Tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD 10/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43013, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-02 10:50, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-01 20:45: Tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD 10/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Verduurzaming industrie
Verduurzaming industrie
Aan de orde is het tweeminutendebat Verduurzaming industrie (CD
d.d. 10/09).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Verduurzaming industrie. Ik heet de leden van de Kamer welkom. Ik heet
minister Hermans in vak K van harte welkom. Wij voeren het herfstregime;
daar kan niet nu al een vraag over zijn, zeg ik tegen het lid Kostić.
Het herfstregime houdt in dat ik één interruptie toesta op de
appreciatie van de minister en enkel en alleen door de eerste indiener
van de motie. Het lid Kostić gaat mij daarmee complimenteren. Gaat uw
gang.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Alle compimenten aan de voorzitter! Ik heb het verzoek aan de Kamer of
ik mee mag doen aan het debat.
De voorzitter:
Ik kijk even rond en ik zie dat de collega's met mij in een goede bui
zijn. Ik zal uw naam noteren. Dan geef ik als eerste het woord aan de
heer Thijssen van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. De doorbraak van groen staal is essentieel om de
klimaatcrisis af te wenden en voor de strategische autonomie van Europa
en van Nederland. Wel moeten er garanties komen voor de gezondheid van
omwonenden en voor de belangen van werknemers. Daarin faalt het kabinet
met de deal die eergisteren gepresenteerd werd. Mensen rond Tata leven
korter. Kinderen moeten daar eigenlijk niet buitenspelen. Dat weet de
minister. Waarom wordt de wil van de Tweede Kamer niet uitgevoerd? Er
worden doelen afgesproken voor allerlei emissies, maar wat de gevolgen
voor de gezondheid zijn van al die emissies bij elkaar, weet de minister
niet. In weerwil van de Kamer is onafhankelijk advies om de gezondheid
te verbeteren geen voorwaarde voor de deal. Mijn vragen daarover zijn de
volgende. Waarom volgt zij de adviezen van gezondheidsexperts niet op?
Waarom negeert zij de Tweede Kamer?
Naast omwonenden dreigen ook de werknemers het onderspit te delven. Nog
maar in april zei Tata opeens dat een op de vijf staalarbeiders eruit
zou moeten. Dat kan toch niet, als wij dadelijk 2 miljard van ons
belastinggeld aan dit bedrijf gaan geven? Daarom dien ik de volgende
motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de werknemers van Tata vijf jaar geleden weken hebben
gestaakt omdat zij het voortbestaan van het bedrijf en daarmee van hun
banen alleen mogelijk achten als de fabriek afscheid neemt van fossiel
staal en overgaat op groen staal;
constaterende dat Tata Steel Nederland eerder dit jaar nog onverwacht
aankondigde een op de vijf medewerkers te willen ontslaan;
overwegende dat het kabinet in gesprek is met Tata Steel Nederland om te
komen tot maatwerkafspraken waarbij de overheid mogelijk miljarden gaat
investeren en waarbij verscheidende bovenwettelijke afspraken worden
gemaakt;
overwegende dat de Kamer eerder heeft besloten dat de huidige
gezondheidsschade voor omwonenden door de vervuiling van Tata
onacceptabel is en dat daarom de gezondheidsadviezen van de Expertgroep
Gezondheid IJmond een harde voorwaarde voor afspraken met Tata moeten
zijn;
verzoekt de regering te borgen in eventuele maatwerkafspraken met Tata
Steel Nederland dat het personeel en de vakbonden zeggenschap hebben bij
de volledige, langjarige uitvoering van de maatwerkafspraken, met name
op het punt van omgang met werknemers,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen, Dijk en
Verouden.
Zij krijgt nr. 268 (29826).
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag de heer De Groot van de fractie van de
VVD uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Peter de Groot (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties meegenomen. De eerste luidt
als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bedrijven in cluster 6 door netcongestie geen nieuwe
of zwaardere aansluitingen op het stroomnet kunnen krijgen, waardoor
investeringsplannen stilvallen;
overwegende dat bedrijven voor hun investeringsbeslissingen behoefte
hebben aan concrete en planbare informatie over wanneer zij kunnen
rekenen op extra aansluitcapaciteit;
overwegende dat de huidige informatievoorziening van netbeheerders
onvoldoende is omdat deze geen rechten verschaffen en te globale
tijdspaden bevatten;
verzoekt de regering om in overleg met de netbeheerders te
bewerkstelligen dat bedrijven in cluster 6 inzicht krijgen in een
concreet en planbaar tijdpad voor hun aansluiting, zodat zij op basis
daarvan investeringsbeslissingen kunnen nemen, en de Kamer hierover voor
het einde van dit jaar te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Peter de Groot en Postma.
