[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en Arbeidsmarktdiscriminatie (CD 24/9) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D43373, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 13:06, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie

Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie (CD d.d. 24/09).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie. Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom. We hadden net een kort onderonsje. Uniek aan deze minister is dat ze in korte tijd drie keer is herbenoemd in een andere rol in het kabinet, en deze ook weer met verve oppakt. We gaan luisteren naar een aantal leden van de Kamer. Er hebben zich er zeven ingeschreven, waarvan zes hun termijn willen gebruiken. Als eerste geef ik het woord aan de heer Ergin. Hij voert het woord namens de fractie DENK.

De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. Ik heb vier moties. Motie één.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium is opgeheven en de Kamer via motie (31311, nr. 264) heeft verzocht om te voorzien in een "zachte landing" met betrekking tot de handhaving;

overwegende dat er veel onduidelijkheid en onrust is onder zzp'ers en opdrachtgevers, waardoor veel opdrachtgevers preventief afzien van samenwerking met zelfstandigen, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is;

verzoekt de regering de handhavingsstrategie "zachte landing", waarbij de menselijke maat en risicogerichte handhaving centraal staan, te verlengen tot eind 2026,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin, Flach en Vijlbrief.

Zij krijgt nr. 1289 (29544).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Actieplan Arbeidsmarktdiscriminatie afloopt en het Offensief Gelijke Kansen is aangekondigd;

constaterende dat met het Offensief Gelijke kansen is gekozen voor een stimulerende benadering zonder duidelijke normen;

overwegende dat de twaalf normen van het College voor de Rechten van de Mens aantoonbaar bijdragen aan een effectieve aanpak;

verzoekt de regering de twaalf normen over te nemen en een manier te vinden om de Arbeidsinspectie deze te laten naleven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1290 (29544).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat 43% van de werkende vrouwen te maken heeft met zwangerschapsdiscriminatie;

overwegende dat de aanpak in het Offensief Gelijke kansen omtrent zwangerschapsdiscriminatie onvoldoende is;

verzoekt de regering de aanpak tegen zwangerschapsdiscriminatie te intensiveren;

verzoekt de regering tevens de aanpak van discriminatie tegen vrouwen met een hoofddoek op gelijke schaal te intensiveren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1291 (29544).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat eerdere actieplannen en maatregelen nauwelijks hebben geleid tot een afname van arbeidsmarktdiscriminatie;

constaterende dat het Offensief Gelijke kansen grotendeels inzet op samenwerking met welwillende werkgevers, terwijl de aanpak richting niet-welwillende werkgevers ontbreekt;

overwegende dat zonder heldere normen en handhaving de kans groot is dat ook dit offensief onvoldoende effectief zal zijn;

verzoekt de regering om vooraf concrete meetbare doelen vast te stellen voor het Offensief Gelijke kansen, en de Kamer jaarlijks te rapporteren over de resultaten en de bereikte daling van arbeidsmarktdiscriminatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ergin.

Zij krijgt nr. 1292 (29544).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Vermeer. Zoals bekend is de heer Vermeer lid van de fractie van de BBB. Namens die fractie voert hij het woord.

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Fijn dat u weer terug bent.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Aziatische horeca in Nederland met een omzet van 1,8 miljard en 40.000 arbeidsplaatsen een factor van betekenis is voor de Nederlandse economie;

overwegende dat de sector sinds 1 juli 2024 geen specifieke culinaire functie-eisen meer mag stellen bij de werving en daardoor geen specialiteitenkoks met unieke ervaring uit Azië mag aantrekken;

overwegende dat dit leidt tot een tekort aan specialiteitenkoks en een significante omzetdaling, waardoor bijna twee derde van de ondernemers overweegt om hun deuren te sluiten;

overwegende dat de sector aangegeven heeft bereid te zijn om nieuwe afspraken met de overheid te maken over circulaire arbeidsmigratie, waarbij er geen sprake meer zal zijn van het bereiken van een arbeidsvrije status en derhalve van nationalisatie en/of gezinshereniging, en over invoering van horizontaal toezicht om misstanden uit te sluiten;

verzoekt de regering om spoedig met de sector in gesprek te gaan om een oplossing te vinden voor de acute problemen in de sector en een duurzame oplossing te verkennen op basis van nul nettomigratie en horizontaal toezicht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Vermeer.

