[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Hertzberger over het Advies Informatievoorziening Infectieziektebestrijding (IV-IZB)

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D44872, datum: 2025-10-27, bijgewerkt: 2025-10-28 10:14, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-275).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z18030:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

275

Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Advies Informatievoorziening Infectieziektebestrijding (IV-IZB) (ingezonden 29 september 2025).

Antwoord van Minister Bruijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 oktober 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 258.

Vraag 1

Wat was de aanleiding voor u en uw ministerie om het Adviescollege ICT-toetsing te verzoeken om een onderzoek uit te voeren naar het programma Informatievoorziening Infectieziektebestrijding (IV-IZB)? Had u op dat moment al signalen dat de doelen niet behaald zouden worden?

Antwoord 1

De aanleiding voor het verzoek aan het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) was dat ministeries verplicht zijn om alle voorgenomen ICT-projecten van meer dan vijf miljoen euro bij AcICT aan te melden. Voorafgaand daaraan is het programma meermaals extern getoetst, via twee gateway reviews en een CIO-oordeel. Aanbevelingen hieruit zijn overgenomen en geïmplementeerd. In de voortgangsbrieven Pandemische Paraatheid die op 29 juni 2023 en op 26 oktober 2023 met uw Kamer zijn gedeeld, heb ik reeds aangegeven dat mijn ministerie voornemens was (in de loop van 2024) een externe toets door AcICT uit te laten voeren.1

Vraag 2

Sinds wanneer is bekend op uw departement dat er problemen zijn met de samenhang en de regie van dit project?

Antwoord 2

Begin september 2025 heb ik het definitieve advies van AcICT ontvangen waarin deze conclusies worden getrokken.

Vraag 3

Klopt het dat grote ICT-projecten zoals bij pandemische paraatheid op tijd bij het Adviescollege ICT-toetsing moeten worden aangemeld, gezien eerdere ICT-debacles die gepaard gingen met grootschalige verkwisting van publiek geld?

Antwoord 3

Ja, grote ICT-projecten worden door ministeries verplicht bij AcICT aangemeld voor toetsing, voordat onomkeerbare stappen worden gezet. Daarmee is door de rijksoverheid een controle ingebouwd om de risico’s van grote ICT-projecten te beperken en de slaagkans van dergelijke projecten te vergroten. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1, heeft mijn ministerie dat ook gedaan.

Vraag 4

Wanneer is het ICT-programma begonnen en wanneer is het aangemeld bij het Adviescollege ICT-toetsing? Klopt het dat daar meer dan anderhalf jaar tussen zat? Klopt het dat dit project vanwege zijn omvang (186,9 miljoen euro) tot één van de zeer grote IT-projecten behoort met bijbehorend groot risico?

Antwoord 4

Het IV-programma is in 2023 gestart en VWS was voornemens in de zomer 2024 het programma te laten toetsen door AcICT. In het licht van de bezuinigingen op structurele middelen voor beheer en onderhoud in het Hoofdlijnenakkoord van 2024 heeft AcICT medio augustus 2024 besloten om een voorgenomen toets op het programma uit te stellen naar een later moment. Het klopt dat dit programma op dit moment tot één van de grote IT-projecten van de rijksoverheid behoort.2

Vraag 5

Klopt het dat er al 44 miljoen euro is uitgegeven en het project nu stop wordt gezet? Wat is er met deze 44 miljoen euro gerealiseerd?

Antwoord 5

Het klopt dat er tot nu toe 44 miljoen euro is uitgegeven, zoals AcICT in zijn advies schrijft. Daarmee zijn sinds de start van het programma in 2023 verschillende zaken bereikt en opgeleverd, onder andere:

Alle 25 GGD’en hebben hun processen geharmoniseerd. Tot dan toe hanteerde iedere GGD zijn eigen werkwijze. Dat maakte het voorheen lastig voor zorgprofessionals bij de GGD’en om snel en makkelijk een andere GGD te helpen, zowel bij Covid-19 maar ook bij een regionale uitbraak zoals mazelen.

