Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2025-2026

36 851 Benoeming van een Voorzitter

Nr. 4 BRIEF VAN HET LID VAN CAMPEN

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zwolle, 13 november 2025

Gewaardeerde collegae,

Wat een eer om met ons honderdvijftigen gezamenlijk de kiezer te mogen vertegenwoordigen. Van wens tot wet, van ideaal naar werkelijkheid, en van campagne naar samenwerken. Voordat wij aan dat avontuur beginnen, wacht nog één stap: de verkiezing van een Kamervoorzitter. Met overtuiging, energie en liefde voor ons parlement stel ik mij daarvoor graag kandidaat.

Net als iedere Nederlander heeft ieder van ons zijn unieke verhaal. Voor mij geldt dat ik al jong koos voor de politiek om te strijden voor vrijheid. Om te mogen zijn wie je bent, te houden van wie je wilt. Politiek lijkt een hard vak en soms is dat het ook. Maar ik ben er oprecht van overtuigd dat ieder van ons het beste voor heeft met ons land. Dat ieder van ons, ondanks onze verscheidenheid, zijn eigen drijfveren heeft. Ik wil dat al die geluiden in ons huis, dat onze samenleving vertegenwoordigt, worden gehoord.

Het voorzitten van onze vergaderingen is een vak apart: onafhankelijk, gelijkwaardig en hoffelijk. En u mag weten: ik ben dol op het debat. Een goed debat is geen wedstrijd in spreektijd, maar een zoektocht naar duidelijkheid, verschil en als het even kan, naar overeenstemming. Eigenlijk weten wij allemaal dat de meeste mensen buiten deze vergaderzaal dat ook doen, met respect voor elkaar. Als uw voorzitter wil ik dat dus ook hier bewaken. Niet met een opgeheven vinger, maar met een vaste hand en, waar passend, met humor.

Respect in het debat geldt voor iedereen, ook voor het kabinet. Ik vind dat onze gasten een warme ontvangst verdienen. Tegelijkertijd verdienen Kamerleden antwoorden op hun vragen. Hoewel de voorzitter geen garantie geeft op het gewenste antwoord, beschouw ik het wel als de taak van de Kamervoorzitter om te bewaken dat dit gesprek daadwerkelijk wordt gevoerd. Ook als dat betekent dat er ruimte gemaakt moet worden om door te vragen. Want hoewel de duur van de vergadering wel degelijk van belang is om op toe te zien, gaat de inhoud vóór.

Artikel 8.19 «Geen beroep op de Kamer» is een zwaarwegend artikel in ons reglement van orde. Het bepaalt dat de voorzitter in onze vergadering altijd het laatste woord heeft als het gaat om de manier waarop we met elkaar debatteren. Dat is een niet te onderschatten verantwoordelijkheid. Die van een voorzitter vraagt dat je weet wanneer je het reglement van orde strikt moet hanteren, of ruimte moet geven omdat dit de kwaliteit en het resultaat van het debat ten goede komt. Dat is wat de kiezer van ons mag verwachten, dat wij stappen zetten om tot oplossingen te komen die Nederland beter maken. En daarbij gaat het ook om de manier waarop wij dat debat met elkaar en het kabinet voeren. Ook daarvoor zijn wij als Kamer een voorbeeld voor de mensen in het land.

Een goed voorzitterschap rust ook op een sterke samenwerking met de ambtelijke organisatie. In mijn eerdere verantwoordelijkheid als politiek adviseur op twee ministeries heb ik leren werken in het krachtenveld tussen politiek en organisatie. Nu, als ondervoorzitter, heb ik inzicht gekregen in, en waardering voor de professionaliteit en betrokkenheid van de mensen die ons werk mogelijk maken. Politiek en organisatie kunnen niet zonder elkaar, maar dienen altijd respect te hebben voor elkaars rol en positie. Ik hecht eraan om die rolzuiverheid te benoemen, en beschouw het als mijn rol om die te bewaken en consistent door te bouwen aan de versterking van de ambtelijke organisatie.

Kamervoorzitter zijn stopt niet bij de patatbalie. Of dat nu via een journalist aan de kiezer is of rechtstreeks aan een schoolklas, de voorzitter heeft naar mijn mening altijd de taak om uit te leggen wat wij doen. En de voorzitter heeft een belangrijke rol om in binnen- en buitenland het belang en de bevordering van de democratie uit te dragen. Hoewel vrijwel niets zich met die rol laat vergelijken, heb ik in veertien jaar als volksvertegenwoordiger altijd gezocht naar die verbinding, dialoog en verantwoording.

Collegae, met trots, toewijding en oprechte liefde voor onze democratie wil ik als uw voorzitter bijdragen aan een Kamer die inhoudelijk sterk is, waardig opereert en waarin het debat, hoe scherp ook, hoffelijk en met respect wordt gevoerd. Graag licht ik mijn kandidatuur verder toe op uitnodiging in uw fracties of in het plenaire debat van dinsdag.

Met vriendelijke groet,

T. van Campen