Tweeminutendebat Autoriteit Consument & Markt onderzoek naar de postmarkt (29502-199) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43012, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-02 10:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-01 20:25: Tweeminutendebat Autoriteit Consument & Markt onderzoek naar de postmarkt (29502-199) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Autoriteit Consument & Markt-onderzoek naar de postmarkt
Autoriteit Consument & Markt-onderzoek naar de postmarkt
Aan de orde is het tweeminutendebat Autoriteit Consument &
Markt-onderzoek naar de postmarkt (29502, nr. 199).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Autoriteit Consument & Markt-onderzoek naar de postmarkt. Ik heet de
leden van de Kamer van harte welkom. Ik heet de minister in vak K van
harte welkom.
Voor de mensen die hier vanavond voor het eerst zijn: ik hanteer het
zogenaamde herfstregime. Dit betekent dat ik één interruptie toesta en
enkel en alleen bij de appreciatie door de minister gegeven op
ingediende moties en ook alleen maar door de eerste indiener van de
motie waar de appreciatie over gaat. Ik zie de heer Thijssen al zuchten,
maar ik ga hem vooral uitnodigen om zijn bijdrage te leveren. We hoeven
in dit huis gelukkig niet over alles te debatteren. Gaat uw gang.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Helaas, voorzitter.
Voorzitter. Op de postmarkt is een monopolist actief nadat de minister
tegen het advies van zijn eigen toezichthouder Sandd liet overnemen door
PostNL. En nu zitten we met de gebakken peren. Doelen van punctualiteit
van de post worden niet gehaald. Postzegels worden steeds duurder. En
zakelijke klanten hebben enorme prijsstijgingen te verwerken gekregen.
Ze kunnen immers nergens heen, want PostNL is de monopolist. Volgens de
minister is de oplossing om de markt voor de monopolist nog groter te
maken en een rendementseis te vragen, waarvan de toezichthouder niet kan
uitleggen hoe die gaat werken bij een monopolist. Mijn vraag aan de
minister: hoe denkt hij dat die rendementseis gaat werken?
Postbezorgers mogen niet het slachtoffer worden van deze monopolist en
van de krimpende markt, want dat is de postmarkt, waar zij immers niks
aan kunnen doen. Er moet met hen gepraat worden en niet over hen. Dus
heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sinds de privatisering van de postmarkt er een nieuwe
cao is opgetuigd met fors mindere arbeidsvoorwaarden dan de originele,
pre-privatiserings-cao;
constaterende dat PostNL een monopolist op de postmarkt is;
overwegende dat het aantal poststukken jaarlijks afneemt waardoor er een
grote druk is om arbeidskosten te verlagen;
overwegende dat er grote veranderingen zullen zijn de komende jaren in
de post-, pakket- en foldermarkt;
verzoekt de regering om te garanderen dat de krimp van de postmarkt niet
ten koste gaat van de werknemers door in het verdere wetgevingsproces
vast te leggen dat aan elke wijziging van de dienstverlening of
financiering een bindend met in elk geval de twee grootste vakbonden
afgesloten sociaaltoekomstpact als onlosmakelijke voorwaarde is
verbonden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 200 (29502).
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De regionale postbedrijven moeten toegang houden zodat er
nog een beetje concurrentie is met PostNL en zodat 5.000 mensen tot wie
de arbeidsmarkt een afstand heeft, hun baan behouden. Daarom mijn
laatste motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet de voorwaarden waaronder PostNL toegang
verleent tot zijn netwerk aan regionale postbedrijven wil afbouwen in
een periode van vijf jaar;
constaterende dat de ACM juist pleit voor behoud van die toegang onder
zulke condities dat concurrentie in de markt kan blijven bestaan en
wordt versterkt;
constaterende dat behoud van toegang essentieel is voor het behoud van
concurrentie in de markt, voor werkgelegenheid van duizenden
postbezorgers tot wie de arbeidsmarkt een afstand heeft en tevens
randvoorwaardelijk is voor de transitie naar de brede bezorgmarkt van de
toekomst;
verzoekt de regering om het voorstel voor wijziging van de Postwet zo
aan te passen dat de exploitant van de Universele Postdienst per
definitie verplicht is om toegang te verlenen tot het netwerk op basis
van voorwaarden die effectieve concurrentie bevorderen, inclusief
groothandelsprijzen en eisen van non-discriminatie, efficiëntie en
transparantie van de tarieven en afgenomen diensten;
verzoekt de regering om daaraan een regeling toe te voegen die ACM
bevoegd maakt om over geschillen over die toegang te besluiten;
verzoekt de regering om de ACM en de andere aanbieders in de markt
tijdig te consulteren bij de totstandkoming van dit wetsartikel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Thijssen.