Zij krijgt nr. 1293 (29544).

De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Ik heb een beetje een lange motie. Vanwege mijn kortademigheid hoop ik dat ik hem gewoon rustig voor mag lezen.

De voorzitter:
Ja.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers) onvoldoende duidelijkheid ervaren over hun positie vanwege uitblijvende wetgeving;

overwegende dat de inzet van zzp'ers van vitaal belang is voor het functioneren van de Nederlandse economie, in het bijzonder in sectoren als zorg, onderwijs en IT;

overwegende dat het huidige handhavingsbeleid mogelijk leidt tot onzekerheid bij bonafide ondernemers, terwijl schijnzelfstandigheid en misbruik wel moeten worden aangepakt;

overwegende dat duidelijkheid belangrijk is om opdrachtgevers en zelfstandigen helderheid te geven;

verzoekt het kabinet te onderzoeken hoe de handhaving door de Belastingdienst zodanig kan worden ingericht dat deze zich uitsluitend richt op structureel misbruik en schijnzelfstandigheid, met prioriteit bij kwetsbare situaties, en er geen jacht wordt gemaakt op bonafide ondernemers;

verzoekt het kabinet te onderzoeken of een verlenging van de zachte landing met één jaar nodig en wenselijk is, en hier voor het kerstreces over te rapporteren;

verzoekt het kabinet om te onderzoeken op welke wijze de communicatie richting zzp'ers en opdrachtgevers kan worden verbeterd, zodat zij vooraf weten waar zij aan toe zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vermeer en Rikkers-Oosterkamp.

Zij krijgt nr. 1294 (29544).

De heer Vermeer (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Mevrouw Martens-America, ik sta eigenlijk geen onderlinge interrupties toe; dat is het herfstregime. Sorry, maar dat is vandaag de regel. Mevrouw Patijn gaat het woord voeren namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb de specifieke vraag aan de voorzitter om goed inzicht te geven in wat de gevolgen zouden zijn van het verlengen van de zachte landing. Ik zou ook graag een appreciatie van de staatssecretaris van Financiën in een brief krijgen.

De voorzitter:
Dit verzoek is aan de minister, en niet aan de voorzitter.

Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Excuus, voorzitter. Dat is een fout van mijn kant. We zien te vaak dat juist mensen met lagere inkomens op dit moment in de knel komen. Wij hebben het bij de Algemene Financiële Beschouwingen uitgebreid over de buffelboete gehad. Daar zullen wij ons tegen blijven verzetten. Maar deze geldt ook in verlofregelingen en daarom heb ik één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SER aanbeveelt een bodem in te voeren bij de betaling van ouderschapsverlof en geboorteverlof;

overwegende dat uit evaluaties blijkt dat partners met een laag inkomen nu financieel in de knel komen wanneer zij verlof opnemen en daarom geen verlof kunnen opnemen, waardoor de regeling alleen gebruikt wordt door mensen met hogere inkomens;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe een minimumbedrag opgenomen kan worden in het ouderschaps- en geboorteverlof, zodat mensen met een lager inkomen ook gebruik kunnen maken van de verlofregelingen, en de Kamer hierover voor de zomer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Patijn en Saris.

Zij krijgt nr. 1295 (29544).

Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Saris. Zij spreekt namens Nieuw Sociaal Contract. Gaat uw gang.

Mevrouw Saris (NSC):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de SLIM-regeling nu uitgaat van collectieve aanvragen vanuit sectoren, waardoor regionale scholingsfondsen geen hoofdaanvrager kunnen zijn;

overwegende dat regionale scholingsfondsen zoals het Twents Fonds en Opijver een significante bijdrage leveren aan het terugdringen van het onbenut arbeidspotentieel en het stimuleren van een leercultuur;

overwegende dat veel partijen nu afzien van een aanvraag bij de SLIM-regeling vanwege de complexiteit en het ontbreken van (financiële) zekerheid over de borging;

verzoekt de regering de SLIM-regeling zo aan te passen dat regionale scholingsfondsen ook gebruik kunnen maken van de subsidie als hoofdaanvrager,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Saris en Patijn.

