Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en Arbeidsmarktdiscriminatie (CD 24/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43373, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 13:06, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-02 12:15: Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en Arbeidsmarktdiscriminatie (CD 24/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie
Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie
Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en
arbeidsmarktdiscriminatie (CD d.d. 24/09).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie. Ik heet de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom. We hadden net een
kort onderonsje. Uniek aan deze minister is dat ze in korte tijd drie
keer is herbenoemd in een andere rol in het kabinet, en deze ook weer
met verve oppakt. We gaan luisteren naar een aantal leden van de Kamer.
Er hebben zich er zeven ingeschreven, waarvan zes hun termijn willen
gebruiken. Als eerste geef ik het woord aan de heer Ergin. Hij voert het
woord namens de fractie DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. Ik heb vier moties. Motie één.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium is
opgeheven en de Kamer via motie (31311, nr. 264) heeft verzocht om te
voorzien in een "zachte landing" met betrekking tot de handhaving;
overwegende dat er veel onduidelijkheid en onrust is onder zzp'ers en
opdrachtgevers, waardoor veel opdrachtgevers preventief afzien van
samenwerking met zelfstandigen, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig
is;
verzoekt de regering de handhavingsstrategie "zachte landing", waarbij
de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan, te
verlengen tot eind 2026,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin, Flach en Vijlbrief.
Zij krijgt nr. 1289 (29544).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie afloopt en het
Offensief Gelijke Kansen is aangekondigd;
constaterende dat met het Offensief Gelijke kansen is gekozen voor een
stimulerende benadering zonder duidelijke normen;
overwegende dat de twaalf normen van het College voor de Rechten van de
Mens aantoonbaar bijdragen aan een effectieve aanpak;
verzoekt de regering de twaalf normen over te nemen en een manier te
vinden om de Arbeidsinspectie deze te laten naleven,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.
Zij krijgt nr. 1290 (29544).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek blijkt dat 43% van de werkende vrouwen
te maken heeft met zwangerschapsdiscriminatie;
overwegende dat de aanpak in het Offensief Gelijke kansen omtrent
zwangerschapsdiscriminatie onvoldoende is;
verzoekt de regering de aanpak tegen zwangerschapsdiscriminatie te
intensiveren;
verzoekt de regering tevens de aanpak van discriminatie tegen vrouwen
met een hoofddoek op gelijke schaal te intensiveren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.
Zij krijgt nr. 1291 (29544).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat eerdere actieplannen en maatregelen nauwelijks hebben
geleid tot een afname van arbeidsmarktdiscriminatie;
constaterende dat het Offensief Gelijke kansen grotendeels inzet op
samenwerking met welwillende werkgevers, terwijl de aanpak richting
niet-welwillende werkgevers ontbreekt;
overwegende dat zonder heldere normen en handhaving de kans groot is dat
ook dit offensief onvoldoende effectief zal zijn;
verzoekt de regering om vooraf concrete meetbare doelen vast te stellen
voor het Offensief Gelijke kansen, en de Kamer jaarlijks te rapporteren
over de resultaten en de bereikte daling van
arbeidsmarktdiscriminatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.
Zij krijgt nr. 1292 (29544).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Vermeer. Zoals bekend is de heer Vermeer lid van de fractie van de BBB. Namens die fractie voert hij het woord.
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Fijn dat u weer terug bent.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Aziatische horeca in Nederland met een omzet van
1,8 miljard en 40.000 arbeidsplaatsen een factor van betekenis is voor
de Nederlandse economie;
overwegende dat de sector sinds 1 juli 2024 geen specifieke culinaire
functie-eisen meer mag stellen bij de werving en daardoor geen
specialiteitenkoks met unieke ervaring uit Azië mag aantrekken;
overwegende dat dit leidt tot een tekort aan specialiteitenkoks en een
significante omzetdaling, waardoor bijna twee derde van de ondernemers
overweegt om hun deuren te sluiten;
overwegende dat de sector aangegeven heeft bereid te zijn om nieuwe
afspraken met de overheid te maken over circulaire arbeidsmigratie,
waarbij er geen sprake meer zal zijn van het bereiken van een
arbeidsvrije status en derhalve van nationalisatie en/of
gezinshereniging, en over invoering van horizontaal toezicht om
misstanden uit te sluiten;
verzoekt de regering om spoedig met de sector in gesprek te gaan om een
oplossing te vinden voor de acute problemen in de sector en een duurzame
oplossing te verkennen op basis van nul nettomigratie en horizontaal
toezicht,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.