RIVM werkt aan generieke infrastructuur die noodzakelijk is om op een beveiligde manier en schaalbaar uiteenlopende soorten data uit diverse bronnen te kunnen ontvangen, opslaan en beschikbaar te maken voor uitvoerders, onderzoekers en burgers. Voor dit laatste zijn ook nieuwe portaalfuncties ingericht. De toegang tot voorzieningen wordt verder schaalbaar gemaakt en beveiligd.

Voor de Landelijke Functionaliteit opschaling Infectieziektenbestrijding (LFI) worden nieuwe applicaties ingericht voor bijvoorbeeld vroegtijdige signalering, scenario-analyse en kennisdeling. Het datalab voor de LFI is gebouwd en in gebruik. Dit zorgt tijdens een crisis voor overzicht op actuele data. Zoals een overzicht van locaties en capaciteit van testlab’s, of het aantal uitgevoerde testen, gezette prikken en het aantal gevoerde gesprekken voor een testafspraak. Bestaande applicaties voor de ondersteuning van het vaccinatieproces worden schaalbaar en wendbaar gemaakt. En de datastromen voor de surveillance van infectieziekten worden verder geüniformeerd en gestandaardiseerd ten behoeve van analyses.

Bij de GGD’en is het verouderde toegangsbeheersysteem vervangen, zodat het nu veiliger en schaalbaar is.

De vraag «wat is er nodig in het GGD-domein» is uitgewerkt. De aanbesteding hiervoor staat klaar om uit te zetten in de markt (maar is afhankelijk van invulling van de randvoorwaarde van structurele financiering vanaf 2027).

Het programma wordt in zijn huidige vorm gestopt, in lijn met het advies van AcICT. Ik breng eerst de randvoorwaarden op orde en voer een aantal fundamentele wijzigingen door in de programmaopzet, -aansturing en -uitvoering, om vervolgens een herstart te kunnen maken in fases. Voor de herstart wordt voortgebouwd op de reeds gerealiseerde zaken die hierboven worden genoemd en die noodzakelijk zijn om het nieuwe programma te voltooien.

Vraag 6

Waarom zijn er vooraf geen duidelijke afspraken gemaakt over het eigenaarschap van, de verantwoordelijkheid voor, en de besturing van de toekomstige informatievoorziening over data, processen, intellectueel eigendom en beheer? Bent u het met de adviesraad eens dat vanuit u en uw ministerie te weinig regie is genomen op dit project en zo ja, hoe komt dit?

Antwoord 6

Elk van de betrokken organisaties is eigenaar van de eigen informatievoorziening en blijft verantwoordelijk voor ordentelijke verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens via de vigerende kaders zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Voor de sturing van het programma is reeds een governance ingericht onder leiding van een landelijke stuurgroep, die wordt voorgezeten door VWS. Deze afspraken zijn onveranderd. De afspraken over beheer van het IV-landschap en alle daaraan verwante vraagstukken kunnen verder worden uitgewerkt nadat een landelijke beheerorganisatie (LBO) is geselecteerd, naar verwachting dit najaar. Ik ben het met AcICT eens dat het programma beter te beheersen zal zijn als het gefaseerd wordt uitgevoerd. VWS zal daarom de regie op het programma na de herstart versterken door eerst de basis die nodig is voor de reguliere infectieziektenbestrijding op orde te brengen en daarna pas de grootschalige pandemische functies te bouwen.

Vraag 7

Hoe reflecteren het RIVM en GGD-GHOR op de constateringen in het rapport, op het gebrek aan samenhang in de projecten en kunt u hen verzoeken hun reflectie zo snel mogelijk met de Kamer te delen?

