[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Afschrift beantwoording vragen Eerste Kamer over de reactie op de brief van de commissie van 17 juni 2025 over de gereedheid van de Europese defensie 2030 van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid en de kabinetsappreciatie over dit witboek

Brief regering

Nummer: 2025D45012, datum: 2025-10-28, bijgewerkt: 2025-10-29 12:51, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z19283:

Preview document (🔗 origineel)


> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag

de Voorzitter van de Eerste Kamer

der Staten-Generaal

Kazernestraat 52

2500 EA Den Haag

Datum 28 oktober 2025
Betreft Antwoorden op Kamervragen over witboek Europese Defensiegereedheid 2030

Ministerie van Defensie

Plein 4

MPC 58 B

Postbus 20701

2500 ES Den Haag

www.defensie.nl

Onze referentie

28 oktober 2025

D2025-004938 / MINDEF20250037080

Antwoorden SO witboek

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de Eerste Kamervragen zoals gesteld door de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO) naar aanleiding van de Kamerbrief van 28 augustus, in reactie op de brief van de commissie van 17 juni 2025 over het witboek over de gereedheid van de Europese defensie 2030 van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheid en de kabinetsappreciatie over dit witboek.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Ruben Brekelmans

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Gijs Tuinman

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden van de Eerste Kamerfractie van Partij voor de Dieren en JA21 aan de minister van Defensie over het witboek Europese Defensie Gereedheid 2030.

Ingezonden 30 september 2025, kenmerk 178292

Vragen en opmerkingen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie

1. Op pagina 18 en 19 stelt u dat dat gezamenlijke investeringen op EU-niveau “een cruciale voorwaarde zijn” voor “een geloofwaardige afschrikking en collectieve verdediging”, zo lezen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren. Kunt u uitleggen wat u daar concreet mee bedoelt?

De NAVO is de hoeksteen voor onze veiligheid. De belangrijkste taak van de NAVO is collectieve afschrikking en verdediging. De NAVO stelt op basis van dreigingsbeeld en daarvoor benodigde plannen voor uitvoering van effectieve afschrikking en verdediging, capaciteitsdoelstellingen vast. Deze capaciteitsdoelstellingen worden elke vier jaar herzien op basis van het dreigingsbeeld. Tijdens de bijeenkomst van NAVO-defensieministers van juni jl. hebben bondgenoten de nieuwe NAVO-capaciteitsdoelstellingen (CT25) vastgesteld. De EU kan lidstaten ondersteunen bij het behalen van die capaciteitsdoelstellingen en het bevorderen van de defensiegereedheid van Europa en Europese bondgenoten. Het versterken van de Europese defensie-industrie is van belang voor het behalen van deze capaciteitsdoelstellingen, hierbij speelt de EU een belangrijke rol. De EU doet dit door middel van financiële instrumenten om productie en verbetering/aanpassing van de infrastructuur te stimuleren; door het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking en innovatie van de defensie-industrie; het optimaliseren van wet- en regelgeving voor de krijgsmachten; het stimuleren van investeringen in het kader van (militaire) mobiliteit voor dual-use; en door de lidstaten te ondersteunen bij coördinatie van hun inspanningen. De EU zorgt er dus voor dat wij sneller over de capaciteiten beschikken die de NAVO van ons vraagt. Nederland hecht daarbij aan samenwerking met de NAVO-bondgenoten die geen lid zijn van de EU, zoals Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.

Is die geloofwaardigheid uit te drukken in cijfers van bijvoorbeeld hoeveelheid tanks of drones?

Geloofwaardige afschrikking en verdediging heeft een kwantitatieve en kwalitatieve component. Binnen het NATO Defence Planning Proces (NDPP) wordt bepaald welke militaire capaciteiten nodig zijn voor een geloofwaardige afschrikking en collectieve verdediging. De exacte benodigde capaciteiten zijn gerubriceerd. Wel verwijs ik u graag naar de Kamerbrief ‘Concept toewijzing aanvullende capaciteitsdoelstellingen NAVO-Defensieplanningsproces (NDPP)’ en de vertrouwelijke bijdrage. Deze geeft meer inzicht in wat de NAVO specifiek van Nederland vraagt.

En wanneer is die geloofwaardigheid voldoende? Kunt u dat kwantificeren en/of anderszins nader concretiseren?