Zij krijgt nr. 269 (29826).
De heer Peter de Groot (VVD):
Dan de tweede motie, over de Nederlandse industrie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat onze industrie in zwaar weer verkeert vanwege
torenhoge energieprijzen in Nederland en een ongelijk speelveld met de
rest van Europa waardoor bedrijven naar het buitenland vertrekken en
investeringen in verduurzaming worden opgeschort;
overwegende dat het daarom noodzakelijk is om het gelijke speelveld te
herstellen en de energiekosten voor de industrie te drukken door
bijvoorbeeld de IKC-regeling te verlengen of te zoeken naar een
alternatief voor de volumecorrectieregeling;
overwegende dat de VCR en IKC-regeling onderdeel zijn van de discussie
over fossiele subsidies terwijl deze juist ook de businesscase voor
verduurzaming kunnen verbeteren;
spreekt uit dat fossiele subsidies die de betaalbaarheid van
elektriciteit borgen, tijdelijk nodig kunnen zijn voor behoud en
verduurzaming van de Nederlandse industrie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Peter de Groot.
Zij krijgt nr. 270 (29826).
Dank u wel. Dan nodig ik ... Nee, meneer Thijssen, we hebben afgesproken dat we alleen interrupties doen op de appreciaties. Ik nodig mevrouw Koekkoek van de fractie van Volt uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank u, voorzitter. We weten sinds maandag dat de grootste vervuiler van
Nederland een miljardensubsidie gaat krijgen voor vergroening die vooral
grijs is. Klimaat en gezondheid worden genegeerd. Bewoners van de IJmond
blijven onbeschermd en toekomstige kabinetten worden chantabel gemaakt.
Onze miljarden houden de industrie van het verleden in stand, terwijl ze
nodig zijn voor de groene economie van de toekomst. Deze Tata-deal is
een Tata-steal. Wat Volt betreft steken we die miljarden in iets nieuws
in plaats van in het verleden. Daarom dienen we samen met de Partij voor
de Dieren een motie in om deze maatwerkafspraken een halt toe te
roepen.
Voorzitter. Over de relatie tussen het verdienmodel van Tata Steel en
het gebruik van staalslakken heb ik de minister tijdens dit debat
bevraagd. Die gaf toen kort gezegd aan dat ik bij de staatssecretaris
moest zijn. Dat debat hebben we gisteren gevoerd. Daarmee blijft een
belangrijk onderdeel heel onduidelijk. Tata mag direct uit de
intentieverklaring stappen als het beleid over staalslakken voor Tata
negatieve gevolgen heeft. Oftewel, zodra de verduurzaming en de
bescherming van gezondheid te duur of te lastig worden, kan Tata zeggen:
we doen niet meer mee. Daarmee wordt de vrijheid van de Kamer en het
kabinet beperkt. Ik wil dat absoluut voorkomen, vandaar de volgende
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat staalslakken schadelijk zijn voor het milieu en de
gezondheid;
constaterende dat artikel 15, vierde lid, onder c, van de
intentieverklaring breed te interpreteren is, waardoor de
beleidsvrijheid van het kabinet en de Kamer worden beperkt en
volksgezondheid en milieu in gevaar komen;
verzoekt de regering artikel 15, vierde lid, sub c, zo beperkt mogelijk
te interpreteren indien een beroep wordt gedaan op de ontbindende
voorwaarden door Tata Steel vanwege het nationaal beleid ten aanzien van
staalslakken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Koekkoek en Kostić.
Zij krijgt nr. 271 (29826).
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag de heer Verouden van de fractie van
NSC uit voor zijn bijdrage. Gaat uw gang.
