Uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden over de uit- en doorvoer van F35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël
Wapenexportbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D43641, datum: 2025-10-06, bijgewerkt: 2025-10-07 09:27, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -466 Wapenexportbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z18760:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Op vrijdag 3 oktober jl. heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de cassatieprocedure van de Staat der Nederlanden tegen Oxfam Novib c.s. over de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël.
Deze cassatie volgde op het arrest van het gerechtshof Den Haag d.d. 12 februari 2024 waarmee de Staat werd geboden de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël per direct te (doen) staken. Daartoe heeft het kabinet in februari 2024 de relevante algemene vergunningen, de NL007 en de NL009, zodanig aangepast dat deze niet meer gebruikt konden worden voor uit- en doorvoer naar Israël.
De cassatie ging over de vraag of de rechter de Staat het bevel had mogen geven de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël stop te zetten. De door het kabinet ingestelde cassatie was principieel van aard. Het kabinet is van mening dat het aan de Staat is om zijn buitenlandbeleid vorm te geven en dat het hof hier in zijn oordeel onvoldoende rekening mee had gehouden. Dit stond los van een oordeel over de situatie in Gaza.
Arrest Hoge Raad
De Hoge Raad heeft in de uitspraak van 3 oktober jl. het arrest van het hof Den Haag vernietigd en geoordeeld dat het hof de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël niet zelf had mogen toetsen aan de relevante toetsingskaders, te weten het Wapenhandelsverdrag en het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexportcontrole (EUGS). Ook oordeelt de Hoge Raad dat de Staat weliswaar de bevoegdheid heeft om afgegeven vergunningen te onderwerpen aan een herbeoordeling op het moment dat nieuwe informatie daar aanleiding toe geeft, maar dat de Staat daartoe niet verplicht is.
Daarbij geeft de Hoge Raad nu meer duidelijkheid over hoe een dergelijke vrijwillige herbeoordeling eruit moet zien. Als de Staat vrijwillig tot herbeoordeling overgaat, moet die herbeoordeling naar het oordeel van de Hoge Raad enkel plaatsvinden aan de hand van de toetsingskaders van het Wapenhandelsverdrag en het EUGS. Andere overwegingen zoals bredere buitenlandpolitieke belangen mogen bij de toets dus niet worden betrokken.
Het kabinet heeft kort na de terroristische aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 en de daarop volgende Israëlische militaire reactie een herbeoordeling uitgevoerd. Daarbij is op grond van artikel 8 van de algemene vergunning NL009 beoordeeld of geïntegreerde buitenlandpolitieke- of veiligheidsafwegingen zich verzetten tegen levering van F-35-onderdelen aan Israël. Op basis van deze herbeoordeling heeft het kabinet toen, in het licht van de toenmalige omstandigheden, besloten niet in te grijpen in de werking van de algemene vergunning NL009 die ziet op uit- en doorvoer in het kader van het F-35-programma.
Het hof oordeelde eerder dat de Staat bij die herbeoordeling niet op de juiste wijze had getoetst. Het hof heeft die toets vervolgens zelf uitgevoerd. Die toets is naar het oordeel van de Hoge Raad echter niet aan de rechter, maar aan de Staat. De rechter kan volgens de Hoge Raad alleen met grote terughoudendheid beoordelen of de Staat die toets goed heeft uitgevoerd. Als de rechter vindt dat dat niet zo is, kan de rechter de Staat bevelen om de herbeoordeling opnieuw uit te voeren. Tegen die achtergrond beveelt de Hoge Raad de Staat nu om de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël opnieuw te beoordelen. Zoals al gesteld ligt het onder de actuele omstandigheden niet in de rede dat de export zal worden hervat. Het kabinet zal bij de herbeoordeling binnen de kaders voor wapenexportcontrole alle relevante omstandigheden en factoren meewegen.
Het kabinet verwelkomt de uitspraak van de Hoge Raad. Deze bevestigt in het bijzonder de kabinetspositie dat besluitvorming over het buitenlandbeleid en (inter)nationale veiligheid is voorbehouden aan de regering, daarin gecontroleerd door het parlement.
Herbeoordeling vergunning
De uitspraak stelt het kabinet in de gelegenheid om de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël opnieuw te herbeoordelen aan de hand van de kaders voor wapenexportcontrole. Daarbij zal de reguliere toets voor wapenexportcontrole worden toegepast.
Het kabinet zal de herbeoordeling aan de hand van de actuele situatie binnen de door de Hoge Raad gestelde termijn uitvoeren en uw Kamer vervolgens over de uitkomst informeren.
Breder belang Nederlandse deelname in het F-35-programma
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de potentiële weerslag van deze juridische procedure op de Nederlandse deelname in zowel het F-35-programma als andere, toekomstige programma’s voor de gezamenlijke ontwikkeling en productie van defensiematerieel (kamerstuk 2024D16833). Die weerslag vertaalt zich er onder meer in dat Nederland mogelijk als minder betrouwbare partner wordt gezien. Het kabinet acht dat ongewenst en benadrukt daarom in meer algemene zin, gelet op de cruciale rol van het F-35-toestel voor de veiligheid van Nederland en bondgenoten, dat het zich zal blijven inzetten voor een duurzame Nederlandse deelname aan het F-35-programma en de Nederlandse positionering binnen de Europese defensie-industrie in het licht van toenemende dreigingen voor Nederland en bondgenoten. Dit staat niettemin los van de herbeoordeling van de algemene vergunning die ziet op de uit- en doorvoer van F-35-onderdelen.
Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, Aukje de Vries |
De minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel |
---|