Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel van 13-14 oktober 2025 (CD 29/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D43378, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 13:11, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-10-02 20:30: Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel van 13-14 oktober 2025 (CD 29/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Raad Buitenlandse Zaken Handel d.d. 13-14 oktober 2025
Raad Buitenlandse Zaken Handel d.d. 13-14 oktober 2025
Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken
Handel d.d. 13-14 oktober 2025 (CD d.d. 29/09).
De voorzitter:
Ik heropen. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Aan de orde is het
tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken Handel 13-14 oktober 2025. Het
commissiedebat vond plaats op 29 september. Er zijn vijf sprekers van de
zijde van de Kamer. Als eerste de heer Paternotte. Het woord is aan hem.
En het herfstregime geldt nog steeds, meneer Van Campen!
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Raad naar verwachting in november zal
besluiten over het instemmen met het EU-Mercosur-handelsakkoord;
overwegende dat dit akkoord kansen biedt om de groeiende invloed van
China in de regio te beperken en tegelijkertijd de toegang tot kritieke
grondstoffen te versterken;
overwegende dat deze grondstoffen van essentieel belang zijn voor onze
defensie- en energiesector en daarmee voor de strategische
soevereiniteit van Nederland en de Europese Unie;
verzoekt de regering om positief te besluiten en in te stemmen met het
EU-Mercosur-handelsakkoord wanneer het voorligt in de Raad,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte, Van Campen en De
Korte.
Zij krijgt nr. 3254 (21501-02).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet voorbereidingen treft voor een nationaal
verbod op handel met illegale nederzettingen;
overwegende dat dit verbod pas effect heeft zodra het wettelijk is
ingevoerd;
verzoekt het kabinet om, in afwachting van de invoering van het verbod,
Nederlandse bedrijven die handelen met illegale nederzettingen proactief
te benaderen en hen te ontmoedigen dergelijke handel voort te
zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Hirsch.
Zij krijgt nr. 3255 (21501-02).
Mevrouw Hirsch, GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. De Kamer heeft vaak gedebatteerd over het lng-project in
Mozambique. Daar is in 2021 een dodelijke aanslag gepleegd en er heerst
nog steeds grote onveiligheid. De Kamer is medegedeeld dat Nederlandse
publieke steun aan dit project stilligt terwijl er een onafhankelijk
onderzoek en een herbeoordeling gaande zijn. Met grote verbazing lazen
we deze week dan ook in beantwoording op schriftelijke vragen dat er
sprake is van een nog lopende exportpolis. Ik ontvang graag van het
kabinet een feitenrelaas en een tijdlijn over de besluitvorming vanaf de
toekenning van de verzekering aan Van Oord in 2021 tot nu. Verder heb ik
over dit onderwerp een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland publieke exportsteun verleent aan een
omstreden gasproject in Mozambique;
constaterende dat ondanks de mededeling dat steun was gepauzeerd, een
exporteurspolis is blijven doorlopen, terwijl een herbeoordeling en
onafhankelijk onderzoek gaande zijn;
verzoekt de regering de rechtmatigheid van de lopende exporteurspolis
onafhankelijk te laten onderzoeken en dit onderzoek te delen met de
Kamer;
verzoekt de regering geen besluit te nemen over hervatting van de
financieringspolis tot na een debat met de nieuwe Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hirsch, Teunissen en Van der
Lee.
Zij krijgt nr. 3256 (21501-02).
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
En dan nog eentje, over een ander onderwerp.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de EU en Indonesië een handelsakkoord (CEPA) hebben
bereikt waarin fundamentele arbeidsrechten afdwingbaar zijn;
overwegende dat het eerdere impactassessment verouderd is, en nieuwe
wetgeving, zoals de Job Creation Act, zorgen oproept bij de ILO en het
Indonesische hof over schending van arbeidsrechten;
verzoekt de regering bij de Europese Commissie aan te dringen op een
onafhankelijke evaluatie van de mensen- en arbeidsrechtensituatie in
Indonesië, en te komen met een bindende routekaart met meetbare
indicatoren voor verbetering binnen CEPA,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Hirsch.
Zij krijgt nr. 3257 (21501-02).
