[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de formele JBZ-Raad 13 14 oktober 2025 (o.a. Kamerstuk 32317-973)

JBZ-Raad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D43551, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-07 16:16, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z18029:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Asiel en Migratie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende brieven:

  • Antwoorden op vragen commissie over de Geannoteerde agenda informele JBZ-Raad 22-23 juli 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 967) (vreemdelingen- en asielbeleid) (Kamerstuk 32317, nr. 969)

  • Verslag van de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (iJBZ-Raad) op 22 en 23 juli 2025 in Kopenhagen (Kamerstuk 32317, nr. 970)

  • Fiche: [MFK] EU-steun voor het Schengengebied, geĆÆntegreerd grensbeheer en visumbeleid (Kamerstuk 22112, nr. 4150)

  • Fiche: [MFK] EU-steun voor asiel, migratie en integratie (Kamerstuk 22112, nr. 4149)

  • Geannoteerde agenda van de formele JBZ-Raad 13 14 oktober 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 973)

De voorzitter van de commissie,

Vijlbrief

De griffier van de commissie,

Burger

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

II Reactie van de bewindspersoon

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de JBZ-raad. Deze leden hebben hier enkele vragen over.

Kan de minister de onderliggende stukken van de eerste inventarisatie delen waarbij de duiding is dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) of het Vluchtelingenverdrag geen beperkende factor zijn als het gaat om het opvangen van meer asielzoekers buiten de Europese Unie (EU) en het afhandelen van asielverzoeken buiten het EU-grondgebied?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het kabinet zich heeft aangesloten bij het initiatief van Denemarken en Italiƫ om opvolging te geven aan de brief van negen lidstaten over het EVRM. Deze leden vinden dit opmerkelijk, aangezien het kabinet de oorspronkelijke brief niet heeft ondertekend, mede vanwege de adviezen over de onrechtstatelijkheid. Zijn er andere landen die de eerste brief niet hebben ondertekend, maar zich nu wel aansluiten bij het initiatief tot opvolging van de brief?

Voorts hebben de aan het woord zijnde leden enkele vragen over de intentieverklaring ten aanzien van de terugkeerhub in Oeganda. De concept Terugkeerverordening zal uiteindelijk onderdeel worden van het EU-acquis. Dat betekent dat EU-landen verantwoordelijk zijn Ʃn blijven voor de mensen die zij naar deze hubs sturen. Het gaat om mensen die niet rechtstreeks naar het land van herkomst uitgezet kunnen worden, bijvoorbeeld omdat men geen juiste documenten heeft of het land van terugkeer niet meewerkt. De kans dat terugkeer evenmin lukt vanuit deze hubs is dan ook aanzienlijk. Kan de minister toelichten wat de afspraken zullen zijn in een dergelijke situatie? Is een terugnameplicht onderdeel van de (nog uit werken) afspraken met Oeganda? Zo nee, waarom niet?

Tenslotte zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie benieuwd naar de guidance note inzake de go and see visits waar de Europese Commissie mee zou komen na de val van het Assad regime. Kan de minister aangeven of er al zicht is op wanneer de Commissie deze zal delen met de lidstaten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken voor de JBZ-Raad (deel Asiel en Migratie) van 13 en 14 oktober 2025. Zij zijn verheugd dat het Deense voorzitterschap prioriteit geeft aan versterking van het Europese migratie- en terugkeerbeleid, betere samenwerking met derde landen en een solide uitvoering van het migratiepact. De leden van de NSC-fractie zien dit als een kans om gezamenlijk de basis te leggen voor een meer uitvoerbaar, rechtvaardig en evenwichtig Europees migratiestelsel.

Europese terugkeerwetgeving

Kan de minister het zogenoemde Deense compromisvoorstel ter vertrouwelijke inzage leggen bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer, zodat parlementaire controle op dit wetgevingsproces mogelijk is?

Kan de minister er in Brussel op aandringen om onderhandelingsdocumenten over wetgeving zoveel mogelijk als ST limitƩ-documenten en niet als WK-documenten te registreren, zodat deze ook zichtbaar zijn in het Delegates Portal voor de Kamer?

Acht de minister het op dit moment voldoende om enkel het begrip ā€˜veilig derde land’ te verruimen en de Europese terugkeerwetgeving te actualiseren, of overweegt de minister om te pleiten voor aanvullende aanpassingen van het EU-recht? Zo ja, waar zou de minister die aanvullingen precies op richten?

Solidariteitsmechanisme en herverdeling onder het EU-Migratiepact

De leden van de NSC-fractie constateren dat de Europese Commissie op 15 oktober a.s. voorstellen zal publiceren over de omvang van de solidariteitspool en de aanwijzing van landen die als ā€˜onder hoge migratiedruk’ worden beschouwd. Nederland heeft zich tot nu toe op het standpunt gesteld dat het, gelet op de huidige druk op de asielketen, niet proportioneel is om asielzoekers over te nemen van andere lidstaten.

Kan de minister bevestigen dat Nederland zich in Brussel zal laten erkennen als lidstaat onder hoge migratiedruk, zodat Nederland geen verplichting krijgt om extra asielverzoeken over te nemen?

