Tweeminutendebat Academische vrijheid (CD 10/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43006, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-02 10:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-01 17:00: Tweeminutendebat Academische vrijheid (CD 10/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Academische vrijheid
Voorzitter: Paulusma
Academische vrijheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Academische vrijheid (CD
d.d. 10/09).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Academische vrijheid. Ik heet de leden van de Kamer van harte welkom. Ik
heet de minister van harte welkom in vak K. Ik mag u ook verblijden met
een mededeling rondom het herfstregime, namelijk dat ik één interruptie
toesta en wel bij de appreciatie van de motie. Die interruptie is kort
en bondig, net als de reactie van de minister, want dan kunnen we er met
elkaar voor zorgen dat we een beetje voor dag en dauw naar huis
gaan.
Dan ga ik nu de eerste spreker uitnodigen. Dat is de heer Stultiens van
de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. De vrije wetenschap is in groot gevaar. De
academische vrijheid staat op het spel. Daarom de volgende twee
moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de academische vrijheid in Nederland onder druk
staat;
overwegende dat de KNAW en de universiteiten aangeven dat de academische
vrijheid slechts beperkt is verankerd in onze wet, terwijl die in
Duitsland wel in de grondwet staat;
van mening dat we er alles aan moeten doen om onze vrije wetenschap te
beschermen en dus ook moeten kijken naar een stevige wettelijke
verankering van academische vrijheid;
verzoekt de regering om wetgevingsopties voor te bereiden om de
academische vrijheid in Nederland beter in de wet te borgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stultiens.
Zij krijgt nr. 1214 (31288).
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
De tweede motie gaat over wat er nu gebeurt in Amerika en over hoe onze
wetenschappers hier in Nederland daar nu al door geraakt worden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de academische vrijheid van wetenschappers in
Nederland wordt ondermijnd vanuit het buitenland, bijvoorbeeld door
vragenlijsten vanuit de Amerikaanse overheid, door beperkte toegang tot
klimaatdata of door het censureren van termen als gender, inclusie en
diversiteit;
van mening dat wetenschappers vrij hun werk moeten kunnen doen zonder
druk van buitenaf;
verzoekt de regering om moed te tonen, te gaan staan voor de academische
vrijheid en zich zowel voor als achter de schermen te verzetten tegen
deze buitenlandse aanvallen op onze vrije wetenschap,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stultiens.
Zij krijgt nr. 1215 (31288).
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Rajkowski uit van de fractie
van de VVD voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een sociaal en veilig onderwijs- en onderzoeksklimaat op
onderwijsinstellingen een randvoorwaarde is om de academische vrijheid
te borgen, te beschermen en uit te oefenen;
constaterende dat zware overtredingen van de huisregels van
onderwijsinstellingen, zoals vernieling van eigendom, intimidatie van
personeel of studenten, of dreiging met geweld, tot onveilige situaties
leiden, die de academische vrijheid beïnvloeden of beperken;
van mening dat de academische vrijheid een onmisbaar principe is;
verzoekt de regering om in overleg te gaan met diverse colleges van
bestuur om te bezien wat zij nodig hebben om bij zware overtredingen van
de huisregels altijd in te grijpen, en de Kamer hierover uiterlijk Q1
2026 te informeren;
verzoekt de regering voorts deze colleges te vragen altijd sancties te
verbinden aan het overtreden van die huisregels, bijvoorbeeld door het
doen van aangifte, zodat de schade bij vernielingen verhaald kan worden
of fysieke intimidatie en geweld aangepakt kunnen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rajkowski.
Zij krijgt nr. 1216 (31288).
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dan de laatste.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de verruwing van het debat op onderwijsinstellingen
ook zorgt voor een toename aan sociale dan wel fysieke onveiligheid van
studenten en personeel door bijvoorbeeld bedreigingen;
van mening dat het ontoelaatbaar is dat studenten of docenten niet
veilig naar hun school of universiteit kunnen en in hun academische
vrijheid beperkt worden door bedreigingen om het volgen van hun
wetenschappelijke inzichten;
verzoekt de regering om in gesprek te gaan met colleges van bestuur van
hogescholen en universiteiten en op te halen hoeveel studenten en
docenten vanwege veiligheidsredenen niet naar hun onderwijsinstelling
kunnen;
verzoekt de regering tevens te inventariseren wat er nodig om deze
mensen weer veilig naar hun werk of studie te kunnen laten gaan, en de
Kamer hierover te informeren uiterlijk Q4 2025,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rajkowski.
