Verslag Landbouw- en Visserijraad van 27 en 28 oktober 2025
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2025D45594, datum: 2025-11-05, bijgewerkt: 2025-11-07 10:59, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Mede ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1732 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2025Z19470:
- Indiener: F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Medeindiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-10 12:00: Landbouw- en Visserijraad (nov) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-26 11:15: Procedurevergadering Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 27 en 28 oktober 2025 vond de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Luxemburg. Middels deze brief informeren wij de Kamer over de uitkomsten van deze Raad.
Verslag Landbouw- en Visserijraad d.d. 27-28 oktober 2025
Vangstmogelijkheden voor 2026 in de Oostzee
De Europese Commissie (hierna: Commissie) stelde met het oog op de slechte situatie van de visbestanden in de Oostzee voor enkele visbestanden zoals kabeljauw en Botnische haring, voor om de vangstmogelijkheden lager vast te stellen dan de wetenschappelijke adviezen van de Internationale Council for the Exploration of the Sea (ICES). Ten algemene heeft de staatssecretaris aangegeven dat het voor Nederland van belang is dat visserijen duurzaam worden beheerd. De staatssecretaris heeft daarbij uitgelegd dat dit voor Nederland betekent dat vangstmogelijkheden in lijn met de pijlers van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en in principe conform wetenschappelijke adviezen van ICES moeten worden vastgesteld, maar dat mogelijke sociaaleconomische gevolgen van vangstbeperkingen en het verdienvermogen van vissers daarbij wel goed moeten worden meegewogen. Daarbij sprak hij zich, samen met enkele andere lidstaten, uit tegen een te rigide toepassing van de meerjarenplannen en de 5%-regel. De meeste lidstaten rondom de Oostzee konden het Commissievoorstel niet rijmen met de sociaaleconomische doelstellingen van het GVB en wilden vasthouden aan de wetenschappelijke adviezen van ICES.
In de nacht van dinsdag 27 oktober op woensdag 28 oktober werd een akkoord bereikt op de vangstmogelijkheden voor de Oostzee. Eén lidstaat stemde tegen.
Het overeengekomen compromis houdt voor sommige bestanden nog steeds in dat de vangstmogelijkheden onder het wetenschappelijk advies zijn vastgesteld, maar het is wel een verhoging ten opzichte van het Commissievoorstel. Voor Botnische haring is daarbij afgesproken dat ICES om een nieuw advies gevraagd zal worden, op basis van meer recente data. Wanneer het nieuwe advies daar aanleiding toe geeft, kan de Commissie een voorstel doen voor tussentijdse aanpassing van de vangstmogelijkheden voor Botnische haring. Ook werd er voor kleinschalige, gerichte kustvisserij een derogatie toegekend op het verbod op gerichte visserij voor westelijke Baltische haring, evenals vorig jaar.
Jaarlijkse ICCAT-vergadering te Sevilla, Spanje op 17-24 november 2025
Commissaris Kadis gaf aan zich in de jaarvergadering van International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas (ICCAT) te willen inzetten voor duurzaam beheer van de visbestanden die onder het beheer van de Regionale Visserijbeheerorganisatie (RFMO) vallen en zich te willen uitspreken tegen het heropenen van vaste afspraken over quotaverdeelsleutels. Bij dit punt heeft de staatssecretaris zich ingezet voor duurzaam beheer van de visbestanden op grond van wetenschappelijk advies en gepleit voor het duurzaam gebruik van mariene bronnen. Hij vroeg daarbij aandacht voor de sociaaleconomische gevolgen van maatregelen en voor het versterken van de bescherming van zeezoogdieren (zoals haaien en zeeschildpadden) die vaak bijvangst zijn. Een andere lidstaat benadrukte ook dat belang en riep in dat kader met name op tot een betere bescherming van de kortvinmakreelhaai. Met name het vasthouden aan de verdeelsleutels is een belangrijke prioriteit voor veel lidstaten. Een lidstaat riep op tot een herziening van de interne Europese verdeelsleutel van blauwvintonijn, nu deze soort steeds noordelijker voorkomt en vaker slachtoffer wordt van bijvangst. Commissaris Kadis gaf daarop aan stevige maatregelen te willen voorstellen in ICCAT tegen het ontvinnen van haaien. Deze aanpak wordt ondersteund door de betrokken lidstaten.
