[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD 23/9) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D43009, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-02 10:46, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag (CD d.d. 23/09).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Ik heet de leden van de Kamer welkom. Ik heet de staatssecretaris in vak K van harte welkom. Ik mag ook aan u het herfstbeleid meedelen. Dat betekent dat ik één interruptie toesta op de appreciatie van de motie, enkel en alleen door de eerste indiener van de motie. We willen namelijk graag dat al onze medewerkers vanavond een beetje op tijd naar huis gaan. Dat gezegd hebbend, nodig ik graag mevrouw Haage van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid uit voor haar bijdrage.

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Wij hebben een commissiedebat gehad waaruit bleek dat het nog niet af is. Onze fractie vindt het belangrijk dat mensen eerst financieel en daarna emotioneel kunnen herstellen van het toeslagenschandaal. Daarna kunnen we als samenleving misschien nog herstellen van de enorme discriminatie die mensen is aangedaan. Op dit moment is het voor sommige mensen een herstelhel. Vandaar dat mijn fractie het heel erg belangrijk vindt dat we de brede ondersteuning ook echt ondersteunend maken aan dat herstel. Daarvoor denken we dat het nodig is om de termijnen wat te verbreden. Vandaar dat ik de volgende motie indien.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat grote groepen gedupeerde jongeren en ouders nog in lange schadeprocedures zitten en nog niet toekomen aan het maken van een nieuwe start, waartoe de regeling brede ondersteuning is opgericht;

constaterende dat de brede ondersteuning door gemeenten tijdelijk is en bekostigd wordt vanuit de SPUK;

constaterende dat de VNG al onderzoek doet naar het einde van de brede ondersteuning, terwijl niet alle gedupeerden er gebruik van hebben kunnen maken;

verzoekt de regering om de SPUK en brede ondersteuning langer voort te zetten, opdat gemeenten ook na 2027 gedupeerden nog kunnen bijstaan;

verzoekt de regering om daarnaast de termijnen in de brede ondersteuning te verlengen, opdat ouders en jongeren zich breder kunnen oriënteren voordat ze gebruik maken van de regeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Haage.

Zij krijgt nr. 47 (36708).

Mevrouw Haage (GroenLinks-PvdA):
Ik hoop vooral ook dat het herstel van het toeslagenschandaal ook in de volgende periode de volle aandacht krijgt, totdat de laatste ouder geholpen is.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Wingelaar van de fractie van NSC uit voor haar bijdrage.

Mevrouw Wingelaar (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ouders zijn jarenlang door de overheid kapotgemaakt. Ook in de hersteloperatie staan zij opnieuw onder druk. Veel ouders tekenen een VSO omdat zij geen alternatief ervaren. Wie tekent kan niet meer terug, ook al gebeurde dat te vaak met het mes op de keel. Ondertussen worden nieuwe bezwaarroutes ingericht, eerst binnen MijnHerstel en later binnen SGH. Ouders die eerder een VSO tekenen, krijgen daar dus geen toegang toe, terwijl anderen straks wel hun werkelijke schade kunnen laten berekenen. Dat leidt tot ongelijkheid en nieuw onrecht. Daarom moet het recht op een beschikking niet alleen op papier bestaan, maar actief onder de aandacht worden gebracht. Ouders moeten echt kunnen kiezen: VSO of beschikking. Ook moet er een voorziening komen voor ouders die onder druk een VSO hebben getekend, zodat ook zij hun werkelijke schade alsnog kunnen laten herstellen.

Tot slot nog wat vragen over mediation bij UHT. Ouders die dit traject ingaan, krijgen een geheimhoudingsplicht en voelen zich vaak met de rug tegen de muur gezet. Daarom heb ik nog een aantal vragen aan de staatssecretaris. Waarom geldt deze geheimhoudingsplicht en wat is het doel ervan? Hoe wordt toezicht gehouden op de manier waarop het ministerie zich tijdens de mediation opstelt? Hoeveel ouders kiezen voor deze mediation? Hoeveel ouders haken af en waarom?