Zij krijgt nr. 1296 (29544).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het ibo Wat werkt voor de toekomst een samenhangend pakket aanreikt;

overwegende dat er, om aan een migratiesaldo te voldoen, meer grip op arbeidsmigratie nodig is via selectieve en gerichte toelating;

verzoekt de regering om uiterlijk 1 december 2025 een samenhangend maatregelenpakket aan de Kamer voor te leggen dat de afhankelijkheid van arbeidsmigratie substantieel vermindert, met ten minste:

  • opties tot verhoging van het minimumloon in laagbetaalde segmenten;

  • het sluiten van registratielekken zoals de BRP/RNI-adresverificatie en de versterking van Wtta-registratie en -handhaving;

  • selectievere toelating buiten de EU door een beperkte tekortberoepenlijst en hogere loonondergrens op functieniveau;

  • krachtige handhaving en gerichte sancties in risicosectoren (inclusief inleenverbod bij recidive),

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Saris en Patijn.

Zij krijgt nr. 1297 (29544).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ETK, de 30%-regeling, de netto-inkomens van kennismigranten fors verhoogt en daarmee de concurrentiepositie van Nederlandse werknemers en starters op de woningmarkt onder druk kan zetten;

verzoekt de regering om uiterlijk 1 december 2025 een wetsvoorstel voor te leggen waarin de 30%-regeling wordt versoberd, wordt beperkt tot erkende jaarlijks te actualiseren tekortberoepen, wordt afgebouwd in maximaal drie jaar met een inkomensplafond, alleen geldt bij BRP-inschrijving met adresverificatie en wordt voorzien van een regionale capaciteitstoets voor toekenning in oververhitte gebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Saris.

Zij krijgt nr. 1298 (29544).

Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Flach. Hij voert het woord namens de Staatkundig Gereformeerde Partij, SGP. Gaat uw gang.

De heer Flach (SGP):
Dank, voorzitter. Ik zal proberen het gemiddelde aantal moties per fractie wat naar beneden te brengen; ik heb er slechts één.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aangenomen motie-Stoffer c.s. (36546, nr. 65) verzocht een voorstel te doen voor een samenhangende jeugd- en gezinsaanpak;

constaterende dat de aangenomen motie-Flach c.s. (36410, nr. 97) verzocht mogelijkheden voor de positie van het gezinsbeleid in kaart te brengen en belemmeringen voor (aanstaande) ouders weg te nemen, maar dat de regering in reactie hierop enkel bestaande maatregelen benoemt;

overwegende dat het advies van de Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd en het gezinsonderzoek van het Verwey-Jonker Instituut het belang van integraal gezinsbeleid en aanvullende maatregelen hiervoor hebben onderstreept;

spreekt uit dat een toekomstig kabinet werk moet maken van integraal jeugd- en gezinsbeleid;

verzoekt de regering concrete beleidsopties hiervoor voor te bereiden met oog op een volgend kabinet, daarbij de aanbevelingen uit genoemde rapporten te betrekken en voorstellen te doen voor versterking van de interdepartementale, integrale aanpak rondom jeugd en gezinnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Flach, Ceder en Saris.

Zij krijgt nr. 1299 (29544).

Hartelijk dank. Dan gaan we luisteren naar de heer Thiadens. Nee, die heeft nul minuten. Dan tot slot, mevrouw Martens-America. Zij mag namens de VVD het woord voeren.

Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium is opgeheven;

overwegende dat er veel onduidelijkheid en onrust is onder opdrachtgevers van zzp'ers in de zorg, waardoor veel opdrachtgevers preventief afzien van samenwerking met zzp'ers, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is;

overwegende dat de impact van het uitsluiten van zzp'ers in de zorg voor verschillende sectoren, zoals huisartsen en spoedzorg, grote onzekerheden en gaten in roosters gaat opleveren;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk de effecten van het huidig wettelijk kader, de handhaving hierop en de conceptwet-Vbar op de zorgsector te analyseren en te komen tot maatregelen om deze cruciale sector de ruimte te blijven geven om te werken met zelfstandigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America, Vijlbrief, Flach en Vermeer.

