[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen (CD 4/9) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D43371, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 12:58, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Strafrechtelijke onderwerpen

Strafrechtelijke onderwerpen

Aan de orde is het tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen (CD d.d. 04/09).

De voorzitter:
Dan gaan we wat mij betreft gelijk door naar een volgend tweeminutendebat. Dat is namelijk met dezelfde bewindspersoon. Er mag wel even gebeld worden. Dat is het tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen. Hiervoor heeft zich een vijftal sprekers ingeschreven. Ook hiervoor geldt: geen onderlinge interrupties en alleen een interruptie bij de appreciatie door de bewindspersoon. Als eerste geef ik het woord aan de heer Van Nispen namens de Socialistische Partij.

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in toenemende mate kritiek is op de hoogte van de verkeersboetes in Nederland en dat deze in het recente verleden nog zijn verhoogd om gaten in de begroting te dichten;

overwegende dat voor het per direct verlagen van verkeersboetes financiële dekking zou moeten worden gevonden, maar dat dit in mindere mate geldt voor een langetermijnproportionaliteitsplan waarbij de boetes bevroren worden, de door het OM bepleite indexeringsstop;

verzoekt de regering de verkeersboetes de komende jaren niet mee te laten stijgen met de inflatie tot de disbalans is hersteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 990 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een niet-betaalde verkeersboete buitensporig wordt verhoogd, met 50% en daarna nog eens met 100%, waardoor een boete die om wat voor reden dan ook niet betaald is, kan verdrievoudigen;

constaterende dat hier geen sprake meer is van proportionele incassokosten die in andere rechtsgebieden worden gehanteerd om redelijke kosten bij niet-betaling te vergoeden en om als stok achter de deur te dienen om bedragen tijdig te betalen;

verzoekt de regering de aanmaningskosten bij verkeersboetes aanzienlijk terug te brengen en daarbij aansluiting te vinden bij de verhogingen van niet-betaalde strafbeschikkingen en boetes opgelegd door de rechter, te weten €20 na de eerste aanmaning en 20% van het openstaande bedrag bij de tweede aanmaning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Lahlah en El Abassi.

Zij krijgt nr. 991 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in een eerder aangenomen motie (29279, nr. 665) werd geconstateerd dat het draagkrachtbeginsel van artikel 24 Wetboek van Strafrecht op dit moment onderhevig is aan willekeur omdat rechters geen objectiveerbare gegevens hebben om de draagkracht van een persoon nauwkeurig te bepalen;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de voorstellen, resultaten en verbeterde mogelijkheden voor rechters en officieren van justitie om effectief gebruik te kunnen maken van objectiveerbare gegevens om de draagkracht bij boeteoplegging te beoordelen, en over de voortgang te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Koops.

Zij krijgt nr. 992 (29279).

De heer Van Nispen (SP):
Tot slot.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de stand van de uitvoering van het CJIB gesproken wordt over een verkenning die wordt uitgevoerd naar de samenwerking met andere overheden omtrent schuldincasso's en de mogelijkheid deze regels meer te harmoniseren;

overwegende dat deze harmonisering onder de overheidsinstanties voor wat betreft het innen van incasso's maar ook de omgang met schuldenproblematiek grote voordelen kan hebben voor de transparantie en de communicatie richting mensen;

overwegende dat ook het CAK in de stand van de uitvoering oproept tot vereenvoudiging voor mensen, het terugdringen van administratieve lasten voor de uitvoering en een betere samenwerking tussen de verschillende uitvoeringsorganisaties;

verzoekt de regering de Kamer actief te informeren over de voortgang van de verkenning van het CJIB over een gezamenlijk wettelijk kader voor overheidsincasso's en hier vervolgens ieder halfjaar over te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.

Zij krijgt nr. 993 (29279).

De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. We gaan luisteren naar mevrouw Lahlah. Zij voert het woord namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb vandaag geen eigen motie ingediend, maar er is wel een motie die ik met de heer Van Nispen heb ingediend.

Ik wil dit moment dan ook gebruiken om de heer Van Nispen te bedanken, want dit is de laatste keer dat wij samen in een debatje zitten. Het voelt dan ook bijzonder om het op deze manier af te sluiten. De heer Van Nispen is voor mij altijd een hele fijne collega geweest. Met zijn enorme kennis, zijn scherpe blik en zijn betrokkenheid wist hij ingewikkelde zaken echt supertoegankelijk te maken. Maar bovenal was hij áltijd, zoals ook vandaag weer blijkt, altijd bereid om samen te werken, mee te denken en samen te zoeken naar oplossingen. Dat heb ik enorm gewaardeerd. Dus ik zeg het deze keer: meneer Van Nispen, Michiel — ik spreek je rechtstreeks toe — ik ga je enorm missen. Het ga je goed.