Zij krijgt nr. 201 (29502).
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik nodig de heer Kisteman van de fractie van de VVD uit voor
zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Kisteman (VVD):
Voorzitter. Het komt niet vaak voor dat we het als commissie zo veel
eens waren als toen het over dit postdossier ging. De VVD vindt het
belangrijk dat potentiële toetreders ruimte houden om toe te treden tot
het netwerk en dat ACM toeziet op regulering, bijvoorbeeld in de vorm
van een retail-minus of een kostenoriëntatie. Mijn collega Henk Vermeer
zal daarover zo meteen een gezamenlijke motie indienen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Idsinga van de fractie van NSC komt uit een heel
onverwachte hoek voor mij. Maar ik geef u heel graag het woord. Gaat uw
gang.
De heer Idsinga (NSC):
Voorzitter. Je hoeft de krant maar open te slaan of je ziet PostNL
rollebollend met de regering over straat gaan. Ik hoop dat de minister
snel de regie pakt in die discussie. Het is een dossier dat er al een
tijd ligt. Graag dus een antwoord op die vraag.
Ten tweede had ik nog een andere vraag. Is hij ook van mening dat de
Postwet zoals die nu in concept voorligt, misschien even terug moet naar
de tekentafel? We hebben verschillende geluiden gehoord, ook vanuit de
rondetafelgesprekken die we hier in de Kamer hebben gehad. Ik zou daar
graag een reactie op willen van de minister. Dan for the time being.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat PostNL publiekelijk heeft aangekondigd de
postvoorziening te zullen versoberen en zelfs heeft gemeld te willen
worden ontslagen van de wettelijke verplichting om de Universele
Postdienst (UPD) uit te voeren;
overwegende dat de UPD een publieke taak is die door wet aan PostNL is
opgedragen en waarvan de continuïteit van groot maatschappelijk belang
is;
overwegende dat burgers, bedrijven en kwetsbare groepen, waaronder
werknemers van postbedrijven, waaronder regionale, daarvan de dupe
dreigen te worden;
verzoekt de regering om er met alle beschikbare juridische en
bestuurlijke middelen voor te zorgen dat PostNL zijn wettelijke taak
blijft uitvoeren totdat de Postwet is gewijzigd en daarbij de
continuïteit, betrouwbaarheid en toegankelijkheid van de postvoorziening
onder alle omstandigheden te waarborgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Idsinga.
Zij krijgt nr. 202 (29502).
Dank u wel. Dan nodig ik graag mevrouw Van Meetelen van de fractie van de PVV uit voor haar bijdrage.
Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Dank u, voorzitter. Ik ga nu niet een heel betoog houden over alles,
want ik denk dat we dat moeten bewaren voor alle andere debatten die
hier nog plenair over komen. Ik heb twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ACM onvoldoende inzicht heeft in de
kostentoerekening van PostNL;
overwegende dat de geldstromen tussen de post- en pakketdivisies
eenvoudig verschoven kunnen worden;
verzoekt de regering om bij wijziging van de wet te regelen dat de ACM
alle benodigde instrumenten krijgt die nodig zijn om financieel toezicht
te houden zodat de ACM effectief kan handhaven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Meetelen.
