[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Dobbe over het artikel 'De schade van Schoof, Nederlands geld voor bijna 3.200 ontwikkelingsprojecten stopt dit jaar'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D43782, datum: 2025-10-07, bijgewerkt: 2025-10-08 07:33, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z16774:

Preview document (🔗 origineel)


AH 213

2025Z16774

Antwoord van staatssecretaris Aukje de Vries (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 oktober 2025)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel ‘De schade van Schoof, Nederlands geld voor bijna 3200 ontwikkelingsprojecten stopt dit jaar’? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Onderschrijft u de analyse van Investico dat bijna 3.200 ontwikkelingsprojecten moeten worden stopgezet, omdat na december 2025 het huidige beleidskader afloopt en organisaties nog steeds geen toegang hebben tot het nieuwe beleidskader met vervolgfinanciering voor 2026 en verder?

Antwoord

Nee, deze onderschrijf ik niet. Er worden geen projecten stopgezet. De financiering die is verstrekt onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld is gegund voor een periode van vijf jaar, voor specifieke activiteiten, die op de afgesproken einddatum van 31 december 2025 tot de beoogde resultaten moeten leiden. Het ging dus niet om instellingssubsidies.

Het nieuwe beleidskader Focus betreft geen vervolgfinanciering. Dit beleidskader, dat in de eerste helft van 2026 start, is op een andere leest geschoeid. Er ligt meer nadruk op lokaal eigenaarschap en dienstverlening en de financieringsmodellen worden aanzienlijk vereenvoudigd. Gunning van subsidies verloopt in belangrijke mate via nieuwe aanbestedingen. Hier komen vervolgens nieuwe projecten uit voort.

Vraag 3

Klopt het dat, door het aangenomen amendement Hirsch/De Korte 2), er vanuit de Kamer voor de zomer 600 miljoen euro aan financiering beschikbaar is gesteld voor maatschappelijke organisaties voor de periode 2026–2030? Kunt u verklaren wat het oponthoud is waardoor organisaties nog geen toegang hebben tot deze financiering?

Antwoord

Als gevolg van het aannemen van het genoemde amendement is inderdaad EUR 600 miljoen beschikbaar voor samenwerking met maatschappelijke organisaties in de periode 2026-2030. De uitvragen en subsidiebeleidskaders binnen het Focus-beleidskader worden zorgvuldig opgesteld, zodat deze zullen leiden tot de programma’s waarmee de doelstellingen het beste kunnen worden gerealiseerd. De instrumenten onder het kader worden trapsgewijs ingevoerd, met de ambitie dat alle projecten in de eerste helft van 2026 van start gaan. Er is geen sprake van oponthoud of vertraging. Reeds in de brief van 11 november 2024 over toekomstige samenwerking met maatschappelijke organisaties 3) heeft mijn voorganger aangekondigd dat de instrumenten in 2026 van start gaan.

Vraag 4

Herinnert u zich dat er door uw voorganger(s) is toegezegd om einde zomer met nadere informatie te komen over het 50%-criterium, en nadere invulling van de subsidie-instrumenten? Deelt u de mening dat de zomer inmiddels bijna voorbij is?

Antwoord

Op 19 september jl. is uw Kamer per brief geĂŻnformeerd over deze onderwerpen.

Vraag 5

Klopt het dat, doordat u de derde bewindspersoon bent dit jaar die belast is met ontwikkelingssamenwerking (door uw regering ontwikkelingshulp genoemd), er vertraging ontstaat bij de financiering van projecten? Indien ja, welke maatregelen bent u van plan te gaan nemen om deze vertraging tot een minimum te beperken?

Antwoord

In februari 2025 is de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp met uw Kamer gedeeld waarin de beleidslijnen van het kabinet voor de komende jaren zijn uitgezet. Dit beleid is door de verschillende bewindspersonen die in 2025 verantwoordelijk waren voor de inzet op ontwikkelingshulp voortgezet. De implementatie van het beleid, waaronder de financiering van projecten, blijft doorgaan en heeft mijn volledige aandacht.

