[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De gedoogde onderdelen van Participatiewet in balans

Wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)

Brief regering

Nummer: 2025D44184, datum: 2025-10-14, bijgewerkt: 2025-10-15 14:59, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36582 -71 Wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans).

Onderdeel van zaak 2025Z18963:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 582 Wijziging van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen in verband met het op onderdelen in balans brengen van deze wetten tussen bestaanszekerheid, re-integratie en handhaving (Participatiewet in balans)

Nr. 71 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2025

Op dinsdag 30 september jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Participatiewet in balans1 aanvaard. De wet treedt gefaseerd in werking, zoals ik eerder bij uw Kamer heb aangegeven tijdens de parlementaire behandeling. In deze brief informeer ik uw Kamer, conform de Kabinetsnota Grenzen aan Gedogen2, over de regelgeving waarop gemeenten komend jaar vooruit mogen lopen.

Om gemeenten voldoende voorbereidingstijd te geven, maar ook om gemeenten die al eerder over kunnen gaan op invoering tegemoet te komen, heb ik in goed overleg met VNG en Divosa besloten tot een gedoogperiode voor een aantal onderdelen van de wet. De gedoogperiode bevat onderdelen die formeel per 1 januari 2027 in werking treden of gelijklopen met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel handhaving sociale zekerheid (Kamerstukken 36 785). Ik gedoog dat gemeenten deze onderdelen kunnen toepassen voorafgaand aan de formele inwerkingtredingsdata van die onderdelen. Dit zijn onderdelen die begunstigend zijn voor inwoners en waarvan een aantal gemeenten heeft aangegeven klaar voor invoering te zijn per 1 januari 2026. Zij kunnen al aan de slag met deze onderdelen, waardoor andere gemeenten van deze ervaringen kunnen leren. Daarnaast heb ik uw Kamer in mijn brief van 8 mei geïnformeerd over onderdelen uit de wet waarop gemeenten in 2025 al vooruit kunnen lopen.3 Indien de onderdelen die genoemd worden in deze brief doorwerken in het Bbz, IOAW en IOAZ, dan worden deze onderdelen ook in deze regelgeving gedoogd.

Het gedogen van deze onderdelen dient een maatschappelijk belang. Wel wordt het gedogen van deze verschillende onderdelen begrensd in tijd. Het gedogen ziet per onderdeel op een specifieke periode. Hieronder staan welke onderdelen gedoogd worden.

Gedoogde onderdelen van de wet

Premie arbeidsinschakeling voor jongeren tot 27 jaar (amendement de Kort4) (artikel 31, vierde lid (nieuw), Pw)

Dit onderdeel kan vanwege de benodigde aanpassingen in de ICT-systemen pas per 1 januari 2027 in werking treden. Gemeenten die deze premie handmatig kunnen verstrekken, krijgen de mogelijkheid om deze premie een- of tweemaal te verstrekken als dit bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van de jongere. Dit betekent dat het verstrekken van de premie arbeidsinschakeling voor jongeren tot 27 wordt gedoogd tot 1 januari 2027. Anders dan in mijn brief van 8 mei jl. gemeld, is deze premie tijdens de gedoogperiode belast. Gemeenten worden geïnformeerd over hoe zij tijdens de gedoogperiode de premie het beste kunnen verstrekken en met welke risico’s zij rekening dienen te houden.

Verruiming bijverdiengrenzen (nieuw artikel 34a Pw)

Dit onderdeel treedt in werking per 1 januari 2027. Eerder is niet mogelijk vanwege benodigde ICT-aanpassingen. De bijverdienregeling wordt ook opengesteld voor jongeren tot 27 jaar om belemmeringen weg te nemen bij het verwerven van inkomen. Om jongeren beter te kunnen ondersteunen gedoog ik dat gemeenten dit onderdeel voor hen tot 1 januari 2027 voor de formele inwerkingtreding kunnen toepassen. Voor alle mensen in de bijstand van 27 jaar en ouder blijven tot 1 januari 2027 de huidige bijverdienregelingen gelden.

Op dit moment zijn de bijverdienregelingen niet van toepassing op jongeren tot 27 jaar. Het gedogen van dit onderdeel voor deze doelgroep heeft voor hen dus een begunstigend effect.

Ik ben mij ervan bewust dat deze gedoogconstructie complex is, zeker als jongeren 27 jaar worden tijdens de gedoogtijd en daardoor aanspraak maken op de huidige bijverdienregelingen. Het is aan de gemeente om in dit soort situaties een afweging te maken of de jongere in de gedoogconstructie kan blijven of beter over kan gaan naar één van de huidige bijverdienregelingen. Hierbij is het uitgangspunt dat het vooruitlopen op de nieuwe bijverdienregeling ten gunste moet komen van de inwoner.

(Automatisch) verrekenen op uniforme wijze en vereenvoudiging verrekenen (artikel 32, vijfde lid (nieuw), Pw)

Dit onderdeel treedt per 1 januari 2027 in werking en wordt vanaf 1 januari 2026 tot aan de inwerkingtreding gedeeltelijk gedoogd. Dit betekent dat gemeenten alvast de nieuwe artikelen7a, 7b, 7c, 7d, 7g, 7h en 7i van de Wijziging van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ in verband met uniform verrekenen inkomsten naast uitkering mogen toepassen. Deze artikelen zien op het uniform vaststellen en verrekenen van het netto-inkomen.

In de uitvoeringstoets heeft VNG aangegeven dat de verwachtte doorlooptijd voor het aanpassen van de applicaties voor dit onderdeel ongeveer 12 maanden in beslag neemt. Daardoor kan dit onderdeel pas per 1 januari 2027 in werking treden. Het is niet mogelijk om dit onderdeel volledig te gedogen. Dit is niet uitvoerbaar omdat de software nog niet gereed is. Om deze reden wordt dit onderdeel gedeeltelijk gedoogd. Voor het onderdeel uniform verrekenen wordt de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAW gewijzigd. Ook deze wijziging treedt dus per 1 januari 2027 in werking.

Maatschappelijke participatie (artikelen 8a, 9 en 10 Pw, artikelen 36 en 37 IOAW en IOAZ)

Dit onderdeel treedt in werking zodra het bij koninklijke boodschap van 4 juli 2025 ingediende voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de handhaving van de sociale zekerheid om meer passend handhaven mogelijk te maken (Wet handhaving sociale zekerheid) (Kamerstukken 36785) tot wet is verheven en in werking treedt. Dit in verband met de samenhang met de wijziging rondom het handhavingsregime. Het toepassen van de regels op het gebied van de maatschappelijke participatie wordt vanaf 1 januari 2026 tot de inwerkingtreding gedoogd. Hieronder vallen ook de onderdelen ‘ondersteuning bij maatschappelijke participatie’ en ‘recht op eigenstandig vormgeven participatie’. Om de gemeenten in staat te stellen om mensen in de bijstand zo goed mogelijk te ondersteunen richting participatie en hen hierbij ook zelf zeggenschap te geven, wordt dit onderdeel gedoogd.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.N.J. Nobel


  1. Kamerstukken I 2024/25, 36582, A.↩︎

  2. Kamerstukken II 1996/97, 25085, nr. 2.↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 36582, nr. 69.↩︎

  4. Kamerstukken II 2024/25, 36582, nr. 47.↩︎