De heer Verouden (NSC):
Dank u, voorzitter. In Nederland zijn er vijf grote industriële
clusters: Rotterdam-Moerdijk, het Noordzeekanaalgebied, Chemelot in
Limburg, het cluster Zeeland/Gent en het cluster Noord-Nederland. Buiten
deze vijf clusters is er verspreid over het land nog een groot aantal
belangrijke andere energie-intensieve bedrijven. Deze groep wordt
aangeduid als het zesde cluster. Over deze groep bedrijven gaat onze
motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet recentelijk (aanvullend) 17 miljoen euro
heeft vrijgemaakt voor de verduurzaming van cluster 6;
constaterende dat dit budget gereserveerd is voor ondersteuning van de
casusaanpak en de regioaanpak voor cluster 6 onder het actieplan 2.0, in
de zin van bijvoorbeeld kennisdeling en procesbegeleiding;
overwegende dat deze middelen dan niet concreet of rechtstreeks ingezet
kunnen worden voor de forse investeringen die cluster 6-bedrijven moeten
doen in hun fabrieken;
verzoekt de regering om ten minste de helft van het aanvullende budget
aan te wenden voor verduurzamingsinvesteringen die groepen bedrijven
moeten doen binnen de regioaanpak ten behoeve van de duurzame
energievoorziening in hun regio (bijvoorbeeld energiehubs, aankoop van
windmolens en/of zonnepanelen en/of batterijen) die ze niet kunnen
financieren uit bestaande rijkssubsidies,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Verouden en Postma.
Zij krijgt nr. 272 (29826).
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag mevrouw Rooderkerk van de fractie van D66 uit voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. Een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet vooral inzet op vraagcreatie voor
bestaande sectoren zoals staal en chemie;
overwegende dat juist nieuwe groene producten en innovatieve bedrijven
essentieel zijn om de transitie te versnellen en Nederland
internationaal concurrerend te houden;
overwegende dat het kabinet wel inzet op een versterkte aanpak van
nieuwe industrie, maar geen expliciet beleid formuleert voor
vraagcreatie naar hun producten;
van mening dat vraagcreatie niet alleen de bestaande industrie moet
ondersteunen, maar ook nieuwe spelers een markt moet geven;
verzoekt de regering om bij de verdere uitwerking van beleid voor groene
marktcreatie de scope te verbreden, en expliciet ruimte en instrumenten
te reserveren voor de opschaling van nieuwe groene producten en
innovatieve bedrijven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rooderkerk.
Zij krijgt nr. 273 (29826).
Dank u wel. Dan nodig ik nu graag het lid Kostić uit voor de bijdrage van de Partij voor de Dieren. Gaat uw gang.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Dit VVD-BBB-kabinet wil 2 miljard euro aan
belastinggeld, geld van mensen thuis, geven aan de grootste vervuiler
van Nederland, een bedrijf dat zich niet houdt aan afspraken, sjoemelt
met uitstootcijfers, mensen kanker geeft en waarvan de toezichthouder
zelfs zegt: dit bedrijf is calculerend en opportunistisch. Dat bedrijf
krijgt een cadeau van VVD en BBB: 2 miljard euro. Dat is een slecht
plan, zeggen experts. Het borgt de gezondheid van omwonenden niet.
Daarom zeggen wij: stop op z'n minst nu de afspraken met dit
demissionaire kabinet; laat het in ieder geval over aan een nieuwe Kamer
en een nieuw kabinet.
Daarom heb ik twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het demissionaire kabinet een joint letter of intent
heeft gepresenteerd voor maatwerkafspraken met het Indiase bedrijf Tata
Steel die klimaatdoelstellingen dichterbij zouden brengen;
constaterende dat deze joint letter of intent een financiële inzet van 2
miljard euro vanuit de overheid vraagt, terwijl er nu in het
Klimaatfonds slechts 649 miljoen is gereserveerd voor maatwerkafspraken
en er dus extra geld vrijgemaakt zou moeten worden;
constaterende dat het kabinet demissionair is en daarmee een beperkt
mandaat heeft om zulke verstrekkende en kostbare afspraken te
maken;
constaterende dat er geen harde garanties zijn opgenomen voor de
gezondheid van omwonenden, omdat adviezen van de Expertgroep Gezondheid
IJmond over bijvoorbeeld ultrafijnstof, benzeen et cetera in de joint
letter of intent niet zijn overgenomen;
constaterende dat de aanpak van de bestaande vervuiling door
staalslakken in de joint letter of intent onduidelijk blijft;
constaterende dat er niets in de joint letter of intent is opgenomen
over werknemers die in de huidige ontslagronde hun baan verliezen en ook
niets over toekomstige winstdeling of inspraak voor werknemers;
verzoekt de regering om de onderhandelingen over maatwerkafspraken met
Tata Steel voorlopig stop te zetten en eventuele nieuwe gesprekken over
te laten aan een nieuw kabinet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Koekkoek.