Zij krijgt nr. 1300 (29544).

Mevrouw Martens-America (VVD):
En ik zie de heer Vermeer enthousiast zwaaien, dus ik zal straks een aangepaste motie indienen, waar de heer Vermeer ook onder staat.

Tot slot wil ik me graag aansluiten bij de vragen van mevrouw Patijn. Er zijn een aantal moties ingediend die effecten hebben op de portefeuille van de staatssecretaris van Financiën. Ik zou graag voor de stemmingen een brief daarover ontvangen, zodat wij weten waarover we stemmen.

De voorzitter:
Dank. We hebben de naam van de heer Vermeer meteen toegevoegd aan de motie. Dat kon omdat het tijdens de inbreng al gemeld werd.

Dat waren de leden in hun termijn. Er zijn elf moties ingediend. Nee, twaalf. Sorry, het zijn er altijd meer dan ik denk. We gaan tien minuten schorsen. Dan heeft de minister even de tijd. Over tien minuten krijgen we een appreciatie op de twaalf moties. We zijn even geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortzetting van het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid en arbeidsmarktdiscriminatie. We zijn toe aan de termijn van de regering. Ik geef het woord aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Minister Paul:
Voorzitter, dank u wel. Ik begin met de motie op stuk nr. 1289 van de heer Ergin. Die motie apprecieer ik namens mijn collega Heijnen, de staatssecretaris van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane. Namens hem apprecieer ik deze motie en moet ik deze ontraden. Ik heb overigens ook gehoord dat zowel mevrouw Patijn als mevrouw Martens naar aanleiding van deze motie vroegen om een brief van de staatssecretaris. Ik breng dat verzoek uiteraard over. Ik zal daarbij benadrukken dat die brief er voor de stemmingen moet komen, omdat er nogal wat implicaties zijn. Ik heb begrepen dat de Kamer dat eerst goed op een rijtje gezet wil zien. De motie op stuk nr. 1289 wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 1290, ook van de heer Ergin, wordt ontraden.

De motie op stuk nr. 1291 van de heer Ergin is ontijdig. Op dit moment laat SZW onderzoek uitvoeren naar de aard en omvang van zwangerschapsdiscriminatie. De resultaten daarvan kan ik begin volgend jaar met uw Kamer delen. Ten aanzien van discriminatie van vrouwen met een hoofddoek loopt er op dit moment een onderzoek van de Radboud Universiteit in samenwerking met de NCDR. Daarbij is er een handreiking gemaakt voor werkgevers. Hierover worden begin 2026 rondetafelgesprekken gevoerd met werkgevers. Ik wil graag de opbrengsten van die gesprekken afwachten. Deze motie is dus ontijdig.

De voorzitter:
In principe wordt eerst aan de indiener gevraagd om de motie aan te houden, voordat het oordeel "ontijdig" wordt gegeven. Ik zie de heer Ergin nee schudden.

Minister Paul:
Oké, dan moet ik de motie ontraden.

De voorzitter:
Dan wordt de motie op stuk nr. 1291 ontraden.

Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1292 van de heer Ergin krijgt oordeel Kamer. We kunnen deze motie uitvoeren binnen het Offensief Gelijke Kansen.

De motie op stuk nr. 1293 is van de heer Vermeer. Ik zou willen vragen of de heer Vermeer de motie wil aanhouden. Op dit moment heeft de sector een rechtszaak aangespannen tegen de Staat. Die zaak loopt op dit moment in hoger beroep. Tegen die achtergrond is het niet gebruikelijk om diepgaand met elkaar in gesprek te gaan. Wat mij betreft is de motie ontijdig.

De voorzitter:
De heer Vermeer.