Antwoord 7

Beide organisaties hebben aangegeven zich te herkennen in de constateringen in het adviesrapport, en hebben deze aangegrepen om te komen tot een inhoudelijke én financiële herijking van hun deel in het programma. Mede op basis hiervan heb ik besloten het programma in z’n huidige vorm te stoppen (conform het advies van AcICT) en een herstart te maken waarin randvoorwaarden verder op orde zijn gebracht, de focus eerst gelegd wordt op het op orde brengen van de basis (fase 1) en vervolgens de grootschalige pandemische functies worden toegevoegd (fase 2). Beide organisaties geven tegelijk aan blij te zijn dat nut en noodzaak voor de maatschappelijke opgave nogmaals wordt bevestigd in het adviesrapport van AcICT.

Vraag 8

Kunt u duiden hoe de onderzoekers in het rapport tot de conclusies zijn gekomen dat «de eisen aan pandemische paraatheid van de LFI geen concrete en meetbare invulling [hebben]» en «de bijdrage van ieder van de deelprojecten aan de doelstellingen is onvoldoende expliciet gemaakt»?

Antwoord 8

AcICT is van mening dat doelstellingen van het programma nog onvoldoende duidelijk zijn. Het baseert zich daarbij op interviews en stukken en maakt daarin een eigen afweging. Ik maak dankbaar gebruik van de feitelijke constateringen en adviezen om de slaagkans van het programma te vergroten. Zo constateren de onderzoekers bijvoorbeeld terecht dat de eisen voor een aantal LFI-voorzieningen nog onvoldoende zijn uitgewerkt. Dit was ook in het programma bekend en werd tot dan toe niet als groot risico beschouwd dat het einddoel en planning in gevaar zou brengen. Het advies van AcICT onderstreept echter de urgentie om op korte termijn deze eisen gereed te hebben en daarvoor zijn inmiddels de nodige acties genomen.

Vraag 9

Kunt u uitleggen waarom herformuleren van de doelen voor het IV-IZB programma geen onderdeel uit lijken te maken van het op orde brengen van de randvoorwaarden? Hoe voorkomen we dat dit opnieuw mis gaat?

Antwoord 9

In mijn bestuurlijke reactie kondig ik aan dat het ministerie de uitvoerende partijen onder strakkere regie beter gaat aansturen. Onderdeel daarvan is ook het specifiek, meetbaar, actiegericht, realistisch en tijdsgebonden (SMART) herformuleren van de doelstellingen. Door fasering tegelijk met verbetering van periodieke rapportages, kwaliteitsmanagement en financiële verantwoording verwacht ik dat mijn departement beter in staat is om regie te voeren op de uitvoering van het programma.

Vraag 10

Wat maakt dat u het ondanks de inschatting in het rapport dat uw ministerie enkele jaren nodig zal hebben voor het invullen van de randvoorwaarden, mogelijk acht nog dit najaar fase 1 te kunnen herstarten?

Antwoord 10

Ik ben voornemens om een aantal randvoorwaarden (structurele financiering, selecteren landelijke beheerorganisatie (LBO) en strakkere regie vanuit het ministerie) dit najaar op orde te brengen. Daarmee acht ik een herstart op korte termijn mogelijk. Juridische aspecten breng ik gedurende de looptijd van het programma op orde. Daarmee voorkom ik dat de uitvoering van het programma onnodig grote vertraging oploopt, gezien de doorlooptijd van een gemiddeld wetstraject. Dat de wetgeving nog niet is afgerond staat het realiseren van informatievoorzieningen namelijk niet in de weg, omdat het niet leidt tot andere technologische keuzes voor ondersteuning van gegevensuitwisseling en het ook noodzakelijk is om voortgang te behouden op dat vlak. Zo zijn de aanpassingen van de Wet Publieke Gezondheid (2de en 3de tranche) al enige tijd in voorbereiding. Daarnaast werk ik aan wet- en regelgeving om de centrale beheertaak van de informatievoorziening (LBO) te beleggen bij het aangewezen agentschap en het verplichte gebruik van die voorziening door alle GGD’en. Vanzelfsprekend geldt dat aanvaarding door het parlement van de voorgestelde wet- en regelgeving en inwerkingtreding daarvan essentieel zijn voor het daadwerkelijke centrale beheer van de informatievoorziening door het agentschap.