Zij krijgt nr. 274 (29826).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Adviescommissie Maatwerk Verduurzaming Industrie en
de Expertgroep Gezondheid IJmond een gezamenlijk advies hebben
uitgebracht op basis van de concept letter of intent met Tata
Steel;
constaterende dat het kabinet aangeeft dat de adviezen deels zijn
overgenomen in deze letter of intent;
overwegende dat het voor de Kamer relevant is om goed inzicht te krijgen
in de perspectieven van de ingestelde adviescommissies op de definitieve
joint letter of intent;
verzoekt de regering de Adviescommissie Maatwerk Verduurzaming Industrie
en de Expertgroep Gezondheid IJmond om een schriftelijke reactie te
vragen op de definitieve joint letter of intent en de mate waarin hun
adviezen hierin zijn meegenomen;
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Koekkoek.
Zij krijgt nr. 275 (29826).
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik denk dat dat laatste wel het minste is wat deze Kamer kan doen voor
de omwonenden. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De minister heeft aangegeven een ruime vijf minuten nodig te
hebben voor de appreciatie van de moties. Ik schors een ruime vijf
minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Verduurzaming industrie. We zijn toegekomen aan de beantwoording van de
vragen en de appreciatie van de moties door de minister. Ik geef u graag
het woord. Gaat uw gang.
Minister Hermans:
Voorzitter, dank u wel. Ik begin met de vraag van de heer Thijssen over
de adviezen van de gezondheidsexperts. De woorden van de heer Thijssen
waren: waarom negeert het kabinet die? Ik kan daar direct bij zeggen dat
het kabinet die adviezen niet negeert. De adviezen van de experts zijn
zo veel als mogelijk verwerkt in de definitieve JLoI, die u afgelopen
maandag heeft gezien. Er zijn nieuwe stoffen toegevoegd aan de JLoI. Er
zijn ook inspanningen opgeschreven over het meten en monitoren van de
effecten op die stoffen. Dat moet echt een plek krijgen in de
maatwerkafspraak. De gezondheidsafspraken worden in kaart gebracht met
de GER, de gezondheidseffectrapportage. Die wordt ook weer zo veel als
mogelijk betrokken bij de uitwerking van de maatwerkafspraak.
De voorzitter:
Kort, meneer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Er komt een gezondheidseffectrapportage. Een onafhankelijke expertgroep
gaat dan zeggen welke maatregelen je moet nemen om gezondheidswinst te
boeken. Die adviezen negeert de minister, want de minister zegt: we gaan
als politiek zelf wel besluiten wat we dan gaan doen. Dat is zo kwalijk
aan wat er nu is opgeschreven in de concept maatwerkafspraak.
Minister Hermans:
Dit is gewoon niet waar. Er is een concept-JLoI gemaakt. Conform de
werkwijze in de maatwerkaanpak heeft de adviescommissie daarop
gereageerd. Bij deze specifieke JLoI zijn ook de gezondheidsexperts
betrokken en eraan toegevoegd. Het advies van de maatwerkcommissie dat
afgelopen maandag is meegestuurd met de stukken, is het advies dat de
commissie heeft gegeven op de concept-JLoI. Nadat dat advies is gekomen,
is de concept-JLoI verwerkt in de definitieve JLoI. Adviezen zijn dus zo
veel als mogelijk al in de JLoI verwerkt en een groot deel wordt ook nog
verder uitgewerkt in de definitieve maatwerkafspraak.
De voorzitter:
Supersonisch kort voordat we in een welles-nietesdiscussie terechtkomen.
Gaat uw gang.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Ik hoop even dat het geen onwelwillendheid is. Het gaat erover dat er
een gezondheidseffectrapportage moet komen. Die gaat er komen. Die komt
er nadat deze JLoI is gesloten. Op basis van die
gezondheidseffectrapportage weten we: wat zijn nou de
gezondheidseffecten? Dan kan de expertgroep advies geven over: hoe
zorgen we dat er gezondheidswinst komt? Dat kunnen ze nu nog niet doen.