Vraag 6

Herkent u de signalen van ontwikkelingsorganisaties dat zij mensen moeten ontslaan, terwijl die misschien over enkele maanden weer nodig zijn (maar dan wellicht niet meer beschikbaar zijn) om waardevolle projecten door te zetten?

Vraag 7

Op welke manieren probeert u de schade voor ontvangende organisaties te beperken? Is het mogelijk om lopende projecten te verlengen? Kunnen organisaties waarvan niet al het projectgeld in 2025 besteed is, dit ook in 2026 doen?

Vraag 8

Op welke manier onderzoekt uw departement de schade die door het stopzetten en tijdelijk wegvallen van alle financiering wordt aangericht? 

Antwoord vragen 6, 7 en 8

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, is noch sprake van het stopzetten, noch van het doorzetten van projecten.

Mij bereiken inderdaad signalen dat ontwikkelingsorganisaties mensen ontslaan. Dit heeft voor zowel die organisaties, als voor de betrokken medewerkers verstrekkende gevolgen. Ik zie het echter niet als taak van de overheid om organisaties overeind te houden. Maatschappelijke organisaties zijn, conform de geldende subsidieregelgeving, tijdig geĂŻnformeerd dat de subsidiebeleidskaders onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld in hun huidige vorm geen vervolg zouden krijgen.

Organisaties kunnen altijd een verzoek doen tot een zogenaamde budget-neutrale verlenging. Deze eventuele verlenging kan alleen het financieren van activiteiten betreffen om alsnog de doelen te behalen. Dergelijke verzoeken worden van geval tot geval op hun merites beoordeeld.

Een verlenging van de subsidies onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld met extra budget is juridisch zeer complex, praktisch gezien onuitvoerbaar en bovendien financieel onhaalbaar. Daarom is het kabinet hier geen voorstander van. Organisaties kunnen ook onder het nieuwe kader reageren op openbare aanbestedingen.

Ik informeer u hierbij ook dat het kabinet de gewijzigde motie van het lid Hirsch c.s. (Kamerstuk 36247 nr. 17), die de regering verzoekt een overgangsregeling uit te werken, niet zal uitvoeren.

Vraag 9

Op welke manier en wanneer informeert u de Kamer over welke onderwerpen helemaal van de agenda verdwijnen en waarvoor geen budget meer beschikbaar is?

Antwoord

In de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp, die op 20 februari 2025 met uw Kamer gedeeld is, worden de keuzes voor de belangen en thema’s waarop de inzet van het kabinet zich richt uiteengezet. In de brief worden ook de onderwerpen genoemd waar minder of geen budget meer beschikbaar voor is.

Het Kabinet heeft de Kamer verder geĂŻnformeerd in antwoord op vragen over daarover in de diverse begrotingsdocumenten. Zo zijn de effecten van de bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord verder toegelicht in de brief van 19 september “Effecten ingezette bezuinigingen op ontwikkelingshulp” (Kamerstuk 36800-XVII-6). U wordt ook via de begrotingscyclus geĂŻnformeerd over de financiĂ«le gevolgen van mijn beleid. Zo zijn bezuinigingen uit de beleidsbrief Ontwikkelingshulp verwerkt in de Eerste suppletoire begroting BHO 2025 (Kamerstuk 36 725-XVII).

Vraag 10

Klopt het bijvoorbeeld dat, hoewel Nederland gidsland is in relatie tot het terugdringen van kinderarbeid, alle projecten tegen kinderarbeid (van de ILO, ngo’s en werkgevers) dit jaar moeten stoppen en er geen vervolgfinanciering is voorzien? Voor welke andere thema’s waar Nederland tot voor kort geld beschikbaar stelde geldt eveneens dat Nederland er vanaf 2026 helemaal mee gaat stoppen?