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Mevrouw De Korte, NSC.
Mevrouw De Korte (NSC):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb nog een motie over cyberveiligheid. Daar
heb ik het laatste halfjaar veel moties over ingediend, want daar maken
we ons als NSC zorgen over. Dus hierbij de motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie en Zuid-Korea een
digitalehandelsovereenkomst hebben gesloten;
overwegende dat cyberveiligheid een essentiële voorwaarde is voor het
veilig functioneren van de digitale handel en de bescherming van
persoonsgegevens;
overwegende dat grensoverschrijdende datastromen het risico op digitale
dreigingen en kwetsbaarheden vergroten en het belangrijk is dat Europese
en Nederlandse normen voor cybersecurity en databescherming gewaarborgd
blijven;
verzoekt de regering zich binnen de Europese Raad in te zetten voor
stevige cybersecuritybepalingen bij de implementatie van de
digitalehandelsovereenkomsten zoals die met Zuid-Korea,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Korte.
Zij krijgt nr. 3258 (21501-02).
Mevrouw De Korte (NSC):
Hierbij wil ik iedereen hartelijk bedanken voor de prettige
samenwerking.
De voorzitter:
De heer Van Campen van de VVD ziet af van zijn spreektijd. Daarmee was
mevrouw De Korte de laatste spreekster van de zijde van de Kamer.
Dan schors ik ... U wilt vijf minuten, staatssecretaris? Nou, vooruit
dan maar. Ik schors vijf minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Als de staatssecretaris kort en puntig door de moties heen gaat, zijn we
over vijf minuten klaar. Het woord is aan haar.
Staatssecretaris De Vries:
Dat hoop ik. Dan kan mijn collega als laatste ook aan de slag,
voorzitter.
Allereerst de motie op stuk nr. 3254 van de heer Paternotte, mevrouw De
Korte en de heer Van Campen. Die vraagt de regering om positief te
besluiten over het Mercosur-verdrag. In het commissiedebat hebben we
hier natuurlijk uitgebreid over gesproken. Ik heb ook aangegeven dat wij
nog met een kabinetsreactie komen. Wat mij betreft is deze motie dus
ontijdig. O, ik zie dat de heer Paternotte al weg is.
Dan de motie op stuk nr. 3255 van de heer Paternotte en mevrouw Hirsch.
Daarin wordt de regering verzocht om in afwachting van de invoering van
het verbod Nederlandse bedrijven die handelen met illegale
nederzettingen, proactief te benaderen. Er wordt inderdaad hard gewerkt
aan dat nationale verbod op invoer uit illegale nederzettingen. Zoals ik
in de Kamer tijdens het commissiedebat heb aangegeven, is er al
ontmoedigingsbeleid. Wat mij betreft is deze motie dus overbodig.
De heer Paternotte (D66):
Kan de staatssecretaris uitleggen wat het kabinet dan precies doet in
het kader van dat ontmoedigingsbeleid? Ik sprak laatst bijvoorbeeld een
bedrijf dat daar activiteiten ontplooit, maar dat merkt daar niets
van.
Staatssecretaris De Vries:
Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt
actiever aandacht gevraagd voor het feit dat wij dit ontmoedigen. Er
worden ook sessies georganiseerd, en daar worden ook bedrijven voor
uitgenodigd.
De voorzitter:
Prima. De motie op stuk nr. 3256.
Staatssecretaris De Vries:
Voordat ik op die motie inga: ik had ook nog een vraag van mevrouw
Hirsch over het feitenrelaas. Dat gaat over het gasproject in
Mozambique. Het lijkt mij prima om op een rijtje te zetten wat de feiten
zijn geweest en welke beslismomenten er in de afgelopen periode zijn
geweest. Ik heb daar al een brief over toegezegd. Daar zullen we dit in
meenemen.
Dan de motie op stuk nr. 3256 van de leden Hirsch, Teunissen en Van der
Lee.
Voorzitter, dit was een vraag. Ik kom nu terecht bij de motie van
mevrouw Hirsch over dat ekv-project.
De voorzitter:
Maar de vraag werd niet geapprecieerd.
Staatssecretaris De Vries:
O! Dat mag ook. Maar dat vind ik wel jammer, zeker van de heer Van
Campen, voorzitter.