Zij krijgt nr. 1293 (29544).
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Ik heb een beetje een lange motie. Vanwege mijn
kortademigheid hoop ik dat ik hem gewoon rustig voor mag lezen.
De voorzitter:
Ja.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) onvoldoende
duidelijkheid ervaren over hun positie vanwege uitblijvende
wetgeving;
overwegende dat de inzet van zzp'ers van vitaal belang is voor het
functioneren van de Nederlandse economie, in het bijzonder in sectoren
als zorg, onderwijs en IT;
overwegende dat het huidige handhavingsbeleid mogelijk leidt tot
onzekerheid bij bonafide ondernemers, terwijl schijnzelfstandigheid en
misbruik wel moeten worden aangepakt;
overwegende dat duidelijkheid belangrijk is om opdrachtgevers en
zelfstandigen helderheid te geven;
verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe de handhaving door de
Belastingdienst zodanig kan worden ingericht dat deze zich uitsluitend
richt op structureel misbruik en schijnzelfstandigheid, met prioriteit
bij kwetsbare situaties, en er geen jacht wordt gemaakt op bonafide
ondernemers;
verzoekt het kabinet te onderzoeken of een verlenging van de zachte
landing met één jaar nodig en wenselijk is, en hier voor het kerstreces
over te rapporteren;
verzoekt het kabinet om te onderzoeken op welke wijze de communicatie
richting zzp'ers en opdrachtgevers kan worden verbeterd, zodat zij
vooraf weten waar zij aan toe zijn,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vermeer en
Rikkers-Oosterkamp.
Zij krijgt nr. 1294 (29544).
De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw Martens-America, ik sta eigenlijk geen onderlinge interrupties
toe; dat is het herfstregime. Sorry, maar dat is vandaag de regel.
Mevrouw Patijn gaat het woord voeren namens de fractie van
GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb de specifieke vraag aan de voorzitter om goed
inzicht te geven in wat de gevolgen zouden zijn van het verlengen van de
zachte landing. Ik zou ook graag een appreciatie van de staatssecretaris
van Financiën in een brief krijgen.
De voorzitter:
Dit verzoek is aan de minister, en niet aan de voorzitter.
Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Excuus, voorzitter. Dat is een fout van mijn kant. We zien te vaak dat
juist mensen met lagere inkomens op dit moment in de knel komen. Wij
hebben het bij de Algemene Financiële Beschouwingen uitgebreid over de
buffelboete gehad. Daar zullen wij ons tegen blijven verzetten. Maar
deze geldt ook in verlofregelingen en daarom heb ik één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de SER aanbeveelt een bodem in te voeren bij de
betaling van ouderschapsverlof en geboorteverlof;
overwegende dat uit evaluaties blijkt dat partners met een laag inkomen
nu financieel in de knel komen wanneer zij verlof opnemen en daarom geen
verlof kunnen opnemen, waardoor de regeling alleen gebruikt wordt door
mensen met hogere inkomens;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe een minimumbedrag opgenomen kan
worden in het ouderschaps- en geboorteverlof, zodat mensen met een lager
inkomen ook gebruik kunnen maken van de verlofregelingen, en de Kamer
hierover voor de zomer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Patijn en Saris.
Zij krijgt nr. 1295 (29544).
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Saris. Zij spreekt namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.
Mevrouw Saris (NSC):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de SLIM-regeling nu uitgaat van collectieve aanvragen
vanuit sectoren, waardoor regionale scholingsfondsen geen hoofdaanvrager
kunnen zijn;
overwegende dat regionale scholingsfondsen zoals het Twents Fonds en
Opijver een significante bijdrage leveren aan het terugdringen van het
onbenut arbeidspotentieel en het stimuleren van een leercultuur;
overwegende dat veel partijen nu afzien van een aanvraag bij de
SLIM-regeling vanwege de complexiteit en het ontbreken van (financiële)
zekerheid over de borging;
verzoekt de regering de SLIM-regeling zo aan te passen dat regionale
scholingsfondsen ook gebruik kunnen maken van de subsidie als
hoofdaanvrager,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Saris en Patijn.