Voorzitter. Herstel zonder keuzevrijheid en transparantie is volgens Nieuw Sociaal Contract geen herstel. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gedupeerde ouders wettelijk recht hebben op een bestuursrechtelijke beschikking, maar hier in de praktijk niet of nauwelijks actief op worden gewezen;

overwegende dat veel ouders een vaststellingsovereenkomst hebben getekend onder grote druk, waardoor zij geen toegang meer hebben tot een berekening van hun werkelijke schade, terwijl andere ouders via nieuwe regelingen als MijnHerstel en later SGH wel deze mogelijkheid krijgen;

verzoekt de regering om:

  • ervoor te zorgen dat álle ouders actief en helder worden gewezen op hun recht op een beschikking als alternatief voor een VSO;

  • een voorziening te creëren voor ouders die niet op de hoogte waren van de mogelijkheid tot bestuursrechtelijke afhandeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wingelaar.

Zij krijgt nr. 48 (36708).

De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Ergin van de fractie van DENK uit voor zijn bijdrage. Meneer Ergin, ik zie dat u een pen leent, maar u mag ook altijd een pen aan de voorzitter vragen. Gaat uw gang.

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties. De eerste motie gaat over wat we nou verstaan onder "ruimhartigheid". Volgens de moties die we daarover hebben aangenomen, zou de staatssecretaris daar iets meer inkleuring aan geven, maar die moties worden op dit moment niet uitgevoerd. Tegelijkertijd is er wel een discussie over de vraag wat "ruimhartigheid" nou betekent. Ik begrijp heel goed dat je dat begrip niet heel duidelijk wilt inkleuren, maar de staatssecretaris moet op zijn minst een richting kunnen geven of criteria kunnen noemen op basis waarvan er invulling wordt gegeven aan de term "ruimhartigheid". Daarom dien ik deze motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er verschillende interpretaties bestaan over het begrip "ruimhartigheid" binnen de hersteloperatie;

overwegende dat ouders en jongeren recht hebben op duidelijkheid en gelijke behandeling;

verzoekt de regering om voor het einde van 2025 duidelijke en voor iedereen geldende criteria van "ruimhartigheid" op te stellen, inclusief concrete toetsingscriteria,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 49 (36708).

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. De tweede motie gaat over de ondernemers. Ik heb tijdens het debat gerefereerd aan de zogenaamde facilitators, waar het eigenlijk allemaal ooit is begonnen. Ik heb het dus over ondernemers in de kinderopvang, waarvan de klanten massaal werden aangepakt. Op basis daarvan hebben we nu wel een regeling voor ouders. Ik krijg echter ook heel veel signalen over wat dit heeft betekend voor de ondernemers. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er naast ouders ook veel ondernemers zijn die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire;

constaterende dat er signalen zijn dat ondernemers (onvoldoende) worden erkend in hun leed en daardoor geen aanspraak maken op herstel en brede ondersteuning;

verzoekt de regering voor het einde van dit jaar in kaart te brengen wat de omvang is van deze groep, tegen welke belemmeringen deze groep aanloopt en hoe het kabinet deze wenst weg te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin en Dijk.

Zij krijgt nr. 50 (36708).

Mevrouw Paulusma (D66):
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Rikkers-Oosterkamp van de fractie van BBB uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie en dan straks nog een paar slotopmerkingen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het schadekader een uniform bedrag gehanteerd wordt;

constaterende dat er daardoor geen rekening wordt gehouden met het aantal jaren dat mensen gedupeerd zijn;

constaterende dat mensen met één jaar schade op deze manier hetzelfde bedrag ontvangen als mensen met vijf jaar schade;

overwegende dat ook uniforme bedragen gedifferentieerd kunnen worden;

overwegende dat wanneer uniforme schadebedragen beter passen bij de geleden schade vaak minder maatwerk nodig is;

verzoekt de regering om op een aantal onderdelen, niet alle, gedifferentieerde bedragen aan te brengen in het schadekader op basis van het aantal jaar geleden schade,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rikkers-Oosterkamp.

