Antwoord op vragen van de leden Hirsch en Stultiens over het bedrijf Pluspetrol
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D44796, datum: 2025-10-23, bijgewerkt: 2025-10-24 09:16, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: E.H.J. Heijnen, staatssecretaris van Financiën ()
Onderdeel van zaak 2025Z18031:
- Gericht aan: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: E. Heinen, minister van Financiën
- Indiener: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 269
2025Z18031
Antwoord van staatsecretaris Aukje de Vries (Buitenlandse Zaken), mede namens de staatssecretaris van Financiën (ontvangen 23 oktober 2025)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de Eindverklaring van het OECD National Contact Point (NCP) over het bedrijf Pluspetrol die op 3 september is gepubliceerd? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Pluspetrol een Argentijns bedrijf is met tien brievenbusmaatschappijen in Nederland? 2) Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het is mij bekend dat Pluspetrol activiteiten in Nederland heeft.
Vraag 3
Heeft Pluspetrol in het verleden geprofiteerd van Nederlandse handelsfaciliteiten zoals subsidies, bilaterale investeringsverdragen, deelname aan Nederlandse handelsmissies, exportkredieten en toegang tot overheidsopdrachten en aanbestedingen? Is deze steun openbaar? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Pluspetrol heeft in het verleden niet geprofiteerd van Nederlandse handelsfaciliteiten. Conform internationale afspraken1 investeert de Nederlandse overheid niet langer of verleent geen financiering of actieve ondersteuning met handelsbevordering instrumenten, zoals missies, met betrekking tot de fossiele energiesector in het buitenland. In specifieke gevallen kan hierop een uitzondering worden gemaakt als energieleveringszekerheid voor Nederland of Europa in het geding is.
Vraag 4
Bent u van mening dat Pluspetrol, na het zeer kritische oordeel van het NCP, nog steeds recht heeft op Nederlandse handelsfaciliteiten, zoals subsidies, deelname aan Nederlandse handelsmissies, exportkredieten en toegang tot overheidsopdrachten en aanbestedingen, indien zij hierom verzoeken? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? En welke maatregelen gaat u dan treffen?
Antwoord
Pluspetrol kan geen aanspraak maken op het handelsinstrumentarium vanwege de in het antwoord op vraag 3 benoemde afspraken over de uitfasering van de ondersteuning voor de fossiele energiesector. In principe kan aan Pluspetrol geen toegang tot overheidsopdrachten en aanbestedingen worden ontzegd. Wel kunnen er bij aanbestedingen ten aanzien van mensenrechten eisen worden gesteld waaraan bedrijven moeten voldoen.
In algemene zin verwacht het kabinet van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat ze de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen (OESO-richtlijnen) toepassen. 2
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het bedrijf Pluspetrol meer dan 3200 vervuilde locaties heeft achtergelaten in Peru? Heeft u kennisgenomen van het feit dat Pluspetrol weigert voldoende financiële middelen ter beschikking te stellen om de vervuilde locaties in Peru te saneren? Deelt u de analyse dat de financiële stromen van Pluspetrol via vennootschappen zonder reële economische activiteit in onder andere Nederland, verborgen blijven? Zo nee, kunt u dan op basis van publiek toegankelijke data aangeven hoeveel belasting de Nederlandse entiteiten van Pluspetrol de afgelopen 15 jaar aan de Nederlandse Belastingdienst hebben betaald?
Antwoord
Ik heb kennisgenomen van de bevindingen van de Eindverklaring van het NCP. Niet alle financiële stromen van bedrijven zijn openbaar. Het is op dit moment niet mogelijk om op basis van openbare data aan te geven hoeveel belasting bepaalde bedrijven in Nederland hebben betaald. Er worden echter relevante stappen gezet op het gebied van transparantie over de belastingafdracht van grote bedrijven. Met ingang van het boekjaar dat begint op of na 22 juni 2024 zijn multinationals in de EU met een totale geconsolideerde omzet van minstens €750 miljoen jaarlijks verplicht om in het handelsregister onder meer openbaar te maken hoe veel winstbelasting zij betalen in de landen waarin ze actief zijn (de zogenaamde openbare country-by-country reporting, CbCR). Ook grote dochtermaatschappijen in de EU-lidstaten, waarvan de uiteindelijke moedermaatschappij buiten de EU is gevestigd, zijn verplicht openbaar te maken hoe veel winstbelasting het hele concern in elke EU-lidstaat en in de landen daarbuiten betaalt.
Vraag 6
Heeft de NCP-uitspraak consequenties voor eventuele afspraken met de Belastingdienst? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties?
Antwoord
De Belastingdienst is het op basis van artikel 67 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) niet toegestaan in te gaan op individuele fiscale dossiers. In algemene zin kan wel het volgende worden opgemerkt.