De heer Vermeer (BBB):
Ik heb dit ook nog gecheckt bij de sector zelf. Die ontkent dat er sprake is van een rechtszaak op dit moment. Men zegt dat er niets aanhangig is gemaakt of onder de rechter ligt en dat er geen juridische procedure is. Als dat toch zo is, dan wil ik voor de stemmingen heel graag een brief waarin staat om welke rechtszaak het gaat, met het nummer erbij dat het bij de rechtbank heeft. Volgens onze informatie is het namelijk niet aan de orde. Dat is wellicht de enige reden om deze motie te kunnen ontraden, dus het is voor ons essentieel om dat voor de stemmingen te weten.

Minister Paul:
Dat snap ik. Ik heb heel andere informatie. Ik zal kort terugkomen op het verzoek van de heer Vermeer.

De voorzitter:
Op dit moment is het oordeel "ontijdig"?

Minister Paul:
Ja.

Dan de motie op stuk nr. 1294 van de heer Vermeer. Die kan ik oordeel Kamer geven. Het is een onderzoeksmotie. Ik vind het daarbij belangrijk om te benadrukken dat de handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties voor de loonheffingen hoort bij het beleidsterrein van mijn collega, de staatssecretaris van Financiën. Daarom apprecieer ik de motie namens hem. We kunnen dit onderzoek doen en erover rapporteren in de voortgangsbrief zzp, die in november naar uw Kamer komt.

De voorzitter:
De heer Vermeer knikt instemmend.

Minister Paul:
Heel goed. Dan de motie op stuk nr. 1295, ingediend door mevrouw Patijn, inzake het opnemen van een minimumbedrag voor het ouderschaps- en geboorteverlof. Die motie is overbodig. De mogelijkheden om een minimumbedrag aan te brengen in de uitkering van het aanvullend geboorteverlof en het betaald ouderschapsverlof zijn reeds onderzocht. Over deze mogelijkheden is uw Kamer geïnformeerd in de brief Scenario's vereenvoudiging verlofstelsel. Het betreft de scenario's 5a tot en met 5c in de bijlage bij deze brief.

Dan de motie op stuk nr. 1296, ingediend door mevrouw Saris, over de SLIM-regeling in relatie tot de regionale scholingsfondsen. Deze motie kan ik oordeel Kamer geven als ik de motie mag lezen als een vraag om na te gaan of en hoe een regionaal scholingsfonds een collectieve aanvraag voor een SLIM-scholingssubsidie kan indienen. Ik ga er dan wel van uit, zoals ik ook in het debat heb aangegeven, dat in dat fonds werkgevers en werknemers, dus die paritaire vertegenwoordiging, betrokken zijn. Een terugkoppeling hierover kan ik geven in de LLO-brief die ik heb toegezegd voor het einde van het jaar.

De voorzitter:
Mevrouw Saris knikt instemmend.

Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1297, ingediend door mevrouw Saris, is ontijdig. In het ibo dat op 11 juni naar uw Kamer is gestuurd, is een heel breed pakket aan maatregelen geschetst. We zullen daar voor het einde van het jaar op terugkomen. De maatregelen die in de motie genoemd worden, vragen om fundamentele keuzes en maatregelen, die ook verregaande budgettaire gevolgen hebben. Daar kan ik nu niet op vooruitlopen.

De voorzitter:
Nog even de vraag aan mevrouw Saris of zij de motie wil aanhouden. Dat is niet het geval. Dan blijft het oordeel "ontijdig" staan.

Minister Paul:
Ja.

De voorzitter:
Heel goed. Dan gaan we door naar de motie op stuk nr. 1298.

Minister Paul:
De motie op stuk nr. 1298, van mevrouw Saris, moet ik ontraden.

De motie op stuk nr. 1299, van de heer Flach, moet ik ook ontraden.

De motie op stuk nr. 1300, van mevrouw Martens-America c.s., kan ik oordeel Kamer geven. Het is goed om te noemen dat we samen met de ministeries van VWS en Financiën en de Belastingdienst in gesprek zijn met partijen in deze sector. We maken hier dus werk van.

Voorzitter, dat waren de moties.

De voorzitter:
Heel hartelijk dank aan de minister en aan de leden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Vannacht gaan we stemmen over de ingediende moties. Nu gaan we tot 13.30 uur schorsen voor de lunchpauze.

De vergadering wordt van 12.40 uur tot 13.30 uur geschorst.