De voorzitter:
Hear, hear.

De heer Koops (NSC):
Dank u, meneer de voorzitter. Na de moties van het lid Van Nispen resteert er nog maar weinig. Ik heb er eentje. Die gaat over het sluitend krijgen van de begroting door de verhogingen op boetes in te stellen een aantal jaren geleden, onder een andere regering.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verkeersboetes bij niet-tijdige betaling met maar liefst 200% kunnen worden verhoogd;

overwegende dat deze verhogingen onder meer worden opgelegd om de begroting rond te krijgen en niet alleen om de kosten van inning te dekken;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe deze onrechtvaardigheid uit het systeem van de inning van boetes kan worden verwijderd, en de Kamer voorafgaand aan de Voorjaarsnota 2026 op de hoogte te stellen van de resultaten van dit onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Koops.

Zij krijgt nr. 994 (29279).

De heer Koops (NSC):
Dank u, meneer de voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga het woord geven aan de heer Ellian. Hij spreekt namens de fractie van de VVD. Gaat uw gang.

De heer Ellian (VVD):
Dank u wel, voorzitter. In het commissiedebat Gevangeniswezen heb ik me al gericht tot collega Van Nispen, maar ook hier plenair, voor de Handelingen, wilde ik zeggen: het was een eer en een genoegen om met je te mogen samenwerken en het ga je goed.

Voorzitter. Ik heb één motie. Die lijkt op een motie die ik een jaar geleden heb ingediend bij het jaarverslag 2023 van Justitie en Veiligheid. Het gaat over beloningsgeld voor tips ten aanzien van grote criminelen. Die motie is aangenomen, maar of er nou heel veel mee gebeurd is, heb ik niet helemaal kunnen ontwaren. Het is in ieder geval een feit dat grote criminelen nog steeds voortvluchtig zijn. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ondanks diverse nieuwe uitleverings- en rechtshulpverdragen grote criminelen zoals Jos Leijdekkers en Sami Bekal Bounouare voortvluchtig blijven en daarmee de rechtsstaat tarten;

overwegende dat hoog beloningsgeld het aanzienlijk moeilijker zal maken voor criminelen die in het buitenland op de vlucht zijn en uitlevering ontlopen;

verzoekt de regering om het beloningsgeld voor tips ten aanzien van personen op de Nationale Opsporingslijst te verhogen naar bedragen vanaf bijvoorbeeld minimaal 1 miljoen euro,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.

Zij krijgt nr. 995 (29279).

De heer Ellian (VVD):
Gelet op de voortgang hou ik het daarbij, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. We gaan tot slot luisteren naar de heer El Abassi. Hij voert het woord namens de fractie van DENK.

De heer El Abassi (DENK):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat moskeeën in Nederland herhaaldelijk doelwit zijn van haatbrieven, bedreigingen en vernielingen;

constaterende dat dit een direct gevoel van onveiligheid bij moskeebezoekers veroorzaakt en bijdraagt aan moslimhaat;

verzoekt de regering een nationaal actieplan tegen moskeediscriminatie en haatincidenten op te stellen, inclusief structurele ondersteuning voor getroffen instellingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 996 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlandse organisaties en bedrijven, waaronder banken en pensioenfondsen, investeren in ondernemingen die profiteren van illegale Israëlische nederzettingen;

constaterende dat dit bijdraagt aan de instandhouding van oorlogsmisdaden en schendingen van internationaal recht;

verzoekt de regering te onderzoeken welke Nederlandse organisaties en bedrijven betrokken zijn bij of financieel profiteren van de illegale bezetting van Palestina,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 997 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verkeersboetes de afgelopen jaren disproportioneel zijn gestegen en daarmee meer lijken op een verdienmodel dan op een middel om gedrag te corrigeren;

constaterende dat het Instituut voor Publieke Economie, het OM en de Raad van State adviseren om de boetes te verlagen, de extra kosten te beperken en een onafhankelijke instantie de hoogte te laten bepalen;

verzoekt de regering een onafhankelijke commissie in te stellen die de hoogte en rechtvaardigheid van verkeersboetes toetst en hierover binnen een jaar advies uitbrengt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 998 (29279).

