die brief met scenario's, met suggesties om de
vereenvoudiging daadwerkelijk toe te passen. De heer Grinwis heeft er,
met anderen, ook voor gekozen om in te zetten op een
vereenvoudigingsroute. Ik hoor u heel scherp in uw bijdrage, ook over de
taxaties die u doet …
De voorzitter:
Die de heer Grinwis doet.
De heer Kouwenhoven (NSC):
… die de heer Grinwis doet. Maar mijn vraag is de volgende. Wat denkt u,
met uw ervaring en uw kennis, wat denkt u …
De voorzitter:
Wat denkt de heer Grinwis.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Wat is de inschatting van de heer Grinwis over waarom er zelfs geen
brief over scenario's richting de Kamer komt? Durft u met uw ervaring
een inschatting te maken van wat nou de inhoudelijke of andere vormen
van drempels zijn? En bent u daar … is de heer Grinwis daar ook niet
ongelofelijk — moet ik maar even zeggen — kwaad over dat het elke keer
op zich laat wachten?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Jazeker, dat stelt me teleur, meneer Kouwenhoven. Dus voorzitter, dat
deel ik met mijn geachte collega van NSC. Alleen, mijns inziens zit het
probleem ergens anders en eerder in het proces. Als je in een
coalitieakkoord, of in dit geval in een hoofdlijnenakkoord, alleen maar
afspreekt dat het fiscale stelsel hervormd en vereenvoudigd moet worden,
maar je zegt niet hoe, dan komt er niks van.
De meest logische window of opportunity die je hebt, is de
kabinetsformatie. Dat zijn de coalitieonderhandelingen. Dán moet het
gebeuren, dan moet je het traject afspreken, inclusief de maatvoering of
de bandbreedte van de maatvoering, waarbinnen je bepaalde wijzigingen
accepteert. Want belastingen zijn niet een hobby voor techneuten ergens
in een achterafkamertje. Belastingen zijn ongeveer het meest
ideologische deel van het overheidsbeleid. Het is misschien nog meer dan
een verbodsbord op een weg, waarop staat dat je 30, 50, 80, 100 of 130
mag. Het stuurt het leven van mensen in de samenleving. Daarover lopen
de ideeën dus gigantisch uiteen. Gedurende een kabinetsperiode krijg je
dat zelden meer op één noemer.
Dus, als je de belastingen wilt hervormen, is er één moment, één window
of opportunity, en dat is tijdens de formatie. Daar moet je met elkaar
het gevecht voeren en dat is tijdens de afgelopen kabinetsformatie
onvoldoende gebeurd. Tijdens de kabinetsformatie daarvóór is het
onvoldoende gebeurd, omdat de Belastingdienst toen zei: wij kunnen het
nu niet aan, geef ons nog een paar jaar, dan kunnen we het wel aan. Dus
er is een grote kans gemist tijdens de formatie.
De voorzitter:
Uw laatste.
De heer Kouwenhoven (NSC):
Heel kort, dan. Kan de heer Grinwis met mij, het kabinet en met de Kamer
meedenken over of de ingrediënten er nu zijn voor een nieuw kabinet om
in de formatie dit soort keuzes te maken. Of zijn er scenario's nodig of
is er iets anders nodig wat we dienen te vragen aan het huidige kabinet?