Dat is hoe we er eerder over hebben gepraat. De minister heeft gelijk
dat de experts nu ook iets gezegd hebben en dat er ook iets is gedaan
met die adviezen, niet helemaal maar wel voor een stukje. Het gaat mij
erom dat we die nieuwe tool nodig, die gezondheidseffectrapportage. Daar
moeten adviezen over komen. Daarvan zegt de minister nu: die negeer ik,
die ga ik niet als harde voorwaarde opnemen in de afspraken met
Tata.
Minister Hermans:
Die gezondheidseffectrapportage wordt, zoals ik net ook zei in mijn
eerste antwoord, betrokken bij het opstellen van de
maatwerkafspraak.
De voorzitter:
Gaat u verder met de appreciatie van de moties.
Minister Hermans:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 268 van de heer Thijssen. In het
debat hebben wij veel met elkaar over deze motie gesproken. Deze gaat
namelijk over het borgen dat personeel en vakbonden zeggenschap hebben
bij de volledige langjarige uitvoering van de maatwerkafspraak, met name
op het punt van omgang met werknemers. Ook onder verwijzing naar het
debat moet ik deze motie ontraden. Werknemers hebben een essentiële rol
in de transitie. Ze waren afgelopen maandag ook bij de ondertekening van
de JLoI. Maar de inspraak is georganiseerd via de ondernemingsraad in de
wet. Ik kan daarop nu geen uitzondering maken voor deze specifieke
afspraak. Wat ik wel wil toezeggen aan de heer Thijssen, is dat ik in
gesprek ga met Tata over hoe de betrokkenheid van werknemers en ook van
de bonden verder wordt vormgegeven in het hele proces, en dat ik
daarover de Kamer dan natuurlijk zal informeren.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 268 wordt ontraden, maar de minister doet
tegelijkertijd ook een toezegging. Meneer Thijssen.
De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dat is fijn, maar die is niet genoeg. De minister kan wel
bovenwettelijke afspraken maken, want de hele maatwerkafspraak is een
bovenwettelijke afspraak. De minister kan dus wel zeggen: ik wil dat de
vakbonden betrokken worden bij alles wat werknemers raakt. Volgens mij
is het superbelangrijk dat we de steun van de werknemers houden in deze
enorme transitie. Ik vraag het de minister nog één keer: geef het
oordeel Kamer. Volgens mij doen we dan iets heel goeds in
klimaatrechtvaardigheid.
Minister Hermans:
Ik vind de betrokkenheid van groot belang. Ik benadruk nogmaals: de
werknemers, bij monde van de bonden, waren afgelopen maandag ook
aanwezig. Ik heb zelf ook nog even met hen gesproken. Ik vind het ook
belangrijk dat die betrokkenheid blijft. Ik blijf de motie ontraden,
maar herhaal nog een keer mijn toezegging.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 269.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 269 van de heer De Groot en mevrouw Postma over de
cluster 6-bedrijven kan ik oordeel Kamer geven. Ik moet er wel het
volgende bij zeggen. We gaan het allemaal in kaart brengen zoals de
motie vraagt, maar we hebben een maatschappelijk prioriteringskader. Dat
blijft natuurlijk wel gelden, als er capaciteit beschikbaar komt en als
het nodig is dat de betreffende partijen voorrang hebben bij de
verdeling van beschikbare capaciteit. Dat kan dan soms ook even balen
zijn voor cluster 6. Maar ik geef de motie verder oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik zie de heer De Groot instemmend knikken. De motie op stuk nr. 269
krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 270.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 270 is een spreekt-uitmotie, dus daarover geef ik
geen oordeel.
