Verslag van de bijeenkomsten plaats van de NAVO-ministers van Defensie (DMM), de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) en de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie
NAVO
Brief regering
Nummer: 2025D46282, datum: 2025-11-12, bijgewerkt: 2025-11-13 09:43, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -554 NAVO.
Onderdeel van zaak 2025Z19714:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-11-27 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
| > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
|---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
| Datum | 12 november 2025 |
| Betreft | Verslag NAVO DMM, UDCG en RBZ Defensie 15 oktober 2025 |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
D2025-004817 / MINDEF20250038528
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Op 15 oktober 2025 vonden in Brussel bijeenkomsten plaats van de NAVO-ministers van Defensie (DMM), de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) en de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie. In deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst van deze bijeenkomsten. Daarnaast maak ik van de gelegenheid gebruik om u te informeren over de Nederlandse bijdrage met een radarsysteem tijdens de aankomst van de eerste F-35s in België medio oktober. Doel daarvan was beeldopbouw en detectie om een veilige aankomst te kunnen garanderen.
NAVO Defensie Ministeriële bijeenkomst
De DMM begon met een Noord-Atlantische Raad (NAR) over afschrikking en verdediging van het NAVO-verdragsgebied, het voortzetten van de steun aan Oekraïne en het vergroten van strategische dilemma’s voor Rusland. Daaropvolgend was er een informele bijeenkomst in NATO Ukraine Council (NUC)-format met de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.
Afschrikking en verdediging
Bondgenoten spraken over de noodzaak van het op korte termijn invullen van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen (Capability Targets 25) ten behoeve van afschrikking en verdediging, zoals afgelopen zomer vastgesteld. Tijdens de NAVO-top kwamen bondgenoten overeen om toe te werken naar 5% defensiegerelateerde uitgaven van het bbp in 2035, waarvan 3,5% ten behoeve van defensie-uitgavenen 1,5% voor bredere veiligheid- en defensiegerelateerde uitgaven. Tijdens deze eerste ministeriële bijeenkomst sinds de top werd de committering aan deze afspraken herhaald. Het opschalen van de productiecapaciteit- en snelheid van de defensie-industrie zijn daarbij cruciaal. Voor Nederland is het versterken van de defensie-industrie een belangrijke prioriteit. De recente schendingen van het NAVO-luchtruim onderstrepen het belang van additionele anti-drone capaciteit. SG NAVO en SACEUR benadrukten het belang van integratie van verschillende luchtverdedigingsactiviteiten van de NAVO. Een eerste stap is de onlangs aangekondigde operatie Eastern Sentry.
Tijdens de DMM is ingestemd met de vervolgstappen voor NAVO’s Integrated Air and Missile Defence (IAMD) plan, waarvoor tijdens de NAVO top in Den Haag het startsein is gegeven. Dit nieuwe plan leidt tot efficiënter gebruik van luchtverdedigingsmiddelen. Nederland pleit binnen de NAVO actief voor een eenvoudiger en efficiënter NAVO IAMD.
De pragmatische aanpak die Oekraïne op het gebied van luchtverdediging hanteert kan dienen als voorbeeld voor de NAVO en de EU. In het kader van IAMD tekenden Nederland en België en marge van de DMM een Letter of Intent, met als doel om nauwer samen te werken op het gebied van lucht- en raketverdediging.
Bondgenoten onderstreepten het belang om strategische dilemma’s voor Rusland te blijven creëren, bijvoorbeeld door het opleggen van additionele economische sancties en effectieve inzet van bevroren Russische tegoeden. Om effectiever weerstand te bieden tegen de Russische schaduwvloot zal de NAVO een playbook opstellen waar bondgenoten geleerde lessen over de schaduwvloot kunnen delen.
En marge van de DMM ondertekende Nederland een Memorandum of Understanding om gezamenlijke trainingscapaciteit te ontwikkelen voor multinationale simulaties voor oefeningen (Distributed Synthetic Training, DST). Dit betreft een internationale afspraak tussen 23 landen, waaronder NAVO-bondgenoten, Australië en Nieuw-Zeeland. De samenwerking onder de MoU zorgt ervoor dat Defensie goed is aangesloten bij de ontwikkeling van NAVO-brede standaarden voor simulatiemiddelen. Nederland investeert net als de overige deelnemende landen in de ontwikkeling van synthetische trainingsmogelijkheden als onderdeel van de bredere geïntegreerde opleidings- en trainingscapaciteit. Zo is Defensie vanaf dit jaar bezig met de realisatie van de Operational Training Infrastructure (OTI), waarbij de mogelijkheid tot internationaal medegebruik en het koppelen van buitenlandse systemen expliciet aan de orde is, ook met het oog op internationale oefeningen (zoals gemeld in de A-brief BS2024032851 d.d. 3 februari 2025).