Het invullen van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen is een randvoorwaarde voor een geloofwaardige afschrikking en collectieve verdediging. Daarbij is het van belang om de technologische en (geo)politieke ontwikkelingen continu te monitoren en de capaciteitsdoelstellingen op basis daarvan te actualiseren.

Het is deze leden bovendien niet duidelijk hoe dit níet zal leiden tot een wapenwedloop of andere vormen van escalatie.

Vooropgesteld, de huidige dreiging en escalatie komt van Rusland, getuige de grootschalige invasie van Oekraïne en aanhoudende hybride aanvallen tegen NAVO-bondgenoten. De NAVO is een defensief bondgenootschap. Een robuuste defensie in Europa, met bijbehorende defensie-industrie, draagt bij aan een geloofwaardige collectieve afschrikking en daarmee aan het voorkomen van escalatie. De EU en haar lidstaten blijven doorlopend zoeken naar kansen voor wapenbeheersing en de-escalatie, echter lijkt Rusland hier momenteel niet toe bereid.

2. Kunt u aangeven waarom die “geloofwaardige afschrikking en collectieve verdediging” niet bereikt kan worden met de bestaande middelen en manschappen in Europa?

De bestaande militaire capaciteiten zijn onvoldoende om de verdedigingsplannen van NAVO goed uit te kunnen voeren. Het niet volledig invullen van de NAVO’s capaciteitsdoelstellingen brengt grote risico’s met zich mee voor het bondgenootschap en het geloofwaardig kunnen afschrikken van Rusland en het verdedigen van Europa. Ook de VS vraagt van Europa dat wij een groter deel van de collectieve afschrikking en verdediging van het continent voor onze rekening nemen. Het is in ons eigen belang om hier meer verantwoordelijkheid voor te nemen. Hiervoor zijn meer middelen en manschappen nodig.

Uit het rapport ‘Europe’s Military Capabilities: A Call for Strategisch Decision-Making’ van de Friedrich Ebert Stiftung4 blijkt dat Europa over voldoende middelen en manschappen beschikt om Rusland militair aan te kunnen. Kunt u hierop reageren?

Europese NAVO-bondgenoten baseren zich op de verdedigingsplannen van het NAVO-bondgenootschappelijk grondgebied voor het bepalen van de benodigde militaire capaciteiten. Op basis hiervan zijn additionele investeringen in defensie noodzakelijk.

3. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen om de stroom- en waterbehoefte die defensietechnologieën zoals AI en Quantum vergen. In uw beantwoording geeft u aan dat onder meer van kernenergie gebruik gemaakt zal worden om defensie te ondersteunen. Deze leden beschouwen kernenergie echter niet als veilig en duurzaam. Bovendien zal kernenergie niet op korte termijn beschikbaar zijn (via Nederlandse kerncentrales). Verwacht u dat de energiebehoefte van AI en Quantum dan met wind- en zonne-energie voldaan zal kunnen worden, in combinatie met een “efficiënt” gebruik van fossiele energie? Kunt u dat onderbouwen? Zal daarbij ook gebruik worden gemaakt van andere grondstoffen uit Rusland? Zo ja, bent u het met de leden van de Partij voor de Dieren-fractie eens dat de regering op die wijze bijdraagt aan de financiering van de oorlogskas van Rusland en daarmee een (potentiële) vijand juist versterkt? Zo nee, waarom niet?

De beschikbaarheid van AI- en Quantum-technologie is van groot belang voor zowel training en gereedstelling, als daadwerkelijke inzet van de krijgsmacht. Dit vergt IT-capaciteit, wat ook datacentra omvat. De noodzakelijke groei van de krijgsmacht betekent ook dat er vaker en meer een beroep wordt gedaan op IT-capaciteit zoals AI en Quantum. Data, AI en autonomie zijn een van vijf speerpunten uit de Digitale Transformatie Strategie1, met als doel om AI breed toe te passen in militaire en bedrijfsmatige processen en te zorgen dat Defensie koploper wordt op het vlak van adoptie en verbetering van autonome systemen. Onze cybercapaciteiten hebben AI- en Quantumrekenkracht nodig om Nederland veilig te houden. Dit zal ook zorgen voor een groei in de energiebehoefte. Ten aanzien van de energievoorziening zijn defensielocaties in Nederland via rijksbrede inkoopcontracten overgestapt op elektriciteit die volledig duurzaam op Nederlandse bodem is opgewekt. Hierdoor wordt een bijdrage geleverd aan de doelen van Nederland op het gebied van klimaat en energieonafhankelijkheid.