Zij krijgt nr. 1217 (31288).
Dank u wel. Dan nodig ik graag mevrouw Beckerman van de fractie van de SP uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Beckerman (SP):
Goedemiddag en dank u wel. De wetenschap moet vrij zijn, maar de
academische vrijheid staat onder druk. We zijn er groot voorstander van
dat de academische vrijheid in de Grondwet wordt opgenomen. We zijn ook
groot voorstander van meer financiering voor ongebonden onderzoek en we
willen betere transparantie over de bijbanen van hoogleraren. Samen met
de fractie van NSC dienen we daar straks een motie voor in. In dit debat
hebben we ook een punt gemaakt over seksueel grensoverschrijdend gedrag
en over het feit dat studentes een hoge meldingsdrempel ervaren. Daar
wil ik nog een motie over indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de helft van de studentes in het hoger onderwijs in
het voorgaande jaar een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag
heeft meegemaakt;
constaterende dat dit drie keer meer is dan het landelijk gemiddelde
voor vrouwen;
constaterende dat de meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag
en seksueel geweld bij hogeronderwijsinstellingen daarentegen
achterblijven;
overwegende dat studentes een hoge meldingsdrempel ervaren, onder andere
vanwege mogelijke negatieve gevolgen die zij kunnen ervaren na het doen
van een melding;
verzoekt de regering om samen met de hogeronderwijsinstellingen een plan
te maken om de meldingsdrempel bij seksueel grensoverschrijdend gedrag
te verlagen, daarbij studentes actief te betrekken en dit jaarlijks te
evalueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Beckerman.
Zij krijgt nr. 1218 (31288).
Mevrouw Beckerman (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik mevrouw Heite uit van de fractie van NSC.
Mevrouw Heite (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er zorgen zijn in het werkveld over het gebrek aan
pluriformiteit en ruimte voor open debat in de wetenschap, zoals blijkt
uit verschillende recent verschenen publicaties van onder andere
Nieuwsuur;
overwegende dat er genoeg waarborgen in het stelsel zouden moeten
zitten, maar dat we dus moeten constateren dat de ervaring in het
werkveld anders is;
overwegende dat kritisch en tegendraads onderzoek essentieel is voor
academische vooruitgang, maar in de huidige financieringspraktijk vaak
kwetsbaar is, zoals de geconstateerde zorgen bevestigen;
constaterende dat ook de KNAW benadrukt dat tegenspraak actief
georganiseerd moet worden;
verzoekt de regering in overleg met NWO en UNL deze zorgen over het
gebrek aan pluriformiteit te inventariseren en te staven, daarbij ook
onafhankelijke onderzoekers en maatschappelijke organisaties te
betrekken, en de Kamer hierover te informeren;
verzoekt de regering voorts, indien de zorgen worden bevestigd, binnen
bestaande financieringsinstrumenten structurele ruimte te creëren voor
onderzoek dat de consensus bevraagt, en de Kamer hierover nader te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Heite.
Zij krijgt nr. 1219 (31288).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat van de EU-landen alleen Griekenland, Portugal en
Hongarije lager scoren op de Academic Freedom Index;
overwegende dat academische vrijheid in het geding is als hoogleraren
betaalde functies hebben in de sector waar zij ook onderzoek naar
doen;
overwegende dat de helft van de hoogleraren fiscaal recht en twee derde
van de hoogleraren rechtsgeleerdheid een commerciële nevenfunctie
hebben, veelal bij banken of advocaten- of advieskantoren;
overwegende dat deze nevenfuncties vaak tot belangenverstrengeling
leiden en het vertrouwen in de wetenschap aantasten;
verzoekt de regering met de universiteiten afspraken te maken die
waarborgen dat voor alle hoogleraren volledige, kloppende en vindbare
informatie over commerciële nevenwerkzaamheden beschikbaar is in de
registratie nevenfuncties en deze registratie voortaan actueel te
houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Heite, Hertzberger, Beckerman en
Stultiens.
Zij krijgt nr. 1220 (31288).