Zij krijgt nr. 1296 (29544).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het ibo Wat werkt voor de toekomst een samenhangend
pakket aanreikt;
overwegende dat er, om aan een migratiesaldo te voldoen, meer grip op
arbeidsmigratie nodig is via selectieve en gerichte toelating;
verzoekt de regering om uiterlijk 1 december 2025 een samenhangend
maatregelenpakket aan de Kamer voor te leggen dat de afhankelijkheid van
arbeidsmigratie substantieel vermindert, met ten minste:
opties tot verhoging van het minimumloon in laagbetaalde segmenten;
het sluiten van registratielekken zoals de BRP/RNI-adresverificatie en de versterking van Wtta-registratie en -handhaving;
selectievere toelating buiten de EU door een beperkte tekortberoepenlijst en hogere loonondergrens op functieniveau;
krachtige handhaving en gerichte sancties in risicosectoren (inclusief inleenverbod bij recidive),
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Saris en Patijn.
Zij krijgt nr. 1297 (29544).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de ETK, de 30%-regeling, de netto-inkomens van
kennismigranten fors verhoogt en daarmee de concurrentiepositie van
Nederlandse werknemers en starters op de woningmarkt onder druk kan
zetten;
verzoekt de regering om uiterlijk 1 december 2025 een wetsvoorstel voor
te leggen waarin de 30%-regeling wordt versoberd, wordt beperkt tot
erkende jaarlijks te actualiseren tekortberoepen, wordt afgebouwd in
maximaal drie jaar met een inkomensplafond, alleen geldt bij
BRP-inschrijving met adresverificatie en wordt voorzien van een
regionale capaciteitstoets voor toekenning in oververhitte
gebieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Saris.
Zij krijgt nr. 1298 (29544).
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Flach. Hij voert het woord namens de Staatkundig Gereformeerde Partij, SGP. Gaat uw gang.
De heer Flach (SGP):
Dank, voorzitter. Ik zal proberen het gemiddelde aantal moties per
fractie wat naar beneden te brengen; ik heb er slechts één.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de aangenomen motie-Stoffer c.s. (36546, nr. 65)
verzocht een voorstel te doen voor een samenhangende jeugd- en
gezinsaanpak;
constaterende dat de aangenomen motie-Flach c.s. (36410, nr. 97)
verzocht mogelijkheden voor de positie van het gezinsbeleid in kaart te
brengen en belemmeringen voor (aanstaande) ouders weg te nemen, maar dat
de regering in reactie hierop enkel bestaande maatregelen benoemt;
overwegende dat het advies van de Deskundigencommissie Hervormingsagenda
Jeugd en het gezinsonderzoek van het Verwey-Jonker Instituut het belang
van integraal gezinsbeleid en aanvullende maatregelen hiervoor hebben
onderstreept;
spreekt uit dat een toekomstig kabinet werk moet maken van integraal
jeugd- en gezinsbeleid;
verzoekt de regering concrete beleidsopties hiervoor voor te bereiden
met oog op een volgend kabinet, daarbij de aanbevelingen uit genoemde
rapporten te betrekken en voorstellen te doen voor versterking van de
interdepartementale, integrale aanpak rondom jeugd en gezinnen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach, Ceder en Saris.
Zij krijgt nr. 1299 (29544).
Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Thiadens. Nee, die heeft nul minuten. Dan tot slot, mevrouw Martens-America. Zij mag namens de VVD het woord voeren.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium is
opgeheven;
overwegende dat er veel onduidelijkheid en onrust is onder
opdrachtgevers van zzp'ers in de zorg, waardoor veel opdrachtgevers
preventief afzien van samenwerking met zzp'ers, terwijl dat wettelijk
gezien niet nodig is;
overwegende dat de impact van het uitsluiten van zzp'ers in de zorg voor
verschillende sectoren, zoals huisartsen en spoedzorg, grote
onzekerheden en gaten in roosters gaat opleveren;
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk de effecten van het huidig
wettelijk kader, de handhaving hierop en de conceptwet-Vbar op de
zorgsector te analyseren en te komen tot maatregelen om deze cruciale
sector de ruimte te blijven geven om te werken met zelfstandigen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America, Vijlbrief,
Flach en Vermeer.