Een belanghebbende kan verzoeken om vooroverleg ter verkrijging van zekerheid vooraf. Dit geldt zowel voor burgers als bedrijven. Zo kun je als belastingplichtige vooraf zekerheid krijgen over de fiscale gevolgen van voorgenomen handelingen of transacties. Dit doet de Belastingdienst binnen de kaders van wet- en regelgeving, beleid en jurisprudentie. Een ruling zorgt dus voor zekerheid vooraf over de uitleg van de wet. De uitleg van fiscale wet- en regelgeving voor belastingplichtigen is echter altijd gelijk, met of zonder ruling. Zekerheid vooraf vervult niet alleen een waardevolle functie voor belastingplichtigen, maar ook een belangrijke functie in het toezicht van de Belastingdienst. De Belastingdienst zal onder andere echter geen zekerheid vooraf geven als het besparen van belasting de enige of doorslaggevende beweegreden is voor het verrichten van de (rechts)handeling(en) waarover zekerheid vooraf wordt gevraagd of wanneer de (rechts)handeling(en) buiten het beoogde fiscale voordeel geen of weinig reële, praktische betekenis heeft (hebben).
Vraag 7
Bent u bekend met de observatie van het NCP dat het vanwege een gebrek aan capaciteit en informatie niet in staat was om de belastingontwijking door Pluspetrol te beoordelen? Bent u van mening dat bedrijven en de overheid meer gegevens en informatie moeten verstrekken over de activiteiten van bedrijven als Pluspetrol? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen treft u hiertoe?
Antwoord
Ik ben bekend met de observaties van het NCP. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 5 zullen grote multinationals meer transparantie moeten betrachten over hun belastingafdracht onder de openbare country-by-country reporting regels. Daarin wordt dus een stap gezet naar meer transparantie. Het kabinet ziet niet de mogelijkheid om vanuit de overheid meer informatie openbaar te maken over de fiscale positie van individuele belastingplichtigen gelet op de fiscale geheimhoudingsplicht. Naast het beschermen van de privacy dient de fiscale geheimhouding het belang van de staat. De fiscale geheimhouding draagt namelijk bij aan de compliance, en daarmee de belastingheffing. Hierover heeft de staatsecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane uw Kamer op 21 juli 2025 geïnformeerd.3Het kabinet verwijst u graag naar die brief voor de afwegingen die hebben geleid tot deze conclusie. Uw Kamer heeft de motie-Stultiens4 aangenomen om opties in kaart te brengen voor het vergroten van transparantie over belastingen door bedrijven en de overheid. De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane zal voor de plenaire behandeling van het Belastingplan 2026 inhoudelijk reageren op deze motie.
Vraag 8
Klopt het dat het aantal bedrijven dat de OECD Guidelines heeft erkend, op 35% staat? 3) Klopt het dat het streven is om dit percentage naar 90% te brengen? Vallen bedrijven die hier gevestigd zijn als brievenbusfirma, zoals Pluspetrol, onder deze meting? Zo nee, waarom niet? Gaat dit veranderen naar aanleiding van het NCP oordeel, dat stelt dat ook deze bedrijven aan de OECD Guidelines moeten voldoen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
In 2013 is de doelstelling geformuleerd dat 90% van de grote Nederlandse bedrijven in 2023 de OESO-richtlijnen expliciet zou onderschrijven als referentiekader voor hun internationale activiteiten. Bij de eindmeting in 2023 bleek dat 41% van deze bedrijven de OESO-richtlijnen en/of UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderschreef.5 De onderzoeksgroep betrof in Nederland gevestigde bedrijven die binnen de destijds beoogde reikwijdte van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vielen en waarvoor relevante data beschikbaar was. In het BHOS-jaarverslag 2023 (Kamerstuknummer 36560-XVII-1) is toegelicht dat dit de laatste keer was dat de voortgang op de 90%-doelstelling is gemonitord. Dit met het oog op aanstaande IMVO-wetgeving die het voor een deel van het bedrijfsleven verplicht maakt gepaste zorgvuldigheid toe te passen.
1) OECD National Contact Point, 3 september 2025, Final Statement
Indigenous Federations from Peru et al vs Pluspetrol Resources
Corporation B.V. | National Contact Point OECD Guidelines.
2) pluspetrol - openkvk.nl.
3) https://www.startmetoesorichtlijnen.nl/
Overeenkomst van Parijs en Glasgow Climate Pact, zie ook Kamerstukken II 2022-2023, 36 180 nr. 23.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 31066, nr. 1510.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 25087 nr. 351.↩︎
Bron: Onderzoek naar de implementatie van de zes stappen van gepaste zorgvuldigheid | Rapport | Rijksoverheid.nl↩︎