Diversenpunt Ierland – Urgente oproep tot actie in de Europese Unie om de Noordoost Atlantische pelagische bestanden te redden
Ierland uitte met steun van Nederland en drie andere lidstaten grote zorgen over de dalende pelagische visbestanden en het aanhoudende onvermogen om afspraken te maken over robuuste quotaverdeelsleutels. Als gevolg daarvan vindt al jarenlang overbevissing plaats, met nu dus zeer sterk dalende bestanden als gevolg. Een zesde lidstaat sprak zich tijdens de Raad ondersteunend uit. Deze lidstaten riepen de Commissie op maatregelen voor te bereiden als de situatie niet verbetert en verwezen daarbij naar de recent aangenomen gewijzigde verordening 1026/2012 betreffende bepaalde maatregelen met het oog op de instandhouding van visbestanden ten aanzien van landen die niet-duurzame visserij toelaten. De staatssecretaris heeft in dit kader nogmaals gevraagd om de visserij-onderhandelingen mee te nemen in de bredere buitenlandse betrekkingen met desbetreffende landen. Commissaris Kadis gaf aan de zorgen van de lidstaten te delen en erkende de urgentie om afspraken te maken over verdeelsleutels. Commissaris Kadis zal zelf alle middelen inzetten die hij tot zijn beschikking heeft om dit probleem op te lossen en vroeg de lidstaten ook om hun eigen diplomatieke kanalen in te zetten.
Diversenpunt Commissie - Jaarverslag Visserij van Commissaris Kadis
Commissaris Kadis gaf een toelichting op de vorderingen ten aanzien van de vereenvoudigingsambitie, zoals deze is vastgelegd in zijn missiebrief van 17 september 2024. De voornaamste prioriteit van de Commissie wat vereenvoudiging betreft is de evaluatie van het GVB die commissaris Kadis in het voorjaar van 2026 verwacht op te leveren. Verder verwees de commissaris naar de afspraken over de digitalisering van rapportageverplichtingen in de nieuwe controleverordening. Met betrekking tot de voortgang op implementatie en handhaving verwees hij onder andere naar lopende ingebrekestellingen, die op veel vlakken al tot verbetering zouden hebben geleid. Ten slotte benadrukte commissaris Kadis dat hij werkt aan de aangekondigde nieuwe oceaanwet (Ocean Act) en het daarin meenemen van goede al bestaande ontwikkelingen. Hierbij noemde hij het Greater Northsea Basin Initiative, dat Nederland en Frankrijk gezamenlijk hebben opgestart. De staatssecretaris steunde de vereenvoudigingsambitie van de commissaris, maar gaf ook aan dat enkel de digitalisering van bestaande controleverplichtingen niet voldoende is. Veel lidstaten lieten hetzelfde geluid horen. De nieuwe controleverordening bevat ook veel nieuwe rapportageverplichtingen en houdt, aldus verschillende lidstaten, daarmee een uitbreiding van administratieve lasten in. De staatssecretaris riep de commissaris op om de huidige uitwerking van de Controleverordening Visserij (COM (2018) 368 final) aan te grijpen om de ambitie verder te realiseren. Verschillende lidstaten benoemden nog andere prioriteiten voor de vereenvoudigingsopdracht, zoals de weeg- en traceerbaarheidsverplichtingen, de disproportionele uitwerking van de maximale tolerantiemarges tussen logboekgegevens en daadwerkelijk aanlandgewicht, de meerjarenplannen (waaronder het verwijderen van de 5%-regel), belemmeringen voor de energietransitie in de huidige steunverordening (EMFAF) en de onwerkbaarheid van de aanlandplicht.