Zij krijgt nr. 203 (29502).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat veranderingen in regelgeving die betrekking hebben op de
postmarkt gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid, met name voor
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
verzoekt de regering bij wijzigingen in de Postwet of andere regelgeving
die de postmarkt beïnvloedt, expliciet de effecten op de werkgelegenheid
mee te laten wegen, en deze vooraf te delen met de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Meetelen.
Zij krijgt nr. 204 (29502).
Dank u wel. De heer Vermeer stond al in de startblokken. Dat waardeer ik als voorzitter natuurlijk uitermate. Ik geef u graag het woord namens de fractie van BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huidige nota van wijziging in de Postwet 2009
voorziet in een stapsgewijze afbouw van de toegangstarieven tot het
landelijk dekkende postnetwerk binnen vijf jaar;
overwegende dat deze afbouw ertoe leidt dat regionale postbedrijven en
sociale werkbedrijven na verloop van tijd geen wettelijk voorgeschreven
korting meer hebben tot het netwerk van PostNL, terwijl hun continuïteit
juist afhankelijk is van die toegang;
overwegende dat effectieve en langdurige toegangsregulering nodig is om
concurrentie, werkgelegenheid, waaronder circa 4.500 werknemers met een
afstand tot de arbeidsmarkt, en een gezond postlandschap te
waarborgen;
van mening dat de Autoriteit Consument & Markt periodiek moet kunnen
toetsen of de toegangsvoorwaarden nog passend zijn, en zo nodig
aanwijzingen kan aanpassen of verlengen;
verzoekt de regering het in de nota van wijziging opgenomen artikel dat
voorziet in de vijfjarige afbouw van de toegangstarieven te schrappen,
en te borgen dat structureel, voor de lange termijn, toegang tot het
netwerk wettelijk gewaarborgd blijft onder toezicht van de ACM,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vermeer en Kisteman.
Zij krijgt nr. 205 (29502).
Dank u wel. De minister heeft aangegeven vijf minuten nodig te hebben voor de appreciaties. Ik schors voor vijf minuten. Blijft u vooral in de buurt.
De vergadering wordt van 20.26 uur tot 20.31 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Autoriteit Consument & Markt-onderzoek naar de postmarkt. Wij zijn
toegekomen aan de appreciatie van de moties. Ik geef graag de minister
het woord. Gaat uw gang.
Minister Karremans:
Dank u wel, voorzitter. Ik had een inleiding, maar ik begrijp dat we die
gaan skippen.
De voorzitter:
Dat wordt gewaardeerd.
Minister Karremans:
Dat is het herfstregime. We gaan dus gewoon door met de moties. Sorry,
ik zeg het verkeerd: allereerst gaan we door met de vragen.
Eerst de vraag over hoe het rendementsplafond werkt. Op dit moment is er
al een rendementsplafond, maar dat werkt alleen voor de UPD. Die breiden
we dan uit naar de zakelijke postmarkt. Dat maakt het gewoon ontzettend
veel makkelijker, omdat je dan niet meer met die toerekeningssystematiek
zit. Het is dan veel makkelijker te doen, zowel voor PostNL als voor de
ACM. Er moet nog wel onderzoek plaatsvinden wat betreft de hoogte van
het plafond dat de juiste prikkels geeft. Dat was vraag één.
Dan vraag twee. Wil de minister regie ...
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Thijssen een enorm urgente vraag heeft over de
beantwoording van de minister. Of zullen we de beantwoording nog even
afwachten en dan kijken of de vraag nog steeds heel relevant is? Oké,
gaat uw gang.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor: die rendementsheffing. Maar wij vroegen aan de toezichthouder:
hoe voorkomen we dat PostNL gaat schuiven binnen de divisies van het
eigen bedrijf? Op een omzet van 3 miljard zijn er honderden miljoenen
aan intercompany costs. Daardoor hebben we geen inzicht in waaraan
precies welke kosten worden toegerekend. Daarom is het een slecht
instrument om de monopolist in de gaten te houden. Daarom zei de
toezichthouder: wij weten ook niet hoe dit moet werken. Kunt u dat
heroverwegen?