Niet om een voorstel te doen, maar als scenario. Want op een gegeven
moment hadden we het alleen nog maar over scenario's en zelfs die zijn
er niet gekomen. Je hebt ingrediënten nodig om met elkaar die keuzes te
maken in een formatie. Een eerlijke oprechte vraag is of wij nog
gezamenlijk iets van dit kabinet moeten vragen om op tafel te leggen,
zodat het er klaarligt voor wanneer nieuwe partijen met nieuwe plannen
de bandbreedte met elkaar afspreken?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik denk het niet. Ik denk dat het niet nodig is. In 2010 hadden we al de
commissie Van Weezel. In 2012-2013 de commissie Van Dijkhuizen. In 2017
kregen we messcherpe adviezen over hoe vooral het inkomstenbelasting- en
toeslagenstelsel herzien zou kunnen worden. Vervolgens hebben we tal van
ambtelijke werkgroepen gehad met bouwstenen voor een beter
belastingstelsel. We hebben ook allerlei ibo's plus studies gehad met
bouwstenen voor een mogelijke hervorming van het toeslagenstelsel, zowel
op de korte termijn als op de langere termijn, en voor een mogelijke
verbetering van het hele belastingstelsel. De ambtelijke bouwstenen
reiken inmiddels, als je die hier optast, tot het plafond. We hebben
niet nog meer adviezen nodig. We hebben lef nodig om keuzes te maken en
we hebben de bereidheid nodig om met elkaar te strijden om ideologische
verschillen te overbruggen en daadwerkelijk tot een eenvoudiger en
rechtvaardiger belastingstelsel te komen. Ik sta te popelen om dat voor
elkaar te boksen, maar dat hoort en moet op het moment dat the window of
opportunity zich opent, en dat is tijdens de formatie.
Voorzitter. Ik wil nog even iets zeggen over een specifiek punt. Dat is
iets heel anders, namelijk de uitvoering van mijn amendement van voor de
zomer, waarmee 50 miljoen euro extra beschikbaar kwam voor mensen in
energiearmoede via het Tijdelijk Noodfonds Energie. Ik dank het kabinet
voor de brief hierover. De Kamer heeft ondubbelzinnig gezegd dat er deze
winter directe inkomenssteun moet komen voor kwetsbare huishoudens. Het
budget van 50 miljoen is beschikbaar, plus de 60 miljoen die al
klaarstond voor 2026. Om te voldoen aan de staatssteuncriteria, is een
bijdrage van een derde vanuit de energiebedrijven noodzakelijk. De
staatssecretaris geeft zelf aan dat bedrijven daar niet happig op zijn.
Heeft de staatssecretaris van SZW werkelijk alles op alles gezet om de
energiebedrijven aan tafel te krijgen en hen te laten bijdragen, zodat
mensen deze winter niet in de kou komen te zitten? Zijn er daarnaast
andere mogelijkheden onderzocht, bijvoorbeeld via private fondsen die
bereid zijn bij te dragen? Er zijn best wel veel fondsen die dat
misschien wel willen. Welke alternatieven heeft het kabinet nog meer
verkend? De terugvaloptie die het kabinet schetst, is namelijk een
ongerichte regeling via de gemeente, die je eigenlijk niet moet willen.
Bovendien kunnen we de doelgroep scherper afbakenen, bijvoorbeeld door
een inkomensgrens te hanteren van 130% van het sociaal mininum. Dat
helpt om budgetoverschrijdingen te voorkomen en de steun daar te bieden
waar die echt nodig is. Verder pleit ik voor spoedwetgeving om een
stevige wettelijke basis te creëren. Tot die tijd kan er met een
ministeriële regeling worden gewerkt, zodat de steun snel en rechtmatig
kan worden uitgevoerd, met het Tijdelijk Noodfonds als onderaannemer. Ik
ben benieuwd naar de reactie van de minister.
Voorzitter. De wet over de btw wordt vandaag ook behandeld. Ik ben het
kabinet erkentelijk dat op deze wijze de afspraak met een deel van deze
Kamer in een aparte wet bij de Kamer is neergelegd. Ik ben ook mijn
collega's erkentelijk dat ze mijn voorstel hebben gesteund om die wet nu
alvast te behandelen, om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk de
zekerheid bieden aan ondernemers dat de btw op boeken, kranten,
zwemlessen, andere sporten en kunst en cultuur niet omhooggaat. Dat is
belangrijk, maar nu zie ik dat collega Klaver en collega Kouwenhoven het
stoutmoedige idee hebben opgevat om een amendement toe te voegen aan
deze wet. Ik doe een serieus beroep op ze: doe dat niet. Ik vind dat
daarmee niet alleen door afspraken heen wordt gefietst die we zorgvuldig
hebben gemaakt, maar ook dat daarmee het risico wordt genomen dat de
hele btw-verhoging straks misschien alsnog doorgaat. Want als a wordt
gezegd en er een amendement wordt ingediend en aangenomen, dan wordt
misschien door andere partijen b gezegd. Voor je het weet, ligt het hele
zaakje dan in de soep. Dus: bezint eer ge begint. We hebben na de
verkiezingen een integrale belastingplanbehandeling. Dan kunnen we het
hier uitgebreid over hebben, want de doelen zijn best nobel. Ik praat er
met alle plezier over, maar belast deze wet er niet mee. Ik vind het …
Nou ja, oké. Punt.