Marktsituatie
Voorafgaand aan de bespreking van de marktsituatie presenteerde de Oekraïense vicepremier voor Europese en Euro-Atlantische integratie, Taras Kachka, in de Raad de ontwikkelingen ten aanzien van import en export tussen Oekraïne en de Europese Unie (EU). De vicepremier gaf aan dat hij verwachtte dat de export naar de EU weer groter zal worden wanneer de nieuwe diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) tussen de EU en Oekraïne inwerking is getreden op 29 oktober 2025. De DCFTA biedt Oekraïne mogelijk ook weer kansen om de export richting het mondiale Zuiden te hervatten en ook kansen voor de EU om kwaliteitsproducten naar Oekraïne te exporteren. De Oekraïense vicepremier gaf verder aan dat er nog wel een aantal struikelblokken zijn voor Oekraïne. Zo komen er veel Oekraïense landbouwers om aan de frontlinie, ook door de inzet van drones. Desondanks hoopt Oekraïne op een goede oogst. Oekraïne heeft afgelopen jaar ook veel producten uit de EU geïmporteerd, met een totaalwaarde van 3,1 miljard euro, waarvan 1,2 miljard euro aan agrofood. Ook koopt Oekraïne bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen in uit de EU. Commissaris Hansen benadrukte de wederzijdse voordelen van de voortzetting van de strategische samenwerking.
Daarna presenteerde Commissaris Hansen de ontwikkelingen op de landbouwmarkten. De handelsbalans van de EU blijft positief en de prijzen blijven over het algemeen stabiel. Dit neemt niet weg dat de voedselinflatie hoger is dan de gemiddelde inflatie, mede door hoge inputprijzen voor onder meer kunstmest en energie. Op dit moment ziet de Commissie dierziekten als grootste risico voor voedselzekerheid in de EU.
Nederland gaf aan het belangrijk te vinden de economische samenwerking met Oekraïne en de EU verder uit te bouwen en liet weten verheugd te zijn dat er een goede balans is gevonden tussen de belangen van de Europese en Oekraïense boeren bij de vernieuwing van de handelsafspraken. Het grootste gedeelte van de andere lidstaten sprak ook steun uit voor Oekraïne en de nieuwe DCFTA. Ook gaf Nederland aan dat het belangrijk is om Oekraïne te blijven ondersteunen met het overnemen en implementeren van EU-wetgeving, om ook effectieve handhaving mogelijk te maken. Ook daarin werd Nederland gesteund door meerdere lidstaten. Nederland helpt bijvoorbeeld met het toezicht op dierenwelzijnsstandaarden op boerderijniveau en in slachthuizen door het faciliteren van studiebezoeken aan Nederlandse handhavingsautoriteiten.
Verder heeft Nederland – net als een aantal andere lidstaten - zorgen uitgesproken over de mogelijke impact van de Chinese antidumpingheffingen op de EU-markt voor varkensvlees. Ten aanzien van het akkoord tussen de EU en Mercosur-landen heeft Nederland een studievoorbehoud geplaatst. Het akkoord werd ook door andere lidstaten opgebracht, waarbij er lidstaten waren die steun voor het akkoord uitspraken, en lidstaten die hun zorgen uitten. Veel lidstaten spraken zich nog uit over de situatie van rijst, die op dit moment moeilijk ligt. Volgens die lidstaten komt dat door de concurrentie van productie in derde landen die niet dezelfde productiestandaarden naleven als de EU. Enkele lidstaten gaven aan dat de wijnmarkt, naast de importheffingen van de Verenigde Staten, ook last heeft van de geelbladziekte. Diezelfde lidstaten riepen op tot snelle aanname van het pakket met maatregelen ten aanzien van de wijnsector. Het is wachten op besluitvorming in het Europees Parlement over het ‘wijnpakket’, waarna de trilogen tussen de Raad, het Europees Parlement en de Commissie kunnen beginnen. Veel lidstaten gaven aan op dit moment te kampen met dierziektes. Verder gaven meerdere lidstaten aan dat zij willen dat de Commissie de resterende import van meststoffen vanuit de Russische Federatie en Wit-Rusland moet stopzetten of desbetreffende importtarieven moet verhogen en de overbevissing door de Russische federatie moet stopzetten.
