Voorhang aanwijzing NZa invoering budgetbekostiging spoedeisende hulp per 2027
Acute zorg
Brief regering
Nummer: 2025D45709, datum: 2025-11-06, bijgewerkt: 2025-11-06 13:29, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 29247 -469 Acute zorg.
Onderdeel van zaak 2025Z19513:
- Indiener: J.A. Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-03 10:15: Procedurevergadering Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond van artikel 7 van die wet aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven. Ik zal niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing dan dertig dagen na verzending van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de Staatscourant.
Inleiding
Iedere burger heeft recht op toegankelijke en kwalitatief goede acute
zorg. Om de acute zorg ook in de toekomst toegankelijk te houden, is een
transitie nodig van de organisatie van de acute zorg. Hierover zijn
onder meer in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord afspraken
gemaakt.1 Ik werk aan een reeks maatregelen,
zoals het aanpassen van regelgeving, die gevolgd moet worden als een
ziekenhuis overweegt het aanbod van acute zorg op een bepaalde locatie
te beperken. Daarnaast heb ik een handreiking uitgebracht ter
bevordering van de regionale dialoog tussen betrokkenen bij wijzigingen
in het aanbod van acute zorg en ziekenhuiszorg.2 De
invoering van budgetbekostiging voor de spoedeisende hulp (SEH) is ook
onderdeel van dit pakket aan maatregelen. Met de invoering van
budgetbekostiging wil ik de samenwerking in de acute zorgketen
bevorderen en wil ik ziekenhuizen meer financiële zekerheid bieden.
Tegelijkertijd is budgetbekostiging geen oplossing voor
personeelstekorten. Budgetbekostiging kan bijdragen aan het optimaal
inzetten van schaars personeel, maar hiervoor is de genoemde transitie
van de acute zorg een belangrijke voorwaarde.
Zoals ik in mijn brief van 12 september 20253 heb
aangegeven, werken we via een groeipad toe naar een meer optimale
budgetbekostiging voor de SEH. Ik zal uw Kamer in het eerste kwartaal
van 2026 nader informeren over dit groeipad. Per 1 januari 2027 zet ik
een eerste stap door voor de SEH budgetbekostiging in te voeren.
Adviezen NZa: budgetbekostiging voor de SEH
De NZa onderzocht welke vorm van bekostiging een ondersteunende
bijdrage zou kunnen leveren aan de benodigde transitie in de acute zorg.
De NZa adviseert om voor de SEH -naast een nieuw normenkader- een vorm
van beschikbaarheidsbekostiging in te voeren, namelijk budgetbekostiging
met inkoop in representatie door zorgverzekeraars. Daarover adviseerde
zij al in 20224 en 20235.
Naar aanleiding daarvan en ter uitvoering van het regeerprogramma heeft
mijn voorganger in november 2024 aan de NZa gevraagd hoe
budgetbekostiging voor de SEH zo snel mogelijk kan worden ingevoerd. Ook
heeft mijn voorganger de NZa gevraagd een aantal uitvoeringsvraagstukken
te toetsen. Op 4 februari 2025 heeft de NZa drie verschillende
scenario’s geschetst hoe budgetbekostiging kan worden ingevoerd.6 Een van de scenario’s betrof
invoering van budgetbekostiging per 2027 met de afbakening die nu al
geldt voor de beschikbaarheidbijdrage voor SEH’s. Bij dit scenario
doorlopen we parallel een groeipad om de transitie van de acute zorg
verder te ondersteunen. Naar aanleiding daarvan is uw Kamer in maart
2025 geïnformeerd over het voorgenomen besluit7 om
budgetbekostiging in te voeren per 2027 op basis van dit scenario. Op 1
juli 2025 heeft de NZa haar advies over een aantal
uitvoeringsvraagstukken opgeleverd.8 Hierin geeft zij aan dat
de invoering per 2027 weliswaar complex, maar uitvoerbaar is.
Besluit invoering budgetbekostiging SEH
Op 12 september 2025 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn
besluit om definitief over te gaan tot het invoeren van
budgetbekostiging met inkoop in representatie voor de SEH per 2027.