Zij krijgt nr. 1300 (29544).
Mevrouw Martens-America (VVD):
En ik zie de heer Vermeer enthousiast zwaaien, dus ik zal straks een
aangepaste motie indienen, waar de heer Vermeer ook onder staat.
Tot slot wil ik me graag aansluiten bij de vragen van mevrouw Patijn. Er
zijn een aantal moties ingediend die effecten hebben op de portefeuille
van de staatssecretaris van Financiën. Ik zou graag voor de stemmingen
een brief daarover ontvangen, zodat wij weten waarover we stemmen.
De voorzitter:
Dank. We hebben de naam van de heer Vermeer meteen toegevoegd aan de
motie. Dat kon omdat het tijdens de inbreng al gemeld werd.
Dat waren de leden in hun termijn. Er zijn elf moties ingediend. Nee,
twaalf. Sorry, het zijn er altijd meer dan ik denk. We gaan tien minuten
schorsen. Dan heeft de minister even de tijd. Over tien minuten krijgen
we een appreciatie op de twaalf moties. We zijn even geschorst.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het
tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie. We
zijn toe aan de termijn van de regering. Ik geef het woord aan de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Minister Paul:
Voorzitter, dank u wel. Ik begin met de motie op stuk nr. 1289 van de
heer Ergin. Die motie apprecieer ik namens mijn collega Heijnen, de
staatssecretaris van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane. Namens hem
apprecieer ik deze motie en moet ik deze ontraden. Ik heb overigens ook
gehoord dat zowel mevrouw Patijn als mevrouw Martens naar aanleiding van
deze motie vroegen om een brief van de staatssecretaris. Ik breng dat
verzoek uiteraard over. Ik zal daarbij benadrukken dat die brief er voor
de stemmingen moet komen, omdat er nogal wat implicaties zijn. Ik heb
begrepen dat de Kamer dat eerst goed op een rijtje gezet wil zien. De
motie op stuk nr. 1289 wordt ontraden.
De motie op stuk nr. 1290, ook van de heer Ergin, wordt ontraden.
De motie op stuk nr. 1291 van de heer Ergin is ontijdig. Op dit moment
laat SZW onderzoek uitvoeren naar de aard en omvang van
zwangerschapsdiscriminatie. De resultaten daarvan kan ik begin volgend
jaar met uw Kamer delen. Ten aanzien van discriminatie van vrouwen met
een hoofddoek loopt er op dit moment een onderzoek van de Radboud
Universiteit in samenwerking met de NCDR. Daarbij is er een handreiking
gemaakt voor werkgevers. Hierover worden begin 2026 rondetafelgesprekken
gevoerd met werkgevers. Ik wil graag de opbrengsten van die gesprekken
afwachten. Deze motie is dus ontijdig.
De voorzitter:
In principe wordt eerst aan de indiener gevraagd om de motie aan te
houden, voordat het oordeel "ontijdig" wordt gegeven. Ik zie de heer
Ergin nee schudden.
Minister Paul:
Oké, dan moet ik de motie ontraden.
De voorzitter:
Dan wordt de motie op stuk nr. 1291 ontraden.
Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1292 van de heer Ergin krijgt oordeel Kamer. We
kunnen deze motie uitvoeren binnen het Offensief Gelijke Kansen.
De motie op stuk nr. 1293 is van de heer Vermeer. Ik zou willen vragen
of de heer Vermeer de motie wil aanhouden. Op dit moment heeft de sector
een rechtszaak aangespannen tegen de Staat. Die zaak loopt op dit moment
in hoger beroep. Tegen die achtergrond is het niet gebruikelijk om
diepgaand met elkaar in gesprek te gaan. Wat mij betreft is de motie
ontijdig.
De voorzitter:
De heer Vermeer.