In algemene zin gaat de verdergaande digitalisering van Nederland en Europa en ontwikkelingen op het gebied van AI gepaard met een mogelijke forse groei in de elektriciteitsvraag. Het kabinet zet daarom in op meer schone energieproductie van eigen bodem, waaronder kernenergie en wind- en zonne-energie, energiebesparing en een gediversifieerde import. Vanuit het Actieplan Duurzame Digitalisering werken diverse departementen samen aan het verduurzamen van de digitale sector, en het inzetten van digitalisering voor verduurzaming. In de Uitvoeringsagenda Energie en Duurzaamheid2 heeft Defensie onlangs de duurzaamheidsaanpak en duurzaamheidsdoelen geactualiseerd.

Technologieën zoals AI en Quantum draaien op hardware zoals computers, servers, inclusief datacentra. Deze hardware is veelal afkomstig uit de VS of China, waardoor er geen afhankelijkheid van grondstoffen uit Rusland te verwachten is. In algemene zin volgt Defensie het sanctiebeleid van Europese Unie, waarmee een verbod is ingesteld op overheidsaanbestedingen met een Russische partij (Min EZK, sanctiepakket Rusland voor overheidsaanbestedingen kenmerk CE-MC / 22156112, 22 juni 2022).

4. Wat betreft het koelwater voor de datacenters reageert u als volgt: “Voor de belasting van oppervlakte (koelwater) is het beleid van Defensie om binnen de afgesproken grenzen te blijven, zoals die zijn vastgelegd in vergunningen of wettelijke eisen.”5 Om welke vergunningen en wettelijke eisen gaat het concreet? Klopt het dat de Wet op de Defensie Gereedheid (Wodg) deze vergunningen en bestaande wettelijke eisen kan ondermijnen? Nu al kent Nederland een tekort aan (zoet) grondwater, wat een risico vormt voor de (toekomstige) drinkwatervoorziening, de natuur en de groei van gewassen. Dat tekort zal alleen maar toenemen door klimaatverandering. Kunt u nogmaals reflecteren op de waterbehoefte van AI en Quantum, en meer in het bijzonder voor de benodigde datacenters, vanuit dat perspectief?

De datacentra van Defensie worden ofwel mechanisch gekoeld (via de lucht), ofwel kennen een adiabatische koeling. Bij dit laatste wordt warmere buitenlucht door een vochtig koelpaneel geleid, en verdampt het water waardoor de lucht afkoelt. De afgekoelde lucht wordt dan in het datacentrum geblazen. Er worden geen landelijke eisen gesteld aan de watertemperatuur bij gebruik van adiabatische koeling, daarom zijn hier geen specifieke vergunningen voor nodig. Het geloosde water zal overigens geen hogere temperatuur hebben dan de omgevingstemperatuur. Voor het benodigde water is (per datacenter) een bron geboord waarmee grondwater wordt onttrokken. Hiervoor zijn alle vergunningen aanwezig, verstrekt door de provincie.

In zijn algemeenheid bevat de conceptwettekst van de WODG een grondslag om bij AMvB een vrijstelling te verlenen voor het lozen van afvalwater op oppervlaktewater rondom militaire terreinen ten behoeve van gereedstellingsactiviteiten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de JA21-fractie

1. De leden van de fractie van JA21 vragen u wat de vijf grootste systeembarrières zijn die nu de paraatheid tegenhouden. Wat gaat de regering per punt vóór 2027 concreet doen om deze barrières weg te nemen?