Vraag 11

Met de recente datadiefstal bij bevolkingsonderzoek Nederland nog in gedachten, welke extra maatregelen bent u voornemens te treffen om toekomstige patiëntdata die binnen het IV-IZB verzameld zal worden, extra te beschermen?

Antwoord 11

De informatievoorzieningen in dit nieuwe IV-landschap moeten voldoen aan de strengste Rijkskaders voor cyberveiligheid, zoals opgelegd door de Europese NIS2-verordening (in Nederland geïmplementeerd via de Cyberbeveiligingswet) en het Rijkscloudbeleid. Ook door de landelijke beheerorganisatie voor de GGD’en worden deze kaders gevolgd.

Vraag 12

Hoe komt het dat er vooral aandacht is voor de koude fase en weinig op de warme fase? Hoe reflecteert u hier op?

Antwoord 12

Functies die nodig zijn tijdens de reguliere infectieziektebestrijding (koude fase) zijn ook in opgeschaalde vorm nodig ten tijde van een pandemie (warme fase). Zonder een solide basis is opschalen in crisistijd niet mogelijk. Daarom maak ik nu, in lijn met het AcICT advies, de keuze om eerst de basis op orde te brengen voor de reguliere infectieziektebestrijding en daar vervolgens de grootschalige pandemische functies aan toe te voegen. Op die manier wordt een IV-landschap gerealiseerd dat klaar is voor dagelijks gebruik in de infectieziektebestrijding, én klaar is voor opschaling wanneer dat aan de orde is vanwege een grootschalige (pandemische) uitbraak. Daarmee blijft het IV-landschap in lijn met een fundamentele ontwerpkeuze die ik op 31 januari 2023 met uw Kamer heb gedeeld als antwoord op vragen naar aanleiding van een schriftelijke overleg: «Maak voor de reguliere infectieziektebestrijding een informatievoorziening die geschikt is voor opgeschaald gebruik».3

Vraag 13

Hoe ziet u deze tekortkomingen in het licht van het belang van maatschappelijke weerbaarheid en opschalingsvermogen, zowel fysiek als digitaal, in tijden van crisis? Hoe krijgt Nederland zo snel mogelijk robuuste IT-infrastructuur voor noodsituaties zoals een pandemie of een andere volksgezondheidscrisis?

Antwoord 13

Het Programma IV IZB zorgt voor (door)ontwikkelen van de informatievoorziening voor de reguliere infectieziektebestrijding die ook geschikt is voor opgeschaald gebruik en draagt daarmee bij aan de weerbaarheid van Nederland ten tijde van noodsituaties als een pandemie. Door de nodige aanpassingen te doen in het programma, zoals fasering en financiële herijking, en daarna op korte termijn een herstart te maken, krijgt Nederland zo snel mogelijk de benodigde IT-infrastructuur in de publieke kern van infectieziektebestrijding.

Vraag 14

Kunt u toezeggen dat u de Kamer duidelijk informeert over hoe dit project zal worden voortgezet alvorens onomkeerbare stappen te nemen?

Antwoord 14

In het verleden is uw Kamer op gezette tijden geïnformeerd over de voortgang van het beleidsprogramma Pandemische Paraatheid, waarvan dit IV-programma een vast onderdeel is. Ik zal uw Kamer uiteraard op de hoogte blijven houden van de voortgang.


  1. Kamerstukken II 2022/23, 25 295, nr. 2106; Kamerstukken II 2023/24 25 295, nr. 2147.↩︎

  2. Rijks ICT-dashboard: Overzicht van grote ICT-activiteiten, geraadpleegd op 6-10-2025.↩︎

  3. Kamerstukken II 2022/23, 25 295, nr. 2000.↩︎