Dan de motie op stuk nr. 271 van mevrouw Koekkoek. Die vraagt mij om het
artikel met de ontbindingsgrond over de staalslakken smal of heel strikt
te interpreteren. Ik hecht eraan te zeggen dat dit echt het
beleidsterrein van de staatssecretaris is. Ik ga wel tot een oordeel
komen, maar zeg dit ook voor de zuiverheid. Wat ik niet kan doen, is nu
via allerlei moties de JLoI gaan inkaderen, want ik heb daar afgelopen
maandag een handtekening onder gezet. In de JLoI is afgesproken dat Tata
kán opzeggen, als er nationaal beleid op staalslakken komt dat de
businesskant significant negatief beïnvloedt. Dat kunnen zij dus alleen
doen zolang de JLoI er is. Stel dat het lukt om tot een definitieve
maatwerkafspraak te komen, dan is er een afspraak. Dan is er een
overeenkomst. Dan geldt die opzeggrond natuurlijk niet meer. Dus het
geldt alleen voor de periode dat er gesproken wordt om te komen tot de
definitieve maatwerkafspraak. Ik hoop en heb er ook vertrouwen in dat we
die grond in de JLoI niet hoeven in te roepen. Ook hoop ik dat de
maatregelen die worden genomen tegen de huidige problemen, voldoende
zijn voor de zorgen die hier leven en die ik herken en erken.
Tegelijkertijd hoop ik dat er een businesscase blijft waarmee we tot een
maatwerkafspraak komen.
De voorzitter:
En wat is daarmee de appreciatie van deze motie?
Minister Hermans:
Ik ontraad de motie. Excuus, voorzitter.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 271 wordt ontraden. Mevrouw Koekkoek.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
We hebben gisteren dat debat gevoerd met de staatssecretaris. Ik dien de
motie hier in, omdat deze minister de hoeder is van de JLoI. De
staatssecretaris kon gisteren in mijn optiek onvoldoende duidelijk maken
wanneer die ontbindende voorwaarden wel in werking zouden treden. Ik
begrijp dus heel goed dat het ene gaat over het beleid over staalslakken
en het andere over de hele deal, maar die twee zijn door deze clausule
met elkaar verbonden. Ik wil voorkomen dat als de Kamer dadelijk
bijvoorbeeld zegt dat je staalslakken niet meer mag gebruiken voor een
toplaag, bijvoorbeeld onder een speeltuin, Tata zich zou beroepen op
deze ontbindende voorwaarde. Die zekerheid wil ik wel hebben. Ik voel
licht tussen de staatssecretaris en de minister. Daarom dien ik deze
motie in. Ik wil die juridische zekerheid hebben.
Minister Hermans:
Volgens mij zit er geen licht tussen de staatssecretaris en mijzelf. Wij
hebben samen die handtekening gezet. De voorwaarde zoals die hier luidt,
betekent dat er voor Tata Steel een ontbindende voorwaarde geldt als zij
zeggen dat er door dit beleid een businesscase ontstaat die voor hen
niet meer rendabel is. Overigens zitten er in de JLoI die we nu hebben
ook ontbindende voorwaarden voor de Staat, de rijksoverheid. Maar in
algemene zin geldt voor het kabinet dat wij maatregelen zullen nemen en
het beleid zullen maken en vormgeven dat nodig is om staalslakken op een
veilige manier te kunnen toepassen. Daar zullen we dus op geen enkele
manier aan toegeven of concessies op doen. De uiteindelijke weging — wat
het betekent voor Tata Steel, hoe zij kijken naar de JLoI en of het kan
uitmonden in een definitieve maatwerkafspraak — ligt echt bij het
bedrijf zelf.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 271 heeft de appreciatie: ontraden. Nee, mevrouw
Koekkoek, we hebben één interruptie per appreciatie afgesproken. De
motie op stuk nr. 272.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 272 van mevrouw Postma, maar bij monde van ... Ik
heb hier "de heer Koops" staan, maar dat klopt helemaal niet.
De voorzitter:
Het is de heer Verouden.
Minister Hermans:
Ja, precies. Die motie gaat over het aanvullende budget voor de cluster
6-bedrijven. Ik moet die motie ontraden.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 272: ontraden.
Minister Hermans:
Daar hebben we in het debat een hele discussie over gevoerd, dus daar
zou ik het bij willen laten.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 273.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 273 van mevrouw Rooderkerk, over de vraagcreatie en
het verbreden van de scope, geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 273 krijgt oordeel Kamer.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 274 van het lid Kostić zegt kort en goed: stop met
de onderhandelingen met Tata. Ik moet die motie ontraden. We hebben in
de JLoI afgesproken om in een jaar tot een definitieve maatwerkafspraak
te komen. Dat is een ambitieus tijdspad, maar het zou moeten kunnen. Ik
zet geen onomkeerbare stappen. Er is nog alle gelegenheid en
mogelijkheid voor vragenrondes, hoorzittingen en wat dies meer zij. Dit
nu stopzetten leidt echt tot gigantische vertraging. Maar nogmaals, ik
zet geen onomkeerbare stappen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 274 wordt ontraden. De motie op stuk nr. 275.