De heer Vermeer (BBB):
Ik heb dit ook nog gecheckt bij de sector zelf. Die ontkent dat er
sprake is van een rechtszaak op dit moment. Men zegt dat er niets
aanhangig is gemaakt of onder de rechter ligt en dat er geen juridische
procedure is. Als dat toch zo is, dan wil ik voor de stemmingen heel
graag een brief waarin staat om welke rechtszaak het gaat, met het
nummer erbij dat het bij de rechtbank heeft. Volgens onze informatie is
het namelijk niet aan de orde. Dat is wellicht de enige reden om deze
motie te kunnen ontraden, dus het is voor ons essentieel om dat voor de
stemmingen te weten.
Minister Paul:
Dat snap ik. Ik heb heel andere informatie. Ik zal kort terugkomen op
het verzoek van de heer Vermeer.
De voorzitter:
Op dit moment is het oordeel "ontijdig"?
Minister Paul:
Ja.
Dan de motie op stuk nr. 1294 van de heer Vermeer. Die kan ik oordeel
Kamer geven. Het is een onderzoeksmotie. Ik vind het daarbij belangrijk
om te benadrukken dat de handhaving op de kwalificatie van
arbeidsrelaties voor de loonheffingen hoort bij het beleidsterrein van
mijn collega, de staatssecretaris van Financiën. Daarom apprecieer ik de
motie namens hem. We kunnen dit onderzoek doen en erover rapporteren in
de voortgangsbrief zzp, die in november naar uw Kamer komt.
De voorzitter:
De heer Vermeer knikt instemmend.
Minister Paul:
Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 1295, ingediend door mevrouw Patijn,
inzake het opnemen van een minimumbedrag voor het ouderschaps- en
geboorteverlof. Die motie is overbodig. De mogelijkheden om een
minimumbedrag aan te brengen in de uitkering van het aanvullend
geboorteverlof en het betaald ouderschapsverlof zijn reeds onderzocht.
Over deze mogelijkheden is uw Kamer geïnformeerd in de brief Scenario's
vereenvoudiging verlofstelsel. Het betreft de scenario's 5a tot en met
5c in de bijlage bij deze brief.
Dan de motie op stuk nr. 1296, ingediend door mevrouw Saris, over de
SLIM-regeling in relatie tot de regionale scholingsfondsen. Deze motie
kan ik oordeel Kamer geven als ik de motie mag lezen als een vraag om na
te gaan of en hoe een regionaal scholingsfonds een collectieve aanvraag
voor een SLIM-scholingssubsidie kan indienen. Ik ga er dan wel van uit,
zoals ik ook in het debat heb aangegeven, dat in dat fonds werkgevers en
werknemers, dus die paritaire vertegenwoordiging, betrokken zijn. Een
terugkoppeling hierover kan ik geven in de LLO-brief die ik heb
toegezegd voor het einde van het jaar.
De voorzitter:
Mevrouw Saris knikt instemmend.
Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1297, ingediend door mevrouw Saris, is ontijdig. In
het ibo dat op 11 juni naar uw Kamer is gestuurd, is een heel breed
pakket aan maatregelen geschetst. We zullen daar voor het einde van het
jaar op terugkomen. De maatregelen die in de motie genoemd worden,
vragen om fundamentele keuzes en maatregelen, die ook verregaande
budgettaire gevolgen hebben. Daar kan ik nu niet op vooruitlopen.
De voorzitter:
Nog even de vraag aan mevrouw Saris of zij de motie wil aanhouden. Dat
is niet het geval. Dan blijft het oordeel "ontijdig" staan.
Minister Paul:
Ja.
De voorzitter:
Heel goed. Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 1298.
Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1298, van mevrouw Saris, moet ik ontraden.
De motie op stuk nr. 1299, van de heer Flach, moet ik ook
ontraden.
De motie op stuk nr. 1300, van mevrouw Martens-America c.s., kan ik
oordeel Kamer geven. Het is goed om te noemen dat we samen met de
ministeries van VWS en Financiën en de Belastingdienst in gesprek zijn
met partijen in deze sector. We maken hier dus werk van.
Voorzitter, dat waren de moties.
De voorzitter:
Heel hartelijk dank aan de minister en aan de leden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Vannacht gaan we stemmen over de ingediende moties. Nu gaan we tot 13.30
uur schorsen voor de lunchpauze.
De vergadering wordt van 12.40 uur tot 13.30 uur geschorst.