Zij krijgt nr. 51 (36708).

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dan zou ik de staatssecretaris heel graag nog willen vragen om scherp te blijven op wat het ministerie anders kan doen in deze hersteloperatie en ook om goed in gesprek te blijven, vooral met de jongeren en de gedupeerden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage. Dan nodig ik nu graag de heer Van Nispen van de fractie van de SP uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.

De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de schulden bij DUO van gedupeerde jongeren in het toeslagenschandaal nog steeds niet worden kwijtgescholden;

overwegende dat vele jongeren tijdens het toeslagenschandaal leningen aangingen om hun ouders te ondersteunen;

overwegende dat een meerderheid van de Tweede Kamer zich eerder uitsprak voor de motie-Temmink (31066, nr. 1305) voor het kwijtschelden van deze schulden;

verzoekt de regering de studieschulden bij DUO van deze groep generiek kwijt te schelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Dijk en Ergin.

Zij krijgt nr. 52 (36708).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het onduidelijk is hoeveel jongeren in Nederland een studieschuld bij DUO hebben, hoe hoog deze gemiddelde studieschuld is en hoe groot de schulden in totaal zijn;

verzoekt de regering om in kaart te brengen:

  • hoeveel jongeren getroffen door het toeslagenschandaal een schuld bij DUO hebben;

  • hoe hoog de gemiddelde en totale schuld is van deze groep jongeren;

  • hoeveel het kost om deze schulden generiek kwijt te schelden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Dijk en Ergin.

Zij krijgt nr. 53 (36708).

De heer Van Nispen (SP):
En de dan laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen gedupeerde ouders moet helpen in de verwerking van hetgeen hun is aangedaan en moet helpen met een nieuwe start;

constaterende dat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen procedures voert tegen gedupeerde ouders, waarbij zij door de rechter in het ongelijk wordt gesteld;

overwegende dat de commissie-Van Dam daarnaast heeft geconstateerd dat de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen juridisch onvoldoende functioneert;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat gedupeerde ouders en hun gemachtigden niet met onjuiste, onnodige of grensverkennende juridische procedures worden geconfronteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Dijk.

Zij krijgt nr. 54 (36708).

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter, mijn slotopmerking. We hebben in het toeslagenschandaal gezien hoe onze overheid mensen op ongekende wijze heeft vermorzeld. Dat we er tot op de dag van vandaag niet toe in staat zijn gebleken om iedereen het herstel te laten krijgen dat hun, de ouders en de kinderen, toekomt, vindt in ieder geval mijn fractie het schandaal na het schandaal. Met de motie die ik zojuist heb ingediend, proberen we daar nog iets aan te doen; ik hoorde dat net ook al van collega's. Tegen de Kamerleden zou ik willen zeggen: laat uw hart spreken.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn we toegekomen aan de laatste spreker van dit debat. Dat is mevrouw Inge van Dijk van de fractie van het CDA. Gaat uw gang.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Dank je wel, voorzitter. In het debat hebben we onze zorgen uitgesproken over de voortgang van route B. Beloofd was dat deze een maand geleden open zou zijn voor de ouders, maar inmiddels is de belofte dat we geen belofte aan ouders meer doen. Dit is extra pijnlijk omdat daarmee ook de zogenaamde regietafels, die ervoor zorgen dat bijvoorbeeld ondernemers en ouders met specifieke schade beter geholpen kunnen worden, volgens mij nog niet goed functioneren.

Ook over de ondersteuning bij gemeentes hebben we zorgen. De heer Blokhuis gaat hierover adviseren. We hopen dat dat advies snel naar de Kamer komt, met daarin heel specifiek aandacht voor de kinderen. Wij vinden het nog steeds onverstandig om in sommige gevallen brede ondersteuning te stoppen terwijl financieel herstel nog niet geregeld is. Ik krijg, ook door de motie van de collega van GroenLinks-PvdA, steeds meer het gevoel dat ons destijds ingediende amendement toch realiteit gaat worden. Het is dan ook jammer dat dat destijds niet aangenomen is.