Voorzitter, ten slotte. De Algemene Financiële Beschouwingen draaien om
geld en om verantwoord kiezen. Daarbij is geld niet het probleem. Het
probleem is verantwoord kiezen. Dat doen we te weinig. Politiek is per
definitie kiezen in schaarste. Soms is die wat nijpender dan anders —
dat is zeker waar — maar het komt er nu op aan om problemen aan te
pakken, veel te complexe stelsels te vereenvoudigen en dingen niet op
zijn beloop te laten maar te normeren. Dat betekent dat wij ervoor
moeten zorgen dat de uitgaven aan zorg minder snel toenemen. Dat kan,
zelfs met de tandarts in het basispakket, zoals wij willen, zeg ik tegen
de heer Van Dijck. Dat betekent ook dat we extra geld moeten investeren
in het veilig houden van ons land met een sterke krijgsmacht, de
volledige 3,5% in 2035, oftewel 19,3 miljard, in veel meer betaalbare
woningen, zodat woningzoekenden een huis vinden, en in de aanleg van
sporen en wegen. Ook moeten we geen moment voorbij laten gaan om toe te
werken naar een veel eenvoudiger belastingstelsel, met veel minder
ondoorzichtige en onvoorspelbare inkomensafhankelijke regelingen.
Voorzitter. Kortom, het is tijd om aan te pakken, te vereenvoudigen en
te normeren.
De voorzitter:
Over tijd gesproken: u heeft ook uw tijd voor de tweede termijn
opgebruikt.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik vind dit nu al een hoogtepunt van deze Financiële Beschouwingen.
De voorzitter:
U bent door uw interrupties heen, maar als u iets over het amendement
wilt zeggen, iets technisch …
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Nou, iets technisch … We werden aangesproken als indieners. Ik denk dat
het dan ook netjes is om daarop te reageren. Zoals ik zojuist heb
gezegd, is er wel degelijk een samenloop met de inhoud van ons
amendement en met deze wet. Anders hadden we het niet gedaan. Het ziet
namelijk niet op de btw, maar op wat er gebeurt in box 2. Ik heb
aangegeven ook bereid te zijn om naar andere opties te kijken, om ervoor
te zorgen dat we dit regelen. Ik zou de heer Grinwis wel willen
meegeven: laten we niet beginnen te dreigen dat deze wet anders
misschien zou sneuvelen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik dreig niet.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik denk niet dat het een heel verstandig idee is om een btw-reparatiewet
te laten sneuvelen omdat andere mensen proberen het inkomen te repareren
dat achteruitgaat van degenen die juist het minste verdienen in onze
samenleving. Laten we samen kijken hoe we hier op een goede manier uit
kunnen komen. Maar zodra ik te vaak ga horen "pas op, want anders
gebeurt er wat met deze wet", weet ik één ding zeker. Dan gaan we dit
amendement morgen in stemming brengen.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
De heer Klaver weet drommels goed wat hij doet en hij weet drommels goed
dat hij speelt met vuur. Deze btw-wet wordt inderdaad gedekt door de
tabelcorrectiefactor minder toe te passen, om het technisch te zeggen,
waardoor iedereen in het inkomstenbelastinggebouw er iets minder op
vooruitgaat qua belasting, dus iets meer belasting moet gaan betalen.