Voor het versterken van de paraatheid en veiligheid, onder andere door het wegnemen van barrières, zijn in EU-verband vijf zaken cruciaal. Ten eerste moeten lidstaten de steun aan Oekraïne onverminderd voort blijven zetten. Nederland levert hier een substantiële bijdrage aan, maar het is cruciaal dat andere lidstaten hun fair share leveren. Voortzetting van de steun aan Oekraïne is ook van groot belang voor de Europese veiligheid. Daarom zet Nederland in de Defence Readiness Roadmap onder andere in op het monitoren op burden sharing t.a.v. steun aan OEK. Ten tweede is er de noodzaak tot een sterkere en veerkrachtigere industriële defensiebasis. De Europese defensie-industrie is een onmisbare voorwaarde voor defensiegereedheid en geloofwaardige afschrikking. Hoewel verschillende defensiebedrijven in de EU wereldwijd concurrerend zijn, vertoont de industriële defensiebasis van de EU nog steeds structurele zwakke punten. Op dit moment is de Europese defensie-industrie niet in staat defensiesystemen en -uitrusting te produceren in de hoeveelheden en met de snelheid die de lidstaten nodig hebben. De EU werkt aan het versterken van de defensie-industrie door onder andere het Europese Defensie-Industrie Programma (EDIP), met een budget van 1,5 miljard euro. Nederland werkt onder andere aan de versterking van de defensie-industrie door een leidende rol te pakken op de Priority Capability Area (PCA) drones en counter-drones. Ten derde is het cruciaal dat de EU barrières wegneemt in (EU-)wetgeving die de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht en een goed functioneren van de defensie-industrie belemmert. Dit is een belangrijke prioriteit voor het kabinet. Nederland is kartrekker geweest om dit thema in EU-verband op de agenda te zetten, dit heeft onder andere geleid tot het voorstel voor de Defence Omnibus Simplification. Ten vierde is het belangrijk dat de EU bijdraagt aan het vergroten van de militaire mobiliteit. De militaire mobiliteit wordt belemmerd door administratieve vereisten, waarbij vaak zowel specifiek voor militaire transporten diplomatieke goedkeuring vereist is alsook reguliere administratieve regels en procedures moeten worden gevolgd. De huidige niet-geharmoniseerde procedures leiden vaak tot vertragingen bij de afgifte van grensoverschrijdende vergunningen. De Commissie publiceert naar verwachting in december ’25 het Military Mobility Package met daarin opgenomen een voorstel voor het harmoniseren van wetgeving op dit thema. Daarnaast bevat het nieuwe MFK-voorstel een budget voor het versterken van dual use infrastructuur. Verder pakt Nederland samen met Duitsland en België de leidende rol op de Priority Capability Area (PCA) militaire mobiliteit, om dit onderwerp verder te brengen. Ten vijfde kan de EU een belangrijke rol spelen bij het versterken van partnerschappen. Zo heeft Nederland zich ingezet voor het afsluiten van veiligheids- en defensiepartnerschappen met het Verenigd Koninkrijk en Canada.

Ten slotte is het ook van belang om de weerbaarheid van Nederland te vergroten, daartoe heeft het kabinet zijn maatschappijbrede aanpak uiteengezet in de Kamerbrief van 6 december jl. over het tegengaan van militaire en hybride dreigingen.3 Op dit moment wordt prioriteit gegeven aan de thema’s infrastructuur en logistiek, gezondheidszorg, energie, voedsel en drinkwater, en telecommunicatie. Hoe dit er concreet uit ziet wordt nader toegelicht in de zogeheten hoe-brief die uw Kamer toe zal komen.

2. Komt er een openbaar risicoregister met de belangrijkste faalrisico’s richting 2030, plus maatregelen en deadlines?

Momenteel zijn er geen plannen voor een openbaar risicoregister. Het kabinet zet zich in om risico’s voor economie, veiligheid en open strategische autonomie te verminderen en neemt zo nodig beschermende maatregelen, bijvoorbeeld voor het economische veiligheidsbeleid en om risicovolle afhankelijkheden te verminderen. Dit vereist ook nauwere samenwerking tussen lidstaten.

3. Komt er een pilot met (micro) SMR-kernenergie (kleine modulaire reactoren) op een militaire kazerne voor eigen stroomvoorziening? Zo ja, waar en wanneer?

Defensie verkent de mogelijkheden van naar defensietoepassingen van kleinschalige kernenergieopwekking (microreactoren) en zal acties nemen op basis van de resultaten. Onderdeel hiervan is het nagaan waar en wanneer de toepassing kan plaatsvinden.

4. Kunt u aangeven welke regels langjarige, grote munitie- en raketorders belemmeren, en hoe worden die regels aangepast? Welk tijdspad ziet u daarvoor?