Dan nog een vraag. Wij krijgen signalen dat ouders die erkend worden als gedupeerde in bezwaar, pas gebruik mogen maken van de brede ondersteuning en hulp bij schulden als ze een vaststellingsovereenkomst sluiten. Ik neem aan dat dit niet klopt en dat het moment dat ze erkend worden, ook het moment is dat ze in aanmerking komen voor hulp. Ik heb hier een motie voor, maar als ik een toezegging kan krijgen, trek ik deze graag in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ouders die via bezwaar erkend zijn pas gebruik kunnen maken van brede ondersteuning en hulp bij schulden na het ondertekenen van een VSO;

constaterende dat deze ouders daarmee benadeeld worden ten opzichte van "regulier" erkende ouders;

verzoekt de regering, indien ouders erkend gedupeerd zijn, ze direct toegang te verlenen tot brede ondersteuning en hulp bij schulden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Inge van Dijk.

Zij krijgt nr. 55 (36708).

Dank u wel. De staatssecretaris heeft aangegeven tien minuten nodig te hebben voor de beantwoording van de vragen, of althans de voorbereiding daarvan, en de appreciatie. Ik schors dus voor tien minuten.

De vergadering wordt van 18.18 uur tot 18.28 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Hersteloperatie kinderopvangtoeslag. Wij zijn toegekomen aan de beantwoording van de vragen en de appreciaties van de ingediende moties. Ik geef graag de staatssecretaris het woord. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Palmen:
Dank u wel, voorzitter. Uiteraard ook heel veel dank aan de leden voor hun inbreng en hun moties. Hiermee geven we met elkaar aan hoe belangrijk de hersteloperatie is, hoe belangrijk de gedupeerden zijn en hoe diep ze in ons hart zitten. Ook nu we de laatste fase van de hersteloperatie ingaan, blijft die urgentie scherp, bij mij maar ook bij u.

Ik ga nu over tot de appreciatie van uw moties. De voorzitter heeft mij op het hart gedrukt om vooral kort en bondig te zijn, dus daar geef ik gehoor aan, voor zover mogelijk.

Ik begin bij de motie op stuk nr. 47, van mevrouw Haage, over de brede ondersteuning. Deze motie is ontijdig. Ik verwijs hiervoor naar de Handelingen van het debat.

Dan de motie van mevrouw Wingelaar, op stuk nr. 48. Deze moet ik helaas ontraden, omdat de tekst van de motie niet aansluit bij de praktijk die we met elkaar hebben ontwikkeld.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 48 krijgt de appreciatie ontraden.

Mevrouw Wingelaar (NSC):
Toch even. In het commissiedebat stelde ik een concrete vraag aan de staatssecretaris, namelijk of mensen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om om een beschikking te vragen. Zij zei toen ja, maar ik krijg allemaal signalen dat mensen daar niet over geïnformeerd zijn. Ik vind dus dat u dit wel heel makkelijk wegzet. Ook in de tekst van een VSO …

De voorzitter:
"De staatssecretaris".

Mevrouw Wingelaar (NSC):
Sorry, de staatssecretaris. Ook in de tekst van een VSO staat het niet opgenomen. Ik vind dat mensen moeten weten wat hun rechtspositie is en wat de mogelijkheden zijn. U gaat hier nu iets te snel aan voorbij.

De voorzitter:
"De staatssecretaris gaat daaraan voorbij".

