[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Het ABF-rapport Woningmarktverkenning 2025–2040

Schriftelijke vragen

Nummer: 2025D45194, datum: 2025-10-31, bijgewerkt: 2025-10-31 15:45, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2025Z19337).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z19337:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2025Z19337

Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het ABF-rapport Woningmarktverkenning 2025–2040 (ingezonden 31 oktober 2025).

Vraag 1

Herkent u dat ABF Research in het rapport van 2024–2039 adviseert op 64 procent betaalbaar en in 2025–2040 op 60 procent betaalbaar?

Vraag 2

Hoe verklaart u deze verschillen gezien de stagnerende woningbouw?1

Vraag 3

Wat zijn volgens u de hoofdoorzaken van de daling in het aandeel betaalbare koop (– 3 procentpunt, middenscenario)?

Vraag 4

Erkent u dat ABF Research in het rapport van 2025–2040 expliciet stelt dat de financiële haalbaarheid van betaalbare koop een probleem is («in de praktijk moeilijker») en dat dit mede de lagere behoefte in het bouwprogramma voedt?

Vraag 5

Hoe verhoudt dit zich tot uw kabinetsdoel van twee-derde betaalbaar bouwen?

Vraag 6

Hoe verhoudt dit zich tot de woonwens van aspirant-kopers?

Vraag 7

Vindt u het ook opvallend dat het rapport stelt dat problemen in de realisatie van een wens leiden tot een andere woonwens?

Vraag 8

Kan de conclusie ook zijn dat problemen in de realisatie dus beter weggenomen moeten worden zodat mensen hun oorspronkelijke woonwens kunnen realiseren?

Vraag 9

Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat mensen in Nederland die een betaalbare koopwoning zoeken hun woonwens kunnen realiseren?

Vraag 10

Kunt u precies toelichten hoe in de onderzoeksmethode ervoor gezorgd wordt dat beschikbaarheids- en betaalbaarheidsbeperkingen niet verward worden met voorkeuren?

Vraag 11

Klopt het dat ABF Research aangeeft dat een andere betaalbare koopgrens (bijvoorbeeld 400.000 euro in plaats van 390.000 euro) de gemeten koopvraag in dat segment met bijna 10 procent zou verhogen?

Vraag 12

Welke gevoeligheidsanalyses zijn uitgevoerd om dit grenseffect te mitigeren?

Vraag 13

Hoe voorkomt u dat door het wijzigen van vraagstelling en parameters sprake kan zijn van politieke doelredenatie?

Vraag 14

Is het nieuw dat ABF Research een niet-gerealiseerde koopwens (door rente, prijs of financierbaarheid) interpreteert als een lagere voorkeur voor koop?

Vraag 15

Heeft ABF Research dat in eerdere jaren ook zo gedaan, of is dit een methodologische wijziging?

Vraag 16

Worden respondenten expliciet gevraagd naar hun ideale keuze versus hun budget- of marktconforme keuze? Waarom wel of niet?

Vraag 17

Wie formuleert de onderzoeksvragen voor de ABF-Woningmarktverkenning: het ministerie, ABF Research, of gezamenlijk?

Vraag 18

Wilt u de opdrachtbrieven en voorwaarden van 2023, 2024 en 2025 aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 19

Kunt u uitsluiten dat de opdrachtformulering, parameters of scenario’s politiek-normatief zijn gestuurd richting meer particuliere huur en minder betaalbare koop?

Vraag 20

Welke waarborgen bestaan er om wetenschappelijke onafhankelijkheid te borgen?

Vraag 21

Welke definitie van «betaalbare koop» hanteert u momenteel, en bent u bereid de grens te herijken (bijvoorbeeld 400.000 euro in plaats van 390.000 euro) om het grenseffect te mitigeren? Waarom wel of niet?

Vraag 22

Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?


  1. Bijlage bij Kamerstuk 32 847, nr. 1385↩︎