Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over de nieuwsberichten over Duitse windturbines aan de grens bij Noord-Brabant, Limburg en Gelderland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D43521, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-07 16:43, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-193).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
- Mede namens: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2025Z14249:
- Gericht aan: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Indiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2025-2026 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
193
Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de nieuwsberichten over Duitse windturbines aan de grens bij Noord-Brabant, Limburg en Gelderland (ingezonden 4 juli 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 6 oktober 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 3096
Vraag 1
Heeft u in beeld hoeveel Nederlandse huishoudens worden getroffen door dit probleem?1
Antwoord 1
De problematiek rondom de bouw van windturbines aan de grens met Duitsland is mij bekend. Omdat ik geen bevoegd gezag ben in dezen ken ik geen exacte cijfers over hoeveel huishoudens het betreft. De verantwoordelijkheid voor de lokale fysieke leefomgeving ligt in beginsel bij de medeoverheden, in dit geval bij de provincies Gelderland en Limburg en de daar gelegen gemeenten.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat de huidige gang van zaken, waarbij Nederlandse gemeentes tevergeefs hoge juridische kosten maken, onwenselijk is, en dat ingrijpen vanuit de rijksoverheid noodzakelijk is?
Antwoord 2
Om aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten van ruimtelijke plannen, zoals windturbines nabij de grens, zo goed mogelijk in beeld te brengen en buurlanden daarbij te betrekken, geldt er Europees en internationaal recht dat terug te vinden is in het Verdrag van Espoo en de EU-richtlijnen over milieueffectrapportage. Zolang dit recht gevolgd wordt, is er logischerwijs geen reden tot ingrijpen door de nationale overheid en zijn landen soeverein. Daarbij geldt dat in Nederland elke overheidslaag zijn eigen bevoegdheden heeft. Het is aan de betrokken medeoverheden, in dit geval bij provincie Gelderland en Limburg, om indien er een vermoeden is dat het Europees recht niet wordt nageleefd, hierop actie te ondernemen. Eventuele kosten die daarmee gemoeid zijn zullen dus ook onder de verantwoordelijkheid van de medeoverheden.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de impact van Duitse windturbines op Nederlandse natuurgebieden, infrastructuur (zoals de laagvliegroute van Defensie), en gezondheidsinstellingen (zoals kliniek Trajectum)?
Antwoord 3
De impact van Duitse windturbines op Nederlandse natuurgebieden, infrastructuur en gezondheidsinstellingen wordt door het betreffende Duitse bevoegde gezag beoordeeld voordat een vergunning voor een windpark wordt afgegeven. Voordat een vergunning wordt afgegeven moet zijn vastgesteld of er significant negatieve effecten op instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden zijn waarbij ook de effecten op Nederlandse gebieden worden beoordeeld. Bij de beoordeling kan het Duitse bevoegde gezag afstemming zoeken, maar de bevoegdheid om te beslissen over de doorgang van een project is aan het Duitse bevoegde gezag: elk lidstaat is immers bevoegd te beslissen over de activiteiten op het eigen soevereine grondgebied. Wel hebben (aangrenzende) lidstaten de mogelijkheid tot inspraak en de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen een dergelijk besluit. Naast de medeoverheden is er ook afstemming met Defensie.
Vraag 4
Is er volgens u sprake van schending van Europese verdragen zoals het Verdrag van Espoo en het Verdrag van Aarhus? Zo ja, kunt u ons informeren over de stappen die u neemt hieromtrent?
Antwoord 4
Nee, dat kan niet in het algemeen worden gesteld. Duitsland en Nederland zijn gebonden aan de Europese richtlijnen over de projectmerplicht en de planmerplicht. Deze zijn omgezet in nationale regelgeving en bevatten de kaders voor mer-plicht bij wind op land. Het Verdrag van Espoo is alleen van toepassing als er volgens deze kaders sprake is van een plicht tot het uitvoeren van een milieueffectrapportage (mer) én er mogelijk aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten zijn. Het Verdrag van Espoo biedt dan verplichtingen rondom informatie-uitwisseling en overleg met een andere lidstaat over mogelijk aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten die in het milieueffectrapport worden beschreven.
Er is niet bij elke voorgenomen plaatsing van een windturbine sprake van een mer-plicht en in deze gevallen is het Verdrag van Espoo dan ook niet van toepassing. Of er sprake is van een mer-plicht kan alleen worden vastgesteld aan de hand van specifieke informatie over een plan of project.
In Nederland is sprake van een mer-plicht bij «Oprichting, wijziging of uitbreiding van een windpark met 20 of meer windturbines» (categorie C2 van Bijlage V van het Omgevingsbesluit). In Nederland geldt daarnaast een mer-beoordelingsplicht bij een park van 3 turbines of meer (kolom 3 van categorie C2).
