Tweede evaluatie detacheringsmeldplicht
Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Brief regering
Nummer: 2025D43958, datum: 2025-10-09, bijgewerkt: 2025-10-13 08:58, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
- SEO Economische onderzoek naar beter (toe)zicht op internationale detachering
- Beslisnota bij Kamerbrief over tweede evaluatie detacheringsmeldplicht
Onderdeel van kamerstukdossier 29861 -168 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid.
Onderdeel van zaak 2025Z18876:
- Indiener: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-10-16 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-02 16:30: Procedurevergadering Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
29861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid
Nr. 168 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2025
Werknemers in dienst van een werkgever gevestigd in de EU, EER en Zwitserland mogen naar Nederland gedetacheerd worden. Sinds 1 maart 2020 moeten deze werknemers door hun werkgever gemeld worden bij de Nederlandse overheid. De meldplicht is ingesteld om meer zicht te krijgen op welke bedrijven met welke werknemers actief zijn in ons land. Dit geeft inspectiediensten de handvatten om effectiever toe te kunnen zien op de naleving van arbeidswetten en het opsporen van arbeidsmarktfraude en misstanden ten aanzien van deze groep arbeidsmigranten. Zo draagt de meldplicht bij aan de bescherming van werknemers en aan het tegengaan van oneerlijke concurrentie.
Conform artikel 19 van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU), is de meldplicht twee jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Deze evaluatie is op 30 januari 2023 met uw Kamer gedeeld.1 Uit de evaluatie bleek dat de naleving van de meldplicht en de kwaliteit van de meldingen nog verbetering behoefden. Daarom is toegezegd om de meldplicht nogmaals te evalueren. U vindt deze evaluatie in bijlage 1 bij deze brief.
Uit de tweede evaluatie blijkt dat het voor de meeste buitenlandse dienstverrichters en binnenlandse dienstontvangers duidelijk is wanneer de meld- en controleplicht geldt. Dit is een verbetering ten opzichte van de vorige evaluatie. Het is echter nog steeds niet voor iedereen duidelijk. Uit het onderzoek volgt daarom de aanbeveling om een duidelijke factsheet te maken met specifieke meldinformatie en voorbeeldafbeeldingen, waarop de vereiste gegevens overzichtelijk en duidelijk zijn gemarkeerd. Een factsheet met een overzicht van de vereiste gegevens is op postedworkers al te vinden.2 In aanvulling daarop zal een handleiding met voorbeeldafbeeldingen ontwikkeld worden.
Verder blijkt uit het onderzoek dat de naleving van de meld- en
controleplicht de afgelopen jaren lijkt te zijn verbeterd. Dat is een
positieve ontwikkeling. Ook geven toezichthoudende partijen zoals de
Nederlandse Arbeidsinspectie, Sociale Verzekeringsbank, Belastingdienst
en Immigratie- en Naturalisatiedienst aan dat de meldplicht een
belangrijke bron voor risicoanalyse is waardoor het toezicht op
gedetacheerde werknemers wordt versterkt.
Echter blijven administratieve lasten, onbekendheid en interne
afstemmingsproblemen bij bedrijven leiden tot ondermelding en beperkte
datakwaliteit. Daarom wordt aanbevolen om in te zetten op meer gerichte
voorlichting en zichtbaarheid van de handhaving. Deze aanbeveling wordt
overgenomen. Sociale partners, zoals vakbonden, maken ook gebruik van
gegevens uit het meldloket in hun toezicht. Zij geven aan dat de toegang
tot meldgegevens omslachtig is en dat de ontvangen gegevens anoniem zijn
of van beperkte kwaliteit (zoals foutieve werklocaties of werkperiodes).
Dit belemmert het effectieve toezicht op cao-naleving. Er zal samen met
de sociale partners en de Arbeidsinspectie gekeken worden hoe de toegang
verder vormgegeven kan worden.
Er is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het meldloket om de datakwaliteit en gebruiksvriendelijkheid te verhogen en zo administratieve lasten te verlagen. Uit het onderzoek volgt dat veel gebruikers deze aanpassingen gemerkt hebben en dat die positief worden beoordeeld. Tegelijkertijd wordt aanbevolen om het meld- en controleproces verder te automatiseren, door bijvoorbeeld standaardgegevens herbruikbaar te maken en het meldloket te koppelen aan externe databronnen, zoals het KvK-register. Voor dienstverrichters en dienstontvangers volgt de aanbeveling om de interne organisatie te verbeteren zodat meldingen beter worden afgestemd en bij de juiste personen terechtkomen. De koppeling met het KvK-register is in de loop van 2024 ingevoerd. Daarnaast is het ook al mogelijk om standaardgegevens opnieuw te gebruiken door de melding te kopiëren. Wel blijkt uit de aanbeveling dat deze optie niet voldoende bekend is. Daarom zal dit duidelijker aangegeven worden in het meldloket.
Het kabinet hecht grote waarde aan het verminderen van administratieve lasten bij grensoverschrijdende detachering van werknemers, zonder afbreuk te doen aan de bescherming van werknemers. In dit kader is het goed om te noemen dat de Europese Commissie een voorstel heeft gedaan voor een Europees meldloket bij grensoverschrijdende detacheringen. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de voor- en nadelen van het voorstel.3 Daarnaast wordt bij de evaluatie van de meldplicht in Nederland onderzocht of twee maatregelen uit Duitsland en Spanje – respectievelijk een risicogebaseerde aanpak en een vrijstelling voor kortdurende detacheringen – ook in Nederland kunnen bijdragen aan het verlagen van de regeldruk. Dit is toegezegd in de voortgangsrapportage bij de internemarktactieagenda.4 Het onderzoek van SEO naar de meldplicht wordt opgevolgd door een aanvullende opdracht waarin deze mogelijkheden nader worden uitgewerkt.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M.L.J. Paul