Minister Hermans:
De motie op stuk nr. 275 van het lid Kostić vraagt om de Adviescommissie
Maatwerkafspraken Verduurzaming Industrie en de expertgroep om een
schriftelijke reactie te vragen op de definitieve JLoI. Ook deze motie
moet ik ontraden. We hebben een heel proces afgesproken bij het
vormgeven van de maatwerkaanpak. Ik hecht eraan daaraan vast te houden.
Bij alle maatwerkbedrijven adviseert de Adviescommissie
Maatwerkafspraken op de concept-JLoI. Vervolgens beslist het kabinet op
basis daarvan om wel of geen JLoI te ondertekenen. In dit geval hebben
we het concept ook nog aangepast. Gelet op het belang van gezondheid
heeft de expertgroep ook een rol gekregen in het proces. Verder staat
het de Kamer natuurlijk vrij om alle vragen te stellen, ook aan de
expertgroep en de adviescommissie.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 275 wordt ontraden.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik hoor alleen maar: "Het kabinet bepaalt. We hebben de JLoI al
getekend, dus de Kamer kan niet bijsturen." Dit is een simpel verzoek,
zodat de Kamer kan inschatten wat die JLoI nou echt betekent voor de
gezondheid en in hoeverre die echt goed is geborgd in de JLoI, wat de
minister beweert. De Kamer zegt met deze motie tegen de minister: vraag
die twee expertgroepen om naar de definitieve versie te kijken. Dat is
toch een normale vraag? We willen eigenlijk gewoon een eindtoets van
deze twee expertgroepen, omdat de minister zegt dat ze hun adviezen zo
veel mogelijk heeft overgenomen. We willen dat heel graag van ze horen.
Dat is een heel normaal, redelijk verzoek.
Minister Hermans:
Zoals ik al zei, hebben we toen we de maatwerkaanpak werd vormgegeven
afspraken gemaakt over wie wat wanneer adviseert en wie een rol heeft in
het proces. Ik hecht eraan om daar dan ook aan vast te houden en niet
onderweg de spelregels te veranderen. Natuurlijk heeft de Kamer vragen
voor het kabinet, voor de adviescommissie en voor de gezondheidsexperts.
Dat begrijp ik heel goed. Die vragen kunnen in de komende periode
natuurlijk in allerlei vormen nog gesteld worden.
De voorzitter:
Heel kort, lid Kostić.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Het kabinet, de minister, zegt dat de Kamer altijd vragen mag stellen
aan de expertgroepen. Dat is precies wat deze motie doet. Die vraagt het
minimale, namelijk om de expertgroep nog te laten kijken naar de
definitieve versie van de JLoI, zodat we weten waar we iets van moeten
vinden en of die gezondheid geborgd is. Dan zegt de minister: ik ontraad
het. De minister blijft de Kamer buitenspel zetten. Ik vind het echt
kwalijk. Het gaat om 2 miljard euro aan belastinggeld van mensen thuis.
Als dit het beleid van de VVD en BBB is, dan belooft het niet veel
goeds.
Minister Hermans:
Dit is beleid dat door het kabinet, ook het vorige kabinet gemaakt is
ten aanzien van de maatwerkaanpak. De motie vraagt aan mij, aan het
kabinet, om opnieuw advies te vragen aan de Adviescommissie
Maatwerkafspraken. Daarvan zeg ik: ik kan dat niet doen, omdat ik dat
niet zuiver vind in de afspraken die we gemaakt hebben. Maar er zijn
natuurlijk allerlei vormen, zoals technische briefings en hoorzittingen,
om die maatwerkcommissie en de gezondheidsexperts om hun mening te
vragen.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dan zijn we volgens mij klaar met de appreciaties.
Minister Hermans:
Zeker.
De voorzitter:
Dan dank ik de minister. Ik dank de leden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors voor enkele seconden.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.