Wat is er tussen donderdag 2 oktober jl., toen de minister in de Kamer nog aangaf zich geen zorgen te maken over het solidariteitsmechanisme, en zondag1 gebeurd waardoor het kabinet nu actief inzet op een alternatieve categorie van lidstaten met ā€˜specifieke problemen’? Kan de minister toelichten hoe deze categorie juridisch en politiek wordt vormgegeven in Brussel? Welke lidstaten vallen daar volgens de huidige conceptteksten onder, en wat zou deze status concreet betekenen voor de verplichtingen van Nederland binnen de solidariteitspool (in aantallen of financiĆ«le bijdragen)?

Op basis van welke indicatoren bepleit Nederland opname in deze categorie — gaat het enkel om opvangcapaciteit en woningtekort, of ook om secundaire migratie en de naleving van Dublinregels? Welke data onderbouwen deze Nederlandse argumentatie?

Hoe verhoudt de inzet op een uitzonderingspositie zich tot de Nederlandse wens om het naleven van Dublinregels juist te versterken? Ziet de minister risico’s dat Nederland hierdoor enerzijds vrijstelling bepleit, maar anderzijds harder druk wil zetten op andere lidstaten om hun verplichtingen na te komen?

Kan de minister aangeven welk aandeel Nederland op basis van de verdeelsleutel (bevolking en bbp) zou moeten bijdragen aan de solidariteitspool, en wat dit in aantallen en bedragen betekent bij verschillende scenario’s (minimale en maximale poolomvang Ć©n wanneer we worden aangemerkt als land onder migratiedruk versus ā€˜land met specifieke problemen’)?

Hoe beoordeelt de minister de kans dat lidstaten massaal kiezen voor financiƫle afkoop, waardoor Nederland alsnog verplicht wordt om een deel van de herplaatsingen uit te voeren?

Kan de minister toezeggen dat de Tweede Kamer voorafgaand aan de JBZ-Raad inzicht krijgt in de ontwerp-raadsdocumenten over de solidariteitspool en de lijst van lidstaten onder druk?

Hoe zal de minister borgen dat Nederland niet indirect de opvang- of registratieproblemen in andere lidstaten compenseert via Dublin-offsets, terwijl die lidstaten zelf de Dublinverplichtingen niet naleven?

Transparantie en parlementaire betrokkenheid

De leden van de NSC-fractie hechten eraan dat de Kamer tijdig en volledig wordt geïnformeerd over de Nederlandse inzet in de vertrouwelijke onderhandelingen over het solidariteitsmechanisme. Kan de minister toezeggen dat de Kamer vertrouwelijk inzage krijgt in het voorstel van de Europese Commissie en de Nederlandse onderhandelingsinzet voordat de Raad hierover in december besluit? Hoe zal de minister waarborgen dat de Kamer in latere jaren betrokken blijft bij de jaarlijkse cyclus van solidariteitsbesluiten, inclusief de monitoring van Nederlandse financiële bijdragen en eventuele herplaatsingen? Hoe gaat de minister de Kamer informeren over de vertrouwelijke onderhandelingen rondom de solidariteitscyclus dit najaar, zodat parlementaire controle gewaarborgd blijft?

Migratie-partnerschappen en deals met derde landen

De leden van de NSC-fractie zien dat Denemarken en andere lidstaten in toenemende mate inzetten op flexibele vormen van migratiesamenwerking. Tegelijk blijft de uitvoerbaarheid van deals, zoals die met Albaniƫ en Rwanda, problematisch.

Kan de minister een actuele stand van zaken geven van de onderhandelingen over het concept-raadsbesluit inzake veilige derde landen, en aangeven wanneer besluitvorming in de Raad wordt voorzien? Kan de minister een toelichting geven op de Deense agendering van mensenrechten en migratie in Europa? Zijn er inmiddels ambtelijke besprekingen geweest, en wat was daarbij de Nederlandse inbreng? Concreet met betrekking tot BelgiĆ«: welke stappen zet de minister deze maand richting zowel het Europese als het nationale Brussel om te borgen dat BelgiĆ« geen mannen meer de opvang ontzegt en zij feitelijk naar Nederland uitwijken? Kan de minister migratiesamenwerking zo inzetten dat BelgiĆ« daarvan ook profijt heeft — mits het deze voor Nederland nadelige maatregel beĆ«indigt?

Aanscherping EVRM en verhouding tot EU-recht

De leden van de NSC-fractie nemen kennis van de discussie over modernisering van het EVRM en de voorstellen om dit verdrag te herinterpreteren in het licht van de huidige migratiedruk. Acht de minister het op dit moment voldoende om het begrip ā€˜veilig derde land’ en de Europese terugkeerwetgeving te verruimen, of overweegt het een bredere herziening van het EU-recht ter versterking van de uitvoerbaarheid van migratie- en terugkeerbeleid?

II Reactie van de bewindspersoon


  1. Telegraaf, 4 oktober 2025, ā€˜Zorgen om migratiepact: Van Weel wil dure rekening of extra opvang vermijden’, https://www.telegraaf.nl/politiek/zorgen-om-migratiepact-van-weel-wil-dure-rekening-of-extra-opvang-vermijden/95125985.htmlā†©ļøŽ