Parallel ga ik ook aan de slag met de doorontwikkeling van
budgetbekostiging, via het genoemde groeipad. Invoering van
budgetbekostiging zal budgettair neutraal plaatsvinden (zie hierna onder
toelichting). De beschikbaarheidbijdrage voor SEH’s zal per 2027 komen
te vervallen, gelijktijdig met de invoering van budgetbekostiging per
2027. Het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG zal daarop worden
aangepast.
Zakelijke inhoud voorgenomen aanwijzing
In de voorgenomen aanwijzing zal ik de NZa de opdracht geven om met ingang van 1 januari 2027 prestatiebeschrijvingen met een individueel vast tarief vast te stellen voor de zorg geleverd op de spoedeisende hulp.9 Ook zal ik daarin de opdracht geven om een vast tarief voor een geheel aan prestaties vast te stellen en een vereffeningbedrag te hanteren. Tot slot zal ik in de voorgenomen aanwijzing de aanvullende voorwaarde opnemen dat tussen zorgverzekeraar en aanbieder afspraken gemaakt worden over het verlenen van zorg op de spoedeisende hulp.
Toelichting
De opdracht aan de NZa om een vast tarief voor een geheel aan prestaties vast te stellen en een vereffeningsbedrag te hanteren, betekent dat ik de NZa vraag om budgetbekostiging in te voeren.
Concreet betekent bovengenoemde zakelijke inhoud dat elke SEH-locatie die 24/7 geopend is een vast budget krijgt. Een SEH-locatie die minder uren geopend is, krijgt naar rato minder budget. De SEH declareert ten behoeve van de dekking van dit budget, elk SEH-bezoek bij de patiënt of diens verzekeraar. Voor een passend tarief geldt dat het bedrag per patiënt kan verschillen per SEH-locatie, omdat het aantal patiënten dat de SEH bezoekt kan verschillen. De patiënt kan dit terugzien in de verrekening van de zorgfactuur met het eigen risico.
Per zorgaanbieder wordt een individueel vast tarief vastgesteld door de NZa. Met een individueel vast tarief worden opbrengstverschillen geminimaliseerd en daardoor is het risico op grote opbrengstoverschotten of -tekorten voor aanbieders beperkt. Daardoor hoeven geen tussentijdse verrekeningen plaats te vinden. Het blijft daarnaast van belang dat zorgverzekeraars en aanbieders in gesprek blijven over de kwaliteit en uitkomsten van zorg. De kwaliteit van de zorg vormt een belangrijk element van de verdere doorontwikkeling van budgetbekostiging.
De budgetneutrale invoering betekent dat de NZa de gereguleerde tarieven zal schonen. Zorgverzekeraars en aanbieders zijn aan zet om de tarieven in het vrije segment te schonen. De bestaande tarieven moeten worden geschoond voor het gedeelte dat onder het seh-budget komt te vallen, om te voorkomen dat er dubbel bekostigd wordt. De NZa kan voor de schoning van het vrije segment een informatieproduct opstellen en sectorpartijen zullen werken aan een landelijke afspraak die leidend zal zijn bij dit proces.
Tot slot
Ik ben van mening dat we met de combinatie van het genoemde groeipad en de invoering van budgetbekostiging voor de SEH per 2027 de juiste stappen voorwaarts zetten. Deze combinatie biedt de meeste zekerheid voor een zorgvuldige invoering. Daarbij wil ik de partijen oproepen constructief met elkaar en met de NZa samen te werken aan de invoering van budgetbekostiging voor de SEH per 2027. Deze oproep geldt ook voor de doorontwikkeling van budgetbekostiging en het groeipad dat we met elkaar zullen doorlopen. Samen kunnen we de acute zorg voor patiënten toekomstbestendig maken en deze stap draagt daaraan bij.
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Jan Anthonie Bruijn
Kamerstukken II 2024/25, 31765, nr. 943↩︎
Handreiking regionale dialoog acute zorg en ziekenhuiszorg↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29247, nr. 463↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29247, nr. 456↩︎
Kamerstukken II 2024/25, 29247, nr. 457↩︎
Kamerstukken II 2025/26, 29247, nr. 462↩︎
In de voorgenomen aanwijzing zal de definitie worden opgenomen.↩︎