Oekraïne
Om Oekraïne in staat te stellen zich te verdedigen tegen de Russische agressie, zet Nederland de militaire steun onverminderd voort en benadrukt het belang van een eerlijke lastenverdeling en intensivering van de steun door bondgenoten1. Bondgenoten kunnen hier via verschillende NAVO-initiatieven aan bijdragen, zoals via het Prioritised Ukraine Requirements List (PURL) initiatief, NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU) en het NSATU Trust Fund. Tijdens de NAR heeft een groot aantal bondgenoten toezeggingen gedaan om Oekraïne verder militair te steunen, waaronder via PURL. Tevens liggen er kansen om gezamenlijk contracten af te sluiten met de Oekraïense defensie-industrie.
Tijdens de informele NUC-bijeenkomst spraken meer bondgenoten dan voorheen steun uit voor het PURL-initiatief en werd gesproken over manieren om Rusland aan de onderhandelingstafel te krijgen. Naast de NAVO-ministers van Defensie waren ook de Oekraïense minister van Defensie Shmyhal en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) Kallas aanwezig. Ondanks de voortdurende Russische agressie is alleen ‘vrede door kracht’ nodig, wat betekent dat Oekraïne moet kunnen rekenen op aanhoudende militaire steun en de druk op Rusland dient te worden verhoogd. Nederland benadrukte het belang van nauwe samenwerking met Oekraïne, en daarbij te leren van hun uitdagingen aan het front. De ontwikkeling van langeafstandswapens en (counter-)drones in Oekraïne gaan in snel tempo en voor deze capaciteiten is continue samenwerking tussen Oekraïne en NAVO-bondgenoten van belang.
Ukraine Defence Contact Group
Tijdens de UDCG spraken de deelnemende landen met de Oekraïense minister van Defensie Shmyhal over de situatie aan het front en de voortzetting van de steun aan Oekraïne. Dit betreft zowel steun in het huidige gevecht op de korte termijn, alsook steun voor de doorontwikkeling en modernisering van de Oekraïense krijgsmacht op de lange termijn. De landen zegden toe om Oekraïne militair, politiek, financieel, en humanitair te blijven steunen in het licht van de Russische agressie. Verschillende landen benoemden dat de militaire steun aan Oekraïne alleen maar belangrijker zal worden; Rusland houdt vast aan zijn eisen als oplossing voor het einde van het geweld, en geeft geen blijk van compromisbereidheid. De deelnemende landen spraken over het opschalen van productiecapaciteit (met name in Oekraïne zelf) en het stroomlijnen van leveringen.
De belangrijkste behoeften van Oekraïne zijn luchtverdedigingssystemen en bijbehorende munitie, lange afstand artilleriemunitie, elektronische oorlogsvoeringcapaciteiten en drones. Naast een update over het Drone Line project, waarbij Nederland voor honderden miljoenen drones aankoopt bij Oekraïense producenten om honderden kilometers aan het front te beveiligen, heeft Nederland een nieuw dronepakket aangekondigd ter waarde van €90 miljoen. Deze drones worden in Oekraïne geproduceerd en zijn geschikt om tanks en pantservoertuigen uit te schakelen. Nederland heeft hiermee een voorname rol bij de verdediging van Oekraïne.
Raad Buitenlandse Zaken Defensie
Oekraïne
De HV opende met de actuele ontwikkelingen rondom de voortdurende Russische agressieoorlog in Oekraïne. In dat kader onderstreepte de HV de noodzaak van voorspelbare financiële steun en het dichten van het Oekraïense defensie-begrotingstekort in 2026. De HV benadrukte het belang van het aannemen van het voorstel voor herstelleningen op basis van de bevroren Russische tegoeden en riep lidstaten op om militaire steun aan Oekraïne te continueren en intensiveren. Een aantal lidstaten sloot zich aan bij de oproep van de HV en benadrukten dat meer financieringsopties om Oekraïne te steunen moeten worden onderzocht. Nederland onderstreepte ten aanzien van de herstelleningen dat het van belang is dat Oekraïne zelf kan bepalen hoe dit bedrag wordt besteed, aangezien Oekraïne zelf de prioritaire behoeften het beste kent.