Staatssecretaris Palmen:
Met name de VSO is juist bedoeld om een einde te maken aan een juridisch geschil, en om mensen niet langer in onzekerheid te laten verkeren. Ook dat is een ingekaderde juridische regeling, die met waarborgen omkleed is. Die is met name in het leven geroepen omdat mensen jarenlang bij de Commissie Werkelijke Schade in de wachtrij stonden. Wij stoppen dus met eisen en bewijzen en komen er samen uit. Dat is de praktijk van nu. Zo is dat trouwens ook geadviseerd door de commissie-Van Dam. Ook die zegt: werk alsjeblieft met vaststellingsovereenkomsten en ga niet ellenlang procederen. Daarnaast wil ik nog opmerken dat wij vanaf de start gewerkt hebben met zeer goed gekwalificeerde advocaten. Mensen kunnen daar te allen tijde gebruik van maken en doen dat ook veelvuldig.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 48 houdt de appreciatie ontraden. Dan de derde motie.

Staatssecretaris Palmen:
Dat is de motie op stuk nr. 49, van meneer Ergin. Die moet ik ontraden, hoewel ik snap wat meneer Ergin bedoelt. In de Wht, de Wet hersteloperatie toeslagen, staat een klein stukje ruimhartigheid gedefinieerd, maar daarnaast blijft ruimhartigheid een open norm. Je kunt ruimhartigheid niet zomaar in regels vangen, want je wilt juist ruimte laten voor rechtsontwikkeling. Een open norm moet je niet willen dichttimmeren.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 49 wordt ontraden. Dan de motie op stuk nr. 50.

Staatssecretaris Palmen:
De motie op stuk nr. 50 wordt ook ontraden. Die gaat met name over de facilitators; ik hoorde de heer Ergin dat zojuist zeggen. Voor die facilitators geldt het algemene recht. Zij kunnen uiteraard, als zij vinden dat zij ernstig gedupeerd zijn door het overheidshandelen, het ministerie aansprakelijk stellen. Dat geldt specifiek voor deze CAF-ondernemers. Een aantal van hen heeft dat ook gedaan.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 50 wordt ontraden. Meneer Ergin, gaat uw gang.

De heer Ergin (DENK):
Ik heb nog een vraag over de eerste motie. Ik begrijp dat je iets waar je ook ruimte in wil laten …

De voorzitter:
Pardon. U krijgt de gelegenheid om een interruptie te plegen over uw éígen moties. U bedoelt dus de derde motie, op stuk nr. 49.

De heer Ergin (DENK):
Ja, ja.

De voorzitter:
U zei "de eerste motie" en dat geeft verwarring.

De heer Ergin (DENK):
Ja, dit is mijn eerste motie, en het is de derde motie in het debat. Ik begrijp dat je het niet wilt dichttimmeren. Dat is ook niet de bedoeling van deze motie. Deze motie doelt op de vraag langs welke criteria je iets dan moet gaan beoordelen. Kan de staatssecretaris dan aangeven langs welke meetlat en met welke criteria ze het begrip "ruimhartigheid" straks gaat wegen?

Staatssecretaris Palmen:
Nee, dit komt weer voort uit het feit dat je zo'n open norm juist niet wil dichttimmeren. Er moet gewoon ruimte blijven om in individuele situaties te blijven toetsen. Ik denk dat dat heel erg belangrijk is en dat we daarmee het gevoel van rechtvaardigheid juist ondersteunen.

De voorzitter:
Dan de vijfde motie, op stuk nr. 51.

Staatssecretaris Palmen:
Ik heb mevrouw Rikkers de motie op stuk nr. 51 horen oplezen. Ze wil heel graag dat een aantal differentiaties aangebracht worden in het schadekader. Dat wordt op dit moment al gedaan. Als ik 'm zo ook mag lezen, dan is de motie daarmee ook overbodig.

De voorzitter:
Nu maakt de staatssecretaris het wel een beetje ingewikkeld. U wilt de motie op een bepaalde manier lezen, waardoor zij overbodig is. Ik geef mevrouw Rikkers het woord.

Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Wij hebben gekeken in het schadekader dat wij vorig jaar ontvangen hebben. Daarin is op een aantal onderdelen inderdaad gedifferentieerd op jaren. Op een aantal onderdelen, bijvoorbeeld bij bewindvoering, is dat nog niet het geval. Wij zouden heel erg graag willen dat de staatssecretaris daar ook naar kijkt.

Staatssecretaris Palmen:
Dank voor de toelichting. In dat geval moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 51 wordt ontraden. Dan de motie op stuk nr. 52.

Staatssecretaris Palmen:
De moties op de stukken nrs. 52 en 53 wil ik graag samen appreciëren. Beide krijgen opnieuw de appreciatie ontraden. De kwestie is al diverse malen in stemming gebracht. Wij zien nog steeds de uniciteit van de situaties waar jongeren mee geconfronteerd worden voor ogen. We willen dus geen generieke regeling, maar wel een unieke regeling. We verzamelen op dit moment geen gegevens. Daar is ook geen juridische grondslag voor. Het levert ook niets op, dus vandaar.

De voorzitter:
De moties op de stukken nrs. 52 en 53 worden ontraden. Ik zie de heer Van Nispen aan komen lopen. Gaat uw gang.

De heer Van Nispen (SP):
De staatssecretaris zegt terecht dat dit niet voor het eerst ter sprake komt, maar er is eerder al een Kamermeerderheid geweest die hier wel degelijk toe heeft opgeroepen. Dat de eerste motie …

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 52.

De heer Van Nispen (SP):
Ja, de motie op stuk nr. 52 probeert iets aan het schrijnende onrecht te doen. Dat die ontraden wordt, vind ik uiterst teleurstellend. Ik hoop dat de Kamer daar anders over oordeelt. Maar dat vervolgens de motie op stuk nr. 53, die vraagt in kaart te brengen wat het zou kosten als je zou doen wat wij het liefste willen, ook ontraden wordt … Het is eigenlijk een informatieverzoek. In dat licht doe ik een uitdrukkelijk beroep op de staatssecretaris om die appreciatie alsnog te wijzigen.

Staatssecretaris Palmen:
Nee, het spijt me. We hebben deze moties beide al eerder gehad. De motie-Temmink had trouwens een heel ander dictum, dus dat kunt u niet zomaar met elkaar vergelijken. We hebben daar uitvoerig over gesproken. Natuurlijk snappen we dat er jongeren zijn die specifiek geleend hebben om hun gezin te ondersteunen. Dat wordt al indirect gecompenseerd via de ouders. Daarnaast kijken wij naar de individuele situatie. Ik denk dat een jongere daar veel meer bij gebaat is, dan bij een generieke regeling.

De voorzitter:
De moties op de stukken nrs. 52 en 53 blijven ontraden. Dan de motie op stuk nr. 54.

Staatssecretaris Palmen:
De motie op stuk nr. 54 is de motie over de hersteloperatie toeslagen. Het gaat over procesvoering. Ook deze moet ik als overbodig appreciëren, omdat wij al op deze manier werken. Dat is de huidige praktijk.

Dan ga ik door naar de motie …

De voorzitter:
Wilt u één seconde wachten? Dan geef ik de heer Van Nispen het woord.

De heer Van Nispen (SP):
Ik wil betwijfelen dat dit overbodig is, want wij hebben diverse signalen gekregen. We hebben ook jurisprudentie geciteerd waaruit gewoon het tegendeel blijkt van wat de staatssecretaris zegt. Ze kan de motie overbodig noemen, maar de inhoud van het dictum is wel degelijk nodig. Wij handhaven deze motie dus.

De voorzitter:
Dan heb ik wel een appreciatie nodig van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Palmen:
Wij werken op deze manier. Ik vind het helemaal prima. Ik vind het heel erg logisch dat wij zo werken. Zullen we 'm oordeel Kamer geven? Doen we dat.

De voorzitter:
Wat een gulle avond. Dan krijgt de motie op stuk nr. 54 oordeel Kamer.