Ook voor de inspraakverplichtingen uit het Verdrag van Aarhus geldt dat die alleen van toepassing zijn als het gaat om besluiten over activiteiten waarvoor een milieueffectrapport moet worden gemaakt of besluiten over activiteiten die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben.
Vraag 5
Kunt u aangeven welke stappen u heeft gezet om het gebrek aan inspraak te verhelpen en (afstands)normen te harmoniseren?
Antwoord 5
Als er sprake is van aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten is inspraak gewaarborgd via internationale verdragen, zoals het Verdrag van Espoo en het Verdrag van Aarhus, die voorschrijven dat burgers en overheden in buurlanden de mogelijkheid moeten krijgen om zienswijzen in te dienen en in beroep te kunnen gaan bij de rechter. Voor wat betreft de afstandsnormen bestaat er op Europees niveau geen verplichting tot harmonisatie van dergelijke normen, eventuele verschillen zijn het gevolg van nationale beleidskeuzes.
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u aanvullend om op nationaal niveau tot afspraken te komen met Duitse overheden om Nederlandse lokale overheden en burgers hierin te ondersteunen?
Antwoord 6
De verantwoordelijkheid voor de fysieke leefomgeving ligt in beginsel bij de medeoverheden, in dit geval bij de provincies Gelderland en Limburg. Het Rijk treedt alleen op als dat nodig is vanwege een nationaal belang of internationale verplichtingen. Zoals hierboven al aangegeven, zijn in dit geval Duitse overheden verantwoordelijk voor de beleidskeuzes over locaties van windturbines en inspraakmogelijkheden. Mijn medewerkers blijven wel ten alle tijden in gesprek met de Duitse autoriteiten, onder andere via de Nederlands-Duitse Ruimtelijke Ordening Commissie (NDCRO) en andere bilaterale kanalen. Binnen die overleggen zetten we in op vroegtijdige informatie-uitwisseling en goede afstemming van wederzijdse plannen en procedures.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u voor de Nederlandse regering om Nederlandse lokale overheden en burgers aanvullend te ondersteunen bij bezwaarprocedures tegen grensoverschrijdende projecten in Duitsland?
Antwoord 7
De besluitvorming over windprojecten in Duitsland valt onder de verantwoordelijkheid van de Duitse autoriteiten. Dit betekent dat bezwaar- en beroepsprocedures verlopen volgens het Duitse recht. Nederlandse burgers en maatschappelijke organisaties hebben de mogelijkheid om een beroep te doen op het Verdrag van Aarhus. Zoals onder vraag 4 toegelicht, is onvoldoende duidelijk of de Verdragen van Aarhus en Espoo van toepassing zijn, omdat dit afhangt van het specifieke plan of project. Hierdoor is er op dit moment geen aanleiding om vanuit het Ministerie van IenW contact te leggen met Duitse autoriteiten. Mijn ambtenaren blijven binnen de bestaande overlegstructuren in contact met de Duitse autoriteiten en hebben daar met elkaar transparantie, zorgvuldige inspraak en tijdige betrokkenheid van Nederlandse en Duitse belanghebbenden voorop staan.
De Gelderlander, 3 mei 2024, «Grensgebied mobiliseert zich tegen Duitse windmolens van 250 meter hoog: «Haast is geboden, er komen steeds meer aanvragen»». (https://www.gelderlander.nl/winterswijk/grensgebied-mobiliseert-zich-tegen-duitse-windmolens-van-250-meter-hoog-haast-is-geboden-er-komen-steeds-meer-aanvragen~aaf307807/)
NOS, 9 februari 2025, «Provincie neemt toenemende zorgen over Duitse windmolens serieus». (https://nos.nl/regio/limburg/artikel/603697-provincie-neemt-toenemende-zorgen-over-duitse-windmolens-serieus)
Omroep Brabant, 7 februari 2025, «Gigantische Duitse windmolens zijn straks ook in Den Bosch en Uden te zien».(https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4639642/gigantische-duitse-windmolens-zijn-straks-ook-in-den-bosch-en-uden-te-zien)
Omroep Gelderland, 9 december 2024, «Duitsers kiezen: windmolens of een nationaal park over de grens?». https://www.gld.nl/nieuws/8241672/duitsers-kiezen-windmolens-of-een-nationaal-park-over-de-grens
De Gelderlander, 1 november 2024, «Tweede Kamerlid in Rekken om te praten over Duitse windmolens aan Nederlandse grens: «Maar er gaat niet zomaar een streep doorheen»». (https://www.gelderlander.nl/winterswijk/tweede-kamerlid-in-rekken-om-te-praten-over-duitse-windmolens-aan-nederlandse-grens-maar-er-gaat-niet-zomaar-een-streep-doorheen~a5f95c8a/)↩︎