Defensiegereedheid
Tevens werd gesproken over de implementatie van het Witboek Europese Defensie – Gereedheid 2030 (‘Witboek’). In het Witboek zetten de Commissie en de HV hun plannen uiteen om EU-lidstaten te helpen militair gereed te zijn richting 2030. De Commissie en de HV hebben daags na de RBZ Defensie, op 16 oktober jl., een routekaart gepubliceerd die een overzicht geeft van alle inspanningen inzake defensiegereedheid 2030. Omdat er geen sprake is van nieuw beleid volgt er geen BNC-fiche over de routekaart. De HV schetste tijdens de vergadering op 15 oktober jl. de contouren van de routekaart en de ministers van Defensie spraken over welke elementen deze routekaart moet bevatten, waaronder een jaarlijks monitoringsrapport op defensiegereedstelling.
Nederland verwelkomde de recente initiatieven om te komen tot defensiegereedheid richting 2030, waaronder de routekaart, en benadrukte dat lidstaten zich nu moeten focussen op de uitvoering. Voor Nederland is het van belang dat lidstaten hierbij de leidende rol hebben en dat het Europees Defensie Agentschap hierbij een belangrijke rol speelt. Daarnaast is het voor Nederland belangrijk dat de introductie van een jaarlijks monitoringsrapport op defensiegereedstelling niet moet leiden tot extra rapportagedruk bij lidstaten. Een aantal lidstaten waaronder Nederland benadrukte het belang van taakverdeling met NAVO en het voorkomen van duplicatie. Nederland pleit ervoor dat het monitoringsrapport ook in kaart brengt hoeveel steun lidstaten geven aan Oekraïne, evenals de voortgang op de versterking van de defensie-industrie en het verminderen van juridische belemmeringen voor de defensiegereedheid.
Verder werd de voortgang op de negen door de Europese Raad overeengekomen PCA’s besproken. Een belangrijk element in dit proces is het identificeren van landen die de coördinatie op zich nemen. Zoals eerder in dit verslag benoemd heeft Nederland zich beschikbaar gesteld om een coördinerende rol te spelen op het PCA drones en counter-drones, samen met Letland en Kroatië. Daarnaast speelt Nederland een coördinerende rol binnen het PCA militaire mobiliteit, in samenwerking met Duitsland en België. Voor het PCA drones en counter-drones heeft Nederland op 15 oktober jl. een startbijeenkomst georganiseerd.
Daarnaast drong Nederland aan op een snelle afronding van de onderhandelingen over het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP), waarop inmiddels een voorlopig akkoord is bereikt, en op voortgang in de gesprekken met het Verenigd Koninkrijk en Canada over het openstellen van het Security Action for Europe (SAFE)-instrument voor de defensie-industrie uit deze landen.
Voorlopig triloogakkoord EDIP
Middels dit verslag informeert het kabinet uw Kamer over het voorlopig akkoord dat is bereikt over het Europese Defensie-Industrie Programma (EDIP) op 16 oktober jl. door vertegenwoordigers van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie. Dit programma, met een budget van 1,5 miljard euro, heeft als doel de Europese defensie-industrie te versterken.
Een belangrijk onderdeel van het akkoord is dat grensoverschrijdende industriesamenwerking expliciet als doelstelling is opgenomen, met daarbij een bonusregeling om dergelijke samenwerking verder te stimuleren. Dit moet leiden tot meer openheid van productieketens, zodat toeleveranciers makkelijker toegang krijgen tot deze ketens. Daarnaast is er een bonus opgenomen voor aanschaf ten behoeve van Moldavië, conform de motie-Dassen c.s.
Ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel is de rol van de lidstaten en het Europees Defensieagentschap (EDA) vergroot bij de selectie van grote Europese defensieprojecten, de zogeheten EDPCI’s. Ook is er meer ruimte gecreëerd voor het aansluiten bij raamcontracten van andere lidstaten. Tot slot is het door de Commissie voorgestelde leveringszekerheidsregime grotendeels behouden, al is de toepassing daarvan nu vrijwilliger van aard. Over een aantal weken staat EDIP als procedurepunt op de coreper-agenda en vervolgens op de agenda in de Raad.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ruben Brekelmans
Conform de motie-Van Campen, Kamerstuk 21501-20, nr. 2307↩︎