Staatssecretaris Palmen:
Dan de motie op stuk nr. 55. Mevrouw Van Dijk stelde eerst de vragen: "Hoe zit het nu met de brede ondersteuning? Moet je dan eerst erkend gedupeerd zijn?" Nee, momenteel komen alle mensen op het moment dat zij zich melden in aanmerking voor brede ondersteuning. Op dit moment hebben 70.000 mensen zich gemeld. Dat was het toegangsticket. Zo is het nog steeds in wet- en regelgeving geregeld.

De voorzitter:
Wat is dan de appreciatie op deze motie?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):
Sorry. Ik mag één vraag stellen per motie. Dit gaat specifiek over de groep mensen die zich hebben gemeld en waarvan gezegd is dat zij niet gedupeerd zijn. Ze gaan in bezwaar en blijken wel gedupeerd. Vervolgens lopen ze ertegenaan dat ze niet direct die hulp krijgen.

Staatssecretaris Palmen:
Zij hebben zich gemeld. Daardoor hebben ze recht gekregen op brede ondersteuning. Vervolgens vindt er een integrale beoordeling plaats. Die zijn nu bijna allemaal afgerond. Op het moment dat uit die zorgvuldige integrale beoordeling in eerste instantie het oordeel komt "u bent niet gedupeerd", krijgt de gemeente dat signaal. Met dat signaal gaat de gemeente met de ouder in gesprek: wij horen dat u niet gedupeerd bent. Dan kan de ouder aangeven: maar ik vind van wel en ik ben in bezwaar. Een gemeente zal niet zomaar iemand loslaten. Een gemeente heeft natuurlijk niet alleen te maken met de hersteloperatie en de ondersteuning vanuit de brede ondersteuning; zij hebben ook reguliere ondersteuning. Gemeenten geven altijd aan: wij blijven natuurlijk met mensen in gesprek, maar wij moeten wel voorrang geven aan de mensen — want we hebben er nogal wat — waarvan in ieder geval vaststaat dat zij erkend gedupeerd zijn. Die rangorde zit erin. Maar dit is ook …

De voorzitter:
En de appreciatie?

Staatssecretaris Palmen:
Ja, de appreciatie. Dan moet ik deze ontraden.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 55 wordt ontraden.

Dan zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank de leden en de staatssecretaris voor hun aanwezigheid. Ik zou het voor de netheid van het debat fijn vinden als u heel even naar de microfoon komt lopen als u nog iets wil zeggen, want de staatssecretaris was volgens mij al toegekomen aan de beantwoording van de vragen. Mijn excuses als dat niet zo is, maar laten we het even via de microfoon doen. Gaat uw gang.

Mevrouw Wingelaar (NSC):
Ik had inderdaad nog vragen gesteld, ook over de geheimhoudingsverklaring bij het mediationtraject met UHT. Volgens mij heeft de staatssecretaris daar geen antwoord op gegeven.

Staatssecretaris Palmen:
Mediation wordt nog sporadisch toegepast. Het is een onderdeel van het palet dat UHT op dit moment nog biedt. Ook de mediation heeft een aantal codes waar een ieder zich aan moet houden. Een standaardclausule is geheimhouding. Dat is overigens niet alleen bij mediation zo, maar je ziet het ook heel veel in het strafrecht. Een mediator is per definitie onafhankelijk en houdt toezicht op het proces.

Vervolgens vraagt u: hoeveel mensen haken dan af in mediation? Eerlijk gezegd herken ik niet dat mensen afhaken. Er zijn de afgelopen maanden zo'n 220 overeenkomsten afgesloten in mediation.

Daarmee heb ik de vragen beantwoord, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan zijn wij nu alsnog aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors drie kwartier voor de dinerpauze. Laat ik zeggen dat we om 19.30 uur gaan beginnen met het volgende tweeminutendebat. Ik schors tot 19.30 uur.

De vergadering wordt van 18.41 uur tot 19.31 uur geschorst.