Verslag
Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) van de Raad van 14 april 2025 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting)
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2025D43881, datum: 2025-10-09, bijgewerkt: 2025-11-12 14:47, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36818-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Nijhof-Leeuw, voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn (Ooit PVV kamerlid)
- Mede ondertekenaar: W.A. Lips, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z16941:
- Indiener: E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-09-25 10:00: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-09-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-10-09 10:00: Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-11-17 11:00: Pakket Belastingplan 2026 (eerste termijn Kamer) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-11-19 09:45: Procedurevergadering Financiƫn (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-11-19 11:00: Pakket Belastingplan 2026 (eerste termijn Regering plus tweede termijn Kamer en regering) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiƫn
- 2025-11-20 13:36: Pakket Belastingplan 2026 (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2025-11-25 16:35: Pakket Belastingplan 2026 (antwoord 1e termijn + rest) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (š origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
36 818 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) van de Raad van 14Ā april 2025 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het terrein van de belastingen (Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 9Ā oktober 2025
De vaste commissie voor Financiƫn, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiƫn,
Nijhof-Leeuw
Adjunct-griffier van de commissie,
Lips
INLEIDING
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben het wetsvoorstel met interesse gelezen. Deze leden hebben enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat voorziet in de implementatie van de Europese bepalingen inzake de automatische gegevensuitwisseling over de mondiale minimumbelasting (Pillar 2) tussen de belastingautoriteiten van de EU-lidstaten. Deze leden steunen het streven naar transparantie en gelijke toepassing van de internationale afspraken, maar benadrukken dat de uitvoerbaarheid voor het bedrijfsleven en de Belastingdienst centraal moet staan. Deze leden hebben enkele vragen en opmerkingen over het wetsvoorstel.
I ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat multinationale groepen slechts ƩƩn bijheffing-informatieaangifte hoeven in te dienen wanneer staten onder een kwalificerende overeenkomst vallen. Met welke landen heeft Nederland een dergelijke kwalificerende overeenkomst? Kunnen multinationale groepen zelf kiezen in welk land zij een bijheffing-informatieaangifte indienen? Ziet de regering risicoās op dat gebied?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering om te verduidelijken welk concreet doel de gegevensuitwisseling dient. Welke specifieke risicoās of informatiebehoeften worden hiermee afgedekt die niet reeds worden gedekt door bestaande verplichtingen uit de Wet minimumbelasting 2024 of het OESO-informatiekader? De leden van de VVD-fractie willen voorkomen dat Nederland onderdeel wordt van een overrapportageregime waarin veel informatie wordt verzameld, maar nauwelijks gebruikt. Kan de regering toelichten hoe wordt voorkomen dat bedrijven dubbele of overlappende rapportages moeten indienen bij zowel de Nederlandse Belastingdienst als bij buitenlandse belastingautoriteiten?
3. Gegevensbescherming
De leden van de VVD-fractie hechten eraan dat gegevens, die ondernemingen verplicht delen onder deze richtlijn uitsluitend worden gebruikt voor het beoogde doel en adequaat worden beschermd. Kan de regering toelichten welke technische en organisatorische maatregelen worden genomen om datalekken of misbruik te voorkomen? Wordt er voorzien in een transparante bewaartermijn en vernietigingsprotocol voor verouderde gegevens?
Deze leden wijzen erop dat vertrouwen tussen overheid en bedrijfsleven cruciaal is voor succesvolle uitvoering: informatie-uitwisseling moet wederkerig en veilig zijn.
5.1. Administratieve lasten
De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat de implementatie van de gegevensuitwisselingsrichtlijn tot nieuwe administratieve verplichtingen kan leiden voor multinationale ondernemingen, met name op het gebied van gegevensspecificatie, formatconversie en technische rapportage. Kan de regering aangeven hoe groot de extra administratieve last per onderneming naar verwachting is? Wordt voorzien in gestandaardiseerde formats en digitale interfaces die aansluiten bij de systemen die ondernemingen reeds gebruiken voor hun Pillar 2-rapportages? Worden ondernemingen tijdig betrokken bij de technische uitwerking, bijvoorbeeld via overleg met de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en VNO-NCW?
Deze leden benadrukken dat lastenverlichting en voorspelbaarheid uitgangspunt moeten zijn bij implementatie. Het is naar de mening van deze leden niet de bedoeling dat bedrijven dezelfde gegevens in verschillende formats moeten aanleveren aan verschillende instanties.
5.2. Doenvermogen
De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor de samenloop met andere EU-gegevensuitwisselingsrichtlijnen (DAC-reeks), zoals DAC6 en DAC7. Kan de regering aangeven hoe doublures en inconsistenties worden voorkomen, met name voor multinationale groepen die reeds rapporteren onder DAC6 en de Country-by-Country Reporting-verplichting? Wordt bij de implementatie gezorgd voor een ƩƩn-loket-systeem binnen de Belastingdienst voor de ontvangst van internationale rapportages, zodat ondernemingen niet voor verschillende verplichtingen afzonderlijk gegevens moeten indienen?
6.2. Evaluatie en monitoring
De leden van de VVD-fractie hechten belang aan monitoring van het voorliggende wetsvoorstel. Daarbij zouden in elk geval de volgende aspecten moeten worden beoordeeld: de feitelijke administratieve lasten voor bedrijven; de mate waarin de gegevens daadwerkelijk worden benut door de Belastingdienst; de kwaliteit en bruikbaarheid van de uitgewisselde informatie; en eventuele overlap met bestaande rapportages of DAC-richtlijnen. Indien uit deze evaluatie blijkt dat de lasten voor ondernemingen groter zijn dan voorzien, vragen de leden van de VVD-fractie of de regering bereid is tot aanpassing of vereenvoudiging van de nationale uitvoeringsregels.
7. Uitvoeringskosten
De leden van de VVD-fractie vragen de regering om in te gaan op de feitelijke benutting van de gegevens die via deze richtlijn worden uitgewisseld. Welke concrete processen of analyses zal de Belastingdienst uitvoeren op basis van deze data? Worden de gegevens primair gebruikt voor risicoselectie, toezicht, beleidsevaluatie of internationale vergelijking? Kan de regering verzekeren dat de informatie niet enkel wordt verzameld om te verzamelen, maar daadwerkelijk wordt gebruikt voor gerichte risicobeheersing en snellere afhandeling van aangiften? Daarnaast vragen deze leden of de Belastingdienst beschikt over voldoende capaciteit, expertise en IT-infrastructuur om deze datastromen te verwerken. Indien dit niet het geval is, hoe wordt dat opgelost?