De heer El Abassi (DENK):
Dan mijn laatste motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verkeersboetes door aanmaningen kunnen verdrievoudigen, waardoor een boete van enkele honderden euro's kan oplopen tot duizenden euro's;

constaterende dat deze verhogingen veel mensen met lage inkomens in onoverkomelijke schulden storten, en in sommige gevallen zelfs in strijd lijken met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens;

overwegende dat commerciële schuldeisers dergelijke extreme verhogingen niet mogen toepassen en dat ook het CJIB zich proportioneel en redelijk moet opstellen;

van mening dat boetes een middel zijn om verkeersveiligheid te bevorderen en geen verdienmodel van de overheid mogen vormen;

verzoekt de regering om de aanmaningskosten bij verkeersboetes substantieel te verlagen naar een proportioneel niveau,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Abassi.

Zij krijgt nr. 999 (29279).

De heer El Abassi (DENK):
Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:
Dank. Dat was de termijn van de Kamer. We gaan weer een minuut of vijf schorsen. Dan krijgen we een appreciatie op de tien ingediende moties. We zijn even geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen. Inmiddels is ook de staatssecretaris van Justitie in de zaal. Van harte welkom. Beide bewindslieden gaan appreciaties doen. We beginnen met de minister van Justitie, die ik het woord geef.

Minister Van Oosten:
Dank u wel, voorzitter.

De motie op stuk nr. 990 ontraad ik. Die motie betreft heel bijzonder het thema inflatie. Daar hebben we rekening mee te houden.

De moties op de stukken nrs. 991, 992 en 993 laat ik aan de staatssecretaris en de motie op stuk nr. 994 evenzo.

De motie op stuk nr. 995 wil ik oordeel Kamer geven, maar ik zeg daar tegen de heer Ellian en daarmee ook tegen de rest van de Kamer wel bij dat ik er feitelijk niet over ga. Dus ik ga het verzoek overbrengen aan het Openbaar Ministerie en breng het daar onder de aandacht. Ik geef de motie oordeel Kamer.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 996. Namens de minister van Binnenlandse Zaken kan ik u vertellen dat er nog een beleidsreactie komt ten aanzien van moslimdiscriminatie. Daardoor is deze motie ontijdig.

De voorzitter:
Aan het oordeel ontijdig moet eigenlijk het verzoek aan de indiener om hem aan te houden voorafgaan.

Minister Van Oosten:
O, pardon.

De voorzitter:
Ik kijk dus even naar de heer El Abassi. Die schudt nee. Blijft het bij het oordeel ontijdig?

Minister Van Oosten:
Ja. Dan heb ik mijn werk nu goed gedaan door "ontijdig" te zeggen, hè?

De voorzitter:
Ja.

Minister Van Oosten:
De motie op stuk nr. 997 acht ik overbodig. Er is reeds ontmoedigingsbeleid op dit punt voor de bedrijven waaraan wordt gerefereerd.

De motie op stuk nr. 998 ontraad ik. Wat er ook uit de gedachten van zo'n commissie komt, verlagen zal geld kosten en een effect hebben op de begroting.

De motie op stuk nr. 999 is aan de staatssecretaris.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Dank aan de minister. Dan geef ik het woord nu aan de staatssecretaris van Justitie.

Staatssecretaris Rutte:
Voorzitter, dank u wel.

Ik apprecieer de overgebleven moties, te beginnen met de motie op stuk nr. 991, over het verlagen van de ophoging van verkeersboetes. Die motie moet ik ontraden, want er is geen financiële dekking voor dit voorstel en het is aan een volgend kabinet om zich hierover te buigen.

De motie op stuk nr. 992 van Van Nispen en Koops, over de informatiepositie van de rechter bij de beoordeling van draagkracht, wil ik oordeel Kamer geven.

Dat geldt ook voor de motie op stuk nr. 993 van de heer Van Nispen. Die krijgt ook oordeel Kamer.

Dan kom ik bij de motie van de heer Koops op stuk nr. 994. Die moet ik ontraden. De scenario's zijn inmiddels onderzocht, de Kamer is geïnformeerd en er is geen financiële dekking. Dit moet ik dus aan een volgend kabinet laten.

Dan eindig ik met de motie op stuk nr. 999 van de heer El Abassi. Die moet ik ontraden om dezelfde reden als de motie op stuk nr. 991: geen dekking en het is aan een volgend kabinet.

De voorzitter:
Hartelijk dank. Dat was het einde van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan hedennacht stemmen over de ingediende moties. Ik schors voor een ogenblik. Daarna gaan we door met een ander tweeminutendebat, over buitenlandse inmenging en beïnvloeding. De minister van Justitie blijft daarvoor aanwezig, maar de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt erbij. We zijn een ogenblik geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.