Defensie werkt aan langjarige en omvangrijke materieelaankopen via meerjarige investeringsprogramma’s, waaronder het programma ‘Aanvulling inzetvoorraad munitie’. Met dit programma verhoogt Defensie stapsgewijs de inzetvoorraden van verschillende categorieën munitie. Defensie heeft goed lopende raamovereenkomsten voor klein-, midden- en grootkaliber munitie. Naast het afroepen van de bestaande ruimte in deze raamcontracten werkt Defensie waar mogelijk samen met andere landen om snelle verwerving te faciliteren en aanschaftrajecten te vereenvoudigen. Dit gebeurt onder andere door middel van vraagbundeling en het benutten van de bestaande contracten die de NATO Support and Procurement Agency (NSPA) biedt, bijvoorbeeld voor de aanschaf van Patriot Guidance Enhanced Missiles (GEM-T) met Duitsland, Spanje en Roemenië. Via het door de Verenigde Staten gefaciliteerde Foreign Military Sales (FMS) proces wordt voornamelijk kapitale munitie verworven, zoals AMRAAM langeafstandsraketten voor de F-35.

Om de afhankelijkheid van buitenlandse producenten te verminderen en ook op de lange termijn over voldoende munitie te beschikken zet Defensie zich in om de Nederlandse industrie te positioneren in het domein van munitieproductie, onder andere op het vlak van (co)productie van kapitale munitie. Uw Kamer is op 6 oktober 2025 over de verschillende mogelijkheden geïnformeerd (Kamerstuk 36 800-X, nr. 11).

5. Hoe worden doorlooptijden voor verklaringen van geen bezwaar (vgb) en personeelsschaarste dit jaar nog aangepakt, en met welke streefcijfers?

De norm is dat de Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO) 90% van de veiligheidsonderzoeken binnen de wettelijke termijn van acht weken afrondt. Deze norm wordt op dit moment gehaald. Om ook de verwachte groei van het aantal aanvragen te kunnen verwerken en zo instroom van personeel niet te belemmeren, breidt de UVO de capaciteit op korte termijn verder uit. Daarmee blijft de UVO in staat de wettelijke beslistermijn te halen.

In de Kamerbrief ‘Onze mensen, onze toekomst; meer, beter en sneller (Kamerstuk 33763 nr. 161, 24 maart 2025) zijn de maatregelen uiteen gezet die Defensie neemt om de personele capaciteit bij Defensie te versterken. In de Stand van Defensie die op Prinsjesdag is uitgebracht zijn de meest actuele cijfers op personeelsgebied opgenomen (Kamerstuk 2025D39411, 16 september 2025).

6. Wat verandert er voor het Caribisch deel van het Koninkrijk (Aruba/Curaçao/Bonaire) qua aanwezigheid, voorraden en bescherming?

Defensie wordt in het licht van de ernstig verslechterde veiligheidssituatie in de wereld verder versterkt. Een deel van de investeringen komt ook de activiteiten van Defensie in het Caribisch deel van het Koninkrijk ten goede.

7. Hoe worden burgers niet alleen geïnformeerd, maar ook getraind in basisparaatheidsvaardigheden, met meetbare doelen, zo vragen de leden van de JA21-fractie.

Op alle niveaus van de overheid wordt informatie gedeeld en handelingsperspectief geboden. Zo is op de website www.DenkVooruit.nl informatie beschikbaar over hoe burgers zich kunnen voorbereiden op een noodsituatie. Daarnaast biedt Defensie een Nationale Weerbaarheidstraining (NWT) aan, deze kan gevolgd worden tijdens een studie, via een werkgever of op eigen initiatief. De NWT richt zich op het uitbreiden van het reservistenbestand. Tijdens de NWT volgen deelnemers een 10-weekse Initiële Militaire Opleiding (IMO) waarin militaire basisvaardigheden worden ontwikkeld. De NWT wordt zo ingericht dat dit in ieders leven past. Hiermee bouwt Defensie aan een flexibele krijgsmacht en een grotere weerbaarheid in de samenleving.


  1. Kamerstukken I, 2024/25, 36 592, nr. 23↩︎

  2. Kamerstukken II, 2025/26, 36 592, nr. 52.↩︎

  3. Kamerstuk 30 821, nr. 249↩︎