[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdende wijziging van de Subsidieregeling versterking aansluiting beroepsonderwijskolom in verband met de verlenging van de geldigheidsduur

Bijlage

Nummer: 2025D44137, datum: 2025-10-13, bijgewerkt: 2025-10-13 16:32, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Wijzigingsregeling voor verlenging Subsidieregeling versterking Aansluiting Beroepsonderwijskolom (2025D44136)

Preview document (🔗 origineel)


Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van <datum>, nr. 52579947, houdende wijziging van de Subsidieregeling versterking aansluiting beroepsonderwijskolom in verband met de verlenging van de geldigheidsduur

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling versterking aansluiting beroepsonderwijskolom wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. in het kalenderjaar 2026: gedurende een eerste aanvraagtijdvak van 1 mei 2026 tot en met 31 mei 2026 en, indien het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, na behandeling van de aanvragen uit het eerste aanvraagtijdvak nog niet is bereikt, van 15 augustus 2026 tot en met 15 september 2026 voor subsidieverstrekking in het jaar 2026.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt “; en” vervangen door een puntkomma.

2. Na onderdeel c wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door ‘; en’, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. in het kalenderjaar 2026 een bedrag van € 39,06 miljoen beschikbaar.

C

Aan artikel 8, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

d. voor aanvragen van 2026 in september, indien de aanvraag is gedaan in het eerste aanvraagtijdvak; of

e. voor de aanvragen van 2026 in december, indien de aanvraag is gedaan in het tweede aanvraagtijdvak.

D

Artikel 11, tweede lid, komt te luiden:

2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.


ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gouke Moes

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Koen Becking


TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding

De Subsidieregeling versterking aansluiting beroepsonderwijskolom (hierna: de subsidieregeling) is in 2023 gepubliceerd met als doel de overgangen van v(s)o naar mbo en van mbo naar hbo te verbeteren, en zo uitval en switch te voorkomen. In de toelichting bij de subsidieregeling is opgenomen dat de subsidie in 2025 wordt geëvalueerd en in de subsidieregeling is bepaald dat deze op 1 januari 2026 vervalt. Op basis van de evaluatie zal worden bekeken welk instrumentarium na afloop van deze subsidieregeling ingezet wordt om de middelen ter beschikking te stellen. Een eventueel aangepaste of nieuwe regeling gaat in per 1 januari 2027. Met deze wijzigingsregeling wordt de werkingsduur van de subsidieregeling met een jaar verlengd, zodat er voldoende tijd is om de evaluatie zorgvuldig te doorlopen en zodat scholen en instellingen voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op een eventuele aangepaste of nieuwe regeling.

2. Wijzigingen

Met deze wijzigingsregeling wordt de werkingsduur van de subsidieregeling wordt met één jaar verlengd. Dit jaar wordt gebruikt om de uitkomsten van de evaluatie te verwerken in een nieuwe of aangepaste regeling, en om scholen en instellingen de tijd te geven om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie. De verlenging houdt in dat er ook in 2026 aanvragen gedaan kunnen worden door samenwerkingsverbanden, op dezelfde wijze als in 2024 en 2025.

3. Privacy

Deze wijzigingsregeling leidt niet tot wijzigingen in de mate waarin onderwijsinstellingen persoonsgegevens verwerken om aan deze regeling te kunnen voldoen.

4. Regeldruk

Deze wijzigingsregeling bevat geen wijzigingen die van invloed zijn op de regeldruk.

5. Uitvoering

Deze regeling is aan DUS-I voorgelegd voor een uitvoeringstoets. DUS-I acht de regeling uitvoerbaar.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 4)

Op grond van het nieuwe artikel 4, eerste lid, onderdeel d, kan voor subsidieverstrekking in het kalenderjaar 2026 subsidie aangevraagd worden tijdens minimaal één en maximaal twee aanvraagtijdvakken, die op de volgende momenten plaatsvinden: van 1 mei 2026 tot en met 31 mei 2026 en (eventueel) van 15 augustus 2026 tot en met 15 september 2026.

Artikel I, onderdeel B (wijziging artikel 5)

Voor subsidieverstrekking in het kalenderjaar 2026 is een subsidiebedrag van € 39,06 miljoen beschikbaar.

Artikel I, onderdeel C (wijziging artikel 8)

Het subsidiebedrag wordt in 2026 uitbetaald conform de termijnen die zijn vastgesteld in de nieuwe onderdelen d en e van artikel 8, tweede lid.


Artikel I, onderdeel D (wijziging artikel 11)

Met deze wijziging is de werkingsduur van de subsidieregeling met één jaar verlengd. De vervaldatum van de subsidieregeling is daartoe vastgesteld op 1 januari 2027. Voor een nadere toelichting op de verlenging van de subsidieregeling wordt verwezen naar het algemene deel van deze toelichting.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gouke Moes

Staatssecretaris van Funderend Onderwijs en Emancipatie,

Koen Becking