De Commissie erkende daarnaast dat de EU zich beter moet voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering en andere onzekerheden, en gaf aan dat er voor dit soort risico’s ruimte is vrijgemaakt in de nieuwe GLB-voorstellen om daarmee om te gaan.
Diversenpunt Hongarije, Slowakije en Roemenië – Gezamenlijke brief over efficiënte vrijwaringsmaatregelen in handelsakkoorden
Hongarije, Slowakije en Roemenië deden een gezamenlijke oproep tot de verbetering van vrijwaringsmaatregelen in handelsakkoorden voor lidstaten grenzend aan Oekraïne om de negatieve effecten op hun landbouwmarkten tegen te gaan. Deze lidstaten gaven aan dat de landbouwmarkten in de lidstaten niet voldoende worden beschermd tegen concurrentie van derde landen in de handelsakkoorden die worden afgesloten en gaven aan zich zorgen te maken over de DCFTA met Oekraïne en over het Mercosur-akkoord. De oproep kreeg niet veel bijval van andere lidstaten. Andere lidstaten gaven over het algemeen aan de DCFTA te verwelkomen. Nederland gaf aan, evenals een paar andere lidstaten, het belangrijk te vinden om te blijven kijken naar de cumulatieve effecten van handelsakkoorden. De Commissie wees nogmaals op de grote exportkansen voor de EU en de grote steun voor het DCFTA met Oekraïne in de Europese Raad. Ook gaf de Commissie aan dat Oekraïne maar beperkte concessies had gekregen.
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid na 2027: Groene architectuur
Naar aanleiding van de Commissievoorstellen over het toekomstige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van juli 2025 (Kamerstuk 22 112, nr. 4147), organiseerde het Deens voorzitterschap een rondetafelgesprek over de groene architectuur van het GLB. Commissaris Hansen presenteerde de inzet van de Commissie ten aanzien van de groene maatregelen voor de zogenoemde agro-milieu-klimaatacties binnen het GLB voor de periode van 2028 tot en met 2034, waar onder andere de eco-regeling en het agrarisch natuur- en landschapsbeheer toe behoren.
Nederland gaf aan zorgen te hebben over de nieuwe voorstellen van de Commissie. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat het gelijke speelveld bij de invulling van groene maatregelen moet worden geborgd door bij de berekening van de nationale enveloppen in de nieuwe voorstellen rekening te houden met nationale opgaven op het gebied van stikstof, klimaat en milieu. Dat waren meerdere lidstaten met Nederland eens. Andere lidstaten gaven ook aan zorgen te hebben over het beschikbare budget voor groene maatregelen en het gelijke speelveld bij de uitvoering van de groene maatregelen. Daarnaast heeft Nederland aandacht gevraagd voor innovatie als instrument om het nitraatprobleem aan te pakken. Verder heeft Nederland de Commissie verzocht om de uitwerking van het Do No Significant Harm-principe eerder dan eind 2026 te publiceren, zodat de agrarische sector voldoende tijd heeft om de praktische implicaties daarvan te bestuderen. Dit was een andere lidstaat met Nederland eens. Commissaris Hansen gaf aan deze punten in overweging te nemen tijdens de onderhandelingen.