Antwoord

Hoewel in 2024 het programma ‘Work: No Child’s Business (WNCB)’ is beĂ«indigd, klopt het niet dat er dit jaar projecten specifiek gericht op het bestrijden van kinderarbeid moeten stoppen.

Nederland heeft zich binnen de Alliance 8.7 gecommitteerd aan een roadmap met betrekking tot het terugdringen van kinderarbeid en rapporteert hier jaarlijks op. Prioriteit is daarbij het terugdringen van kinderarbeid en arbeidsuitbuiting in waardeketens, naast agendering en monitoring.

Ook zijn er nog verschillende programma’s die direct of indirect bijdragen aan het tegengaan van kinderarbeid. Bijvoorbeeld ‘Accelerating action for the elimination of child labour in supply chains in Africa (ACCEL Africa)’, een ILO-programma gericht op het bestrijden van kinderabeid dat loopt tot midden 2029. Daarnaast is er ruimte om te werken aan het tegengaan van kinderarbeid in verschillende programma’s gericht op schone en eerlijke handel, zoals binnen het Subsidieprogramma Verantwoord Ondernemen (SPVO), uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Ook binnen het instrument Schone en Eerlijke Handel onder het nieuwe beleidskader voor het maatschappelijk middenveld Focus, is ruimte om in te zetten op het tegengaan van kinderarbeid in voor Nederland belangrijke waardeketens.

Voor de beantwoording van het tweede deel van de vraag, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 9.

Vraag 11

Klopt het dat door het stopzetten van deze financiering in combinatie met het stopzetten van financiering in de Verenigde Staten 4), alle expertise die nu nog aanwezig is bij ngo’s in Nederland dreigt te verdwijnen, wat bijvoorbeeld bedrijven die kinderarbeid op een goede manier willen terugdringen ernstig zal belemmeren in dat voornemen?

Antwoord

Met het aflopen van het Work: No Child’s Business (WNCB)-programma in 2024 hebben een aantal betrokken ngo’s hun capaciteit op het thema moeten afschalen. Er is echter zeker nog expertise aanwezig bij ngo’s en ook kennisinstellingen. Via de eerder genoemde programma’s (SPVO en FOCUS), maar ook programma’s gericht op het toepassen van IMVO en sectorale samenwerking (o.a. Sesam) kunnen ngo’s een rol spelen in het terugdringen van kinderarbeid en het delen van hun kennis met bedrijven.

Vraag 12

Op welke manier is besloten deze financiering stop te zetten en niet te verlengen? Waarom is dit besluit niet aan de Tweede Kamer voorgelegd, terwijl de Kamer in het verleden bij herhaling moties en amendementen heeft aangenomen om de (seksuele) uitbuiting van kinderen op de agenda te zetten en te houden?

Antwoord

Nederland blijft inzetten op de beleidsterreinen schone en eerlijke handel en op gezondheid – inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). De bezuinigingen op ontwikkelingshulp vragen echter om scherpe keuzes. Voor het bestrijden van kinderarbeid ligt de focus op misstanden gelinkt aan voor Nederland relevante waardeketens. Het programma over het tegengaan van seksuele uitbuiting wordt niet stopgezet, maar loopt in februari 2026 van rechtswege af.

Vraag 13

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór de start van het verkiezingsreces?

Antwoord

De vragen zijn helaas net niet binnen de afgesproken termijn van drie weken beantwoord.

1) Investico, 4 september 2025, https://www.platform-investico.nl/onderzoeken/de-schade-van-schoof  2 Het gaat om het kinderrechtenproject van stichting projecten (gelieerd aan MKB-NL en VNO-NCW), een door Nederland gefinancierd kinderarbeidproject van de ILO, de alliantie Work No Child’s Business en de Down to Zero alliantie
2) Kamerstuk 36725 XVII, nr. 20. 
3) Kamerstuk, 36600-XVII-13

4) Dit raakt de Nederlands-Indiase organisatie Global March Against Child Labour hard, die een groot project hadden wat gefinancierd werd door het Department of Labor van de VS (US DOL).