[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie-Van Hijum over de ‘Vermindering energiebelasting’ volledig richten op objecten met een woonfunctie (Kamerstuk 36800-31) en het amendement Amendement van het lid Kouwenhoven over de lagere energiebelasting toespitsten uitsluitend op objecten met een woonfunctie (Kamerstuk 36812-10)

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Brief regering

Nummer: 2025D43777, datum: 2025-10-07, bijgewerkt: 2025-10-07 17:08, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 -96 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.

Onderdeel van zaak 2025Z18807:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen heeft uw Kamer de motie Van Hijum aangenomen inzake de belastingvermindering in de energiebelasting.1 De motie verzoekt de belastingvermindering volledig te richten op objecten met een woonfunctie en de vrijgevallen middelen aan te wenden om de belastingvermindering voor huishoudens te verhogen. Op 1 oktober jl. heeft het lid Kouwenhoven een amendement op het wetsvoorstel Belastingplan 2026 ingediend dat beoogt uitvoering te geven aan de motie per 1 januari 2026. In deze brief bericht ik uw Kamer over de uitvoering van de motie en apprecieer ik het amendement.

Het ministerie van Financiën heeft de uitvoering van de motie ter hand genomen. Het amendement ontraad ik. De reden hiervoor is dat een onwerkbare situatie ontstaat als het wordt aangenomen en de wetswijziging in werking treedt op 1 januari 2026. Hierom bericht ik uw Kamer op dit moment al over mijn appreciatie. Er zijn meer wijzigingen nodig dan waarin het amendement voorziet. Daarnaast is meer tijd nodig om de noodzakelijke aanpassingen in de uitvoering van de energiebelasting door te voeren. Bij de uitvoering van de motie worden de benodigde wetswijzigingen voorbereid en wordt geborgd dat de betrokken partijen zich adequaat kunnen voorbereiden op de uitvoering ervan.

Het ministerie van Financiën heeft eerder verkend of het mogelijk zou zijn om de belastingvermindering uitsluitend nog toe te passen op de energierekening van huishoudens, oftewel uitsluitend op objecten met een woonfunctie. Dat is het geval. Op deze manier is het in de toekomst mogelijk om uitsluitend huishoudens te compenseren voor oplopende energiekosten door verhoging van de belastingvermindering; bedrijven en instellingen ontvangen de vermindering dan namelijk niet meer. Verder worden administratieve lasten van energieleveranciers en uitvoeringskosten van de Belastingdienst beperkt. Voorts wordt een budgettaire opbrengst bewerkstelligd van ruim € 400 miljoen. Uw Kamer is op 27 juni jl. geïnformeerd over de uitkomsten van de verkenning.2

Uit de verkenning is naar voren gekomen dat het bepalen wat een huishouden is op een doeltreffende en doelmatige manier mogelijk zou moeten zijn als gebruik wordt gemaakt van gegevens uit de Landelijke Voorziening waarde onroerende zaken (LV WOZ) en de Landelijke Voorziening Basisregistratie Adressen en Gebouwen (LV BAG).

Motie

Naar aanleiding van de motie is het ministerie van Financiën gestart met de voorbereidingen voor het uitvoeren van de motie. Om de motie te kunnen uitvoeren is het nodig om de wet te wijzigen en aanpassingen door te voeren in de uitvoering van de energiebelasting.

Wetswijziging

Op dit moment wordt de reikwijdte van de belastingvermindering in de wet kort gezegd bepaald door het woord “verblijfsfunctie”. Er kan niet worden volstaan met het vervangen van dit woord door het woord “woonfunctie”. Hier ga ik in deze brief kort nader op in.

Energieleveranciers passen de belastingvermindering toe op de energierekening. Om mogelijk te maken dat zij de belastingvermindering uitsluitend nog aan huishoudens verstrekken, zijn gegevens uit de LV WOZ en LV BAG nodig en moet informatie op basis van die gegevens bij energieleveranciers terechtkomen. Zij hebben op dit moment niet de beschikking over de benodigde informatie. Daarom dient de wetswijziging naast de aanpassing van de reikwijdte van de belastingvermindering tevens een wettelijke grondslag te bevatten voor de verwerking van de benodigde gegevens. Hiervoor is afstemming nodig met verschillende partijen, in elk geval met energieleveranciers als de partijen die de belastingvermindering toepassen en met het Kadaster in zijn rol als beheerder van de LV WOZ en LV BAG. Deze benodigde wetswijziging kost tijd en zal daarom worden voorbereid als onderdeel van het pakket Belastingplan 2027.

Aanpassingen in de uitvoering van de energiebelasting

Het toespitsen van de belastingvermindering op huishoudens vergt ook aanpassingen in de uitvoering van de energiebelasting. Er moeten bijvoorbeeld stappen worden ondernomen om te realiseren dat energieleveranciers voor miljoenen klanten kunnen nagaan of zij de belastingvermindering op basis van de nieuwe reikwijdte moeten toepassen of niet. Daarvoor zijn in elk geval aanpassingen van systemen en werkwijzen noodzakelijk. Ook moet tijdig worden voorzien in communicatie over de wijziging richting klanten. Dat is mede om te borgen dat klanten vóórdat de maatregel ingaat de gelegenheid hebben om het aan te kaarten als zij vinden dat zij ten onrechte de belastingvermindering niet meer zullen ontvangen.

Op dit moment verwacht ik dat de maatregel in elk geval uitvoerbaar is per 1 januari 2029. Ik houd uw Kamer op de hoogte van de uitvoering van de motie. Volledigheidshalve merk ik op dat de maatregel en de bestemming van de opbrengst opnieuw kan worden gewogen tijdens de kabinetsformatie.

Amendement

Op 1 oktober jl. heeft het lid Kouwenhoven een amendement ingediend dat beoogt uitvoering te geven aan de motie.3 Het amendement voorziet niet in de grondslagen voor de verwerking van de benodigde gegevens. Op basis van de tekst in de voorgestelde wetswijziging is onduidelijk of het doel van het amendement wordt behaald. Vermoedelijk krijgen bepaalde groepen huishoudens de vermindering onbedoeld niet meer. Het amendement gaat uit van inwerkingtreding van de maatregel per 1 januari 2026. Die termijn is niet haalbaar. Als het amendement wordt aangenomen, ontstaat een onwerkbare situatie. Het zou leiden tot onduidelijkheid en onzekerheid in de praktijk, ook bij klanten van energieleveranciers.

Ik heb begrip voor de wens om de motie op zo kort mogelijke termijn om te zetten in een wetswijziging en de wijziging op zo kort mogelijke termijn te laten ingaan. Daarbij benadruk ik dat de uitvoering van de motie ter hand is genomen. Op die manier wordt op een zo kort mogelijke termijn een uitvoerbare regeling vormgegeven en kunnen de betrokken partijen zich adequaat voorbereiden op de uitvoering ervan. Omdat een onwerkbare situatie ontstaat als het amendement wordt aangenomen en de wetswijziging in werking treedt op 1 januari 2026, ontraad ik het amendement al in deze brief voorafgaand aan de behandeling van het Pakket Belastingplan 2026 in uw Kamer later dit jaar.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane,





Eugène Heijnen

  1. Kamerstukken II 2025/26, 36800, nr. 31.↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 32140, nr. 261.↩︎

  3. Kamerstukken II 2025/26, 36812, nr. 10.↩︎