Handhavingsplan jaarwisseling
Bijlage
Nummer: 2025D46451, datum: 2025-11-13, bijgewerkt: 2025-11-13 16:20, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Handhavingsplan jaarwisseling (2025D46450)
Preview document (š origineel)
Handhavingsplan jaarwisseling
Ministerie van Justitie en Veiligheid
November 2025
Inhoudsopgave
Inleiding p. 3
Wet veilige jaarwisseling
Doelgroep en samenwerking
Reikwijdte van het handhavingsplan p. 4
Leeswijzer
Geprioriteerde acties p. 5
Juridisch kader p. 7
3.1 Wet- en regelgeving
Doelgroep(en) p. 8
4.1 Doelgroepanalyse
4.2 InterventieKompas
4.3 Verwachte nalevingsgedrag onder traditionele vuurwerkafstekers p. 9
ouder dan 25
4.4 Onderscheid typen nalevers en overtreders p. 10
5. Samenwerkingen, aanpakken en overige initiatieven p. 12
5.1 WODC onderzoek dadertypen
5.2. Offensief tegen Explosies (OTE)
5.3 Taskforce Onze hulpverleners veilig p. 13
6. Preventie p. 14
6.1 Uitgangspunten en doelstellingen
6.2 Huidige aanpak: overzicht van preventieve maatregelen
6.2.1 Daderpreventie
6.2.2 Slachtofferpreventie p. 16
6.2.3 Situationele preventie p. 17
6.3 Acties ter versterking van de preventieve aanpak jaarwisseling p. 18
2026/2027 en verder
7. Handhaving p. 20
7.1 Uitgangspunten en doelstellingen
7.2 Huidige aanpak
7.3 Veranderingen vanaf jaarwisseling 2026/2027 en nieuwe p. 23
ontheffingsmogelijkheid
7.4 Acties ter versterking van de handhaving vanaf 2026 en verder p. 24
8. Opsporing p. 26
8.1 Uitgangspunten en doelstellingen
8.2 Huidige aanpak en opsporingspraktijk
8.3 Acties ter versterking van de opsporing 2026 en verder p. 29
9. Grensregioās p. 32
9.1 Huidige aanpak, samenwerking en praktijkvoorbeelden
9.2 Aandachtspunten voor samenwerking in grensregioās p. 33
9.3 Acties ter versterking van de aanpak 2026 en verder p. 34
10. Internationaal p. 35
10.1 Huidige aanpak
11. Communicatie p. 37
11.1 Uitgangspunten en doelstelling
11.2 Huidige aanpak
11.3 Ervaringen en best practices aanpak vuurwerkvrije jaarwisseling p. 39
11.4 Acties ter versterking van de communicatieaanpak 2026 en verder p. 41
11.5 Kernboodschap
Bijlagen p. 42
Inleiding
De jaarwisseling is een feestelijk moment waarop veel inwoners samen het nieuwe jaar inluiden. Tegelijkertijd brengt deze periode jaarlijks extra risicoās met zich mee op het gebied van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid. De Wet veilige jaarwisseling beoogt deze risicoās te beperken en ordeverstoringen te voorkomen door het instellen van een vuurwerkverbod voor consumenten (met uitzondering van F1-vuurwerk). De wet voorziet ook in een ontheffingsmogelijkheid. Een burgemeester kan een ontheffing verlenen voor het afsteken van aangewezen F2-vuurwerk tijdens de jaarwisseling. Aan een dergelijke ontheffing zijn voorwaarden verbonden. Op nationaal niveau worden deze vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB).
Het handhavingsplan verenigt zowel (inter)nationale als lokale instrumenten, initiatieven en best practices, zodat alle betrokken partijen zich optimaal op de jaarwisseling kunnen voorbereiden, zowel komende jaarwisseling als de jaarwisselingen daarna, wanneer er een algeheel vuurwerkverbod geldt. Er zijn bepaalde acties geprioriteerd die minimaal nodig zijn voor een goede voorbereiding op de jaarwisseling, met nadruk op de jaarwisseling met het algehele vuurwerkverbod. Het handhavingsplan beschrijft dus de maatregelen die worden ingezet voor de voorbereiding en uitvoering van een veilige jaarwisseling 2025/2026, gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving waarin bepaalde soorten vuurwerk zijn toegestaan. Daarnaast wordt ingegaan op de aanvullende acties die nodig zijn voor de jaarwisseling 2026/2027, wanneer een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten geldt (met uitzondering van F1-vuurwerk). Tot slot wordt in dit plan ook aandacht besteed aan de bredere internationale inzet tegen illegale handel en misbruik van vuurwerk.
Het handhavingsplan dient als handreiking voor het lokale gezag, zodat gemeenten, politie en andere betrokken partijen het kunnen gebruiken bij het opstellen en uitvoeren van hun eigen lokale veiligheidsplan. Het uiteindelijke doel is om de jaarwisseling zo veilig mogelijk te laten verlopen, incidenten tot een minimum te beperken en overtredingen van de Wet veilige jaarwisseling effectief en proportioneel aan te pakken.
Wet veilige jaarwisseling
Op 1 juli 2025 is de Wet veilige jaarwisseling, een initiatiefwetsvoorstel van de leden Klaver en Ouwehand (GroenLinks-PvdD), in de Eerste Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel regelt een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten. Aan de inwerkingtreding van deze wet is een aantal voorwaarden verbonden. Dit handhavingsplan vormt onderdeel van dit bredere pakket aan voorwaarden. De andere voorwaarden betreffen een uitwerking van de AMvB en een compensatieregeling voor de vuurwerkbranche. De uitwerking van het handhavingsplan is voor zover op dit moment reeds mogelijk afgestemd op de AMvB en de compensatieregeling, die onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) vallen.
Doelgroep en samenwerking
Het handhavingsplan is bedoeld voor alle partners die betrokken zijn bij het toezicht op en de handhaving van de regels tijdens de jaarwisseling, waaronder gemeenten, politie, Openbaar Ministerie (OM), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Omgevingsdiensten en andere relevante partners.
Voor het opstellen van dit plan is een expert- en regiegroep ingericht met partijen als het OM, politie, ILT, IenW en gemeenten. Alle partijen waren gezamenlijk aan zet voor de totstandkoming van het plan. De expertgroep heeft in verschillende werkgroepen gewerkt aan de nadere uitwerking van de themaās binnen het plan.
Reikwijdte van het handhavingsplan
Dit plan richt zich zowel op de komende jaarwisseling (2025/2026), waarin het gebruik van bepaalde soorten vuurwerk door consumenten nog is toegestaan, als op de voorbereiding op de jaarwisseling 2026/2027 en daarna, waarin een verbod geldt op het afsteken van vuurwerk door consumenten (met uitzondering van F1-vuurwerk). Het plan wordt uitgewerkt langs verschillende lijnen: Preventie, Opsporing, Handhaving, Grensregioās, Internationaal en Communicatie.
Leeswijzer
Voorafgaand aan de inhoudelijke uitwerking van dit handhavingsplan wordt in hoofdstuk 2 een aantal acties benoemd die met voorrang worden opgepakt, naast de overig benoemde acties in dit plan. Voor een volledig overzicht van alle acties zie bijlage 6. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens het juridisch kader geschetst, waarin de relevante wet- en regelgeving wordt toegelicht. In hoofdstuk 4 worden de doelgroepen beschreven waarop de focus van dit plan ligt. Dit handhavingsplan staat niet op zichzelf. Er zijn diverse samenwerkingen, aanvullende aanpakken en lopende initiatieven waarmee het plan in samenhang wordt uitgevoerd. Deze worden eveneens toegelicht in hoofdstuk 5. Daarna volgen de inhoudelijke hoofdstukken, waarin de verschillende themaās worden besproken in de volgorde van:
Preventie (hoofdstuk 6)
Opsporing (hoofdstuk 7)
Handhaving (hoofdstuk 8)
Grensregioās (hoofdstuk 9)
Internationaal (hoofdstuk 10)
Communicatie (hoofdstuk 11)
Per thema wordt beschreven wat de huidige aanpak en inzet is en welke
aanvullende acties worden ondernomen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt
tussen de maatregelen voor de aankomende jaarwisseling en de
(aanvullende) inzet vanaf 2026/2027. Voor de komende jaarwisseling zijn
reeds een groot aantal acties gestart en zijn er lokaal vaak al plannen
gemaakt. Het handhavingsplan geeft een aantal voorbeelden en best
practices waar het lokaal gezag zich door kan laten inspireren.
Voor de jaarwisseling 2026/2027 wordt een eerste doorkijk gegeven naar
een aantal acties waarmee gestart kan worden. De ontheffingsmogelijkheid
die wordt uitgewerkt in de AMvB is hierin nog niet uitgebreid
meegenomen, maar wordt minimaal benoemd aangezien de AMvB momenteel nog
niet definitief is. De consequenties van de ontheffingsmogelijkheid met
betrekking tot het handhavingsplan worden verder uitgewerkt en
geactualiseerd naar aanleiding van de definitieve AMvB, waarin ook de
uitkomsten van de uitvoeringstoetsen zijn meegenomen.
Geprioriteerde acties
Hieronder wordt een overzicht gegeven van acties die met voorrang worden uitgevoerd richting aankomende jaarwisseling en, met name, die vanaf 2026/2027 wanneer het algehele vuurverbod in werking is getreden. Deze acties zijn door de expertgroep geselecteerd en worden beschouwd als effectieve maatregelen ter ondersteuning van de handhaving tijdens de jaarwisseling.
Naast deze prioritaire acties worden uiteraard ook de overige maatregelen en acties uit dit plan uitgevoerd, zodat een volledig en samenhangend pakket aan activiteiten wordt gewaarborgd (zie bijlage 6 voor een volledig overzicht). Op deze manier wordt zowel op korte termijn als structureel gewerkt aan een veilige en goed georganiseerde jaarwisseling.
Inzicht in nalevingsgedrag
In opdracht van het ministerie van JenV, brengt het CCV in 2025, met behulp van het InterventieKompas en in samenwerking met partners, het verwachte nalevingsgedrag van verschillende doelgroepen in kaart. De uitkomsten hiervan worden gedeeld op onder meer het VNG-forum.
Kennisdeling en best practices
De VNG faciliteert kennisdeling door webinars te organiseren en een VNG forum op te zetten, waar gemeenten ervaringen en best practices kunnen uitwisselen. Begin 2026 zet de VNG een landelijke enquĆŖte uit bij gemeenten om best practices te inventariseren. De resultaten en inzichten uit de enquĆŖte worden gepubliceerd op het VNG forum.
Specifiek voor grensgemeenten wordt een netwerkbijeenkomst georganiseerd voor het uitwisselen van best practices.
Voorbereiding jaarwisseling 2026/2027
Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt door gemeenten nu al voorbereid op een nieuwe situatie tijdens de jaarwisseling vanaf 2026/2027. Op lokaal niveau wordt elk jaar een draaiboek opgesteld waarin taken, bijzonderheden en scenarioās (zoals risicolocaties en -groepen) worden vastgelegd. Hierbij worden alle relevante partners betrokken, waaronder politie, boaās, jongerenwerk, stewards, bondgenoten en andere mogelijke betrokkenen. Ook worden er landelijke uitgangspunten opgesteld die lokale driehoeken als leidraad kunnen gebruiken bij het opstellen van lokale handhavingsplannen.
Communicatie en regionale afstemming
JenV en IenW ontwikkelen samen een landelijke communicatiestrategie. In de komende periode wordt meer duidelijk over de exacte invulling van het algehele vuurwerkverbod en de bijbehorende AMvB. De communicatiestrategie voor 2026/2027 zal hierop worden afgestemd. Ook de ervaringen met en signalen over de jaarwisseling van 2025/2026 worden meegenomen in de verdere uitwerking hiervan.
De illegale internationale handel in vuurwerk.
Samen met partnerlanden worden grootschalige opsporingsonderzoeken uitgevoerd. De informatie-uitwisseling via Europol wordt versterkt en er worden operationele taskforces ingericht om de samenwerking te verbeteren. Daarnaast vindt uitwisseling van deskundigheden plaats via gemeenschappelijke seminars en opleidingen. Tot slot worden controles op vuurwerk in de grensregioās geĆÆntensiveerd om overtredingen sneller te signaleren en aan te pakken.
Aanpakken van de onlinehandel in vuurwerk
Illegale onlinehandel in vuurwerk wordt actief aangepakt. Opsporingsdiensten voeren pseudokopen uit om illegale aanbieders van vuurwerk te identificeren. Daarnaast worden counterboodschappen ontwikkeld en verspreid om potentiƫle onlinekopers te ontmoedigen. Tot slot worden social mediaplatforms en -groepen waarin zwaar vuurwerk wordt aangeboden gemonitord om handel en verspreiding vroegtijdig te signaleren.
Integraal samenwerken
De integrale samenwerking tussen betrokken partijen wordt verder versterkt. Politie, ILT, Douane en omgevingsdiensten wisselen actief informatie uit en werken nauw samen. De acties van opsporingsdiensten worden afgestemd op het Operationeel Toezichts- en Handhavingsplan (OTE) om samenhang en effectiviteit te vergroten. Daarnaast vindt intensieve samenwerking plaats met opsporingsdiensten uit omringende landen en met Nederlandse partnerorganisaties in de grensregioās. Er wordt opgespoord op basis van de lokale context en specifieke behoeften, waarbij bestuurlijke interventies en opsporingsonderzoeken goed op elkaar worden afgestemd.
Juridisch kader
Het gebruik, de handel en het misbruik van vuurwerk in Nederland is gereguleerd via verschillende wetten, algemene maatregelen van bestuur (AMvBās) en lokale verordeningen. Deze vormen gezamenlijk het juridische kader waarbinnen toezicht en handhaving plaatsvinden.
Wet- en regelgeving
Wet milieubeheer, zoals die eruit ziet na inwerkingtreding van de Wet veilige jaarwisseling
De wet vormt de basis voor een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten ten aanzien van F2-vuurwerk en biedt daarnaast de mogelijkheid voor burgemeesters om ontheffingen op dit verbod te verlenen.
Vuurwerkbesluit (uitwerking van de Wet milieubeheer ten aanzien van vuurwerk)
Het vuurwerkbesluit regelt het in de handel brengen, voorhanden hebben, vervoeren, opslaan en tot ontbranden brengen āafstekenā van vuurwerk. In het Vuurwerkbesluit zal de ontheffingsbevoegdheid van de burgemeester nader worden uitgewerkt.Wet op de economische delicten (WED)
Overtreding van bepalingen in het Vuurwerkbesluit wordt aangemerkt als een economisch delict op grond van de WED. Er is sprake van uitgebreide opsporingsbevoegdheden en een lage drempel voor het inzetten daarvan. Doorgaans geldt voor geconstateerde misdrijven een strafdreiging van maximaal zes jaren gevangenisstraf.
Wet wapens en munitie (WWM)
De WWM bepaalt welke voorwerpen als wapen kunnen worden aangemerkt. De WWM kent vangnetbepalingen in art. 2 categorie II onder 7 en categorie IV onder 7, op grond waarvan vuurwerk in specifieke gevallen en onder bepaalde omstandigheden als een wapen kan worden aangemerkt. Schending van de WWM kan leiden tot vervolging; de strafdreigingen zijn hoog.
Gemeentewet & Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
Gemeenten kunnen via de APV aanvullende regels stellen, bijvoorbeeld vuurwerkvrije zones aanwijzen, evenementenvergunningen weigeren of beperken, en overlastgevende gedragingen verbieden.
Wet politiegegevens & Wet justitiƫle en strafvorderlijke gegevens
De Wet politiegegevens & Wet justitiƫle en strafvorderlijke gegevens regelen de gegevensuitwisseling vanuit en aan de politie en het OM. In vuurwerkzaken verstrekken politie en OM veelvuldig bestuurlijke rapportages aan gemeenten, zodat deze bestuurlijke maatregelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom of het sluiten van een pand kunnen opleggen.
Besluit aanwijzing Halt-feiten 2024
Dit besluit regelt de Halt-afdoening van verschillende strafbare feiten waaronder overtredingen van het Vuurwerkbesluit.
Doelgroep(en)
In dit hoofdstuk worden de doelgroepen beschreven waarop de handhaving zich richt. Een uitgebreide doelgroepanalyse vormt de basis voor de inzet van gerichte maatregelen en interventies uit dit handhavingsplan.
Doelgroepanalyse
Vooruitlopend op de invoering van de Wet veilige jaarwisseling is het belangrijk inzicht te krijgen in het verwachte nalevingsgedrag van burgers en de verschillende soorten consumentengroepen (ook wel: doelgroepen), zodat interventies gericht kunnen worden ingezet. Uit recente onderzoeken blijkt dat 52 tot 57 procent van de Nederlanders voorstander is van een vuurwerkverbod en zich hier waarschijnlijk aan zal houden.1 Tegelijkertijd is er een aanzienlijke groep tegen een vuurwerkverbod. In totaal geeft 10 tot 28 procent aan, ondanks een verbod, toch vuurwerk af te willen blijven steken.2 Uit onderzoek van VeiligheidNL blijkt bovendien dat 9 procent van de ondervraagden zegt bij een verbod illegaal vuurwerk te kopen.3
De consumentengroepen kunnen worden ingedeeld in een groep die nu nog legaal vuurwerk afsteekt, maar door het verbod in overtreding dreigt te raken; en een groep die nu al de vuurwerk wet- en regelgeving niet naleeft. De doelgroep die nu nog legaal vuurwerk afsteekt betreft een grote groep, waarvan een gedragsverandering wordt gevraagd: ze doen nu iets wat legaal is, wat straks illegaal wordt. Er moet worden voorkomen dat mensen straks in overtreding raken als het vuurwerkverbod van kracht is. Hier wordt met dit handhavingsplan de focus op gelegd, waarbij uitgesplitst wordt op doelgroepen, zoals jongeren, (jong)volwassenen (vanaf 25+), ouders/verzorgers, ondernemers en specifieke kwetsbare groepen. De doelgroep die in de huidige situatie de vuurwerkregels overtreedt, vraagt om een wezenlijk andere aanpak.
Om meer inzicht in de doelgroep te krijgen die nu al de wet- en regelgeving niet naleven is eerder dit jaar het onderzoek āExplosieve handel. Dadertypen en aanpak van economische vuurwerkcriminaliteitā door Atlas Research in opdracht van het WODC uitgevoerd. Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan jeugdige daders in de leeftijd tot 23 jaar. Vanuit het Offensief tegen Explosies worden acties ondernomen die (deels) zijn gericht op deze doelgroep. Zie voor een meer informatie paragraaf 5.1.
InterventieKompas
Het ministerie van JenV heeft, samen met veldpartners, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) gevraagd enkele expertsessies te organiseren. Doel is meer inzicht te krijgen in de verschillende doelgroepen en motieven om vuurwerk af te steken, zodat interventies het gedrag positief kunnen beĆÆnvloeden. Het InterventieKompas, een analysetool van het CCV, biedt een gestructureerde vragenlijst om het gedrag van de doelgroep te analyseren en het verwachte nalevingsgedrag te bespreken. Deze inzichten leveren concrete aangrijpingspunten om gewenst gedrag te stimuleren.
Hieronder worden de opbrengsten weergegeven over het verwachte nalevingsgedrag van de traditionele vuurwerkafsteker van 25 jaar en ouder, die momenteel vuurwerk legaal koopt en afsteekt. Binnen de groep Nederlanders die vuurwerk afsteken tijdens de jaarwisseling wordt deze groep naar verwachting het grootst.
Een aanvullende sessie over het verwachte nalevingsgedrag onder specifiek jongeren vindt later dit jaar plaats. De uitkomsten hiervan worden gedeeld op onder meer het VNG-forum.
Verwachte nalevingsgedrag onder traditionele vuurwerkafstekers ouder dan 25
Op basis van de inzichten uit het InterventieKompas lijken de volgende (zwakke) factoren belangrijk om het nalevingsgedrag van de genoemde doelgroep te beĆÆnvloeden: (1) kennis, (2) risicobewustzijn, (3) motivatie, (4) pakkans, (5) regelsteller en (6) straf/beloning. Zie voor een uitgebreid overzicht bijlage 1. De verwachting is dat het grootste deel van de Nederlanders door gedegen communicatie voorafgaand aan de jaarwisseling op de hoogte is van het vuurwerkverbod, maar dat mogelijk wel verwarring kan ontstaan over de regels rondom ontheffingen en het verschil tussen F1- en F2-vuurwerk. De doelgroep kent de risicoās van het afsteken van F2-vuurwerk, maar acht de kans klein dat deze zich voordoen in hun omgeving (bv. als het gaat om letsel). Daarbij zijn veel risicoās bekend bij deze doelgroep, maar lijkt men zich niet altijd bewust van risicoās zoals bijvoorbeeld dierenleed. Specifieke communicatie over de regels rondom ontheffingen en het verschil tussen F1- en F2-vuurwerk en de verschillende risicoās zijn nodig.
Daarnaast kan de doelgroep de overwegingen om vuurwerk toch af te steken zwaarder laten wegen dan de argumenten om zich aan de regels te houden, waardoor de bereidheid tot naleving afneemt. Naleving leidt tot verlies van traditie en gebrek aan plezier (zeker zonder alternatief), terwijl overtreding leidt tot plezier. Een remmende factor voor het overtreden van het aankomende vuurwerkverbod is dat vuurwerk voor gewone consumenten niet meer gemakkelijk toegankelijk is, tenzij het in het buitenland of via illegale kanalen wordt verkregen. De doelgroep moet dus voortaan meer moeite doen om F2-vuurwerk te kopen.. Belangrijke kanttekening hierbij is dat dit in de grensregioās mogelijk anders ervaren wordt, aangezien F2-vuurwerk in BelgiĆ« en Duitsland nog gekocht kan worden en veel vuurwerkafstekers hier voorheen ook hun vuurwerk kochten.
Ook de sociale omgeving kan een belangrijke rol spelen in het stimuleren van naleving. Het is op basis van de huidige analyse nog onvoldoende duidelijk of deze factor naleving bevordert of verhindert. Het behoeft verder onderzoek om te verkennen of vuurwerkafstekers in principe geneigd zijn zich aan het vuurwerkverbod te houden en wat de invloed van de (sociale) omgeving daarop is. Hierbij spelen ook het sentiment en de houding mee van de doelgroep tegenover de regelsteller (de Rijksoverheid). Het landelijk vuurwerkverbod zou door de doelgroep gezien kunnen worden als āweer een traditie die van ons afgenomen wordtā.
Op basis van de analyse lijkt het vergroten van de (ervaren) pakkans in ieder geval een belangrijke factor om naleving te stimuleren. De doelgroep ervaart de pakkans bij overtreding van het vuurwerkverbod als laag, vanwege de beperkte capaciteit van de toezichthouder (politie). De doelgroep verwacht in principe ook dat de politie zich niet op hen richt, aangezien zij vinden dat zij niet tot de groep behoren die de daadwerkelijk problemen veroorzaakt. De sanctie voor overtreding is daarbij een belangrijk element. In het geval van een boete moet deze in de perceptie van de vuurwerkafsteker substantieel zijn en in verhouding staan tot de kosten voor het kopen van (illegaal) vuurwerk, anders kan deze āingecalculeerdā worden in de financiĆ«le keuze.
Onderscheid typen nalevers en overtreders
Op basis van de gedragsanalyse kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende typen nalevers en overtreders. Afhankelijk van de situatie en het specifieke gedrag kan iemand tot verschillende typen behoren; sommige typen komen vaker voor dan andere. Hieronder volgt een korte toelichting per type. Ook wordt een eerste voorzichtige schatting gegeven van het aandeel van de doelgroep dat tot elk type behoort. Deze schatting is gebaseerd op de ervaring van professionals en dient uitsluitend als richtlijn er is geen kwantitatieve onderbouwing vanuit onderzoek beschikbaar.
Nalevers
Onbewuste nalevers: Dit zijn nalevers die de regels niet goed kennen en ze naleven zonder het te beseffen, bijvoorbeeld omdat ze iemand anders nadoen.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 4 leden de regel onbewust naleven.
Spontane nalevers: Deze groep gedraagt zich in lijn met de regel, omdat ze het achterliggende doel en de regel belangrijk vindt en gelooft in de (uit)werking ervan. Het is belangrijk dat deze groep blijft naleven. Eventueel kan deze groep als ambassadeur ingezet worden.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 77 leden de regel bewust naleven. Zij leven de regel ook na als er geen toezicht plaatsvindt.
Handhavingsafgeschrikten: Deze groep nalevers gedraagt zich in lijn met de regel, omdat de sociale of fysieke omgeving, de keten of het toezicht daartoe aanzet en niet omdat men de regel zo zinvol vindt.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 13 leden worden afgeschrikt door handhaving. Zij leven de regel na doordat er toezicht plaatsvindt.
Overtreders
Onbewuste overtreders: Deze groep is in principe geneigd tot naleving, maar is niet op de hoogte van de regel, kan deze niet toepassen en weet niet hoe deze moet worden toegepast. Dit type overtreder kan beĆÆnvloed worden door de kennis over de regels te vergroten, de regel te vereenvoudigen, het gewenste gedrag makkelijker te maken en/of voorbeeldgedrag te tonen.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 1 lid de regel onbewust overtreedt. Deze groep overtreedt de regel per ongeluk.
Principiƫle overtreders: Deze groep overtreedt uit weerstand. De groep is het fundamenteel oneens met de regel, de beleidsaannames of het achterliggende beleidsdoel. Of de groep gelooft niet in (een rechtvaardige) uitwerking van het beleid en/of is in het geheel niet gezagsgetrouw. Er is sprake van reactance, een vorm van weerstand die ontstaat als mensen zich in hun vrijheid beperkt voelen. Het is voor de doelgroep raadzaam om de onderliggende weerstanden te achterhalen, het beleid aan te passen of een andere handhavingsstijl te hanteren. Bovendien kunnen weerstanden weggehaald worden door te luisteren, begrijpen, keuzealternatieven zoeken en duidelijkheid te geven.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 5 leden de regel onbewust overtreden. Deze groep overtreedt de regel uit principe.
Gelegenheidsovertreders: Deze groep staat onverschillig ten opzichte van de regel. Deze overtreders laten zich leiden door de makkelijkste weg en de mogelijkheden die zich voordoen. Hun gedrag wordt gestuurd door irrationele motieven, zoals luiheid of gemak, en gelegenheden, zoals het simpelweg voorhanden hebben van vuurwerk. Als ze nog vuurwerk hebben van voorgaande jaarwisseling, dan steken ze dat af. Om deze overtreders tot naleven te beĆÆnvloeden kunnen cues in de fysieke omgeving gezet worden of inzameldagen voor vuurwerk worden georganiseerd
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 0 leden de regel onbedoeld overtreden. Deze groep lijkt klein binnen deze doelgroep, maar kan groter zijn in de bredere analyse van andere doelgroepen.
Calculerende overtreders: Tot slot bestaat een groep die eerder tijdens jaarwisselingen, en gedurende het jaar, de (lokale) wet- en regelgeving overtreedt met betrekking tot het illegaal verwerven, verhandelen en het misbruik van professioneel vuurwerk. Ook in de criminele context wordt professioneel vuurwerk ingezet met aanzienlijke risicoās voor de openbare orde en veiligheid. De reeks aan explosies waarmee Nederland de afgelopen jaren te maken heeft, is hier een voorbeeld van. Het is aannemelijk dat wanneer het vuurwerkverbod intreedt, deze dadergroep dit gedrag zal blijven vertonen. Bij deze doelgroep is mogelijk sprake van andere risicofactoren en vraagt een duurzame gedragsverandering om een andere aanpak van zowel preventieve als repressieve maatregelen.
De verwachting is dat van 100 willekeurige leden van de doelgroep 0 leden de regel onbedoeld overtreden. Deze groep lijkt klein binnen deze doelgroep, maar kan groter zijn in de bredere analyse van andere doelgroepen.
Samenwerkingen, aanpakken en overige initiatieven
Dit handhavingsplan biedt gemeenten en ketenpartners praktische handvatten voor een veilige jaarwisseling, onder meer door instrumenten en best practices te delen. Tegelijkertijd staat dit handhavingsplan niet op zichzelf en wordt de vuurwerkproblematiek breder aangepakt. Zo is er onderzoek gedaan naar dadertypen van economische vuurwerkcriminaliteit, is het Offensief tegen Explosies opgericht en zet de Taskforce Onze Hulpverleners Veilig zich in voor de bescherming van hulpverleners. Deze sporen vullen elkaar aan.
WODC onderzoek dadertypen
Om beter zicht te krijgen op de daderprofielen van economische vuurwerkcriminaliteit en welke interventies, toegespitst op de specifieke daderprofielen, effectief (kunnen) zijn, is in opdracht van het WODC onderzoek verricht door Atlas.4 Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan jeugdige daders in de leeftijd tot 23 jaar, met het doel om inzicht te krijgen in wat de instroom en doorgroei van jongeren in deze vorm van criminaliteit kan voorkomen. Het onderzoek geeft inzicht in de motieven van de diverse dadergroepen die betrokken zijn bij het illegaal verwerven en verhandelen van professioneel vuurwerk. Hieruit volgt dat vuurwerkcriminaliteit wordt gedragen door een breed spectrum aan dadertypen, van internationale naar nationale groothandelaren tot kleinschalige handelaren en eindgebruikers. Jongeren spelen vooral een rol in de distributie van vuurwerk en bevinden zich veelal in de lagere dadertypen. Het onderzoek levert handelingsperspectieven op voor: (1) het ketenbreed ontsluiten en benutten van informatie over verdachten van vuurwerkcriminaliteit, (2) gerichte maatregelen ter versterking van opsporing en handhaving, en (2) empirisch onderzoek naar de effectiviteit van opsporingsmethoden, interventies en sancties binnen de economische vuurwerkcriminaliteit. Tot slot wordt aanbevolen meer in te zetten op bewustwording van de gevaren van zwaar professioneel vuurwerk.
Offensief tegen Explosies (OTE)
Naar aanleiding van de toename van aanslagen met explosieven is het Offensief tegen Explosies (OTE) ingesteld. Hierin werken onder meer politie, gemeenten, het Verbond van Verzekeraars, reclasseringsorganisaties, VNO-NCW, Aedes (namens de woningcorporaties) en MKB-Nederland (namens het bedrijfsleven) samen. Het OTE heeft als doel de stijgende trend van explosiegeweld te keren. De partijen hebben een gezamenlijk actieplan opgesteld met maatregelen op het gebied van preventie, opsporing en vervolging, nazorg en lokale aanpak.5 De werkwijze is dynamisch: acties worden aangepast op basis van nieuwe kennis, inzichten en resultaten.
De analyse die aan het actieplan ten grondslag ligt, laat zien dat de gemiddelde leeftijd van de plegers 23 jaar is, met een piek op 16 jaar. Veel verdachten hebben eerdere criminele antecedenten, vaak op het gebied van vermogensdelicten. De groep wordt gekenmerkt door sociaaleconomische kwetsbaarheid ā lage opleiding, armoede en instabiele gezinssituaties ā waardoor jongeren gevoelig zijn voor ronseling. De meeste daders worden gemotiveerd door financiĆ«le beloning.
Het voorkomen van (herhaald) daderschap vraagt om een langdurige, brede aanpak. Gedragsverandering bij deze doelgroep is complex en vereist aandacht voor meerdere risicofactoren tegelijk. De preventieve inzet is daarom gericht op het vergroten van weerbaarheid en het bieden van alternatieven voor criminele activiteiten. Daarbij wordt erkend dat dader- en slachtofferschap vaak samengaan: sommige verdachten zijn tevens slachtoffer van criminele uitbuiting. Preventieve maatregelen richten zich daarom ook op het voorkomen van slachtofferschap.
Binnen het OTE wordt gebruikgemaakt van bewezen effectieve interventies uit de High Impact Crimes-aanpak, zoals Alleen Jij Bepaalt wie je bent (AJB), de Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid en de inzet van re-integratieofficieren. Ook wordt aangesloten bij het programma Preventie met Gezag (PmG), waarvan de doelgroep grotendeels overlapt met die van het OTE. Waar mogelijk worden interventies uit PmG versterkt of opgeschaald.
Om jongeren beter te beschermen tegen (online) ronseling, start het Offensief in het najaar van 2025 diverse preventieve acties. Zo volgen alle AJB-deelnemers een workshop over online weerbaarheid, ontwikkeld door Jongeren Op Zuid (JOZ). Deze workshops, gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde methoden zoals mentorschap en socratisch gesprek, worden ook op vijftig scholen (praktijkonderwijs en mbo) uitgevoerd. Daarnaast worden in gemeenten met de grootste problematiek bijeenkomsten georganiseerd voor professionals om kennis te delen en best practices uit te wisselen. De werkgroep Preventie van het OTE blijft continu nieuwe mogelijkheden voor aanvullende acties verkennen.
Taskforce Onze hulpverleners veilig
In 2021 is de Taskforce Onze hulpverleners veilig ingesteld. Hierin werken politie, boaās, de brandweer, wetenschappers, het OM en het ministerie van JenV samen om bij te dragen aan een zinvolle aanvullende aanpak van agressie en geweld tegen hulpverleners. Een van de knelpunten die de Taskforce signaleert, is de versplinterde aandacht in het onderzoek naar agressie en geweld tegen hulpverleners. Daarom heeft de Taskforce een kenniskring opgezet met wetenschappers en onderzoekers die zich met dit thema bezighouden. Daarnaast organiseert de Taskforce jaarlijks een conferentie, waar beleid, wetenschap en uitvoering elkaar kunnen treffen om kennis en ervaring uit te wisselen, en zet de Taskforce onderzoek uit. Verder zijn door de Taskforce in het verleden publiekscampagnes gefinancierd die zijn gericht op het stellen van een norm. Het is niet normaal hulpverleners te hinderen in het uitvoeren van hun werkzaamheden. Jaarlijks wordt daar in de richting van de jaarwisseling via verschillende kanalen aandacht voor gevraagd. Zoals vermeld in de Verzamelbrief brandweer, crisisbeheersing en meldkamers van 3 oktober jl.,6 loopt de taskforce op zijn einde. De borging van de opgedane kennis, ervaringen en netwerken staat daarom komende tijd centraal.
Preventie
De Wet veilige jaarwisseling beoogt veiligheidsrisicoās tijdens
de jaarwisseling te beperken en ordeverstoringen te voorkomen door het
instellen van een vuurwerkverbod voor consumenten (met uitzondering van
F1-vuurwerk). Het realiseren van het gewenste gedrag van alle
consumenten vereist niet alleen handhaving, maar ook
preventiemaatregelen.
Uitgangspunten en doelstellingen
Preventieve maatregelen dienen bij te dragen aan een duurzame gedragsverandering. Deze maatregelen helpen bij een ordelijke en veilige jaarwisseling door zowel ongewenst gedrag te ontmoedigen als factoren te versterken die zorgen voor gewenst gedrag. Om ongewenst gedrag op een duurzame manier te ontmoedigen, is een integrale lokale aanpak cruciaal. Doelstellingen van preventieve maatregelen in dit handhavingsplan omvatten:
Het verminderen van overtredingen en onveilige situaties;
Het bevorderen van naleving van de Wet veilige jaarwisseling;
Het versterken van de lokale aanpak waaronder een vermindering van de druk op toezicht en handhaving.
Vanuit gemeenten, in samenwerking met lokale partners, worden reeds veel preventieve maatregelen en interventies ingezet ter voorbereiding op de jaarwisseling om misbruik van en overlast met vuurwerk te voorkomen. Gemeenten zetten onder meer in op gerichte communicatie, voorlichting, jongerenwerk, straatcoaches, bewonersinitiatieven en toezicht op straat.
In dit hoofdstuk wordt een (niet-uitputtend) overzicht gegeven van kansrijke preventieve maatregelen, gecategoriseerd naar dadergerichte-, slachtoffergerichte en situationele maatregelen en interventies. Hierbij wordt benadrukt dat er geen uniforme aanpak bestaat: lokaal maatwerk en samenwerking tussen partners zijn essentieel. Tot slot bevat het hoofdstuk aanvullende acties en aanbevelingen ter ondersteuning van gemeenten bij de invoering en handhaving van het landelijke vuurwerkverbod (met uitzondering van F1-vuurwerk).
Huidige aanpak: overzicht van preventieve maatregelen
Onderstaand wordt ingegaan op kansrijke preventie maatregelen van afgelopen jaren, waar de focus lag op het voorkomen van vuurwerkoverlast en -ongelukken. Deze initiatieven kunnen, soms in aangepaste vorm, ook gebruikt worden in de nieuwe situatie, waarbij preventie maatregelen zich zullen richten op het voorkomen van algeheel vuurwerkgebruik (met uitzondering van F1-vuurwerk).
6.2.1 Daderpreventie
Daderpreventie richt zich erop te voorkomen dat mensen vuurwerk (ver)kopen of afsteken. Voor de voorbereiding en handhaving van het landelijk vuurwerkverbod is dit essentieel, omdat het verbod vanaf 2026/2027 veel huidige F2-gebruikers tot potentiƫle daders maakt. Daderpreventie stimuleert gedragsverandering bij onbewuste, principiƫle, gelegenheid- en calculerende overtreders, nog voordat een overtreding plaatsvindt.
Voorlichting en bewustwording
Het geven van voorlichting en het vergroten van bewustwording bij kinderen en jongeren op de basis- en middelbare school Ć©n bij hun ouders is belangrijk om vuurwerkmisbruik te voorkomen. Jongeren leren veilig met vuurwerk om te gaan en risicoās beter inschatten, terwijl ouders worden ondersteund in het stellen van grenzen en toezicht houden. Om de effectiviteit te vergroten, moeten interventies gebaseerd zijn op bestaande (wetenschappelijke) inzichten en beleidsmatige evaluaties. Voor dadergerichte preventie biedt het in juni 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden Landelijk Kwaliteitskader Effectieve Jeugdinterventies (KEI) een belangrijke basis.7 Hierin wordt een overzicht gegeven van verschillende gedragsinterventies en aangegeven - op basis van wetenschappelijke overzichtsstudies - welke het meest effectief zijn.
Hieronder staan verschillende voorbeelden van interventies die specifiek zijn gericht op het voorkomen van vuurwerkmisbruik:
Stichting Halt biedt lessen āVeilig Oud en Nieuwā aan die focussen op kennis, bewustwording en handelingsperspectief rondom vuurwerkveiligheid. Deze lessen zijn bedoeld voor groep 7/8 van het PO en klas 1/2 van het VO.
VeiligheidNL bereikt met het lespakket 4vuurwerkveilig basisscholen (groep 7/8) met als doel kinderen bewust te maken van de gevaren van vuurwerk en geeft concrete handvatten voor het veilig kijken naar en veilig laten afsteken van vuurwerk. Hierin wordt nauw samengewerkt en afgestemd met politie, brandweer en artsen. In een deel van de brandweerregioās is een brandweerman/-vrouw aanwezig om de les als gastdocent te geven. Ook jongerenwerkers kunnen bij het lespakket 4Vuurwerkveilig worden ingezet.
Binnen het lesprogramma 4vuurwerkveilig wordt, naast de les voor jongeren, ook aandacht besteed aan het bereiken van de ouders van 10-12 jarigen. Via de deelnemende scholen wordt middels huiswerkopdrachten gewerkt aan kennis en bewustwording van ouders. Daarnaast worden de ouders door VeiligheidNL ook bereikt via sociale media en de website kinderveiligheid.nl.
Jongerenwerkers organiseren voorlichtingen voor jongeren Ʃn ouders. Ouders worden actief betrokken, bijvoorbeeld via schoolnieuwsbrieven of bijeenkomsten. Ouderavonden, bewustwordingscampagnes en inzet van Triple P-geschoolde professionals zorgen dat opvoeders ondersteund worden in het begrenzen van jongeren en het bespreekbaar maken van risicogedrag.
Inzet jongerenwerkers en straatcoaches
Jongerenwerkers en straatcoaches zijn in aanloop richting de jaarwisseling zichtbaar aanwezig in wijken en online. Zij signaleren risicogedrag vroegtijdig en voeren gesprekken met jongeren en ouders om bewustwording te vergroten. Dit gebeurt vaak in samenwerking met politie, scholen en stichting Halt. In het voortgezet onderwijs zijn jongerenwerkers zichtbaar tijdens pauzes en betrokken bij activiteitenweken en stages.
Positieve rolmodellen
Rolmodellen uit het jongerenwerk spelen een sleutelrol. Deze jongeren laten in hun gedrag zien dat zij vuurwerkgeweld afkeuren en versterken daarmee de positieve groepsdruk. Zij dragen bij aan bewustwording en corrigeren leeftijdsgenoten op straat. Om de kans op een effectieve aanpak zo groot mogelijk te maken, is het van belang van tevoren goed in kaart te brengen waarom en hoe rolmodellen in te zetten. De infosheet āInzetten van rolmodellen: waarom en hoeā van het CCV en het āLandelijk Kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor Preventie van Jeugdcriminaliteitā (KEI) bieden hiervoor de juiste handvatten.89
Waarschuwingsbrieven en bewustwordingsgesprekken
Gemeenten werken samen met politie en jongerenwerk om eerdere overlastveroorzakers vooraf in kaart te brengen. Zo nodig bezoeken zij deze jongeren thuis en geven preventieve waarschuwingen of maatregelen, waarbij ook ouders worden betrokken.
Alternatieve activiteiten
Gemeenten kunnen alternatieve activiteiten stimuleren tijdens de jaarwisseling, afgestemd op lokale behoeften, door in gesprek te gaan met jongeren en bewoners. Dit kan variĆ«ren van sportieve of culturele programmaās tot buurtinitiatieven en feestelijke ontmoetingen.
Jongerenwerk en straatcoaches spelen hierin een verbindende rol door het stimuleren van initiatieven uit de buurt en samenwerking te zoeken met scholen en andere lokale partners. Hierdoor kan de sociale cohesie worden versterkt. Gemeenten nemen een faciliterende rol door ruimte en ondersteuning te bieden, terwijl de bewoners en partners de verantwoordelijkheid en uitvoering dragen.
Voorbeelden uit de praktijk:
|
|---|
6.2.2 Slachtofferpreventie
Naast daderpreventie is slachtofferpreventie van belang om letsel tijdens de jaarwisseling te beperken. Het handhavingsplan richt zich primair op gedragsverandering bij vuurwerkgebruikers, maar door het aantal daders te verminderen, neemt ook automatisch het risico op slachtoffers af.
Voorlichting en bewustwording
Tijdens de jaarwisseling neemt de kans op incidenten zoals vuurwerkongevallen, alcohol- en drugsgerelateerde situaties en ordeverstoringen toe. Om dit te voorkomen, spelen voorlichting en bewustwording een cruciale rol: door mensen tijdig te informeren over risicoās en hen bewust te maken van veilig gedrag, kunnen ongevallen en letsel worden voorkomen. Bovendien draagt dit bij aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een feestelijke Ć©n veilige jaarwisseling. Met het eerdergenoemde lespakket 4vuurwerkveilig van VeiligheidNL en de voorlichting Veilig Oud en Nieuw (VON) van Stichting Halt wordt voorlichting gegeven over veilig gedrag tijdens de jaarwisseling, het stimuleren van het gebruik van vuurwerkbrillen via campagnes, voorlichting over veilig gebruik van F1-vuurwerk en het beperken van risicoās bij carbidschieten.
6.2.3 Situationele preventie
Een belangrijk onderdeel van het voorkomen van overlast is
situationele preventie, waarbij de fysieke en sociale omgeving zo wordt
aangepast dat overtredingen moeilijker worden. Dit omvat onder andere
het beperken van het (illegale) vuurwerkaanbod, intensiveren van
toezicht en handhaving, aanpassingen in de openbare ruimte, en het
betrekken van ouders, lokale netwerken en organisaties om gewenst gedrag
te stimuleren.
Toezicht en aanwezigheid op straat
Het inzetten van stewards, buurtvaders en -moeders is een belangrijke vorm van situationele preventie tijdens de jaarwisseling. Door gemeenten wordt in voorbereiding op de jaarwisseling tijdig gestart met een structureel overleg met stewards, buurtvaders en -moeders, om actuele ontwikkelingen en uitdagingen in kaart te brengen en passende plannen voor inzet te maken.
Burgerparticipatie
Burgerparticipatie is een belangrijk middel om overlast tijdens de jaarwisseling te voorkomen. Door bewoners actief te betrekken bij toezicht en veiligheidsinitiatieven, ontstaat een gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hun aanwezigheid en alertheid vergroten de sociale controle, maken risicogedrag eerder zichtbaar en ontmoedigen potentieel overlastgevend gedrag.
Fysieke maatregelen in de omgeving
Door de inrichting van de openbare ruimte tijdelijk aan te passen, wordt de gelegenheid voor onveilig gedrag beperkt en kunnen risicoās beter worden beheerst. Afhankelijk van de lokale situatie kan de gemeente verschillende (fysieke) maatregelen inzetten, zoals het plaatsen van hekken of inzetten van extra verlichting. Een uitgebreid overzicht van maatregelen is in bijlage 2 te vinden.
Integrale samenwerking
Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt door gemeenten op lokaal niveau elk jaar een draaiboek opgesteld waarin taken, bijzonderheden en scenarioās (zoals risicolocaties en -groepen) worden vastgelegd. Hierbij worden alle relevante partners betrokken, waaronder politie, boaās, jongerenwerk, stewards, bondgenoten en andere mogelijke betrokkenen.
Maatwerk per gemeente
Elke gemeente heeft eigen risicolocaties, doelgroepen en dynamiek. Een lokaal draaiboek maakt het mogelijk om maatregelen af te stemmen op de specifieke situatie ter plaatse
Heldere taakverdeling
Door vooraf taken en verantwoordelijkheden vast te leggen, weten alle betrokken partijen ā van politie tot jongerenwerk ā wat er van hen wordt verwacht. Dit voorkomt miscommunicatie en versnelt de reactie bij incidenten.
Snelle opschaling bij scenario's
Door verschillende scenario's (zoals groepsvorming, brandstichting of vuurwerkoverlast) uit te werken kunnen partners snel en adequaat handelen als zich een situatie voordoet.
Versterking van samenwerking
Het betrekken van alle relevantie partners bij het opstellen van het draaiboek bevordert onderlinge afstemming, vertrouwen en samenwerking. Dit is cruciaal voor een gecoƶrdineerde aanpak.
Een goed gedocumenteerd draaiboek biedt een basis voor evaluatie na afloop van de jaarwisseling.
Voorbeelden uit de praktijk:
|
|---|
Acties ter versterking van de preventieve aanpak jaarwisseling 2026/2027 en verder
In de voorgaande paragrafen zijn diverse interventiemogelijkheden beschreven die gemeenten nu al (kunnen) inzetten om vuurwerkovertredingen en -overlast te voorkomen. Wanneer de invoering van het algehele vuurwerkverbod nadert, worden aanvullende acties uitgevoerd om de voorbereiding op de jaarwisseling te versterken, het nalevingsgedrag te bevorderen en burgers actief te informeren over de nieuwe regels (zie ook het hoofdstuk communicatie).
Voorlichting in scholen: In het kader van de gezamenlijke communicatiestrategie die het ministerie van JenV en IenW in samenwerking met partners opstelt, wordt bezien hoe voorlichtingsactiviteiten gericht op de nieuwe regelgeving en handelingsperspectieven effectief in te zetten op scholen.
Landelijke dekking: Stichting Halt en VeiligheidNL brengen het huidige aanbod en bereik van voorlichtingsactiviteiten in kaart (op basis van 2025/2026) en onderzoeken mogelijkheden voor brede dekking, afhankelijk van beschikbare middelen.
Docenten ondersteunen: Extra aandacht voor de signaleringsfunctie van docenten. Samen met organisaties zoals VeiligheidNL, Sociaal Werk Nederland, Stichting Aanpak Straat- en Schoolveiligheid en politie stelt Stichting Halt een docentenhandleiding op, zodat docenten vuurwerkbezit, -handel en -misbruik beter kunnen herkennen en opvolgen.
Communityonderzoek alternatieven: Het ministerie van Justitie en Veiligheid initieert onderzoek naar alternatieve gedragingen tijdens de jaarwisseling. De resultaten worden gebruikt voor communicatie en het faciliteren van lokale alternatieve activiteiten. VeiligheidNL toetst deze resultaten ook breder als onderdeel van het onderzoek naar āvuurwerkaankoop en -gebruikā, die zij rondom de jaarwisseling uitvoeren.
Nalevingsgedrag doelgroepen: Het CCV brengt in 2025, met behulp van het InterventieKompas en in samenwerking met partners, het verwachte nalevingsgedrag van verschillende doelgroepen in kaart. De uitkomsten worden gedeeld via onder meer het VNG-forum. In hoofdstuk 4 zijn al wel de opbrengsten weergegeven ten aanzien van het verwachte nalevingsgedrag van de traditionele vuurwerkafsteker van 25 jaar en ouder, die momenteel vuurwerk legaal koopt en afsteekt. Een aanvullende sessie over het verwachte nalevingsgedrag onder specifiek jongeren vindt in het najaar 2025 plaats. De uitkomsten hiervan worden gedeeld op onder meer het VNG-forum.
Lerende aanpak en kennisdeling voor gemeenten: De VNG faciliteert kennisdeling door webinars te organiseren en een VNG forum op te zetten, waar gemeenten ervaringen en best practices kunnen uitwisselen. Begin 2026 zet de VNG een landelijke enquĆŖte uit bij gemeenten om best practices te inventariseren op de volgende onderwerpen:
Creatieve en veilige alternatieven tijdens de jaarwisseling;
Betrekken van inwoners bij het ontwikkelen van alternatieven;
Faciliterende rol van gemeenten bij buurtinitiatieven;
Effectmeting van maatregelen rondom de jaarwisseling;
Effectieve lokale samenwerkingen;
Communicatiemiddelen om inwoners te informeren en te betrekken
De resultaten en inzichten uit de enquĆŖte worden gepubliceerd op het VNG forum.
Handhaving
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de handhaving onder de huidige wet- en regelgeving in 2025 plaatsvindt en beschrijft de aanvullende maatregelen die in 2026 worden getroffen om de handhaving in aanloop naar en na invoering van het algehele vuurwerkverbod verder te versterken. Hierbij wordt ook ingegaan op de organisatie, verantwoordelijkheden en samenwerking tussen partners, en op de instrumenten en interventies die beschikbaar zijn om handhaving te bevorderen.
Uitgangspunten en doelstellingen
De handhaving is gebaseerd op een aantal uitgangspunten:
Evenwichtige aanpak: landelijke kaders en afspraken, met ruimte voor lokale uitvoering.
Proportionaliteit en prioritering: inzet op de grootste veiligheidsrisicoās en efficiĆ«nt gebruik van capaciteit.
Effectiviteit interventies: wat zijn de meest effectieve interventies in gegeven situaties en vullen maatregelen elkaar aan.
Samenwerking: nauwe afstemming tussen gemeenten, politie, OM, boaās, ILT, Douane, en andere partners.
Kennisdeling en best practices: leren van bestaande ervaringen en deze breder toepassen.
Huidige aanpak
Tot aan de inwerkingtreding van het algehele vuurwerkverbod is de handhaving gebaseerd op de bestaande wet- en regelgeving. De uitvoering vindt plaats binnen de landelijke handhavingskaders, met regionale prioritering via de driehoek (burgemeester, OM, politie).
De belangrijkste aandachtsgebieden voor de handhaving waarop de inzet zich richt zijn:
Toezicht op en handhaving van de verkoop- en afsteektijden voor consumentenvuurwerk;
Toezicht op en handhaving van het afsteekverbod in gemeenten met een algeheel afsteekverbod of vuurwerkvrije zones;
Inbeslagname van illegaal vuurwerk;
Toezicht op transport en opslag van vuurwerk;
Aanpak van ordeverstoringen in de openbare ruimte;
Monitoring en bestrijding van online openbare orde verstoringen, zoals oproepen tot rellen of massaal afsteken, inclusief samenwerking met online platforms voor verwijdering van content en identificatie van verantwoordelijken;
Online handhaving door het controleren van naleving van regels en wetten via digitale middelen of op diverse (social media) platforms en kanalen.
De uitvoering van deze taken vindt plaats in nauwe samenwerking tussen het OM, politie, boaās, gemeenten, Halt, ILT, Douane en andere relevante ketenpartners. Hieronder wordt toegelicht hoe de verschillende partners hierbij zijn betrokken.
Politie
De politie speelt een centrale rol in de handhaving, met name in het optreden tegen ordeverstoringen in de openbare ruimte, het tegengaan en inbeslagname van illegaal vuurwerk en het monitoren en bestrijden van online openbare orde verstoringen. Zie voor de inzet van politie op de handhaving het hoofdstuk Opsporing.
Boaās
De inzet van boaās is vooral gericht op preventie, toezicht en het beperken van overlast in de openbare ruimte. Boaās in domein I richten zich voornamelijk op het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden op basis van het Vuurwerkbesluit en treden op bij overlast door vuurwerk in de openbare ruimte, zoals vastgelegd in de APV. Ze zijn niet bevoegd voor het handhaven op het bezit of vervoer van vuurwerk. Boaās in domein II hebben aanvullende bevoegdheden en kunnen ook optreden tegen het bezit, vervoer en afsteken van illegaal of professioneel vuurwerk zonder vergunning. Deze verschillen zijn vastgelegd in de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar. Bij ernstigere overtredingen of signalen van illegale handel werken boaās samen met de politie, die verantwoordelijk blijft voor de opsporing van zwaar of crimineel vuurwerk.
| Bevoegdheid | Domein I (Openbare ruimte) | Domein II (Milieu, welzijn en infrastructuur) | |
|---|---|---|---|
| Afsteken van vuurwerk buiten toegestane tijden | Bevoegd om op te treden bij het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden (31 december 18:00 uur tot 1 januari 02:00 uur) op basis van artikel 2.3.6 Vuurwerkbesluit. | Bevoegd op basis van WED en APV. | |
| Overlast door vuurwerk | Bevoegd om op te treden bij overlast door vuurwerk op basis van de Algemene plaatselijke verordening (APV), mits deze overlast de openbare orde of veiligheid aantast. | Bevoegd op basis van WED en APV. | |
| Voorhanden hebben of afsteken van professioneel vuurwerk zonder vergunning (lijst II) | Niet bevoegd. | Bevoegd op basis van WED. | |
| Illegaal vuurwerk (categorie 2 en 3) |
Niet bevoegd. | Bevoegd op basis van WED. |
Gemeenten
Burgemeesters beschikken over een breed scala aan bestaande bevoegdheden om de openbare orde te handhaven en risicoās rond de jaarwisseling te beperken. Zij kunnen onder meer gebruikmaken van noodverordeningen, gebiedsverboden, cameratoezicht, het aanwijzen van veiligheidsrisicogebieden en preventief fouilleren. Deze instrumenten worden, afhankelijk van de lokale omstandigheden, ingezet ter voorkoming van ordeverstoringen en ter bescherming van de veiligheid van bewoners en hulpverleners.
Het handhavingsplan bevat in bijlage 3 āOverzicht bestuurlijk instrumentarium burgemeester ā jaarwisselingā een overzicht van deze bevoegdheden, inclusief de relevante wettelijke grondslagen en toepassingsmogelijkheden. Dit overzicht dient als handvat voor gemeenten bij het kiezen van passende maatregelen binnen hun lokale context.
Douane en ILT
Douane en ILT - handhaving vuurwerk algemeen
De Douane heeft een taak met betrekking tot vuurwerk daar waar er getracht wordt deze producten binnen te brengen op Nederlands (en daarmee Europees) grondgebied of daadwerkelijk in te voeren in het Europese vrije verkeer. De Douane heeft geen taak voor vuurwerk dat zich reeds in het vrije verkeer bevindt.
Bij het binnenbrengen van vuurwerk worden er fysieke controles uitgevoerd waarbij er wordt gekeken of de juiste bescheiden zijn bijgevoegd, of het papierwerk overeenkomt met de daadwerkelijke producten en of het vuurwerk is voorzien van de juiste aanduidingen zoals wettelijk verplicht. Daarnaast levert de Douane aangiftedata aan de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT).
De ILT heeft een bredere taak en controleert zelf op een aantal aspecten van de wet- en regelgeving voor vuurwerk, waaronder wettelijke producteisen, de classificatie van de producten en op productveiligheid. Dit doet zij ook aan de grens, in havens en bepaalde opslagplaatsen, langs de weg en bij verkooppunten. Bij overtredingen kan de ILT ook handhavend optreden. Op basis van aangiftedata volgt de ILT samen met de Douane trends en ontwikkelingen.
De ILT heeft daarbij aandacht voor zowel het professionele vuurwerk als het consumentenvuurwerk. De handhaving van de Douane is risicogericht en indien ontwikkelingen daar aanleiding toe geven worden er ook extra controles uitgevoerd in samenwerking met de ILT.
Vuurwerk in postzendingen
Het thuis laten bezorgen van vuurwerk via de post is niet toegestaan in Nederland. Webshops in het buitenland spelen wel een grote rol bij het binnenbrengen van vuurwerk. Volgens de ILT wordt veel vuurwerk illegaal besteld en vervoerd via reguliere post(pakket) distributiekanalen (zie ook: Vuurwerk | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)). Postpakketbedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid bij het actief tegengaan en onderscheppen van dit vuurwerk. De ILT controleert hen daarop in steekproeven.
De Douane controleert post door bij koeriers- en postbedrijven langs te gaan en vanuit het kantoor op het International Mail & E-commerce Centre (IMEC) in Den Haag. Bij de controles kijkt de Douane naar de mogelijke risicoās van een zending. Dit wordt bepaald door medewerkers van het tactisch centrum van de Douane. Ook kunnen douaniers steekproefsgewijs en op eigen initiatief controleren. In deze controles wordt alle internationale post meegenomen, zowel binnen de Europese Unie (EU) als daarbuiten.
Tijdens hun controles kunnen Douaniers verboden producten tegenkomen zoals bijvoorbeeld vuurwerk. Afhankelijk van het type vondst, kan de Douane een ketenpartner inschakelen (in het geval van vuurwerk dus de ILT). De ILT bekijkt dan wat er verder met de zending moet gebeuren na inbeslagname. De wijze van registratie van dit soort gevallen hangt af van de afhandeling van een zaak.
Halt als pedagogische interventie bij minderjarigen
De Halt-interventie biedt een pedagogisch kader voor de afdoening van
lichte vuurwerkdelicten door minderjarigen tot 18 jaar. In deze
interventie staat de ontwikkeling van de jongere centraal. Halt richt
zich op het vergroten van het inzicht in de gevolgen van het handelen,
het bevorderen van reflectie en het stimuleren van verantwoordelijkheid
nemen. Dit gebeurt door middel van gesprekken, leeropdrachten en
herstelgerichte activiteiten, waarbij ook de ouders actief worden
betrokken. De aanpak sluit aan bij de ontwikkelingsfase van jongeren en
draagt bij aan bewustwording en gedragsbeĆÆnvloeding, zonder dat een
justitiƫle aantekening volgt.
Daarmee biedt Halt een pedagogisch en proportioneel alternatief binnen
het handhavingskader rondom lichte vuurwerkdelicten. Voor meer
informatie over Halt-verwijzingen en vuurwerk zie de Factsheet āHalt en
vuurwerkā in de bijlage 4.
Best practice āStop gesprekā
In een wijk waar veel (vuurwerk)overlast was, zijn acties uitgevoerd door Boaās en de politie, zowel in uniform als in burger. Tijdens deze acties werd bepaald gedrag van jongeren geconstateerd. Een paar dagen later zijn de betreffende jongeren, samen met hun ouders, uitgenodigd op het gemeentehuis om in gesprek te gaan met de wijkagent, de ambtenaar OOV en een ambtenaar van het sociaal domein. Het doel van deze gesprekken was onder andere om ouders bewust te maken van het gedrag van hun kinderen, omdat ze vaak niet weten wat hun kinderen op straat doen.
De jongeren kregen de gelegenheid om hun gedrag te heroverwegen. Ze werden aangespoord om te stoppen met overlast gevend gedrag en niet langer deel te nemen aan groepen die overlast veroorzaken. Tevens werd hen duidelijk gemaakt dat de acties in de wijk voortgezet zouden worden. Als dezelfde jongeren in de toekomst opnieuw overlast veroorzaken, zouden er bestuursrechtelijke en waar mogelijk, strafrechtelijke maatregelen volgen. Dit werd in begrijpelijke taal uitgelegd, zodat zowel de jongeren als de ouders zich bewust waren van de mogelijke gevolgen.
Veranderingen vanaf jaarwisseling 2026/2027 en nieuwe ontheffingsmogelijkheid
Vanaf de jaarwisseling 2026/2027 geldt het algehele vuurwerkverbod voor consumenten. De handhaving richt zich vanaf dat moment in ieder geval op het volgende:
Handhaving afsteken vuurwerk zonder vergunning;
Toezicht en handhaving vergunningsvoorwaarden en voorschriften ontheffing vuurwerkverbod;
Inbeslagname van verboden vuurwerk;
Toezicht op transport en opslag;
Aanpak van ordeverstoringen in de openbare ruimte;
Monitoring en bestrijding van online openbare orde verstoringen, zoals oproepen tot rellen of massaal afsteken, inclusief samenwerking met online platforms voor verwijdering van content en identificatie van verantwoordelijken.
Online handhaving door het controleren van naleving van regels en wetten via digitale middelen of op diverse (social media) platforms en kanalen.
In de eerste jaren na invoering van het algehele vuurwerkverbod vanaf de jaarwisseling 2026/2027 is de verwachting dat bij de politie maximale inzet noodzakelijk zal blijven, aangezien gewenning en naleving tijd kosten. Op langere termijn wordt verwacht dat de jaarwisseling door het totaalverbod rustiger zal verlopen, waardoor er meer ruimte ontstaat voor gerichtere opsporing en handhaving. De politie en de verschillende partners maken hiervoor gebruik van landelijke uitgangspunten. Om een preciezer beeld te krijgen van de inzet vanuit de politie na invoering van het algehele verbod, wordt momenteel een uitvoeringstoets gedaan. De uitvoeringstoets zal voor het eind van 2025 worden opgeleverd.
Wanneer de wet in werking treedt, ontstaat er een nieuwe bevoegdheid voor de burgemeester, namelijk t.a.v. ontheffingen. Onder voorwaarden kunnen zij een ontheffing verlenen aan bijvoorbeeld verenigingen voor het afsteken van aangewezen F2-vuurwerk tijdens de jaarwisseling. In een algemene maatregel van bestuur (AMvB) worden door het ministerie van IenW, in gezamenlijkheid met alle partners, de voorwaarden waaronder de ontheffing kan worden verleend, de voorschriften die aan die ontheffing kunnen worden verbonden en de regels voor de verkoop nader uitgewerkt. Deze AMvB wijzigt het Vuurwerkbesluit.
De ontheffingsmogelijkheid vraagt om een duidelijke taakverdeling tussen Rijk en gemeenten. Het Ministerie van IenW legt in de AMvB de landelijke basisvoorwaarden en voorschriften vast. Binnen deze kaders kan een burgemeester bepalen of hij een ontheffing wil verlenen, aan wie en op welke locatie. Ook is het aan het lokaal gezag om te bepalen hoe vaak zij gebruik willen maken van de mogelijkheid om een ontheffing te verlenen. Andere voorwaarden en voorschriften die op lokaal niveau worden ingevuld, zijn het al dan niet vereisen van een evenementenvergunning, en bijvoorbeeld eventuele aanvullende veiligheidsmaatregelen zoals afzettingen, toezicht en nood- en hulpdiensten ter plaatse, beperkingen in tijdstippen of duur van de ontheffing en communicatie- en meldingsplichten voor organisatoren.
De gemeente zal primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en de handhaving van de voorwaarden en voorschriften die bij de ontheffing horen. Om burgemeesters hierbij te ondersteunen, zal de VNG ondersteuning bieden aan gemeenten in de lokale uitvoering van de Wet veilige jaarwisseling (zie ook actie 4 hieronder).
Acties ter versterking van de handhaving vanaf 2026 en verder
De volgende acties worden in 2026 uitgevoerd om de handhaving in aanloop naar en na de invoering van de wet verder te versterken:
Controles op de invoer en transport van vuurwerk
Met betrekking tot legaal vuurwerk zien op dit moment zowel de ILT als de Douane geen grote risicoverschuivingen ontstaan naar aanleiding van de Wet veilige jaarwisseling. Vuurwerk als zodanig is een relatief klein domein binnen de taken en werkzaamheden van de Douane (ongeveer 100-150 controles op jaarbasis). De Wet veilige jaarwisseling schrijft een verbod voor op het bezit, koop en verkoop van vuurwerk door consumenten, waarbij er onder specifieke criteria een ontheffing bij de burgemeester kan worden aangevraagd ten behoeve van het afsteken van aangewezen F2-vuurwerk tijdens de jaarwisseling. Consumentenvuurwerk kan nog wel gebruikt worden tijdens professionele vuurwerkontbrandingen. Dat wil zeggen dat er dus geen sprake is van een verbod op het binnenbrengen van consumentenvuurwerk.Ā De verwachting is dus dat de invoer zal blijven plaatsvinden, maar dat deze goederen zullen worden vervoerd naar omringende landen om daar de vrije markt op te brengen. De enige taak die daar voor de Douane bij komt kijken is de check of de vervoersdocumenten in orde zijn.Ā
Ā
Dit overwegende zien de Douane en de ILT momenteel geen aanleiding om de aantallen controles bij binnenbrengen en invoer te verhogen met betrekking tot de invoer van legaal vuurwerk. De controles zullen blijven plaatsvinden conform de afgesproken aantallen in het handhavingsplan van de Douane. Wel zullen beide organisaties de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten blijven houden (zowel voor als na het ingaan van het wettelijk verbod) en hun handhavingsstrategie daarop waar nodig aanpassen. Met betrekking tot de aanloop naar de jaarwisseling 2026/2027 en verder zal in de expert- en regriegroep nader worden gekeken wat er eventueel nodig is met betrekking tot de in- uit- en doorvoer van illegaal vuurwerk.
Naast de douane en ILT hebben ook de postbedrijven een verantwoordelijkheid bij het actief tegengaan en onderscheppen van illegaal vuurwerk. De ILT controleert hen daarop in steekproeven. Ook worden postbedrijven benaderd over hun inzet ten aanzien van de nieuwe wetgeving.
Uitgangspunten lokale inzet
Politie, OM en gemeenten (via de VNG) stellen gezamenlijk uitgangspunten op die richting geven aan de wijze en intensiteit van handhaven op het vuurwerkverbod en stellen beleids- en tolerantiegrenzen op, om te streven naar eenduidige handhaving in het land. Lokale driehoeken kunnen dit richtinggevend kader gebruiken bij het opstellen van lokale handhavingsplannen.
Uitbreiding bevoegdheden boaās
Veel gemeenten beschikken vooral over Domein I boaās en in mindere mate over Domein II boaās, terwijl deze laatstgenoemde categorie aanvullende bevoegdheden heeft ten aanzien van het voorhanden hebben of afsteken van professioneel en/of illegaal vuurwerk. De bevoegdheden van domein I en domein II boaās ten aanzien van vuurwerk gerelateerde strafbare feiten zullen om deze reden in aanloop naar de jaarwisseling 2026/2027 gelijk worden getrokken.
Hiermee wordt aangesloten bij de uitkomsten van de diepgaande beschouwing van het boa-bestel, die in oktober 2025 zijn gedeeld in een kamerbrief. Afgelopen jaar heeft het ministerie van JenV een diepgaande beschouwing van het boa-bestel uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er wijzigingen in het boa-bestel nodig zijn, zodat boaās hun taken effectiever, uniformer en professioneler kunnen uitvoeren.10 Een van de wijzigingen is de inrichting van een nieuw hoofddomein āHandhaving in de publieke ruimteā, waarin de boa in de openbare ruimte (domein I), de groene en blauwe boa uit milieu, welzijn en infrastructuur (domein II) en de ov boaās in het openbaar vervoer (domein IV) worden samengebracht. De huidige afzonderlijke domeinlijsten I, II en IV, waarin de verschillende strafbare feiten zijn opgesomd, worden samengevoegd tot ƩƩn geĆÆntegreerde domeinlijst. Afhankelijk van de planning rond de herziening van het boa-bestel zal deze aanpassing via dat traject worden gerealiseerd. Indien dat niet tijdig mogelijk is, kan de bevoegdheidsuitbreiding tijdelijk worden geregeld via een aanwijzing van het Openbaar Ministerie en zal hiervoor tijdig met het Openbaar Ministerie afstemming volgen via de hiervoor geldende kanalen.
De bevoegdheid om jongeren door te verwijzen naar Halt bij vuurwerkdelicten wordt waar juridisch mogelijk ook gelijkgetrokken, zodat zowel domein I als domein II boaās en politieagenten hierin een gelijke rol kunnen vervullen. In dit kaderĀ wordt er momenteel gewerkt aan een uitvoeringsplan om de reprimande en de Halt-verwijzing voor boaās mogelijk te maken. Naar verwachting is dit in de loop van 2026 geregeld.
Gemeenten worden ondersteund in de lokale uitvoering van de Wet veilige jaarwisseling
Momenteel ondersteunt de VNG de gemeenten al als het gaat om een veilige jaarwisseling. Vanaf volgend jaar zal de VNG gemeenten extra ondersteunen bij de uitvoering van de Wet veilige jaarwisseling, onder meer via handreikingen, modelregels en/of kennisdeling, zodat de lokale aanpak wordt versterkt en landelijk meer uniformiteit ontstaat. Ook zal vanuit gemeenten en IenW duidelijk gecommuniceerd worden over de ontheffingsmogelijkheid.
Onder de ondersteuning van de VNG aan gemeenten valt:
Advies geven over uitdagingen rond het verstrekken van ontheffingen, zoals hoeveel ontheffingen te verlenen en lokale criteria om ontheffingen toe te kennen of te weigeren (afwegingskader); en advies geven over de timing en het proces rond ontheffingen naar burgers;
Opstellen formats en handreikingen;
Opstellen van een webdossier of forum voor de Wet veilige jaarwisseling die in de loop van 2025-2026 wordt aangevuld met het handhavingsplan, de AMvB en andere documenten;
Gemeenten wijzen op het mogelijk intrekken van vergunningen voor vuurwerkverkooppunten.
Verkenning naar inleveracties
Een verkenning naar inleveracties is opgestart. Voor deze verkenning is bewust gekozen om een zorgvuldige afweging te maken of het resultaat van inleveracties opweegt tegen de capaciteit die dergelijke inleveracties vraagt.
Opsporing
Dit hoofdstuk gaat in op de opsporing: het geheel van maatregelen, samenwerkingsverbanden en benodigde inzet om het illegale handelen en het misbruik van vuurwerk tegen te gaan. Hierbij definiƫren we opsporen als het proces van onderzoekshandelingen dat politie of andere opsporingsdiensten verrichten onder gezag van het OM met als doel waarheidsvinding, het doen stoppen van strafbare feiten en uiteindelijk het aanhouden en vervolgen van verdachten. Ook voor opsporen geldt in dit handhavingsplan dat deze primair ondersteunend aan de lokale aanpak is. Zoals ook in eerdere Kamerstukken is vermeld, wordt bij de opsporing en vervolging rekening gehouden met de activiteiten die al zijn gestart onder het OTE.
Uitgangspunten en doelstellingen
In dit hoofdstuk ligt de focus op drie prioriteiten. Deze zijn:
1. De illegale internationale handel in vuurwerk. Denk hierbij aan:
Samen met partnerlanden draaien van grootschalige opsporingsonderzoeken;
Informatie-uitwisseling via Europol en inrichten van operationele taskforces;
Uitwisseling van niet-operationele deskundigheden via gemeenschappelijke seminars en opleidingen;
Intensievere controles op vuurwerk in de grensregioās.
2. Aanpakken van de onlinehandel in vuurwerk. Denk hierbij aan:
Pseudokopen teneinde illegale aanbieders van vuurwerk te identificeren;
Het bieden van counter-boodschappen aan potentiƫle online-kopers van vuurwerk;
Monitoren en gestructureerd monitoren van sociale media-groepen waarbinnen zwaar vuurwerk wordt aangeboden.
3. Integraal samenwerken. Denk hierbij aan:
Actieve informatie-uitwisseling en samenwerking tussen politie, ILT, Douane en de omgevingsdiensten;
Acties van opsporingsdiensten in lijn brengen met het OTE;
Samenwerken met opsporingsdiensten uit omringende landen in de grensregioās;
Samenwerken met Nederlandse partnerorganisaties in de grensregioās;
Opsporen op basis van de lokale context en behoeftes;
Bestuurlijke interventies en opsporingsonderzoeken goed op elkaar afstemmen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de activiteiten die zich richten op de komende jaarwisseling en de acties gericht op de jaarwisseling 2026/2027 en daarna, wanneer de nieuwe wet van kracht zal zijn.
Huidige aanpak en opsporingspraktijk
In de huidige situatie richt de opsporing zich op verdachten en organisaties die zich bezighouden met de illegale handel in, opslag en transport van:
Zwaar, explosief professioneel vuurwerk in de categorie F3 en F4 (denk aan Cobraās)
Consumentenvuurwerk in de categorie F2 (meestal rond de jaarwisseling)
De ILT voert op basis van de Europese Pyrorichtlijn en het Vuurwerkbesluit het hele jaar door controles uit bij importeurs, aan de grens, in havens, langs de weg en bij verkooppunten. Deze controles zijn gericht op de productveiligheid van vuurwerk, de naleving van de meldingsplicht en op het rechtmatig opslaan, vervoeren en aanbieden van vuurwerk. Iedere persoon of onderneming die geen melding doet van de invoer van vuurwerk, handelt daarmee illegaal wat een belangrijk aanknopingspunt vormt voor de handhavingsaanpak.
De douane ziet toe op grensoverschrijdend goederenverkeer van buiten de Europese Unie. De douane kan tijdens de reguliere uitvoer van haar taken illegale zendingen van vuurwerk onderscheppen die via de havens, luchthaven en de grens het land binnenkomen.
Ook gemeenten zijn betrokken bij de aanpak van illegale opslag en handel. Opslag van zwaar vuurwerk in Nederland is strafbaar en in strijd met het Vuurwerkbesluit, het Besluit bouwwerken leefomgeving, de Woningwet en de Omgevingswet (indien er sprake is van strijdig gebruik met het bestemmingsplan). Bij het aantreffen van grote hoeveelheden (professioneel) vuurwerk in een woning of kelderbox verstrekken het OM en de politie een bestuurlijke rapportage aan het bevoegde gezag (burgemeester of college B&W of ILT) zodat daartegen bestuurlijk kan worden opgetreden. Het bevoegde gezag kan bijvoorbeeld een last onder dwangsom opleggen, overgaan tot sluiting van het pand of een gebiedsverbod instellen. Bestuurlijke maatregelen en het strafrecht vullen elkaar in die zin aan. Gemeenten kunnen ook ondersteuning bieden in de aanpak van het illegale bezit van en de illegale handel in professioneel vuurwerk, door handhavingsacties te coƶrdineren in samenwerking met bijvoorbeeld de politie en de douane.
Bij de politie en het OM is sinds 2023 de opsporing van vuurwerkgerelateerde delicten overgedragen vanuit het milieudomein naar het werkveld van de generieke (algemene) opsporing. De politie en het OM onderscheiden daarbij vijf zogenoemde zaakstromen, waarbinnen de huidige handhaving, opsporing en vervolging plaatsvindt.
Bij zaakstroom 1 gaat het om feit-gecodeerde vuurwerkzaken die door het Parket CVOM worden afgedaan.
Bij zaakstroom 2 gaat het om zaken met een vuurwerkcomponent uit het Vuurwerkbesluit al dan niet gecombineerd met een commuun delict, economische delicten met vuurwerk gepleegd door minderjarigen en schending van APV-verboden.
Bij zaakstroom 3 gaat het om brengzaken ten aanzien van meerderjarige verdachten van economische vuurwerkcriminaliteit, bijvoorbeeld bij het aantreffen van een hoeveelheid vuurwerk n.a.v. een melding bij Misdaad Anoniem.
Zaakstroom 4 zijn maatwerkzaken waarbij Bijzondere Opsporingsbevoegdheden (BOB)-middelen worden ingezet, zoals pseudokoop.
Zaakstroom 5 zijn onderzoeken naar de ondermijnende, georganiseerde en vaak internationale criminele structuren achter vuurwerkcriminaliteit. De aanpak in deze zaakstroom is projectmatig en vraagt bij de politie om regie en coƶrdinatie vanuit de landelijke eenheden, samenwerking tussen politiediensten en er zijn in het algemeen internationale partners bij betrokken.
Zaakstroom 1 blijft bij het parket CVOM; zaakstromen 2, 3 en 4 worden tegenwoordig door de arrondissementsparketten afgedaan. Zaakstroom 5 valt onder het gezag van het Functioneel Parket.
Binnen de strafrechtketen is de aanpak van vuurwerkcriminaliteit de afgelopen jaren verbreed en versterkt. Het misbruik van professioneel vuurwerk in de categorieƫn F3 en F4 wordt binnen het huidige juridische kader gehandhaafd via de Wet op de economische delicten (WED) en de Wet wapens en munitie (WWM). 11 In aanvulling hierop zijn de afgelopen jaren diverse initiatieven gestart om de effectiviteit van de opsporing te vergroten en beter in te spelen op de veranderende praktijk, waaronder de verschuiving van fysieke naar digitale handel.
Enkele voorbeelden en resultaten:
In Nederland wordt de illegale handel in vuurwerk al geruime tijd actief bestreden, zowel op straat als online. In diverse regioās zijn huisbezoeken uitgevoerd bij mensen die via het internet vuurwerk bestelden. Tijdens deze acties werden woningen doorzocht en zwaar illegaal vuurwerk, zoals mortieren, nitraatbommen en lawinepijlen, in beslag genomen.
Er is een samenwerking opgezet tussen de politie en onder andere Hogeschool Windesheim.12 Hierbij werden sociale mediakanalen, zoals Instagram en Telegram, systematisch onderzocht op accounts die illegaal vuurwerk aanbieden. Dankzij deze samenwerking konden meer dan 900 Instagram-accounts worden geĆÆdentificeerd en gesloten. Dit heeft geleid tot het opsporen van veel betrokken personen en het aanpakken van hun activiteiten.
Naast de reguliere opsporing zijn er de afgelopen jaren ook bijzondere projecten gestart om de aanpak te versterken. Het project āOorwormā is hier een goed voorbeeld van. Door inzet van zogenaamde pseudokopers werd er in een aantal politieregioās online contact gezocht met verkopers van (met name) F4-vuurwerk en vervolgens vonden er tijdens de feitelijke transacties aanhoudingen plaats. De bevindingen vanuit Oorworm hebben in de afgelopen jaren geleid tot succesvolle vervolgonderzoeken met grote in beslagnames. De politie heeft de afgelopen jaren meer dan 1200 kopers en verkopers van illegaal vuurwerk met grote explosieve kracht weten te identificeren.13 Honderden van hen kregen bezoek van de politie of werden via e-mail aangesproken. Ook werden tientallen social media-accounts verwijderd en werden processen-verbaal opgemaakt tegen personen die in bezit waren van vuurwerk. In 2022 ontdekte de Duitse en Nederlandse politie gezamenlijk 250.000 kilo illegaal vuurwerk. Deze vangst was het resultaat van intensieve samenwerking tussen beide landen.14
Sinds 2023 heeft de politie het zogenaamde āBreed offensief tegen explosief vuurwerkā ingesteld. Dit offensief is erop gericht om op gecoƶrdineerde wijze de toevoer van illegaal verhandeld vuurwerk tegen te gaan. Denk hierbij aan het bevorderen van internationale samenwerking, versterken van de communicatie, bestuurlijke samenwerking verbeteren en samen met het OM onderzoek verrichten naar gepaste straffen voor vuurwerkdelicten.
Ten behoeve van de invoering van de Wet Veilige Jaarwisseling is er door de politie een Nationaal coƶrdinator vuurwerkaanpak ingesteld.
De illegale handel in vuurwerk heeft vaak een grensoverschrijdend karakter. Daarom investeert de politie nadrukkelijk in internationale samenwerking, onder meer met Europol en andere Europese lidstaten. Door middel van twee door de nationale politie georganiseerde vuurwerkconferenties met meerdere EU-landen in 2024 en 2025 worden er programmaās en onderzoeken gestart met als doel de keten van productie tot aan feitelijke levering van flashbangers en F4-vuurwerk te verstoren en verdachten in binnen- en buitenland aan te houden. Momenteel zijn de eerste resultaten positief en is de verwachting dat er in de komende jaren meer aanhoudingen en in beslagnames zullen volgen.
Daarnaast is binnen de politie nauwgezet onderzoek verricht naar de keten van productie tot en met gebruik van illegaal verhandeld vuurwerk. Dit heeft geleid tot een zogenaamd ācrime scriptā waarin deze keten nauwkeurig uitgewerkt is en er per onderdeel kansen voor een succesvolle aanpak zijn beschreven. Denk hierbij aan de identificatie van ronselaars, de rol van brokers, het profiel van uitvoerders. Dit crime script wordt door het OTE ingezet om de toevoer van explosief materiaal tegen te gaan en wordt in de opsporing van illegaal verhandeld vuurwerk nu toegepast om effectief in te grijpen in de keten van internationale en illegale handel.
Acties ter versterking van de opsporing 2026 en verder
Na in werking treden van de Wet veilige jaarwisseling wordt het bezit en het afsteken van alle vuurwerk voor consumenten (met uitzondering van F1 vuurwerk) gedurende het gehele jaar strafbaar. Ook de verkoop van vuurwerk aan personen en/of verenigingen die op dat moment geen ontheffing van de burgemeester hebben, zal dan strafbaar zijn. De verkoop van professioneel vuurwerk aan consumenten en particulieren blijft onverminderd illegaal, uitgezonderd aan gecertificeerde pyrotechnici die bevoegd zijn om vuurwerkshows te houden.
In de nieuwe situatie is het aannemelijk dat consumenten het verbod gaan omzeilen door vuurwerk (nog meer) online in te kopen of aan te schaffen in andere Europese landen waar het verbod niet geldt. Denk aan Belgiƫ en Duitsland. De opdracht voor de opsporing is om na inwerkingtreding van de wet meer zicht en controle te krijgen op de illegale aanvoer van vuurwerk.
Deze ontwikkelingen vragen om een intensivering van de bestaande samenwerking, versterking van de informatiepositie en een nadrukkelijke focus op de keten van productie tot gebruik.
In dit kader worden de volgende acties voorbereid en uitgevoerd ter versterking van de opsporing na de inwerkingtreding van de wet.
Versterken van lokale regionale aanpak
Naar aanleiding van de nieuwe wetgeving zullen er meer acties worden ingezet op de handel, het gebruik en het voorhanden hebben van F2-, F3- en F4-vuurwerk. In de nieuwe situatie zal preventie en lokale handhaving zeker in de eerste jaren van groot belang zijn. Het accent van de opsporing zal bij de politie bij de lokale, regionale aanpak komen te liggen terwijl de grootschalige opsporing naar internationale illegale handel ook zal doorgaan. De lokale districtsrecherches en de Basisteams worden voorzien van factsheets en handreikingen waarmee ze effectiever en sneller op alle soorten vuurwerk kunnen acteren. Ook worden er in de lokale driehoek tussen politie, het OM en de burgemeester afspraken gemaakt over de prioritering van vuurwerkzaken Aan de regionale politie-eenheden is gevraagd om, waar mogelijk, extra capaciteit vrij te maken voor onderzoeken naar illegaal verhandeld F2-, F3- en F4-vuurwerk.
Verkennen capaciteitsuitbreiding van Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV)
Anders en meer opsporen betekent ook dat er meer vuurwerk in beslag genomen zal worden. Het veilig en zorgvuldig afvoeren van dit vuurwerk en het determinatieonderzoek kosten tijd en geld. Ter voorbereiding op de invoering van de Wet veilige jaarwisseling onderzoekt de politie de optie om meer BOAās en Externe Specifieke Instroom (ESIās) binnen de politie op te nemen in de capaciteit van het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV). Dit team is verantwoordelijk voor het verrichten van forensisch onderzoek naar vuurwerk dat op en rond plaatsen delict is aangetroffen, dan wel uit illegale opslagen is onttrokken. Met de processen-verbaal van het COV is het OM in staat om verdachten te vervolgen voor de strafbare feiten die hen ten laste worden gelegd. De verwachting is dat met de invoering van de Wet ook de ā toch al groeiende ā hoeveelheid in beslaggenomen vuurwerk zal groeien en er dus meer personele inzet voor het onderzoek benodigd is.
Veilig afvoeren van vuurwerk
De politie zal samen met partnerorganisaties nieuwe middelen onderzoeken die kunnen worden ingezet om vuurwerk snel en veilig af te kunnen voeren zonder dat er bewijs verloren gaat. Dit zal tot extra investeringen leiden. In overleg met het OM zal de politie er na invoering van de wet zoveel mogelijk naar streven om de gemaakte kosten van afvoer en vernietiging van vuurwerk binnen de bestaande juridische kaders te verhalen op de verdachten.
Versterken van informatiepositie
Op zowel nationaal als lokaal niveau dient er zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van de vuurwerkexpertise die in de afgelopen jaren binnen de milieu-opsporing is opgedaan en aanwezig is. Binnen de Landelijke Eenheid Expertise en Operaties (LX) van de politie is centrale regie georganiseerd op intelligence die wordt verkregen uit de lokale, nationale en internationale onderzoeken. Hiermee kunnen intelligenceproducten opgeleverd worden waarmee nieuwe, effectieve onderzoeken gestart worden.
Grenscontroles en samenwerking met grensgemeenten
Opsporen richt zich in beginsel op het aanhouden en vervolgen van verdachten, maar heeft ook een rol in de bredere aanpak van de vuurwerkproblematiek. Om de effectiviteit te vergroten, worden er ter voorbereiding op de invoering van de Wet veilige jaarwisseling op nationaal en regionaal niveau gesprekken gevoerd tussen gemeenten aan weerszijden van de Belgische, Duitse en Nederlandse grens. Er wordt toegewerkt naar afspraken over gemeenschappelijke acties en controles in 2026 gericht op Nederlandse burgers die de grens over gaan om consumentenvuurwerk aan te schaffen. Hiermee willen we een duidelijk signaal afgeven dat ook deze vorm van toelevering van consumentenvuurwerk niet (meer) toegestaan is in Nederland. Zie hiertoe ook het hoofdstuk over de grensregioās.
Extra acties om de aankoop van vuurwerk online te verstoren
Een groot deel van de illegale handel in vuurwerk vindt online plaats. De politie en haar partners zullen de online platformen die hiermee gemoeid zijn zo veel mogelijk blijven monitoren. Om versnippering tegen te gaan, zal er binnen de politie ƩƩn vast aanspreekpunt komen dat signalen verzamelt, onderzoeken bijhoudt, regio-overstijgend adviseert en waar mogelijk proactief in gesprek is met de sociale media-platformen. Door de aankoop van vuurwerk via sociale media zoveel mogelijk te verstoren, is de hoop dat de online aankoop afneemt. Hierbij zal de politie in 2026 een internet-ontmoedigingscampagne voeren waarbij (potentiƫle) kopers van vuurwerk online bericht krijgen dat ze in beeld zijn bij de opsporingsdiensten en dat aanschaffen van vuurwerk niet is toegestaan. Politie en Openbaar Ministerie zullen, het eerder genoemde project Oorworm ook in de nieuwe situatie in blijven zetten, waarbij de afwegingen over de inzet van het bijzondere opsporingsmiddel pseudokoop door de lokale parketten gemaakt moeten worden.
Actualiseren van strafvorderingsrichtlijn(en) met extra aandacht voor jongeren
Bij alle opsporingsactiviteiten zal extra aandacht worden geschonken aan de rol van minderjarigen. Bij strafbaar gedrag van een jongere zal eerst zoveel mogelijk ingezet wordt op buitengerechtelijke interventies zoals het geven van een reprimande, het inzetten van HALT of te komen tot een bemiddelingstraject. Het OM zal de strafvorderingsrichtlijn(en) actualiseren tegelijk met de inwerkingtreding van de Wet veilige jaarwisseling, met bijzondere aandacht voor jeugdige verdachten en voor zaken waarin vuurwerk is gebruikt voor geweldsdelicten tegen personen met een publieke taak.
Versterken internationale samenwerking met productielanden
Dankzij de eerdergenoemde conferenties en internationale inspanningen heeft de politie een beter beeld gekregen van de productielocaties van het F4-vuurwerk dat illegaal in Nederland terecht komt. Deze bevinden zich onder meer in AlbaniĆ«, Polen, Spanje en ItaliĆ«. Afgelopen jaren bleek dat samenwerking met deze landen lonend is voor de aanpak van de illegale internationale handel van vuurwerk. Na invoering van de Wet Veilige Jaarwisseling zal de bestaande samenwerking met deze landen daarom verder geĆÆntensiveerd worden. Het is van belang dat er samen met deze bronlanden meer informatie wordt uitgewisseld en onderzoek wordt verricht naar de toevoer van dit F4-vuurwerk. Het opzetten van Joint Investigation Teams (JIT) en Operational Taskforces (OTFās) onder regie van Europol zal hiertoe gaan bijdragen. Het accent zal liggen op het samen met ILT tegengaan van illegale en/of niet vergunde transporten. Ook zullen bestaande bilaterale samenwerkingen ingezet worden om op kleinere schaal afspraken te maken om de toevoer van illegaal verhandeld vuurwerk tegen te gaan. Denk hierbij aan het benutten van een samenwerkingsovereenkomst, zoals deze tussen de burgemeesters van Antwerpen en Rotterdam is opgesteld.
Grensregioās
Dit hoofdstuk beschrijft huidige samenwerkingsvormen en praktijkvoorbeelden, aandachtspunten voor de samenwerking en acties die bijdragen aan een effectieve aanpak van grensoverschrijdende vuurwerkproblematiek richting de jaarwisseling van 2026/2027 en verder.
De regelgeving rondom de verkoop en het gebruik van consumentenvuurwerk is niet in alle landen gelijk. In Belgiƫ is bijvoorbeeld de verkoop van vuurwerk het gehele jaar toegestaan, terwijl dit in Nederland beperkt is tot de laatste drie dagen van december. Daarnaast bestaan er verschillen in de soorten vuurwerk die in de handel mogen worden gebracht. Deze verschillen leiden ertoe dat Nederlanders vuurwerk in Belgiƫ en Duitsland aanschaffen dat in Nederland niet is toegestaan en niet te koop is. Dit verschijnsel van zogenoemd vuurwerktoerisme heeft gevolgen voor zowel de leefbaarheid als de openbare orde in de grensgemeenten.
Grensgemeenten hebben hierdoor bij de voorbereiding op de jaarwisseling te maken met specifieke uitdagingen. Het gaat onder meer om de aanvoer van vuurwerk uit buurlanden, grensoverschrijdende overlast en de extra drukte die vuurwerktoerisme met zich meebrengt. Daarom richt deze lijn van het handhavingsplan zich specifiek op Nederlandse grensgemeenten en partners die te maken hebben met grensproblematiek rondom vuurwerk in het kader van de jaarwisseling.
Huidige aanpak, samenwerking en praktijkvoorbeelden
In de huidige situatie, zonder algeheel vuurwerkverbod, verschilt de aanpak per grensgemeente: waar sommige gemeenten al intensief samenwerken met hun buurgemeenten over de grens, ontbreekt die samenwerking elders nog. Tot nu toe maken gemeenten hun eigen afwegingen in de voorbereiding op de jaarwisseling. Met het aankomende vuurwerkverbod wordt het vanaf 2026 steeds belangrijker dat grensgemeenten duidelijke afspraken maken met hun buurgemeenten over de grens, zodat de voorbereiding en handhaving rond de jaarwisseling beter op elkaar worden afgestemd en goede informatie-uitwisseling en gezamenlijke controles plaatsvinden.
Voorbeeld samenwerking Oost-Nederland
Een goed voorbeeld van effectieve samenwerking is de
internationale driehoek tussen de burgemeesters van Enschede, Losser en
Gronau (Duitsland). In 2017 hebben de burgemeesters van Enschede en
Gronau (DE) een internationale driehoek opgericht, naar aanleiding van
grensoverschrijdende problematiek in het grensgebied. Deze samenwerking
leidde in 2018 tot de eerste editie van het Internationaal
Informatieplein. Later sloot ook de gemeente Losser zich bij dit
samenwerkingsverband aan.
Op basis van een fenomeenanalyse zijn gezamenlijke prioriteiten
vastgesteld. Deze zijn door de burgemeesters van Enschede, Losser en
Gronau gepresenteerd tijdens een gezamenlijke internationale
bijeenkomst. De grensoverschrijdende samenwerking krijgt vorm via twee
overlegstructuren: de internationale driehoek en het Internationaal
Informatieplein.
De internationale driehoek heeft in de basis dezelfde opzet als een lokale driehoek. Hierin nemen de burgemeesters van Gronau, Enschede en Losser deel, evenals het Openbaar Ministerie en de Duitse en Nederlandse politie. Kenmerkend voor dit overleg is de deelname van het RIEC Oost-Nederland. De internationale driehoek komt twee keer per jaar bijeen. Tijdens deze overleggen worden de prioriteiten en actuele fenomenen besproken, wordt stilgestaan bij de samenwerking tussen de grensgemeenten en worden mogelijke knelpunten gesignaleerd. Ook juridische en beleidsmatige ontwikkelingen en trends komen hier aan bod.
Het Internationaal Informatieplein is een ambtelijk en operationeel overleg. Hieraan nemen het RIEC, de betrokken gemeenten, de politie en de Douane deel. Vanuit de politie sluiten de Landelijke Eenheid en het Grensoverschrijdend Politieteam aan. Het overleg staat onder voorzitterschap van het RIEC en vindt elke vijf Ć zes weken plaats. Tijdens deze bijeenkomsten worden concrete acties uitgezet, casuĆÆstiek en operationele zaken besproken en ontwikkelingen, fenomenen en trends gedeeld.
Rol van het EURIEC
Een relevante partij die ondersteuning kan bieden aan grensgemeenten is onder meer het Euregionaal Informatie- en Expertisecentrum (EURIEC). Het EURIEC ondersteunt gemeenten en andere administratieve autoriteiten in Nederland, België en Nordrijn-Westfalen (Duitsland) bij het internationale bestuurlijke samenwerken ter bestrijding van ondermijning. Concreet kan het EURIEC advies geven over en contact leggen met de juiste tegenhanger of partner in een buurland voor een gemeente. EURIEC organiseert desgewenst bijeenkomsten tussen de overheidsinstanties, waarbij over fenomenen of casuïstiek uitgewisseld kan worden. Het uitwisselen over fenomenen is altijd mogelijk, maar voor bedrijfs- of persoonsgegevens gelden wel voorwaarden en er moet per casussen gekeken worden wat de opties zijn. Hierover adviseert het EURIEC, zodat aan bestaande wetgeving (als de AVG bijvoorbeeld) wordt voldaan.
Met de invoering van de Wet Veilige Jaarwisseling kunnen zich in aanloop naar de jaarwisseling 2026/2027 en verder in de grensregioās nieuwe vormen van vuurwerkproblematiek voordoen, bijvoorbeeld bij de aanvoer en doorverkoop van vuurwerk dat in Nederland verboden is. Het is daarom van belang om te bepalen in welke gevallen het EURIEC hierbij een rol kan spelen. In principe richt het EURIEC zich op casussen van georganiseerde criminaliteit, niet op overlast. Dat betekent dat het EURIEC niet optreedt in situaties van overlast of individueel vuurwerktoerisme, zoals bij consumenten die vuurwerk in Duitsland of BelgiĆ« aanschaffen voor eigen gebruik. Het EURIEC kan wel ondersteuning geven bij casussen waarin sprake is van structurele of georganiseerde vuurwerkhandel, bijvoorbeeld wanneer individuen of ondernemers vuurwerk vanuit het buitenland systematisch doorverkopen in Nederland of deel uitmaken van een crimineel netwerk.
De vraag of een specifieke situatie onder de reikwijdte van het EURIEC valt, zal per casus moeten worden beoordeeld. Een praktische richtlijn daarbij is: gaat het om georganiseerde criminaliteit of slechts om het benutten van verschillen in wetgeving tussen landen? Bij twijfel wordt geadviseerd om het EURIEC te raadplegen, zodat het centrum zelf een inschatting kan maken en kan adviseren over de mogelijkheden voor bestuurlijke samenwerking.
Aandachtspunten voor samenwerking in grensregioās
Effectieve samenwerking in de grensregio vraagt om een integrale en goed afgestemde aanpak. Belangrijke aandachtspunten zijn hierbij de volgende:
Afstemming en overleg
Regelmatig zowel ambtelijk als bestuurlijk contact met buurgemeenten over risicoās, acties en mogelijke effecten van vuurwerktoerisme.
Delen van relevante informatie met politie, OM, ILT, veiligheidsregioās en mogelijk EURIEC.
Gezamenlijke strategieƫn en prioriteiten afspreken om grensoverschrijdende problemen effectief aan te pakken.
Risico-inventarisatie
In kaart brengen van risicogebieden en knelpunten aan de grens, inclusief locaties met veel vuurwerktoerisme.
Analyseren van mogelijke neveneffecten van het vuurwerkverbod op lokale handhaving en overlast. De verwachting is dat de handhaving met de invoering van het vuurwerkverbod voor consumenten onder druk komt te staan.
Handhaving en controles (zie ook hoofdstuk 8)
Plannen en uitvoeren van gezamenlijke controles en handhavingsacties met zowel lokale als landelijke partners.
Duidelijke rolverdeling en verantwoordelijkheden tussen gemeenten, politie, OM en andere betrokken diensten.
Monitoren van grensoverschrijdende activiteiten en bijstellen van strategieƫn indien nodig.
Communicatie
Afstemmen van communicatie naar bewoners en ondernemers met buurgemeenten.
Evaluatie en bijstelling
Jaarlijks evalueren van samenwerking en acties aanpassen op basis van ervaringen, incidenten en veranderingen in vuurwerktoerisme.
Acties ter versterking van de aanpak 2026 en verder
Omdat het voor de aankomende jaarwisseling nog is toegestaan om aangewezen F2-vuurwerk af te steken, is de ruimte voor aanvullende acties beperkt. Daarom richt dit onderdeel zich primair op de jaarwisseling vanaf 2026/2027, wanneer het vuurwerkverbod voor consumenten van kracht wordt. Voor de jaarwisseling 2026/2027 worden specifieke acties ondernomen om een veilige en goed gecoƶrdineerde aanpak van grensproblematiek rondom vuurwerk te waarborgen:
Landelijke afstemming met buurlanden: BelgiĆ« en Duitsland worden op landelijk niveau geĆÆnformeerd over het vuurwerkverbod en de mogelijke neveneffecten hiervan voor de grensregioās.
Lokale afstemming tussen grensgemeenten: Grensgemeenten brengen hun buurgemeenten op de hoogte van het vuurwerkverbod en stemmen gezamenlijk af over preventie, handhaving en informatievoorziening. Er wordt onderzocht in hoeverre op landelijk niveau ondersteuning kan worden geboden om de informatiepositie te versterken. Ook wordt gekeken in hoeverre gezamenlijke grenscontroles georganiseerd kunnen worden.
Bestuurlijke netwerkdag: De VNG organiseert een netwerkdag voor Nederlandse grensgemeenten om ervaringen, best practices en relevante informatie uit te wisselen, zodat alle betrokken partijen goed voorbereid zijn op de nieuwe situatie.
Internationaal
Ook op internationaal niveau wordt aandacht besteed om vuurwerkoverlast te voorkomen. Nederland zet zich hier actief voor in, onder meer door samen te werken met Europese partners en buurlanden. Doel is om illegale handel bij de bron tegen te gaan, misbruik te beperken en ervoor te zorgen dat maatregelen elkaar over de grenzen heen versterken.
De huidige aanpak
Op internationaal niveau zet Nederland zich actief in om de productconformiteit van vuurwerk te verbeteren en de illegale handel en het misbruik van professioneel (F4) vuurwerk bij de bron aan te pakken. Op 1 april jl. hebben de toenmalig minister van JenV en de toenmalig staatssecretaris van IenW, samen met de Franse minister van Binnenlandse Zaken, een brief gestuurd aan de Europese Commissie. Hierin is de noodzaak van een gezamenlijke Europese aanpak benadrukt en om concrete actie gevraagd. Deze brief verwijst naar het Frans-Nederlandse non-paper, waarin onder meer wordt gepleit voor een verbod op flash bangers, een maximering van de hoeveelheid kruit of flashpoeder in pyrotechnische artikelen, een betere registratie van handelsstromen en de invoering van een EU-brede pyro-pass als extra waarborg tegen doorverkoop aan niet-professionals.
De Tweede Kamer heeft de regering daarnaast in verschillende moties verzocht om in Europees verband nog verdergaande stappen te zetten. Zo verzoekt de motie van Kamerlid Buijsse de regering om in de Milieuraad met gelijkgezinde landen het voortouw te nemen richting een Europees verbod op de productie en handel van zwaar F4-vuurwerk, en hierover tweemaal per jaar te rapporteren. In januari 2025 zijn bovendien moties van de Kamerleden Bikker en Van Nispen aangenomen, die de regering oproepen om een Europese kopgroep te vormen en om met BelgiĆ« en Duitsland afspraken te maken over het terugdringen van de verkrijgbaarheid van zwaar vuurwerk en explosieven in de grensregioās. In het bestuurlijk grensoverleg Vlaanderen-Nederland van 16 juni jl. is deze noodzaak gezamenlijk onderstreept.
Naast deze inzet speelt ook het Offensief Tegen Explosies (OTE) een belangrijke rol in de internationale agendering. In nauwe samenwerking en afstemming hebben verschillende gemeenten een brief gestuurd aan vertegenwoordigers van de lidstaten die zijn aangesloten bij de JBZ-Raad. Bovendien wordt in 2025 een internationale bijeenkomst georganiseerd, waarin partners met elkaar in gesprek gaan, best practices worden uitgewisseld en de urgentie van dit onderwerp verder onder de aandacht wordt gebracht.
Nederland neemt, samen met Frankrijk, nadrukkelijk een koplopersrol op dit dossier. Onze inzet heeft ertoe geleid dat vuurwerk inmiddels hoog op de Europese agenda staat en dat meerdere lidstaten zich achter onze voorstellen scharen. Concreet lopen er momenteel de volgende actielijnen:
Evaluatie van de Pyrorichtlijn: De Europese Commissie heeft de richtlijn geƫvalueerd. Uit de evaluatie komt naar voren dat de huidige Europese vuurwerkregels onvoldoende voorkomen dat professioneel vuurwerk gebruikt wordt tegen hulpverleners of andere criminele doeleinde. De vervolgstappen worden nog bekend gemaakt.
Feasibility study: Op basis van het Frans-Nederlandse non-paper voert de Europese Commissie een haalbaarheidsstudie uit naar de veiligheidsdreigingen van pyrotechnische artikelen. De eerste uitkomsten worden dit najaar verwacht.
Raadsconclusies JBZ-Raad: Tijdens de JBZ-Raad van juni 2025 zijn Raadsconclusies aangenomen over de bestrijding van de illegale handel in zwaar vuurwerk. Deze bieden een belangrijke steun in de rug, omdat alle lidstaten zich hierachter hebben geschaard.
Operationele samenwerking: Europol heeft vuurwerk inmiddels aangemerkt als prioriteit. De JBZ-Raadsconclusies vragen daarnaast om intensievere operationele samenwerking tussen lidstaten, onder meer via informatie-uitwisseling en gezamenlijke acties.
Met deze inzet draagt Nederland actief bij aan een gecoƶrdineerde
Europese aanpak van de illegale handel en het misbruik van
(professioneel) vuurwerk. Dit versterkt niet alleen de effectiviteit van
de handhaving in Nederland, maar helpt ook om de bredere veiligheids- en
openbare ordeproblemen die met de illegale handel en misbruik van
vuurwerk samenhangen, te beperken.
Communicatie
In aanloop naar de jaarwisseling 2025/2026 speelt, net als eerdere jaren, communicatie een rol in het informeren over het veilig afsteken van vuurwerk en de risico's die gepaard gaan met vuurwerkgebruik.
Vanaf medio 2026 speelt communicatie een belangrijke rol bij het invoeren en handhaven van het vuurwerkverbod voor consumenten. Het vuurwerkverbod is een diepgewortelde traditie beïnvloedt en diverse belangen raakt. Heldere, consistente en normstellende communicatie informeert burgers over de nieuwe situatie en helpt draagvlak en legitimiteit te creëren. Als burgers en ondernemers begrijpen dat het verbod vanuit veiligheid, gezondheid, milieu of ordehandhaving wordt ingevoerd, zullen ze eerder geneigd zijn hun gedrag aan te passen.
Aanvullend hierop is handhavingscommunicatie van groot belang: communicatie die naleving bevordert door duidelijk te maken wat er wel en niet is toegestaan, en wat de gevolgen zijn van overtreding. Er is een doelgroep die niet of minder gevoelig zal zijn voor de argumenten zoals veiligheid, gezondheid, milieu of ordehandhaving, maar waar het eerder aan zal komen op adequate handhaving en communicatie hierover. Hoewel een kleine meerderheid van de mensen voor een vuurwerkverbod is (zie hoofdstuk preventie), kan een jaarwisseling zonder vuurwerk ook worden ervaren als verlies van traditie. Volgens de Prospect Theory van Kahneman en Tversky ervaren mensen verlies psychologisch sterker dan winst (loss aversion). Dat maakt het extra belangrijk om met consequente communicatie en zichtbaar handhavend optreden weerstand te beperken.
Tot slot vraagt de invoering van het verbod ook om heldere communicatie over de ontheffingsregeling. Aan de ontheffing zijn strikte voorwaarden verbonden, die deels worden vastgelegd in de AMvB, maar waar burgemeesters zelf ook een bepalende rol in hebben. Dit vraagt om zorgvuldige communicatie op zowel landelijk als lokaal niveau, zodat voor iedereen duidelijk is onder welke omstandigheden van het vuurwerkverbod kan worden afgeweken. Dit voorkomt onbewuste overtredingen en draagt bij aan vertrouwen en naleving.
In dit hoofdstuk wordt de huidige communicatie-inzet voor de jaarwisseling van 2025/2026 uiteengezet. Daarnaast worden er best practices gedeeld met betrekking tot een vuurwerkvrije jaarwisseling en wordt stil gestaan bij de acties ter voorbereiding op de communicatie.
Uitgangspunten en doelstelling
Het doel van dit hoofdstuk is het delen van inzicht en kennis over effectieve (handhavings)communicatie omtrent de jaarwisseling en het vuurwerkverbod. Dit hoofdstuk is relevant voor de diverse partijen die communiceren over de jaarwisseling en het vuurwerk(verbod), zoals gemeenten, in het bijzonder gemeenteambtenaren met OOV in portefeuille, JenV, IenW, VNG, politie en OM, maar ook partijen zoals VeiligheidNL en Halt.
Huidige aanpak
Onderstaand wordt de huidige inzet van verschillende partijen voor de jaarwisseling van 2025/2026 samengevat.
Ministerie van IenW
Jaarlijks vindt er een landelijke vuurwerkcampagne plaats, met als doel het veilig afsteken van consumentenvuurwerk (vuurwerkbril, aansteeklont, afstand) te bevorderen. Onderdeel van die campagne is eenĀ toolkitĀ voor gemeenten, met bijvoorbeeld video's en uitingen voor sociale media.
De communicatie-aanpak is expliciet ontwikkeld om een gestructureerde en doordachte strategie te bieden die toepasbaar is op een langere termijn (ook na de jaarwisseling van 2025/2026, als de Wet Veilige Jaarwisseling van kracht is). IenW heeft in de communicatie drie rollen die elkaar aanvullen en versterken. Iedere rol heeft een andere doelgroep, deelboodschap en instrumenten maar zijn wel allen gericht op het stimuleren van veilig omgaan met vuurwerk:
Als voorlichter informeert IenW de brede Nederlandse samenleving over de vuurwerkregels en veiligheidsmaatregelen (bril, lont, afstand). Door heldere informatie te bieden, wordt de kennis en het bewustzijn over de geldende vuurwerkregels vergroot, het veilig vuurwerkgebruik bevorderd en helderheid over eventuele beleidswijzigingen gecreƫerd. Deze is gericht op de doelgroep jongeren (10-19 jaar) en ouders met kinderen (0-19 jaar);
Als gedragsaanjager richt IenW zich dit jaar op het gebruik van de vuurwerkbril primair op jongeren van 15-20 jaar (zowel afstekers als omstanders);
Als verbinder richt IenW zich op stakeholders voor wederzijde kennisdeling, betrokkenheid en samenwerking. Ook zorgt IenW voor heldere informatie voor en begeleiding van stakeholders, zeker als de regel- en wetgeving verandert.
Ieder jaar vanaf medio augustus start IenW met de ontwikkeling van de campagne zodat deze medio december gereed is om live te gaan. In het jaar dat het vuurwerkverbod ingaat, start dit proces eerder, zodat genoeg tijd is om de communicatie over het verbod een goede plek te geven.
Ministerie van JenV
Ook JenV heeft een belangrijke rol in de communicatie over vuurwerk. JenV stelt jaarlijks een beknopt communicatieplan op dat is gericht op het voorbereiden en coƶrdineren van de communicatie in aanloop naar de jaarwisseling, met speciale aandacht voor veiligheid van hulpverleners, en na afloop van de jaarwisseling. Onderdeel van dit communicatieplan is dat de Rijksoverheid een landingspagina heeft over vuurwerk, die jaarlijks door JenV en IenW wordt geactualiseerd. Hierop is informatie te vinden over de regels, veiligheidsaspecten, overlast, handhaving en verantwoord gebruik van vuurwerk in Nederland. Aanvullend hierop wordt de laatste weken van het jaar herhaaldelijk over de jaarwisseling gecommuniceerd via zowel de corporate kanalen als de kanalen van de minister van JenV. Dit omvat onder andere het onder de aandacht brengen van de geldende regels en het versterken van de berichtgeving van politie, brandweer, de landelijke meldkamersamenwerking en de publiekscampagne van IenW.
Ook legt de minister van Justitie en Veiligheid op oudejaarsdag een werkbezoek af. Dit werkbezoek is bedoeld om hulpverleners te bedanken voor hun inspanningen tijdens de jaarwisseling. Tijdens het werkbezoek wordt een persmoment georganiseerd om aandacht te vragen voor veiligheidsmaatregelen en goede initiatieven met betrekking tot een veilige jaarwisseling. Na afloop van de jaarwisseling stuurt de minister van JenV een brief aan de Tweede Kamer met daarin het landelijk beeld van de afgelopen jaarwisseling, met bijbehorend persbericht.
VNG
Op de site van de VNG is een openbare landingspagina omtrent jaarwisseling en vuurwerk te vinden, waarop nieuws, adviezen en praktijkvoorbeelden worden gedeeld. Ook is er een Q&A voor de pers ontwikkeld, waarin de standpunten van de VNG wat betreft vuurwerk worden belicht.Ā Ā Daarnaast is er een besloten VNG-forum jaarwisseling binnen het thema Openbare Orde en Veiligheid. Hier kunnenĀ professionals binnenĀ gemeentenĀ actiefĀ kennisĀ enĀ ervaringĀ met elkaarĀ delen, bijvoorbeeld door het delen van beleidsdocumenten.Ā Ā Ā
Gemeenten
Gemeenten hebben ieder een eigen communicatiestrategie en spelen hierbij in op de lokale context. Gemeenten zetten bijvoorbeeld in op bewustwording van de gevaren van vuurwerk of de veiligheid van hulpverleners. Hiervoor kunnen op lokaal niveau campagnes worden ingericht of speciale acties met partners worden georganiseerd. Zo zoeken veel gemeenten de samenwerking met bijvoorbeeld de politie of jongerenwerk.
Politie
De politie besteedt zowel landelijk als regionaal aandacht aan de gevaren van vuurwerk, de overlast die het veroorzaakt en de veiligheid van hulpverleners. Op de website van de politie is een speciale landingspagina ingericht met het thema vuurwerk, waar wordt uitgelegd wat de politie doet tegen vuurwerkoverlast en hoe inwoners signalen over het bezit of de handel in illegaal vuurwerk kunnen melden.
In aanloop naar de jaarwisseling ondersteunt de politie de landelijke vuurwerkcampagne IenW in haar eigen communicatie-uitingen. Daarnaast besteedt zij jaarlijks intern aandacht aan het thema geweld tegen hulpverleners en aan het bijbehorende meldings- en aangifteproces, zodat hier de juiste prioriteit aan wordt gegeven.
Ook via (sociale) media geeft de politie ieder jaar aandacht aan de voorbereiding op de jaarwisseling en aan de maatregelen die worden getroffen om de veiligheid te waarborgen, met bijzondere nadruk op de bescherming van hulpverleners. Dit gebeurt vaak aan de hand van persoonlijke verhalen van politiemedewerkers. Op 1 januari communiceert de politie richting de media met een landelijk persbericht en door middel van interviews over het operationele beeld van de voorgaande nacht.
OM
Het OM heeft een landingspagina voor de themaās jaarwisseling en vuurwerk. Hier wordt onder andere gecommuniceerd over de vuurwerkbarometer en de hogere strafmaat bij jaarwisseling-gerelateerde strafzaken.
Ervaringen en best practices aanpak vuurwerkvrije jaarwisseling
Diverse gemeenten hebben de afgelopen jaren al een lokaal vuurwerkverbod ingevoerd. In deze paragraaf wordt ingegaan op de communicatie-ervaringen van de gemeenten Rotterdam en Haarlem. Op basis daarvan, aangevuld met inzichten van andere gemeenten, zijn algemene best practices opgesteld die kunnen worden benut in de aanloop naar de jaarwisseling van 2026/2027. In de op te stellen communicatiestrategie van JenV en IenW zal hiermee rekening worden gehouden.
Ervaring gemeente Rotterdam
In de gemeente Rotterdam is er sinds mei 2020 een afsteekverbod voor vuurwerk in de APV opgenomen. Dat is niet alleen vanwege de jaarlijkse schade aan de stad tijdens de jaarwisseling, maar ook vanwege de sterke lobby vanuit het Rotterdamse oogziekenhuis. Door de coronapandemie was er tijdens de eerste twee jaarwisselingen met het lokale verbod ook een landelijk verbod. Rotterdam hoefde daarom in de eerste jaren geen andere boodschap te communiceren dan de rest van Nederland. Wel waren er ook deze jaren lokale campagnes, met uitingen als āRotterdam vuurwerkvrĆjā en āVuurwerk is zo 2019ā. Deze informerende insteek heeft Rotterdam in de jaren hierna doorgezet. De campagnes waren gericht op alle Rotterdammers, met speciale aandacht voor jongeren, met veel inzet online. De communicatie-uitingen waren enkel gericht op het verbod op afsteken. Dit had wisselend succes en stuitte op veel weerstand, mede doordat de communicatie niet eenduidig was. Zo kon er wel vuurwerk worden gekocht, maar mocht het niet worden afgestoken.
In 2024/2025 is de campagne aangepast. Deze legt nu de focus op de redenen achter een afsteekverbod. Met uitingen als āminder honden in paniekā en āalle vingers mee naar 2025ā was er een veel groter bereik en positiever sentiment. Rotterdam zet deze lijn daarom door.
ErvaringĀ gemeente HaarlemĀ
Ook in de gemeente Haarlem geldt erĀ sinds 2021 een afsteekverbod voor vuurwerk. De communicatie-aanpak in de gemeente richt zich op diverse doelgroepen en informeert inwoners via verschillende sociale mediakanalen. Zo worden er bijvoorbeeld filmpjes geplaatst waarin gemeenteraadsleden vertellen wat wel en niet mag tijdens de jaarwisseling.
Daarnaast wordt er in de gemeente Haarlem fysieke bebording geplaatst bij bijvoorbeeld ziekenhuizen, zorginstellingen of kinderboerderijen, om inwonersĀ op een ludieke manier te herinneren aan de gevolgen van het afsteken van vuurwerk op kwetsbare plekken. Dit is al enkele jaren effectief. Ondanks dat de handhaafbaarheid van het verbod complex is, wordt er nauwelijks vuurwerk afgestoken op de kwetsbare plekken waar de bebording staat.
De gemeente kiest er daarnaast bewust voor om geen alternatieve vuurwerkshow aan te bieden, omdat zij volledig achter het lokale vuurwerkverbod en de bijbehorende redenen, zoals duurzaamheid, wil staan.Ā Ā
Best practices vuurwerkvrije jaarwisseling
De volgende best practices, gebaseerd op ervaringen van gemeenten in voorgaande jaren, bieden handvatten voor de communicatie in aanloop naar de jaarwisseling van 2026/2027:
Tijdige afstemming
Het is belangrijk om tijdig, bij voorkeur al in de zomermaanden, af te stemmen met lokale (veiligheids)partners, zoals handhaving en politie, die betrokken zijn bij de voorbereiding op de jaarwisseling. Afstemming kost tijd, zeker wanneer er nieuwe communicatie-inzet opgezet moet worden. Bovendien is de boodschap des te krachtiger wanneer deze door verschillende partners onderschreven wordt. Later in het jaar, vanaf september, werkt het goed om ook af te stemmen met jongerenwerk en collegaās in de wijk, om te horen wat er speelt in relatie tot de jaarwisseling. Rond de jaarwisseling zelf is het belangrijk om ook vanuit communicatie korte lijntjes te hebben met de veiligheidsregio, omgevingsdienst, politie, gemeente en vervoersbedrijven.
Moment van communicatie in najaar
In september en oktober worden bij de gemeenten meestal de eerste vragen over de vuurwerkregels gesteld. Wat mag wel, en wat mag niet? Dit is tevens het moment dat het eerste (illegale) vuurwerk wordt ingeslagen. De gemiddelde burger is dan nog niet met de jaarwisseling bezig, maar onder bepaalde doelgroepen (jongeren, liefhebbers) begint het dan al wel te leven. Dit is een goed moment om de communicatie over het vuurwerkverbod te starten.
Weerstand
Vuurwerk is voor veel mensen onlosmakelijk verbonden met de traditie rondom de jaarwisseling. De invoering van het vuurwerkverbod roept dan ook veel emotie op. Mensen kunnen het gevoel hebben dat hen 'iets wordt afgepakt', dat de traditie verloren gaat en er steeds minder mag. Dit sentiment zien veel gemeenten terug als reactie op uitingen over het vuurwerkverbod, vooral online. Het is belangrijk om in de communicatie rekening te houden met de emotionele lading en weerstand die het thema vuurwerk met zich meebrengt.
Eenduidige boodschap
De afgelopen jaren hebben laten zien dat een consistente, eenduidige boodschap essentieel is als het gaat om het vuurwerkverbod. Er waren in de gemeenten vaak te veel tegenstrijdige verhalen: je kon vuurwerk kopen maar niet afsteken, er was een meldpunt voor overlast terwijl handhaving door gebrek aan capaciteit alleen bij extreme gevallen plaatsvond, en de hoogte van een boete was niet duidelijk. Dit leidde tot verwarring en weerstand onder burgers. Daarom is een eenduidige boodschap van belang.
Alternatieven
De ervaring is dat verwijzen naar een goed alternatief de boodschap sterker maakt. In Rotterdam kon verwezen worden naar het Nationale Vuurwerk bij de Erasmusbrug als alternatief, maar andere vergelijkbare alternatieven zijn vaak lastig. Gemeente Haarlem en Schiedam kiezen er bewust voor geen vuurwerkshow te houden, maar doen wel een beroep op andere al bestaande initiatieven, zoals activiteiten door jongerenwerk. Het is belangrijk om hier als gemeente over na te denken, en geschikte alternatieven voor verschillende doelgroepen, voor zover deze er zijn, te promoten en eventueel te subsidiƫren.
Acties ter versterking van de communicatieaanpak 2026 en verder
Richting de jaarwisseling van 2026/2027 worden de volgende aanvullende acties genomen met betrekking tot de communicatie.
Uitgebreide communicatiestrategie
Samen met IenW stelt JenV voor de jaarwisseling 2026/2027 een uitgebreide communicatiestrategie op. In de komende periode wordt meer duidelijk over de exacte invulling van het algehele vuurwerkverbod en de bijbehorende AMvB. De communicatiestrategie voor 2026/2027 zal hierop worden afgestemd. Ook de ervaringen met en signalen over de jaarwisseling van 2025/2026 worden meegenomen in de verdere uitwerking hiervan. De communicatiestrategie kent drie fases:
1 juli 2026, streefdatum waarop de Wet veilige jaarwisseling wordt gepubliceerd;
(Aanloop naar de) jaarwisseling 2026/2027, de eerste vuurwerkvrije jaarwisseling;
(Aanloop naar de) de jaarwisselingen daarna.
Onderdeel van de communicatiestrategie zal in ieder geval een brede communicatie-aanpak zijn. Hierbij zal onder andere specifieke aandacht zijn voor de doelgroep jongeren en de doelgroep ouders. Momenteel worden wel al de eerste stappen gezet, zoals het doorlopen van het Interventiekompas en het uitvoeren van een omgevingsanalyse (zie hieronder).
Omgevingsanalyse
Om een beter beeld te krijgen van de betrokken partijen rondom de jaarwisseling en het algehele vuurwerkverbod voor consumenten, wordt in januari 2026 een omgevingsanalyse uitgevoerd door JenV en IenW. Eerder heeft IenW reeds een dergelijke analyse opgesteld. Deze analyse zal dienen als uitgangspunt en wordt, in het licht van de huidige context, geactualiseerd. Het doel is om inzicht te verkrijgen in de onderlinge verhoudingen van de betrokken partijen en hun verhouding tot de jaarwisseling en het algehele vuurwerkverbod voor consumenten: de mate van invloed die zij uitoefenen, hun mate van activiteit, en in hoeverre zij ondersteunend zijn dan wel tegenwerken.
Communicatie vanuit Halt
Halt zet jongeren uit het Halt jongerenpanel in om op hun eigen sociale mediakanalen (TikTok, Instagram, Snapchat) iets te delen over de nieuwe wet- en regelgeving, om op deze manier de boodschap onder leeftijdsgenoten te verspreiden. Daarnaast kan het panel adviseren over hoe de informatie jongeren op andere manieren en op grotere schaal kan bereiken, bijvoorbeeld via influencers met veel jonge volgers.
Kernboodschap
In bijlage 5 is een kernboodschap opgesteld die gebruikt kan worden in de communicatie over het handhavingsplan.
Bijlagen
Bijlage 1 GedragsbeĆÆnvloeding
Op basis van gedragsinzichten is bekend dat een effectieve gedragsverandering vraagt om een gelijktijdige inzet op meerdere risicofactoren. Gedrag wordt bepaald door meerdere factoren die er in samenhang voor zorgen dat iemand het gedrag wel of niet vertoont. Om te voorkomen dat mensen wet- en regelgeving overtreden, is het van belang dat een preventieve aanpak zich richt op al deze factoren. Hieronder staat een overzicht van negen factoren die van invloed zijn op gedrag, op basis van het Interventiekompas van het CCV.
| Kennis | Bekendheid en duidelijkheid van de regelgeving. In dit geval gaan we uit van de hypothetische situatie dat de doelgroep in december 2026 weet van het landelijk vuurwerkverbod en de regels die daarmee gepaard gaan. Kent de doelgroep deze regels? En zijn de regels duidelijk voor hen? |
|---|---|
| Risicobewustzijn | Het besef van de risicoās die het gevolg zijn als de regel niet wordt nageleefd. Met andere woorden: waarom geldt er vanaf 2026/2027 een landelijk vuurwerkverbod? Wat zijn de risicoās die optreden als de regel er niet is? Is de doelgroep zich bewust van die risicoās en hoe beoordelen ze die? |
| Beweegredenen | De intrinsieke motivatie en inspanningsbereidheid om de regel na te leven, ofwel de mate waarin het beleid en de regelgeving acceptabel worden gevonden door de doelgroep. In dit geval gaat het om de mate waarin de doelgroep gemotiveerd is om zich aan de regels te houden en geen F2-vuurwerk af te steken. |
| Gemak en gewoonte | De mate waarin moeite moet worden gedaan om de regels na te leven of het gewenste gedrag te vertonen. In hoeverre moet de doelgroep moeite doen of zich inspannen om geen vuurwerk af te steken? |
| Omgeving | De invloed die de sociale omgeving op de doelgroep heeft om de regels na te leven of te overtreden. Welke reacties krijgt of verwacht de doelgroep vanuit de sociale omgeving als zij wel of geen F2-vuurwerk afsteekt tijdens de jaarwisseling? |
| Regel en regelsteller | De houding tegenover (het nut) van de regels zelf en tegenover de instantie die de regels heeft opgesteld. Vindt men het nuttig dat er een landelijk vuurwerkverbod is en hoe kijkt men over het algemeen aan tegen de Rijksoverheid, die de regels heeft opgesteld? |
| Toezichthouder | De houding tegenover de instantie die toezicht houdt op naleving van de regel, in dit geval de houding van de doelgroep tegenover de politie. Hoe kijkt de doelgroep naar de politie als toezichthouder op deze regels? |
| Pakkans | De door de doelgroep ingeschatte kans op controle door de overheid of derden en de kans op ontdekking van de overtreding van de regels. Hoe groot acht de doelgroep de kans dat zij gepakt worden als ze vuurwerk van type F2 of hoger afsteken? |
| Straf en beloning | De door de doelgroep ingeschatte kans op een sanctie of beloning na controle en de beoordeling van de hoogte daarvan. Hoe groot acht de doelgroep de kans dat ze een sanctie of beloning krijgt bij het wel of niet afsteken van vuurwerk van type F2 of hoger? |
Bijlage 2 Fysieke maatregelen in de omgeving
| Monitoring en gebiedsverboden | Risicogebieden worden actief gemonitord. Indien noodzakelijk kan een gebiedsverbod worden opgelegd. In sommige gevallen kan een gebied door de burgemeester worden aangewezen als veiligheidsrisicogebied, waardoor de politie aanvullende bevoegdheden heeft, zoals preventief fouilleren (op basis van de Wet wapens en munitie). |
|---|---|
| Samenscholingsverboden | In wijken of gebieden waar sprake is van dreigende groepsvorming kunnen samenscholingsverboden worden ingesteld om escalatie te voorkomen. |
| Tijdelijke afsluiting | Op grond van artikel 175 of 176 van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een gebied tijdelijk af te sluiten, bijvoorbeeld bij ernstige verstoringen van de openbare orde of verhoogde risicoās op vuurwerkincidenten. |
| Cameratoezicht | Op grond van artikel 151c van de Gemeentewet kan tijdelijk cameratoezicht worden toegepast in aangewezen gebieden. Camerabeelden kunnen helpen bij het monitoren van risicovolle situaties, het identificeren van daders en het vergroten van het veiligheidsgevoel onder bewoners. Tijdelijk cameratoezicht wordt altijd proportioneel ingezet en afgestemd op de aard en ernst van de dreiging. |
| Fysieke barriĆØres en afzettingen | Tijdelijke plaatsing van hekken, betonblokken of andere afzettingen kan risicogebieden afbakenen en de toegankelijkheid reguleren. |
| Verlichting | Extra of verbeterde openbare verlichting op risicolocaties kan toezicht vergemakkelijken en het veiligheidsgevoel vergroten. |
| Verwijdering brandbare of risicovolle materialen | Het tijdelijk weghalen of afschermen van brandbaar of anderszins risicovol materiaal, zoals containers, bouwmaterialen en brievenbussen verkleint de kans op brandstichting en overlast. |
| Verkeersmaatregelen | Tijdelijke omleidingen of autovrije zones kunnen bijdragen aan de veiligheid van voetgangers en hulpdiensten en helpen escalatie in drukke gebieden te voorkomen. |
| Alternatieve locaties | Om problemen op risicoplekken, zoals kruispunten waar jaarlijks incidenten ontstaan, te voorkomen kan de gemeente aantrekkelijke, vergunde alternatieve locaties aanwijzen. Daarmee wordt groepsvorming verplaatst naar een beter beheersbare omgeving en wordt de kans op escalatie verkleind. |
| Extra toezicht | Op hotspotlocaties kan tijdelijk extra toezicht worden ingezet, in samenwerking met politie, handhaving en jongerenwerk. |
Bijlage 3 Overzicht bestuurlijk instrumentarium burgemeester - jaarwisseling
| Overzicht bestuurlijk instrumentarium burgemeester ā jaarwisseling | ||||
|---|---|---|---|---|
| Categorie | Instrument | Wettelijke grondslag | Toepassing tijdens jaarwisseling | Toelichting |
| Ordehandhaving algemeen | Handhaven openbare orde | Gemeentewet art. 172, lid 3 | Algemene bevoegdheid en bevelsbevoegdheid om de openbare orde te handhaven | Deze bevoegdheid heeft als doel een dreigende ordeverstoring te voorkomen, de orde te bewaren, dan wel de openbare orde te herstellen en wordt gehanteerd om tegen ƩƩn of meerdere ordeverstoorders op te kunnen treden. Er moet sprake zijn van een acuut gevaar voor de openbare orde of een concrete en actuele dreiging. |
| Ordehandhaving algemeen | Handhaven openbare orde | Gemeentewet art. 172a/ Wet MBVEO | Algemene bevoegdheid om de openbare orde te handhaven | Als er sprake is van een herhaaldelijke groepsgewijze of individuele verstoring van de openbare orde kan de burgemeester een maatregel zoals een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht opleggen. Ook mag de burgemeester een maatregel opleggen als er sprake is van ernstige groepsgewijze of individuele verstoring van de openbare orde. Ook mag de burgemeester een maatregel opleggen aan een persoon die een leidende rol vervulde bij een (ernstige) groepsgewijze verstoring van de openbare orde. In alle gevallen moet er sprake zijn van ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. |
| Noodmaatregelen | Noodverordening | Gemeentewet art. 176 | Tijdelijk verbod op vuurwerk, samenscholingen, alcohol, etc. in specifieke gebieden | Kan worden ingezet bij een noodsituatie. Er dient sprake te zijn van āernstige wanordelijkhedenā (oproerige beweging of andere ernstige wanordelijkheden) of een ārampā, dan wel de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. De noodverordeningsbevoegdheid is bedoeld om algemeen verbindende voorschriften op te leggen aan een onbepaald aantal personen. |
| Noodbevel | Gemeentewet art. 175 | Direct bevel aan individuen bij dreiging van ernstige wanorde (bv. rellen, brandstichting) | Kan worden ingezet bij een noodsituatie. Er dient sprake te zijn van āernstige wanordelijkhedenā (oproerige beweging of andere ernstige wanordelijkheden) of een ārampā, dan wel de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Een noodbevel is bedoeld om zich te richten tot ƩƩn of meer personen (concreet) | |
| Vuurwerk en overlast | Vuurwerk (afsteek-)verbod / vuurwerkvrije zones / regulering vuurwerkverkooppunten | APV / Noodverordening | Verbod op afsteken van vuurwerk in gehele gemeente of delen daarvan zoals in kwetsbare wijken of rondom ziekenhuizen. Aan de hand van de APV en een beleidsregel kunnen vuurwerkverkooppunten gereguleerd worden. | In verschillende gemeenten geldt een algeheel afsteekverbod voor consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling. Dit algehele verbod is geregeld in de APV. Het aanwijzen van vuurwerkvrije zones binnen een gemeente gebeurt aan de hand van een aanwijzingsbesluit waarin de exacte locaties worden genoemd waar het niet is toegestaan consumentvuurwerk af te steken. In de APV kan een artikel worden opgenomen dat zonder een vergunning van de burgemeester het niet is toegestaan vuurwerk te verkopen. Aan de hand van een beleidsregel kan een gemeente verdere uitvoering geven aan de regels tav deze vuurwerkverkooppunten. |
| Carbidschieten reguleren of verbieden | APV / Noodverordening | Uitsluiten van gevaarlijk of storend gedrag rond de jaarwisseling | In de APV kan een bepaling worden opgenomen om carbidschieten te reguleren. In noodsituaties kan ook de noodverordeningsbevoegdheid worden ingezet. | |
| Toezicht & toezichtmiddelen | Cameratoezicht | Gemeentewet art. 151c | Tijdelijke cameraās op risicovolle plekken (rondom stations, winkelgebieden) | De burgemeester is bevoegd om in het belang van de handhaving van de openbare orde te besluiten tot de inzet van cameraās, maar uitsluitend indien de gemeenteraad hem deze bevoegdheid heeft verleend in de APV (artikel 151c lid 1 Gemeentewet).Ā |
| Samenscholingsverbod | APV / Noodverordening | Voorkomen van groepsvorming op strategische locaties | Op basis van de APV kan de burgemeester een samenscholingsverbod instellen. Een samenscholingsverbod helpt groepsvorming te voorkomen door het aantal personen dat zich samen mag ophouden in een bepaald gebied te beperken, wat de kans op overlast, intimidatie of geweld vermindert en het gevoel van veiligheid vergroot. | |
| Veiligheidsrisicogebied | APV - artikel 151b Gemeentewet, artikel 2:76 van de Algemene plaatselijke verordening | preventief fouilleren | Bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan kan de burgemeester een veiligheidsrisicogebied aanwijzen waarna de officier van justitie binnen dat gebied een bevel tot preventief fouilleren kan geven. | |
| Veiligheidsrisicogebied bij onvoorziene en spoedeisende situatie | artikel 174b Gemeentewet | preventief fouilleren | Artikel 174b Gemeentewet regelt de bevoegdheid voor de burgemeester om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen in een onvoorziene, spoedeisende situatie, waarna de officier van justitie een bevel tot preventief fouilleren kan geven binnen dat gebied. Deze bevoegdheid, die samen met artikel 151b Gemeentewet de basis vormt voor preventief fouilleren, maakt het mogelijk om snel in te grijpen bij ernstige gevaarzetting, bijvoorbeeld bij een vechtpartij tussen rivaliserende groepen | |
| Objectgericht | Sluiting van panden /opleggen LOD | Gemeentewet art. 174a en art. 125 / Woningwet en Omgevingswet, Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) | Tijdelijke sluiting van gebouwen bij herhaalde ordeverstoringen of criminele activiteiten of opleggen LOD om herhaling te voorkomen | Indien er in een woning of lokaal (zwaar) vuurwerk wordt aangetroffen kan hiertegen op verschillende manieren worden opgetreden: De burgemeester kan een woning of lokaal ogv art. 174a c-grond sluiten indien het aangetroffen vuurwerk in de concrete situatie toch is aan te merken als wapen (art. 2 Wwm). Uit feiten of omstandigheden moet blijken dat het vuurwerk bestemd is voor het treffen van personen of zaken door vuur of ontploffing. Het college van B&W kan om herhaling te voorkomen een LOD opleggen ivm bedreiging van de leefbaarheid of een gevaar voor de gezondheid of de veiligheid in en bij de woning. Zie ook 'Handreiking bestuurlijke aanpak vuurwerk 2024' |
| Evenementen | Regulering evenementen rond jaarwisseling | APV | Het door middel van een vergunning voorwaarden stellen aan de openbare orde, veiligheid, mobiliteit, milieu en toezicht tijdens een evenement | Evenementen kunnen bijdragen aan veilig verloop van de jaarwisseling. Door het faciliteren van bv. een vuurwerkshow, tot diverse buurt en wijkinitiatieven kan de druk op de openbare orde verminderen. |
Bijlage 4 Factsheet Vuurwerk en Halt-verwijzingen
Bijlage 5 Kernboodschap communicatie
Onderstaande kernboodschap kan gebruikt worden in de communicatie over het handhavingsplan:
āDe jaarwisseling is een feestelijk moment waarop veel inwoners samen het nieuwe jaar inluiden. Met familie, oliebollen, champagne en vuurwerk. Op straat, in een feesttent of in de kroeg. Tegelijkertijd is het een van de drukste en gevaarlijkste tijden voor hulpdiensten zoals politie, brandweer en de boaās.
Sommige mensen, alleen of in een groep, grijpen de jaarwisseling aan om zich te misdragen. Vaak onder invloed van alcohol of drugs. Het handhaven van de openbare orde en veiligheid is mede daarom niet eenvoudig. Met name in de Oudejaarsnacht waar in een kakofonie van geluid, lichtflitsen en rookontwikkeling geweldplegers nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn. Ook misbruik van (illegaal) vuurwerk speelt een rol.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft in opdracht van de Tweede Kamer een handhavingsplan opgesteld om het lokale gezag te ondersteunen. Met dank aan vele partners uit het werkveld is het een bruikbaar en gedragen document geworden. Wet- en regelgeving, preventieve maatregelen en opsporingsmethoden, maar ook goede voorbeelden uit de praktijk staan erin vermeld. Gemeenten, politie en andere betrokkenen leren van ervaringen elders en gebruiken dit plan bij voorbereidingen op jaarwisselingen in hun eigen gemeente. Dit geldt voor de komende jaarwisseling, waarin er nog geen verbod op consumentenvuurwerk is, maar ook voor volgende jaren als dat verbod wel van kracht is.ā
Bijlage 6 Tabel acties per hoofdstuk
Om in ƩƩn oogopslag overzicht te hebben van alle acties per hoofdstuk is onderstaande tabel opgesteld. In deze tabel zijn de acties uit het handhavingsplan opgenomen, met daarbij een omschrijving van de actie en de planning voor uitvoering.
| Werkgroep Preventie | ||
|---|---|---|
| Acties | Omschrijving acties | Planning |
| Voorlichting in scholen | In het kader van de gezamenlijke communicatiestrategie die het ministerie van JenV en IenW in samenwerking met partners opstelt, wordt bezien hoe voorlichtingsactiviteiten gericht op de nieuwe regelgeving en handelingsperspectieven effectief in te zetten op scholen. | In schooljaar 2026/2027 |
| Landelijke dekking | Stichting Halt en VeiligheidNL brengen het huidige aanbod en bereik van voorlichtingsactiviteiten in kaart (op basis van 2025/2026) en onderzoeken mogelijkheden voor meer dekking, afhankelijk van beschikbare middelen. | Start 2026 |
| Docenten ondersteunen | Extra aandacht voor de signaleringsfunctie van docenten. Samen met organisaties zoals VeiligheidNL, Sociaal Werk Nederland, Stichting Aanpak Straat- en Schoolveiligheid en politie stelt Stichting Halt een docentenhandleiding op, zodat docenten vuurwerkbezit, -handel en -misbruik beter kunnen herkennen en opvolgen. | Start 2026 |
| Communityonderzoek alternatieven | Het ministerie van Justitie en Veiligheid initieert kwalitatief onderzoek naar alternatieve gedragingen tijdens de jaarwisseling. De resultaten worden gebruikt voor communicatie en het faciliteren van lokale alternatieve activiteiten. VeiligheidNL toetst deze resultaten ook breder als onderdeel van het onderzoek naar āvuurwerkaankoop en -gebruikā, die zij rondom de jaarwisseling uitvoeren. | Eind 2025 |
| Nalevingsgedrag doelgroepen | Het CCV brengt in 2025, met behulp van het InterventieKompas en in samenwerking met partners, het verwachte nalevingsgedrag van verschillende doelgroepen in kaart. De uitkomsten worden gedeeld via onder meer het VNG-forum. In hoofdstuk 4 zijn de opbrengsten weergegeven ten aanzien van het verwachte nalevingsgedrag van de traditionele vuurwerkafsteker van 25 jaar en ouder, die momenteel vuurwerk legaal koopt en afsteekt. Een aanvullende sessie over het verwachte nalevingsgedrag onder specifiek jongeren vindt in het najaar 2025 plaats. De uitkomsten hiervan worden gedeeld op onder meer het VNG-forum. | Eind 2025 |
| Lerende aanpak en kennisdeling | De VNG faciliteert kennisdeling door webinars te organiseren en een VNG forum op te zetten, waar gemeenten ervaringen en best practices kunnen uitwisselen. Begin 2026 zet de VNG een landelijke enquĆŖte uit bij gemeenten om best practices te inventariseren. De resultaten en inzichten uit de enquĆŖte worden gepubliceerd op het VNG forum. | Begin 2026 |
| Werkgroep Handhaving | ||
|---|---|---|
| Acties | Omschrijving acties | Planning |
| Uitgangspunten lokale inzet | Politie, OM en VNG stellen samen uitgangspunten op die gebruikt kunnen worden als leidraad voor de handhaving van het vuurwerkverbod. Lokale driehoeken kunnen dit kader gebruiken bij hun eigen handhavingsplannen. | Start november 2025 |
| Uitbreiding bevoegdheden boaās | Bevoegdheden van domein I- en II-boaās worden gelijkgetrokken voor vuurwerkgerelateerde overtredingen. Dit sluit aan bij de herziening van het boa-bestel. Indien nodig wordt dit tijdelijk geregeld via een aanwijzing van het OM. | Start november 2025 |
| Ondersteuning aan gemeenten bij de uitvoering Wet veilige jaarwisseling | Gemeenten worden via de VNG ondersteund met handreikingen, formats, modelregels en advies over de ontheffingsmogelijkheid. Ook wordt een webdossier ingericht met relevante documenten en informatie. | Start maart/april 2026 |
| Verkenning inleveracties | Er loopt een verkenning naar de haalbaarheid en effectiviteit van inleveracties. | Start november 2025 |
| Werkgroep Opsporing | ||
|---|---|---|
| Acties | Omschrijving acties | Planning |
| Versterken van lokale regionale aanpak | Politie richt zich sterker op lokale en regionale handhaving van vuurwerkdelicten. Basisteams en districtsrecherches krijgen factsheets en handreikingen. Lokale driehoeken maken afspraken over prioriteiten. Extra capaciteit wordt vrijgemaakt voor onderzoeken naar illegale handel. | Factsheets en handreikingen: 1 juli 2026 Afspraken lokale driehoeken: doorlopend Extra capaciteit: 1 oktober 2025 |
| Verkenning capaciteitsuitbreiding COV | Politie onderzoekt uitbreiding van het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk (COV) om groeiende hoeveelheid in beslaggenomen vuurwerk te kunnen verwerken. Meer inzet van boaās en externe instroom (ESIās) wordt overwoge | Start 1 november 2025 |
| Veilig afvoeren van vuurwerk | Nieuwe middelen worden onderzocht om vuurwerk veilig en efficiƫnt af te voeren zonder bewijsverlies. Kosten voor vernietiging worden waar mogelijk verhaald op verdachten. | Onderzoek nieuwe middelen is reeds gestart T.b.v. kostenverhaal is reeds het gesprek tussen politie en OM gestart |
| Versterken informatiepositie | De politie benut bestaande expertise en verzamelt intelligence via de Landelijke Eenheid (LX) om gerichte onderzoeken te starten en effectievere opsporing mogelijk te maken. | Start 1 oktober 2025 |
| Grenscontroles en samenwerking met grensgemeenten | Er wordt toegewerkt naar afspraken over gemeenschappelijke acties en controles in 2026 gericht op Nederlandse burgers die de grens over gaan om consumentenvuurwerk aan te schaffen. Start uitvoering in 2026. | Start 1 oktober 2025 |
| Aanpak online vuurwerkhandel | Politie intensiveert monitoring van online verkoopkanalen en stelt ƩƩn landelijk aanspreekpunt in. In 2026 volgt een internet-ontmoedigingscampagne gericht op online kopers. Project Oorworm blijft worden ingezet. | Start 1 januari 2026 |
| Actualiseren strafvorderingsrichtlijn (met focus op jongeren) | OM past strafvorderingsrichtlijnen aan bij inwerkingtreding van de wet, met nadruk op jeugdige verdachten. Waar mogelijk wordt gekozen voor buitengerechtelijke afdoening (zoals HALT of bemiddeling). | Bij van kracht worden wetsvoorstel Veilige Jaarwisseling |
| Versterken internationale samenwerking | Samenwerking met productielanden (o.a. AlbaniĆ«, Polen, Spanje, ItaliĆ«) wordt geĆÆntensiveerd via JITās en OTFās onder Europol. Doel: tegengaan van illegale toevoer van F4-vuurwerk. Ook bilaterale samenwerking, zoals tussen Antwerpen en Rotterdam, wordt benut. | Is reeds gestart |
| Werkgroep Grensregioās / Internationaal | ||
|---|---|---|
| Acties | Omschrijving acties | Planning |
| Landelijke afstemming met buurlanden | BelgiĆ« en Duitsland worden op landelijk niveau geĆÆnformeerd over het vuurwerkverbod en de mogelijke neveneffecten hiervan voor de grensregioās. | Na behandeling in Eerste en Tweede Kamer |
| Lokale afstemming tussen grensgemeenten | Grensgemeenten brengen hun buurgemeenten op de hoogte van het vuurwerkverbod en stemmen gezamenlijk af over preventie, handhaving en informatievoorziening. Er wordt onderzocht in hoeverre op landelijk niveau ondersteuning kan worden geboden om de informatiepositie te versterken. Ook wordt gekeken in hoeverre gezamenlijke grenscontroles georganiseerd kunnen worden. | Na behandeling in Eerste en Tweede Kamer |
| Bestuurlijke netwerkdag | De VNG organiseert een netwerkdag voor Nederlandse grensgemeenten om ervaringen, best practices en relevante informatie uit te wisselen, zodat alle betrokken partijen goed voorbereid zijn op de nieuwe situatie. ā |
Februari 2026 |
| Werkgroep Communicatie | ||
|---|---|---|
| Acties | Omschrijving acties | Planning |
| Uitgebreide communicatiestrategie | Samen met IenW stelt JenV voor de jaarwisseling 2026/2027 een uitgebreide communicatiestrategie op. | Start januari 2026 |
| Omgevingsanalyse | Om een beter beeld te krijgen van de betrokken partijen rondom de jaarwisseling en het algehele vuurwerkverbod voor consumenten, wordt in januari 2026 een omgevingsanalyse uitgevoerd door JenV en IenW. | Start januari 2026 |
| Communicatie vanuit Halt | Halt zet jongeren uit het Halt jongerenpanel in om op hun eigen sociale mediakanalen (Tiktok, instagram, Snapchat) iets te delen over de nieuwe wet- en regelgeving, om op deze manier de boodschap onder leeftijdsgenoten te verspreiden. | Najaar 2026 |
Colofon
Ministerie van Justitie en Veiligheid in samenwerking met gemeenten, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), politie, Openbaar Ministerie (OM), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), en andere partners.
November 2025
Meer informatie: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vuurwerk
Ipsos I&O. (2024, december). Hoe denkt Nederland over vuurwerk in 2024?ā©ļø
Ipsos I&O. (2024, december). Hoe denkt Nederland over vuurwerk in 2024?ā©ļø
VeiligheidNL. (2024, juni). Vuurwerkaankoop en -gebruik 2023-2024: Onderzoek naar gedrag en opinie Nederlandse huishoudens (Rapport 1010).ā©ļø
Blaker, N., Bruinsma, M., Halbersma, R. & Postema, D. (2025, mei). Explosieve handel: Dadertypen en aanpak van economische vuurwerkcriminaliteit (WODC-rapport).ā©ļø
Offensief tegen Explosies - Actieplan aanslagen met explosieven | Brief | Rijksoverheid.nlā©ļø
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), De Jong, J. D., & Ministerie van Justitie en Veiligheid. (2021, september). Inzetten van rolmodellen: waarom en hoe?ā©ļø
Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit | Rapport | Rijksoverheid.nlā©ļø
Kamerbrief over de rol van de boa | Kamerstuk | Rijksoverheid.nlā©ļø
https://www.rtvfocuszwolle.nl/hogeschool-windesheim-helpt-politie-bij-bestrijding-illegale-vuurwerkhandelā©ļø
https://www.blikopnieuws.nl/nieuws/259187/politie-heeft-1200-kopers-en-verkopers-illegaal-vuurwerk-op-de-korrel.htmlā©ļø
Explosieve samenwerking Duitse en Nederlandse politie: 250.000 kilo illegaal vuurwerk ontdektā©ļø