Een groot aantal lidstaten greep dit moment aan om, op initiatief van Oostenrijk, een duidelijk signaal af te geven richting de Commissie dat zij van mening zijn dat de huidige twee-pijlerstructuur van het GLB behouden moet blijven en dat zij zich zorgen maken over of er voldoende financiële middelen beschikbaar zullen zijn voor het GLB. Ook werd door verschillende lidstaten benadrukt dat zij het er niet mee eens zijn dat besluitvorming over het GLB plaatsvindt in andere Raden. In dat kader noemde men ook de zorgen over de mogelijke implicaties van de voorgestelde koppeling tussen de landspecifieke aanbevelingen die de Commissie aan elke lidstaat doet in het kader van het Europees Semester en de te ontvangen middelen door de lidstaten.
Diversenpunt Commissie – Generatievernieuwing in de Landbouw
Op 21 oktober 2025 publiceerde de Commissie haar strategie voor generatievernieuwing in de landbouw. De strategie omvat een samenhangend pakket van acties om generatievernieuwing te stimuleren, zoals het opstellen van een nationale strategie en een bestedingsdoelstelling van minimaal 6% van het GLB-budget (post 2027) voor investeringen in generatievernieuwing. Nederland heeft aangegeven de strategie te verwelkomen en generatievernieuwing cruciaal te vinden voor een sterke en toekomstbestendige landbouw. Dat waren bijna alle lidstaten met Nederland eens. Nederland heeft ook aangegeven dat Nederland de strategie nog steeds aan het bestuderen is, maar dat Nederland wel al positieve elementen ziet, waaronder het voorstel om 6% van het beschikbare GLB-budget te oormerken voor jonge landbouwers. Een aantal lidstaten gaf aan twijfels te hebben bij die 6%, omdat zij nog niet kunnen overzien of zij dit bedrag werkelijk kunnen behalen in hun toekomstig Nationale en Regionale Partnerschapsplannen (NRPP). Ook had een aantal lidstaten moeite met het afschaffen van de basispremie voor pensioengerechtigde boeren. De problematiek rondom vergrijzing in de agrarische sector en het platteland werd door vrijwel alle lidstaten herkend. Een aantal lidstaten benadrukte ook nog het belang van de rol van vrouwen in de landbouw. Begin december 2025 zal de Kamer met een BNC-fiche worden geïnformeerd over het kabinetsstandpunt over de strategie voor generatievernieuwing.
Diversenpunt Commissie - Jaarverslag Landbouw van Commissaris Hansen
Commissaris Hansen presenteerde voor het eerst de voortgangsrapportage over vereenvoudiging, implementatie en handhaving op de beleidsterreinen van landbouw, plattelandsontwikkeling en voedsel voor de periode 1 januari tot en met 31 juli 2025, en gaf aan zijn op dialoog gerichte werkmethode te willen voorzetten. Ook gaf hij aan dat hij bezig is met een vereenvoudigingsslag ten aanzien van wetgeving over biologische productie. Nederland heeft aangegeven de vereenvoudigingsambitie van Commissaris Hansen te steunen, de voortvarende manier waarop hij te werk gaat te waarderen en blij te zijn dat hij vervolg geeft aan de strategische dialoog van vorig jaar. Nederland heeft de commissaris daarbij aangemoedigd om ook de dialoog aan te gaan over onderwerpen zoals de Nitraatrichtlijn en het gewasbeschermingsbeleid. Daarbij heeft Nederland ook aangegeven dat Nederland graag constructief meedenkt over verdere vereenvoudiging. Het merendeel van de andere lidstaten was ook positief over de gemaakte stappen van de Commissie en de omnibus voor landbouw. Een lidstaat opperde nog om met de vereenvoudigingsblik te kijken naar de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en een andere lidstaat keek uit naar de nieuwe wetgeving voor biologische productie. Eén lidstaat riep op om het pakket aan wetgevingsmaatregelen ten aanzien van de wijnsector nog te vereenvoudigen, en te hopen op een spoedig politiek akkoord.