Minister Karremans:
Ja, dat gebeurt juist door het breder te trekken.
De voorzitter:
Ik ga u het woord geven.
Minister Karremans:
Ja. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De minister.
Minister Karremans:
Het breder trekken is precies wat we doen. Dan heb je dus geen problemen
meer met die toerekening. Dat is juist precies wat er gebeurt. We delen
dus de zorg zoals de toezichthouder die heeft geformuleerd. Daarom doen
we het juist op deze manier. Ik maak hiertegen in die zin wel bezwaar.
Ik snap de formulering die de heer Thijssen kiest met het woord
"monopolist". Ik denk dat mensen het ook op die manier ervaren. PostNL
is inderdaad de enige partij die de UPD uitvoert, maar iedereen in
Nederland mag de UPD uitvoeren. Er wordt alleen één partij aangewezen.
Het is niet alsof we hun daarmee een enorm cadeau in handen geven.
Sterker nog, ze maken er nu zwaar verlies op. Dat wil ik nog wel heel
even gezegd hebben. Dat is ook waarom we de Postwet bij de tijd moeten
brengen. Maar goed, daar werken we aan.
Daarover gesproken: de heer Idsinga vraagt of ik de regie wil pakken en
terug wil naar de tekentafel. Nou, de regie pakken wil ik uiteraard. Ik
heb vorige week ook een gesprek gehad met de CEO van PostNL. Er vinden
dus constructieve gesprekken plaats. Daarnaast willen we de wet
natuurlijk zo snel mogelijk behandelen in de Kamer; vandaar ook het
verzoek aan de Kamer om dat op te pakken. Op die manier kunnen we alle
belangen meewegen en zo snel mogelijk tot een besluit komen. Dat is
namelijk wel nodig. De heer Idsinga zei ook dat we het er al een hele
tijd over hebben. Het is nu echt zaak om er een klap op te geven en om
door te gaan tot er zekerheid is voor PostNL en voor alle mensen die
daar werken. Dat is de oproep die ik hierbij wil doen.
Dan kom ik bij de moties. Allereerst de motie op stuk nr. 200, over de
borging van de rechten van de postbezorgers. Die motie vraagt eigenlijk
aan ons allemaal om te garanderen dat de krimp van de postmarkt niet ten
koste gaat van de werknemers door in het verdere wetgevingsproces vast
te leggen dat aan elke wijziging van de dienstverlening of financiering
een bindend sociaal toekomstpact, in elk geval afgesloten met de twee
grootste vakbonden, als onlosmakelijke voorwaarde is verbonden. Dat kan
ik nou eenmaal niet garanderen en toezeggen. Dat is echt aan PostNL en
de vakbonden. Natuurlijk vinden wij goede arbeidsvoorwaarden en
werkomstandigheden belangrijk. Daarover zijn ook allerlei afspraken
gemaakt met PostNL, dat ontzettend goede voorwaarden heeft voor zijn
mensen. Maar afspraken over loon en andere voorwaarden worden gemaakt
tussen werkgevers en werknemers zelf, zoals in de cao, en daar gaat het
kabinet niet over. Dat is standaard onze reactie op dit soort verzoeken
vanuit de Kamer.
De voorzitter:
Een korte interruptie en een korte reactie van de minister. Gaat uw
gang.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
U kunt het nu niet, maar u verandert de wet. De minister zou nu dus wel
iets kunnen doen. Ik vraag niet naar lonen en ik vraag niet dat er nooit
iemand ontslagen mag worden. Ik vraag dat de bonden meepraten over wat
er gebeurt en dan zeggen: op deze manier gaan wij om met de krimpende
postmarkt, zodat er op een nette manier met de werknemers wordt
omgegaan. Dat kunt u prima regelen met de Postwet.
Minister Karremans:
Ja, maar dat is iets anders dan wat er in de motie stond. De motie
vraagt mij een garantie te geven dat er geen mensen weggaan en dat dat
als hele harde voorwaarde wordt gesteld. Mijn antwoord blijft dus
hetzelfde.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 200 wordt ontraden.
Heel kort, meneer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Er staat niet dat er een garantie is dat er geen banenverlies kan zijn.
Er staat: een garantie dat de twee grootste onafhankelijke vakbonden
betrokken worden bij de krimpende markt en bij de vraag hoe er moet
worden omgegaan met de postbezorgers. Dat is toch heel redelijk?
Minister Karremans:
Er staat: "verzoekt de regering om te garanderen dat de krimp van de
postmarkt niet ten koste gaat van werknemers". Tja. Het antwoord blijft
hetzelfde.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 200 blijft ontraden. Dan de motie op stuk nr.
201.
Minister Karremans:
Wat betreft de motie op stuk nr. 201 kan ik de heer Thijssen misschien
wat blijer stemmen. Die kan ik oordeel Kamer geven. Ik wil daar graag
een opmerking bij maken. Ik kan de motie oordeel Kamer geven als ik 'm
zo mag lezen dat andere postbedrijven onder redelijke voorwaarden
toegang moeten hebben en dat de ACM hier toezicht op mag en moet houden.
Met die uitleg wil ik de motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De heer Thijssen knikt.
Minister Karremans:
Veel dank. Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 202 van de heer Idsinga.
Die motie verzoekt de regering om er met alle beschikbare juridische en
bestuurlijke middelen voor te zorgen dat PostNL zijn wettelijke taak
blijft uitvoeren totdat de Postwet is gewijzigd en daarbij de
continuïteit, betrouwbaarheid en toegankelijkheid van de postvoorziening
onder alle omstandigheden te waarborgen. Ik geef die motie oordeel
Kamer. Toezicht op de naleving van de wet door PostNL ligt bij de ACM.
Daarnaast zal ik, zoals ik al aangaf, in gesprek blijven met PostNL.
Binnenkort zetten we met de verlenging van de bezorgduur al de eerste
stappen richting een realistisch regime dat bij de tijd wordt gebracht.
Het is daarbij behulpzaam dat de Kamer het wetsvoorstel spoedig in
behandeling zal nemen, zoals ik net al heb gezegd.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 202 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr.
203.
Minister Karremans:
De motie van mevrouw Van Meetelen om bij wet te regelen dat de ACM alle
benodigde instrumenten krijgt, krijgt ook oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 203 krijgt oordeel Kamer.
Minister Karremans:
Vanzelfsprekend.
De motie op stuk nr. 204 verzoekt de regering bij wijzigingen in de
Postwet of andere regelgeving die de postmarkt beïnvloedt, expliciet de
effecten op de werkgelegenheid mee te laten wegen en deze vooraf te
delen met de Kamer. Deze motie is in feite overbodig. Dit gaat in
voorhang en daarbij neem ik de Kamer per definitie mee. Mijn appreciatie
is dus "overbodig".
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener. Het zou de zaal helpen als u heel even
naar de microfoon loopt.
Mevrouw Van Meetelen (PVV):
Ik ben eigenlijk te schor. Ik laat de motie zo staan.
De voorzitter:
Dan hoor ik graag de appreciatie van de minister, want de motie wordt in
stemming gebracht.
Minister Karremans:
Overbodig, dus ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 204 wordt ontraden. Dan de motie op stuk nr.
205.
Minister Karremans:
Dat is de motie van de heer Vermeer. Die verzoekt de regering het in de
nota van wijziging opgenomen artikel dat voorziet in de vijfjarige
afbouw van de toegangstarieven te schrappen. Die motie krijgt oordeel
Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 205 krijgt oordeel Kamer. Dan zijn we aan het einde
gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank de minister en de aanwezige
leden voor hun bijdrage. Ik schors de vergadering enkele seconden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.