Als je dat moment aangrijpt om die tabelcorrectiefactor nog wat verder
te verlagen om daarmee de algemene heffingskorting wat te verhogen, dan
speel je met vuur. Dan ga je inderdaad een wetsvoorstel dat over iets
heel anders gaat, namelijk het voorkomen van de btw-verhoging, mogelijk
om zeep helpen, omdat GroenLinks-PvdA en NSC geen garantie kunnen geven
over het stemgedrag van andere fracties over die wet. Die
verantwoordelijkheid kun je bij anderen laten, maar je kunt je ook
afvragen of je dat risico wil lopen. Mijn oproep aan de heer Klaver is:
neem dat risico niet.
De voorzitter:
Prima, helder, duidelijk. Mevrouw Van Eijk.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Op dit punt. Ik ondersteun de oproep die de heer Grinwis doet. We hebben
in de procedurevergadering met meerdere partijen een afspraak gemaakt
over de behandeling van die btw-wet. Ik heb in mijn inbreng ook al
aangegeven dat ik het heel graag zuiver wil houden. Ik wil deze
amendementen graag behandelen bij het Belastingplan. Een optie is ook
dat de minister nog met een nota van wijziging gaat komen. Volgens mij
zijn er heel veel varianten denkbaar, dus laten we elkaar even spreken
buiten dit debat, om tot een goede oplossing te komen.
De voorzitter:
U gaat lekker met z'n allen aan de koffie, stel ik voor.
De heer Klaver (GroenLinks-PvdA):
Ik kom toch nog een keer. Het is vreemd, want er wordt een interruptie
gepleegd op de heer Grinwis die is gericht op ons beiden, dus ik wil
hier ook op reageren. Nogmaals, wij willen dit regelen. Het is heel
terecht dat het btw-voorstel, zoals de heer Grinwis heeft gezegd, eerder
is geagendeerd dan het Belastingplan. Waarom? Omdat je zekerheid wil
geven aan al die ondernemers die in de verdrukking komen. Wij hebben
precies hetzelfde doel. Dat doel is niet zekerheid geven aan deze
ondernemers, maar aan mensen in Nederland die zien dat ze de komende
jaren gepakt worden door deze buffelboete. Als je zekerheid wil geven
aan ondernemers, is het belangrijk om dat vóór het Belastingplan te
doen. Vandaar dat wij die zekerheid nu geven. Daar zijn andere manieren
voor dan het amenderen van dit wetsvoorstel. We zijn zeer bereid
daarnaar te kijken. Ik zie het dan ook als een uitgestoken hand van de
VVD als zij zeggen: wij willen meekijken naar hoe we dit kunnen
repareren op andere manieren. Laten we zien hoe we eruit komen. Het zou
fantastisch zijn als het einde van dit debat zou zijn dat we die
buffelboete hebben teruggedraaid.
De voorzitter:
Ja. To be continued, morgen. Meneer Grinwis, kort, kort, kort, kort.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik vind het wel bijna een soort detournement de pouvoir. De buffelboete,
zoals die zo prozaïsch wordt genoemd, is geen nieuwe maatregel. Het was
een maatregel uit het vorige Belastingplan. Toen heb ik onder anderen
pogingen gedaan om 'm terug te draaien. De enorme haast van meneer
Klaver ontgaat mij dus. Vorig jaar had die teruggedraaid moeten worden.
Toen is dat niet gebeurd. U heeft het gesteund. Nu wordt met spoed dit
voorstel ingediend, terwijl op 12 november de nieuwe Kamer geïnstalleerd
wordt en op 17 november het wetgevingsoverleg Belastingplan ingepland
staat. Dan kunnen we dit prachtig regelen met elkaar.
De voorzitter:
Perfect. Tot zover de eerste termijn van de Kamer voor vandaag.
De (algemene) beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Dank aan de minister. Dank aan de staatssecretaris. Morgen gaan we naar
hen luisteren voor de antwoorden. Ik schors tot 17.00 uur.
De vergadering wordt van 15.59 uur tot 17.00 uur geschorst.