Diversenpunt Slovenië – Gezamenlijke verklaring over veerkracht van de landbouw in het Middellandse Zeegebied
Slovenië deed, namens een groep van negen lidstaten in het Middellandse Zeegebied (MED9), een oproep tot het verbeteren van de veerkracht en klimaatbestendigheid van de landbouw in de EU en verzocht om een Europees debat over mogelijke oplossingen. Het Middellandse Zeegebied is bijzonder kwetsbaar voor klimaatverandering, wat resulteert in bijvoorbeeld hevige hittegolven, maar ook overstromingen en dierziekten. Volgens de MED9 raakt hierdoor de voedselzekerheid van de EU in het gedrang en daarom deed de groep een oproep tot proactief risicobeheer in de EU, meer steun voor klimaatadaptatie en voor de transitie naar meer veerkrachtige systemen. Daarbij noemden deze lidstaten ook het belang van waterbeheer en adaptieve teelten. Ook riep een lidstaat op om het extra verzekeren op EU-niveau van dit soort risico’s voor de landbouw mogelijk te maken mogelijk te maken en riep een ander op om het bewustzijn over klimaatadaptatie te vergroten. Commissaris Hansen reageerde dat de nieuwe voorstellen voor het Meerjarig Financieel Kader na 2027 mogelijkheden bieden om te investeren in klimaatadaptatie en de risico- en crisisbeheersmaatregelen te versterken.
Diversenpunt Duitsland - Recente uitbraak hoog pathogene aviaire influenza
Duitsland diende tijdens de Raad een diversenpunt in waarin het zijn zorgen uitte over de recente uitbraak van hoog pathogene aviaire influenza, oftewel de vogelgriep, in Duitsland. Het gaf aan conform EU-wetgeving alle besmette dieren en dieren met hoge kans op besmetting te hebben gedood, maar dat desondanks de besmettingen nog niet waren gestopt. Bovendien worden dit jaar voor het eerst ook kraanvogels ernstig getroffen. Duitsland riep daarom op om de bioveiligheid in de EU te vergroten. Duitsland werd gesteund door twee andere lidstaten, waarvan een aangaf de huidige maatregelen niet voldoende te vinden. De Commissie reageerde hierop met suggesties voor maatregelen, zoals vaccinatie en het isoleren van pluimvee.
Diversenpunt Letland – Adresseren van uitdagingen implementatie van de Ontbossingsverordening (EUDR)
Letland agendeerde een diversenpunt, waarbij de lidstaat de Commissie opriep tot uitstel van de inwerkingtreding van de EUDR, en deed voorstellen tot aanpassing van de EUDR. Op 21 oktober 2025 publiceerde de Commissie een nieuw voorstel om de EUDR te vereenvoudigen en de lasten voor met name kleine bedrijven te verlichten. Hierdoor waren de interventies van lidstaten gericht op zowel het voorstel van de Commissie als de voorstellen van Letland. Letland kon op steun van veel lidstaten rekenen ten aanzien van het pleidooi voor uitstel van de inwerkingtreding van de EUDR met een jaar. De Letse oproep tot het introduceren van een “geen-risico” categorie werd door enkele lidstaten gesteund. Het Commissievoorstel werd niet met enthousiasme ontvangen, maar gaf aanleiding voor lidstaten om verschillende ideeën te opperen over hoe het zou moeten worden gewijzigd. Nederland plaatste een studievoorbehoud. Het kabinet zal de Kamer spoedig informeren over de kabinetspositie ten aanzien van het Commissievoorstel. Commissaris Kadis adviseerde de lidstaten om de besluitvorming over het Commissievoorstel de hoogste prioriteit te geven. Indien er geen tijdig besluit wordt genomen zal de huidige (ongewijzigde) verordening zoals gepland op 1 januari 2026 in werking treden.
Hoogachtend,
Femke Marije Wiersma
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur