Verslag van de commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de toelating van de leden
Verkiezingen 2025
Brief commissie
Nummer: 2025D46051, datum: 2025-11-11, bijgewerkt: 2025-11-13 11:53, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36852-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: U. Ellian, voorzitter van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven (VVD)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36852 -1 Verkiezingen 2025.
Onderdeel van zaak 2025Z19630:
- Indiener: U. Ellian, voorzitter van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven
- Medeindiener: Y.C. Kling, griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
36 852 Verkiezingen 2025
Nr. 1 VERSLAG VAN DE COMMISSIE VOOR HET ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2025
Op 3 juni 2025 viel het kabinet waardoor een vervroegde Tweede Kamerverkiezing moest worden uitgeschreven. Een paar dagen later besloot het kabinet na overleg met de Kiesraad, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB) dat de vervroegde Tweede Kamververkiezing zou plaatsvinden op 29 oktober 2025. In vijf maanden tijd dienden de Kiesraad en gemeenten te zorgen voor een uitvoerbaar en controleerbaar verkiezingsproces. Zij hebben wederom keihard gewerkt om in korte tijd te zorgen voor een zorgvuldig en betrouwbaar verkiezingsproces. In ruim 10.000 stembureaus kon worden gestemd. Het organiseren van het stem- en telproces is een enorme operatie. Al diegenen die hebben meegeholpen aan het organiseren van deze Tweede Kamerverkiezing verdienen niet anders dan lof en complimenten. Wij zijn al deze mensen veel dank verschuldigd, want zonder al deze fenomenale inspanningen zouden wij hier vandaag niet hebben gezeten. Veel dank, namens de commissie maar ik denk dat ik die dank ook namens de gehele Kamer mag uitspreken.
Vandaag breng ik namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven (de commissie) verslag uit over het verloop van de verkiezingen, de vaststelling van de verkiezingsuitslag en de toelating van de leden. Deze taken volgen uit artikel 7.6 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. De Grondwettelijke grondslag van deze taken is artikel 58 van de Grondwet.
De commissie zou kunnen worden omschreven als het laatste slot op de deur: na alle controles van gemeenten en Kiesraad kijkt de commissie nog eens goed naar mogelijke verkiezingsgeschillen zoals onregelmatigheden, bezwaren van kiezers en telverschillen. Dat doet de commissie door de processen-verbaal van alle stembureaus te controleren. Deze controle is op donderdag 6 november en vrijdag 7 november jongstleden uitgevoerd door tientallen medewerkers van de Kamer in de plenaire zaal. Met veel precisie en enthousiasme hebben zij de controle uitgevoerd en daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan de taken van de commissie, dus ook hen zeg ik veel dank.
Het verloop van de verkiezingen en de vaststelling van de verkiezingsuitslag
Werkbezoeken aan stembureaus tijdens telproces
Als voorbereiding op haar taken heeft de commissie een aantal werkbezoeken afgelegd. De commissie is op woensdag 29 oktober jongstleden bij een aantal stembureaus gaan kijken om kennis te kunnen nemen van het telproces, de organisatie daarvan en de ingebouwde controles. Daarnaast is de commissie ook op bezoek geweest bij een centrale stemopneming op donderdag 30 oktober jongstleden. Het was wederom indrukwekkend om te zien hoe er met vele vrijwilligers en medewerkers van gemeenten op een gestructureerde manier werd geteld. Het organiseren van verkiezingen is ingewikkelder dan vaak gedacht wordt. Stembussen moeten beveiligd vervoerd worden, gemeenten hebben hele commandokamers om alles te kunnen volgen, vrijwilligers en gemeentelijke medewerkers zijn de hele dag bezig met controleren en daarna met tellen. Het is mijn hoop dat in de toekomst in het openbaar wat uitgebreider aandacht besteed wordt aan de ongelooflijke organisatie die noodzakelijk is om verkiezingen mogelijk te maken.
Onregelmatigheden/bijzonderheden
De commissie heeft bij de controle van de processen-verbaal onder andere gekeken naar de onregelmatigheden en bijzonderheden die zijn genoteerd en naar de bezwaren van kiezers.
Hieruit zijn de volgende observaties naar voren gekomen:
− De toegankelijkheid van stembureaus leidt nog steeds tot problemen en bezwaren van kiezers, met name als het gaat om de toegankelijkheid voor rolstoelen en scootmobiels. Dit is een terugkerend probleem.
− In veel stembureaus was er regelmatig een storing met de tablets voor de elektronische registratie waardoor kiezers soms even moesten wachten tot ze hun stem konden uitbrengen.
− Kiezers klaagden over het gebrek aan privacy in het stemhokje. Zo gaven zij aan dat andere mensen makkelijk konden zien wat ze stemden, waarbij ook de grootte van het stembiljet vaak als reden werd genoemd.
− De meest voorkomende klacht ging dan ook over de grootte en daarmee leesbaarheid en begrijpelijkheid van het stembiljet. Niet alleen voor kiezers maar ook voor tellers blijft dit een enorm obstakel. Zo gaat er veel tijd verloren aan het uitvouwen en sorteren voordat toegekomen kan worden aan het daadwerkelijk tellen van de stembiljetten.
− Daarnaast kozen dit jaar weer meer gemeenten voor de centrale stemopneming in plaats van de decentrale stemopneming. Dit zorgt ervoor dat tellers niet tot diep in de nacht door moeten tellen en dat er daardoor dus fouten worden gemaakt. Veel gemeenten zijn ook erg positief over de optie van de centrale stemopneming. Een kanttekening hierbij is dat het meer geld en capaciteit kan kosten. Zo moet er een grote locatie worden afgehuurd voor de centrale stemopneming op de dagen na de verkiezing en zijn er meer vrijwilligers nodig. Kleine gemeenten lijken daarom nog steeds voor de decentrale stemopneming te kiezen.
De commissie heeft ook bijzonderheden van andere aard geconstateerd, die zij de Kamer niet wil onthouden:
− In Delft verloor een kiezer zijn trouwring toen hij zijn stembiljet wilde inleveren. Pas aan het einde van de avond, toen de stembus mocht worden geopend, kon de trouwring eruit worden gevist en kon de kiezer opgelucht weer naar huis.
− Een jongedame was net achttien geworden en zou voor het eerst haar stem mogen uitbrengen. Ze had een ansichtkaart ontvangen van de burgemeester en dacht daarmee te kunnen stemmen. We hopen dat ze haar stempas nog heeft gevonden.
− In Bloemendaal viel er een lamp uit het plafond van het stembureau. Gelukkig was er net op dat moment een heel lange kiezer die de lamp direct weer heeft aangesloten.
− Bij een stembureau ging om 19.00 uur de buitenverlichting uit. De buitenverlichting was niet meer aan te krijgen en uiteindelijk is een auto bij het stembureau geplaatst met de verlichting aan.
− Dat het uitbrengen van je stem niet altijd zonder gevaar is, blijkt uit het verhaal van een kiezer uit Barneveld. Bij het vervullen van zijn burgerplicht raakte de Barnevelder tot bloedens toe gewond aan zijn hand toen die vast kwam te zitten in de gleuf van de stembus. Het duurde uiteindelijk een half uur om hem uit zijn benarde positie te bevrijden. In de plaatselijke krant spreekt hij van «verkiezingen om nooit te vergeten».
Telverschillen
De commissie heeft zoals voorgaande jaren ook de telverschillen onderzocht. De commissie heeft net als in 2023 en 2024 een telverschil van meer dan 15 als richtlijn genomen. Vervolgens kijkt de commissie of er een verklaring voor het hoge telverschil is gegeven. Zoals eerder vermeld, ziet de commissie haar werk als de controle van de controle. Dat betekent dat de commissie eerst nagaat wat de gemeenten en de Kiesraad in dit geval al hebben gedaan.
Bij de vorige Tweede Kamerverkiezing in 2023 besloot de Kamer op verzoek van de commissie tot hertelling van vier stembureaus in Tilburg. Bij deze vier stembureaus constateerde de commissie namelijk een telverschil van groter dan 15 zonder verklaring, waarbij in één stembureau het telverschil groter was dan twee procent van het aantal uitgebrachte stemmen. In het controleprotocol van de Kiesraad van 2023 stond dat een telverschil groter dan twee procent nader moest worden onderzocht hetgeen kon leiden tot een hertelling. Destijds moest echter volgens het controleprotocol alleen het aantal toegelaten kiezers worden herteld en dus niet het aantal uitgebrachte stemmen. De verklaring is juist vaak te vinden bij telfouten van de stembiljetten. Na de hertelling op verzoek van de Kamer waren uiteindelijk 74 van de 75 telverschillen opgelost.
Naar aanleiding van het onderzoek en de bevindingen van de commissie heeft de Kiesraad twee veranderingen doorgevoerd, namelijk:
− Het criterium van de commissie wordt overgenomen in het controleprotocol: een telverschil groter dan 15 moet voortaan nader worden onderzocht en kan dus ook tot een hertelling leiden;
− Indien een nader onderzoek leidt tot een hertelling dan moet ook altijd het aantal uitgebrachte stemmen worden herteld en niet alleen maar het aantal toegelaten kiezers.
Door deze veranderingen, ook wel verbeteringen, worden telverschillen veel eerder al opgelost en vindt nog grondigere controle plaats.
Terug naar de Tweede Kamerverkiezing van 2025.
Tijdens de controle van deze verkiezing constateerde de commissie uiteindelijk in drie stembureaus in Rotterdam een telverschil van groter dan 15 zonder verklaring, waarbij in één stembureau het telverschil groter was dan twee procent. Deze keer ging het om telverschillen van 17, 19 en 22: in totaal 58. De commissie heeft een hertelling echter niet noodzakelijk geacht. Het grootste verschil ten opzichte van 2023 is immers dat de stembiljetten wel herteld zijn. Een kwaliteitsteam van tellers in de gemeente Rotterdam heeft bij deze stembureaus het aantal toegelaten kiezers en het aantal uitgebrachte stemmen herteld. Bij het stembureau met het telverschil van groter dan twee procent heeft dit kwaliteitsteam beide aantallen zelfs nogmaals herteld. Daarom achtte de commissie het uiteindelijk niet nodig om hiervoor op vrijdagavond 7 november jongstleden de Kamer te verzoeken opdracht te geven tot een hertelling van deze stembureaus.
Experiment met het kleiner stembiljet
Tijdens deze verkiezing vond er ook een experiment plaats: in vijf gemeenten (Alphen aan den Rijn, Boekel, Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo) werd voor een tweede keer geëxperimenteerd met een kleiner stembiljet. Nu voor het eerst tijdens een Tweede Kamerverkiezing.
Tijdens de werkbezoeken van de commissie werd direct duidelijk dat er net zoals in 2024 veel enthousiasme is over dit kleiner stembiljet. Het tellen van de stemmen is gemakkelijker en gaat veel sneller. Zo zijn tellers niet eerst heel lang bezig met het uitvouwen van een enorm biljet en kunnen ze in één oogopslag zien op welke lijst en op welke kandidaat is gestemd. Daarnaast zijn ook kiezers erg positief. Zij vinden het kleiner stembiljet overzichtelijk en handig. De enige klacht vanuit kiezers was dat de lijstnummers verticaal en de kandidaatnummers horizontaal zijn gerangschikt. Deze verwarring is volgens de commissie makkelijk te voorkomen door voortaan ook de kandidaatnummers verticaal te rangschikken.
Een belangrijk aandachtspunt is het aantal ongeldige stemmen bij dit experiment. Het landelijk gemiddelde was toen 0,18 procent, terwijl het gemiddelde van de vijf experimentgemeenten vier keer zo hoog was met 0,74 procent. Dit jaar was het landelijk gemiddelde aantal ongeldige stemmen 0,27 procent (bij de Tweede Kamerverkiezing 2023 was dit 0,22 procent). In de experimentgemeenten was het gemiddelde aantal ongeldige stemmen 0,48 procent. Dat is dus minder dan twee keer zo veel, en ook duidelijk minder dan bij het eerste experiment in 2024. Dit kan het gevolg zijn van het feit dat kiezers in die gemeenten gewend zijn geraakt aan het kleiner stembiljet. De commissie adviseert de Kamer, en regering, om op korte termijn stappen te zetten ter zake het kleinere stembiljet. Dit grote stembiljet is simpelweg niet meer te doen.
Ongeldige stemmen in gemeenten Losser, Stein en Westerwolde.
In de gemeente Losser, Stein en Westerwolde zijn in totaal 262 stemmen ongeldig verklaard omdat die op een stembiljet uit een andere kieskring zijn uitgebracht. Dit is een buitengewoon betreurenswaardige situatie die zich niet zou mogen voordoen. Temeer omdat de ongeldigheid van de stembiljetten in dit geval buiten de macht van de kiezers ligt. Zij konden er niets aan doen dat ze een biljet uitgereikt kregen van een andere kieskring, dat biljet had natuurlijk nooit op die plek mogen zijn. De oorzaak hiervan ligt in het distributieproces van de drukker van de stembiljetten. De commissie en de Kiesraad hebben helaas moeten concluderen dat er op grond van de wet geen andere mogelijkheid was dan deze stemmen ongeldig te verklaren. Dat doet pijn, want deze mensen dachten gestemd te hebben, om vervolgens hun stem ongeldig verklaard te zien. De commissie betreurt dit zeer.
Aanbevelingen voor volgende verkiezingen
Op basis van haar onderzoek doet de commissie een aantal aanbevelingen voor volgende verkiezingen:
− Criteria voor telverschillen en eventuele hertellingen
De uitslag van deze verkiezingen lag historisch dicht bij elkaar. Nergens is echter geregeld hoe moet worden omgegaan met telverschillen indien het verschil nog kleiner is en of bijvoorbeeld hertelling noodzakelijk is. Het is voorstelbaar dat bij een klein verschil tussen de eerste en de tweede van bijvoorbeeld duizenden stemmen, hertelling wenselijk is. De huidige termijnen uit de Kieswet maken dat ook bepaald niet eenvoudig.
− De termijnen uit de Kieswet
Deze termijnen dienen wat de commissie betreft in alle gevallen tegen het licht worden gehouden, zeker indien hertellingen noodzakelijk zijn. De schaduw van een Kamerbesluit op zaterdag is ook niet bepaald bevorderlijk.
− Centrale stemopneming:
De centrale stemopneming wordt door twee derde van de gemeenten gekozen. Aangezien de Kiesraad altijd alle gemeenten adviseert de centrale stemopneming te hanteren voor een beter telproces, beveelt de commissie aan om te kijken of de keuze hiervoor ook gepaard kan gaan met extra financiële ondersteuning. Een terugkerend geluid is namelijk dat gemeenten, zeker de grote gemeenten, fors financieel moeten bijleggen om verkiezingen te organiseren. Dat is natuurlijk wel vreemd aangezien zij voor ons deze landelijke verkiezingen organiseren. De Kieswet zou op dit punt duidelijkheid moeten verschaffen.
− Toegankelijkheid stembureaus:
Zoals aangegeven is de toegankelijkheid van stembureaus voor rolstoelen en scootmobiels een terugkerend probleem. De commissie beveelt aan voor volgende verkiezingen hier wederom werk van te maken en te zorgen dat de toegankelijkheid wordt vergroot.
− Ten aanzien van het kleiner stembiljet beveelt de commissie dus aan om hier stappen in te zetten.
− De Kieswet moet uitdrukkelijk weer tegen het licht worden gehouden, het lijkt de commissie een verantwoordelijkheid van de Kamer en regering om dit daadwerkelijk ter hand te nemen.
− Creëer duidelijkheid over de gang van zaken na sluiting van stembureaus. Er is geen definitieve uitslag op woensdagavond, sterker nog: er moet bij de meeste gemeenten donderdag nog geteld worden. Onduidelijkheden ontstaan door prognoses, exit polls en extrapolaties. Telwerk is mensenwerk en moet zorgvuldig gebeuren.
De toelating van de leden
De commissie beoordeelt of de door de Kiesraad benoemde personen als lid van deze Kamer kunnen worden toegelaten. Ten behoeve hiervan onderzoekt de commissie de geloofsbrieven. Dit onderzoek wordt bij elke verkiezing en tussentijdse benoemingen zeer nauwkeurig voorbereid door Griffie Plenair. De geloofsbrieven zijn de documenten waarmee wordt aangetoond dat een gekozene voldoet aan alle eisen van het Kamerlidmaatschap. Deze staan vermeld in artikel 56 en 57 Grondwet en artikel V 1 en V 3 Kieswet. De liefhebber kan deze daar nazoeken. De essentie is de benoeming, aanvaarding daarvan en natuurlijk het bezitten van de Nederlandse nationaliteit, de vereiste leeftijd en geen ontzetting uit het Kiesrecht. Ook controleren we op onverenigbare openbare betrekkingen.
De commissie meldt dat de heer Timmermans en de heer Castelein hun benoeming niet hebben aanvaard. Voor alle door de Kiesraad 150 benoemden die de benoeming hebben aanvaard heeft de commissie vastgesteld dat zij als lid kunnen worden toegelaten tot de Kamer. De commissie stelt daarom voor als lid van de Kamer toe te laten, nadat zij de eed respectievelijk de verklaring of de belofte hebben afgelegd, de volgende leden:
| 1. | A.A. Aartsen te Terheijden |
| 2. | I. El Abassi te Utrecht |
| 3. | F. Abdi te Amsterdam |
| 4. | A.F.J. van Ark te Maarssen |
| 5. | E. Armut te Groningen |
| 6. | R.J. van Asten te ’s-Gravenhage |
| 7. | S.R.T. van Baarle te Rotterdam |
| 8. | P. Bamenga te Eindhoven |
| 9. | T.H.P. Baudet te Amsterdam |
| 10. | B. Becker te Wassenaar |
| 11. | S.M. Beckerman te Groningen |
| 12. | F. Belhirch te Rotterdam |
| 13. | D.J. van den Berg te Huizen |
| 14. | N. van Berkel te Wassenaar |
| 15. | H. Bevers te Leeuwarden |
| 16. | A.N. Biekman te Schiedam |
| 17. | M.H. Bikker te Gouda |
| 18. | L. Boelsma-Hoekstra te Idskenhuizen |
| 19. | H. Bontenbal te Rotterdam |
| 20. | D.T. Boomsma te Amsterdam |
| 21. | M.C.H. Boon te Bergen op Zoom |
| 22. | M. Bosma te Amsterdam |
| 23. | D.G. Boswijk te Kockengen |
| 24. | S. El Boujdaini te Rotterdam |
| 25. | R.P. Brekelmans te Oisterwijk |
| 26. | C.M. van Brenk-van Barneveld te Utrecht |
| 27. | T.A. van den Brink te Amersfoort |
| 28. | G. van den Brink te Amersfoort |
| 29. | L. Bromet te Monnickendam |
| 30. | J.G.L.M Bühler te Geleen |
| 31. | E. van der Burg te Amsterdam |
| 32. | T.J. Bushoff te Groningen |
| 33. | A.A.H. van Campen te Zwolle |
| 34. | D.G.M. Ceder te Amsterdam |
| 35. | S. Ceulemans te Rotterdam |
| 36. | R.A.B. Claassen te Landgraaf |
| 37. | D.R.F. Clemminck te Utrecht |
| 38. | I. Coenradie te Rotterdam |
| 39. | L.A.J.M. Dassen te ’s-Gravenhage |
| 40. | R.J. Dekker te Amsterdam |
| 41. | H.L.O. Dijk te Delft |
| 42. | J.P. Dijk te Groningen |
| 43. | A.P.C. van Dijck te Amsterdam |
| 44. | D.J.H. van Dijk te Benthuizen |
| 45. | E. van Dijk te ’s-Gravenhage |
| 46. | I. van Dijk te Gemert |
| 47. | S.E.M. Dobbe te Arnhem |
| 48. | P. van Duijvenvoorde te Amsterdam |
| 49. | B.J. Eerdmans te Rotterdam |
| 50. | W.P.J. van Eijk te Weert |
| 51. | U. Ellian te Almere |
| 52. | D.A. Ergin te Schiedam |
| 53. | S.P.A. Erkens te Kerkrade |
| 54. | M.H.M. Faber te Hoevelaken |
| 55. | A.J. Flach te Hendrik-Ido-Ambacht |
| 56. | M. Goudzwaard te Leeuwarden |
| 57. | D.J.G. Graus te Heerlen |
| 58. | P.A. Grinwis te ’s-Gravenhage |
| 59. | P.C. de Groot te Harderwijk |
| 60. | S. Hamstra te Ermelo |
| 61. | E. Heinen te ’s-Gravenhage |
| 62. | H.D. Heutink te Overdinkel |
| 63. | R. den Hollander te Ansen |
| 64. | M.P. Hoogeveen te Oegstgeest |
| 65. | H.E. de Hoop te Sneek |
| 66. | P. van Houwelingen te ’s-Gravenhage |
| 67. | T. ten Hove te Ernst |
| 68. | D.J. Huidekooper te ’s-Gravenhage |
| 69. | R.A. Huizenga te Zwolle |
| 70. | C.A. Jansen te Almere |
| 71. | F.J.H. Jansen te Amsterdam |
| 72. | R.A.A. Jetten te ’s-Gravenhage |
| 73. | H.G. Jumelet te Erica |
| 74. | V.P.G. Karremans te Rotterdam |
| 75. | B.C. Kathmann te Rotterdam |
| 76. | M.C.G. Keijzer te Edam-Volendam |
| 77. | A. Kisteman te Zwolle |
| 78. | J.F. Klaver te ’s-Gravenhage |
| 79. | F.C.O. Klos te Sint-Gillis, België |
| 80. | J.C. Koorevaar te Goudriaan |
| 81. | A. Kops te Overasselt |
| 82. | A.H.J. de Kort te Eindhoven |
| 83. | U.I. Köse te Dongen |
| 84. | I. Kostić te Groningen |
| 85. | S.C. Kröger te Amsterdam |
| 86. | H.M. Krul te Den Helder |
| 87. | A. Lahlah te Tilburg |
| 88. | A.N. Lammers te Genemuiden |
| 89. | M.R.H. van Lanschot te Eindhoven |
| 90. | T.M.T. van der Lee te Amsterdam |
| 91. | V. Maeijer te Krimpen aan den IJssel |
| 92. | G. Markuszower te Amsterdam |
| 93. | C. Martens-America te Bilthoven |
| 94. | R.F. van Meetelen te Bergen op Zoom |
| 95. | G.F.C. van Meijeren te Heino |
| 96. | I.J.M. Michon-Derkzen te ’s-Gravenhage |
| 97. | M. Mohandis te Gouda |
| 98. | N. Moinat te Purmerend |
| 99. | J. Mooiman te Zoetermeer |
| 100. | M. Moorman te Amsterdam |
| 101. | E. Mulder te Zwolle |
| 102. | S. Mutluer te Zaandam |
| 103. | A. Nanninga te Amsterdam |
| 104. | S.J. Neijenhuis te Bennekom |
| 105. | J.N.J. Nobel te Hoofddorp |
| 106. | A.S. van Oosterhout te Amsterdam |
| 107. | H. Oosterhuis te Amersfoort |
| 108. | A. Oualhadj te ’s-Gravenhage |
| 109. | E. Ouwehand te ’s-Gravenhage |
| 110. | J.M. Paternotte te Leiderdorp |
| 111. | M.H. Patijn te Hilversum |
| 112. | W. Paulusma te Groningen |
| 113. | K.P. Piri te ’s-Gravenhage |
| 114. | C.A.M. van der Plas te Deventer |
| 115. | A. Podt te Utrecht |
| 116. | E.C. Prickaertz te Dordrecht |
| 117. | A.J. Raijer te Almere |
| 118. | Q.M. Rajkowski te Vleuten |
| 119. | I. Rooderkerk te Amsterdam |
| 120. | R. de Roon te Aardenburg |
| 121. | J.M.M. Schilder te Volendam |
| 122. | J. Schoonis te Coye-la-Forêt Frankrijk |
| 123. | B.A. Schutz te Oud-Vossemeer |
| 124. | J.C. Sneller te ’s-Gravenhage |
| 125. | H.S. Steen te Hengelo OV |
| 126. | C. Stoffer te Elspeet |
| 127. | T.S.M. Stöteler te Almelo |
| 128. | J.C.G. Straatman te Bladel |
| 129. | J.A. Struijs te Hellevoetsluis |
| 130. | L.C.J. Stultiens te ’s-Gravenhage |
| 131. | M. Synhaeve te Lent |
| 132. | C. Teunissen te ’s-Gravenhage |
| 133. | E.S. Tijmstra te Purmerend |
| 134. | M. Tseggai te ’s-Gravenhage |
| 135. | M.C.A. Vellinga-Beemsterboer te Boazum |
| 136. | H. Vermeer te Harderwijk |
| 137. | M. Vervuurt te Venlo |
| 138. | J.A. Vijlbrief te Woubrugge |
| 139. | L. Vliegenthart te Rijswijk |
| 140. | E. Vlottes te Apeldoorn |
| 141. | M. Vondeling te Rhoon |
| 142. | L.G. de Vos te ’s-Gravenhage |
| 143. | H. Wendel te Groningen |
| 144. | J.J. van der Werf te Voorburg |
| 145. | E.M. Westerveld te Nijmegen |
| 146. | F.M. Wiersma te Holwert |
| 147. | G. Wilders te ’s-Gravenhage |
| 148. | D. Yeşilgöz-Zegerius te Amsterdam |
| 149. | A. Zalinyan te Hoofddorp |
| 150. | J.M. Zwinkels te Utrecht |
Conclusie
De commissie voor het Onderzoek voor de Geloofsbrieven komt tot de conclusie dat de Tweede Kamerverkiezing op 29 oktober 2025 eerlijk, transparant en controleerbaar zijn verlopen. Ook voldoet deze Tweede Kamerverkiezing aan de waarborgen van toegankelijkheid, stemgeheim en stemvrijheid. Voorts concludeert de commissie dat de zojuist genoemde 150 personen toegelaten kunnen worden als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tot slot dank ik mijn medecommissieleden, mevrouw Songül Mutluer, de heer Alexander Kops, mevrouw Marieke Wijen-Nass en mevrouw Ilse Saris. Mevrouw Wijen-Nass en mevrouw Saris hebben ondanks het feit dat zij niet herkozen zijn hun bijdrage geleverd aan deze commissie, dat verdient het om apart te benoemen. Uiteraard dank aan de griffier de heer Youri Kling, onze communicatieadviseur mevrouw Samira Kleijn en de Griffie Plenair onder leiding van mevrouw Linda Kipp. Rest mij alle collega’s te danken voor het in mij gestelde vertrouwen als voorzitter van deze commissie. Dat ik wederom een bijdrage heb mogen leveren aan democratische verkiezingen in het land dat mijn ouders en mij vrijheid en democratie heeft gegeven, blijf ik als buitengewoon eervol beschouwen.
De voorzitter van de commissie voor het Onderzoek van de
Geloofsbrieven,
Ellian
De griffier van de commissie voor het Onderzoek van de
Geloofsbrieven,
Kling