Mevrouw Heite (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag de heer El Abassi van de fractie van DENK
uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer El Abassi (DENK):
Dank, voorzitter. Ik zal meteen beginnen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat studenten uit Gaza getroffen zijn door de genocide en
er geen enkele universiteit in Gaza meer over is;
overwegende dat enkele universiteiten in Nederland al studiebeurzen
verstrekken aan studenten uit Gaza, wat aantoont dat er draagvlak en
bereidheid is;
verzoekt de regering Nederlandse universiteiten die studiebeurzen willen
verlenen aan studenten uit Gaza actief te steunen en te
faciliteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden El Abassi en Ergin.
Zij krijgt nr. 1221 (31288).
De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Israëlische universiteiten aantoonbaar bijdragen aan
oorlogsmisdaden en schendingen van het internationaal recht;
overwegende dat samenwerking met Israëlische universiteiten schadelijk
is voor de integriteit en geloofwaardigheid van het Nederlandse hoger
onderwijs;
verzoekt de regering een stappenplan op te stellen voor Nederlandse
universiteiten om hun samenwerkingen met Israëlische universiteiten te
beëindigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden El Abassi en Ergin.
Zij krijgt nr. 1222 (31288).
De heer El Abassi (DENK):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dit was de laatste spreker van dit tweeminutendebat. De
minister heeft aangegeven ruim tien minuten nodig te hebben voor de
appreciatie van de ingediende moties. Als u de bel hoort, kom dan zo
snel mogelijk terug. Ik schors voor ruim tien minuten.
De vergadering wordt van 17.10 uur tot 17.19 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Academische vrijheid. Wij zijn toegekomen aan de appreciatie van de
moties. Daarvoor geef ik graag het woord aan de minister. Gaat uw
gang.
Minister Moes:
Dank, voorzitter. Ik zal proberen het bondig te houden, want ik weet dat
uw Kamer veel te doen heeft vanavond. Voordat ik inga op de moties, wil
ik uw Kamer graag nog even over het volgende informeren. Naar aanleiding
van het debat over academische vrijheid van 10 september jongstleden heb
ik nog even wat informatie voor uw Kamer over twee toezeggingen. Het
eerste gaat over wanneer ik van de KNAW het advies over de wettelijke
verankering van de academische vrijheid verwacht. Dat is in de zomer van
'26. Het tweede gaat over wanneer ik uw Kamer informeer over het vervolg
van WetenschapVeilig. Ook dat is in de zomer van '26.
Dan de motie op stuk nr. 1214. Die zou ik graag aangehouden zien, omdat
het proces loopt. Zoals ik net ook al zei, verwacht ik in de zomer van
'26 een update over het borgen van de academische vrijheid in de
Grondwet.
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de indiener. Meneer Stultiens, gaat uw gang.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik heb 'm expres zo geformuleerd dat het volgens mij samen kan gaan met
het traject van de KNAW, want mijn partij vindt dat het in de Grondwet
moet staan. Dat vragen we niet. We zeggen juist: bereid alvast opties
voor, zodat we niet volgende zomer opnieuw een jaar moeten wachten.
Volgens mij kan het samengaan. Zo niet, dan laat ik 'm gewoon in
stemming brengen.
Minister Moes:
Dan moet ik 'm ontraden, want ik wil niet vooruitlopen op het advies van
de KNAW.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1214 krijgt de appreciatie "ontraden". De motie op
stuk nr. 1215.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1215, over een uitspraak over de situatie van de
academische vrijheid in de Verenigde Staten, moet ik ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1215 krijgt het oordeel ontraden. Kort, meneer
Stultiens.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik ben benieuwd waarom die ontraden wordt.
Minister Moes:
Natuurlijk sta ik pal voor de academische vrijheid, maar dat is niet de
enige weging hierin. We houden de ontwikkelingen in de Verenigde Staten
ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek nauw in de gaten.
Daarover spreek ik ook wetenschappers in eigen land en collega's in
Europese landen. Ik hecht er sterk aan dat er in de rechtsstaat
juridische en democratische processen worden doorlopen. Natuurlijk is
het ook primair aan de instellingen zelf om te bepalen met wie zij
samenwerken en met wie niet. Het doen van uitspraken over beleid van een
collega-regering, terwijl daar ook juridische en democratische processen
lopen, vind ik daarom niet gepast. Daar volg ik ook gewoon het
kabinetsbeleid in.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1216.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1216: oordeel Kamer, mits bij dat tweede verzoek de
autonomie van de instellingen wel gewaarborgd blijft.