De motie op stuk nr. 3256 van de leden Hirsch, Teunissen en Van der Lee
verzoekt de regering om de rechtmatigheid van een lopende
exporteurspolis onafhankelijk te laten onderzoeken en het onderzoek met
de Kamer te delen, en om geen besluit te nemen over een hervatting van
de financieringspolis tot na een debat met de nieuwe Kamer. Die motie
moet ik ontraden. We hebben met elkaar afgesproken dat het kabinet of de
betrokken ministeries de besluiten nemen en dat wouden we graag zo
houden.
De voorzitter:
Eén korte vraag van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij hebben we met elkaar afgesproken dat er een onafhankelijk
onderzoek komt, dat dit met Kamer gedeeld wordt en dat op basis daarvan
een debat wordt gevoerd. Ik snap dus niet helemaal wat de
staatssecretaris hier nu zegt. Bovendien worden wij geconfronteerd met
een nieuw feit. Er is namelijk wel degelijk een lopende
exportverzekering en dat is nog nooit eerder aan de Kamer meegedeeld.
Wij vragen ons echt oprecht af hoe het kan dat het kabinet zich op dit
moment zo ontzettend tegenspreekt.
Staatssecretaris De Vries:
Er loopt inderdaad een onafhankelijk onderzoek. Dat is u toegezegd. Dat
wordt ook met de Kamer gedeeld. Over de manier waarop dat is gegaan met
de financieringspolis en de exportpolis heb ik al een brief toegezegd
aan de Tweede Kamer, maar dit vraagt om iets anders. Dit vraagt om het
aanpassen van het hele besluitvormingsproces rondom polissen, en dat is
niet wat het kabinet voorstaat.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 3257.
Staatssecretaris De Vries:
De motie op stuk nr. 3257 is ook van mevrouw Hirsch van de PvdA. Die
gaat over het CEPA-verdrag met Indonesië. De motie vraagt om weer een
sustainability impact assessment uit te voeren. Ik ontraad deze motie.
De Commissie heeft het besluit genomen en is een overeenkomst aangegaan.
Uw Kamer ontvangt nog een kabinetsappreciatie van het conceptakkoord
alvorens Nederland een definitieve positie inneemt in de Raad. Daarbij
wegen wij alle zaken rondom duurzaamheid en dat soort zaken mee.
De voorzitter:
Eén vraag van mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Even een persoonlijk feit: het is GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Staatssecretaris De Vries:
Excuus.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
De motie gaat niet over de appreciatie van het verdrag zelf, maar stelt
dat er in dat verdrag bindende afspraken zijn gemaakt op het gebied van
arbeidsrechten. Wij willen optimaal gebruikmaken van die mogelijkheid
door nu alvast te kijken waar we winstpunten kunnen pakken als het gaat
om de samenwerking met Indonesië, zodat we op het moment dat CEPA
getekend is, zo snel mogelijk aan de slag kunnen gaan met het verbeteren
van mensenrechten en arbeidsrechten. Het heeft niet te maken met de
appreciatie van het verdrag zelf.
Staatssecretaris De Vries:
Er is door de Europese Commissie ook al een Sustainability Impact
Assessment gedaan. Wij willen niet aan de voorkant nieuwe eisen gaan
stellen aan Indonesië terwijl de onderhandelingen zijn afgerond en er
een set afspraken ligt, ook over bijvoorbeeld de arbeidsstandaarden.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 3258. We doen één vraag per motie, mevrouw
Hirsch.
Staatssecretaris De Vries:
Dan de motie op stuk nr. 3258 van mevrouw De Korte. Die gaat over
cybersecurity en databescherming in digitale handelsovereenkomsten. Als
ik de motie zo mag interpreteren dat dit in algemene zin wordt benoemd,
dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Als die heel specifiek over het
Koreaverdrag gaat, dan is dat niet het geval. Ik kijk even naar mevrouw
De Korte.
De voorzitter:
Ik heb haar zien knikken, dus dat kan ik bevestigen.
Staatssecretaris De Vries:
Nou, dan krijgt die motie oordeel Kamer.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de staatssecretaris.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.