De voorzitter:
Ik zie de indiener knikken. Dan krijgt de motie op stuk nr. 1216 oordeel
Kamer. De motie op stuk nr. 1217.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1217 ook oordeel Kamer, mits Q1 '26 ook akkoord is
als termijn. Dan kunnen we dat ook meenemen in een andere brief.
De voorzitter:
De indiener knikt. Dan krijgt de motie op stuk nr. 1217 de appreciatie
oordeel Kamer. De motie op stuk nr. 1218.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1218: graag aanhouden. We hebben nu namelijk al een
onderzoek lopen naar klachten- en meldprocedures, en of daarbij een hoge
drempel wordt ervaren, zoals de zorg is van mevrouw Beckerman. Die zorg
herken ik ook wel. Wij zijn hier al mee bezig, dus graag aanhouden. Dit
onderzoek ontvangt uw Kamer in november, met een brief met een
beleidsreactie van mij daarbij.
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de indiener. Mevrouw Beckerman twijfelt een beetje, zie
ik op afstand. Gaat uw gang.
Mevrouw Beckerman (SP):
Normaal zou je "inderdaad" zeggen als het zo wordt toegezegd, maar ik
vind dit wel een hele urgente. Dus ik ga 'm deze keer wel in stemming
brengen, ook omdat in het tweede deel van het dictum staat dat we dit
echt jaarlijks doorlopend willen zien. Ik laat 'm dus in stemming. Ik
denk dat ie daarmee ontraden wordt, maar ik vind 'm wel mooi.
De voorzitter:
U vult het in, maar wellicht gaat de minister ons verrassen.
Minister Moes:
Als ik 'm mag interpreteren als steuntje in de rug voor het beleid dat
we nu ook al inzetten, want we zetten hier al op in en we zijn hier al
mee bezig, dan wil ik 'm graag oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Beckerman heel enthousiast kijken. De motie op stuk nr.
1218 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 1219.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1219: oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1219 krijgt oordeel Kamer. De motie op stuk nr.
1220.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1220 zou ik graag aangehouden zien. Er komt een
nieuwe code aan in Q1 2026. Ik verwacht dat daar ook een en ander in
meegenomen en aangescherpt wordt. Ik zou deze dus graag aangehouden
zien.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener. Mevrouw Heite, gaat uw gang.
Mevrouw Heite (NSC):
Even een korte reactie. Gaat de nieuwe Nederlandse Gedragscode
Wetenschappelijke Integriteit, de NGWI, dan ook echt betekenen dat álle
nevenfuncties worden gepubliceerd?
Minister Moes:
In principe is er volgens mij al zo'n register. Ik weet dat die code
toeziet en inzet op meer transparantie. De exacte strekking ervan ken ik
gewoon nog niet, want die komt in Q1 '26. Daarom is het advies ook om 'm
aan te houden, want wanneer dat niet naar volle tevredenheid van mevrouw
Heite zou zijn, zou ik zeggen dat de motie alsnog in stemming gebracht
zou moeten worden.
De voorzitter:
Als u het in overweging neemt, mevrouw Heite, is het wel handig als de
minister ook een appreciatie geeft, want als u de motie wel in stemming
brengt, moeten we ook weten wat de appreciatie is.
Mevrouw Heite (NSC):
Dan breng ik 'm toch, in het licht van nieuwe verkiezingen en
dergelijke, wel in stemming.
De voorzitter:
En dan is de appreciatie?
Minister Moes:
Dan moet ik 'm toch ontraden, want ik wil niet vooruitlopen op de
gedragscode waar het veld zelf ook mee komt. Ik moet die dan dus toch
ontraden, voorzitter.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1220 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 1221.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1221 ontraad ik, want dit kunnen individuele
instellingen al doen. Wij zien als Nederland geen reden om dat
collectief te gaan organiseren, want de instellingen hebben daar zelf
een afweging in te maken. Datzelfde geldt eigenlijk voor de motie op
stuk nr. 1222.
De voorzitter:
Eén moment. De motie op stuk nr. 1221 wordt ontraden. Dan de motie op
stuk nr. 1222.
Minister Moes:
De motie op stuk nr. 1222 ontraad ik ook, om dezelfde reden.
Universiteiten gaan zelf over de samenwerking met individuele
instellingen in het buitenland.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 1222 wordt ontraden. We zijn aan het einde gekomen
van dit tweeminutendebat. Ik dank de aanwezige leden en de minister.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Hierna gaan we spoedig door met het tweeminutendebat Meststoffenwet. Met
"spoedig" bedoel ik: direct.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.