[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Vermeer over het schrappen van de pseudo-eindheffing fossiele personenauto's en het verlagen van de mrb voor paardenvervoer en kampeerauto's

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)

Amendement

Nummer: 2025D46493, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-14 10:28, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36812 -25 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026).

Onderdeel van zaak 2025Z19842:

Preview document (šŸ”— origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2025-2026
36 812 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2026)
Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID Vermeer
Ontvangen 14 november 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel IV vervallen de aanhef alsmede de aanduiding ā€œAā€ voor het eerste onderdeel en in dat onderdeel wordt ā€œInā€ vervangen door ā€œIn de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2027 inā€. Voorts wordt ā€œeerste lid, wordtā€ vervangen door ā€œeerste lid,ā€.

II

Artikel IV, onderdeel B, vervalt.

III

Artikel IV, onderdeel C, vervalt.

IV

Artikel VI vervalt.

V

Artikel IX vervalt.

VI

Artikel XVIII komt te luiden:

ARTIKEL XVIII

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 vervalt met ingang van 1 januari 2028 artikel 30, eerste lid, onderdelen b en c.

VII

Artikel XXXII vervalt.

VIII

Artikel XXXVII komt te luiden:

ARTIKEL XXXVII

Het Belastingplan 2024 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel III vervalt.

B

Artikel IX vervalt.

C

Artikel XX wordt als volgt gewijzigd:

  1. In de in onderdeel B, eerste lid, opgenomen wijziging van artikel 23a, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt ā€œde helftā€ vervangen door ā€œ40,40 percentā€.

2. Onderdeel E komt te luiden:

E

In artikel 30, eerste lid, wordt ā€œeen kwartā€ vervangen door ā€œ25 percentā€.

IX

Na artikel XLVII wordt een artikel ingevoegd, luidende

ARTIKEL XLVIIA

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 april 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026) tot wet is of wordt verheven, en artikel IX van die wet eerder in werking treedt dan deze wet wordt artikel 222, derde lid, onderdelen b en c, van de Provinciewet als volgt gewijzigd:

b. dit tarief voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;

c. dit tarief voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 april 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026) tot wet is of wordt verheven, en artikel IX van die wet later in werking treedt dan deze wet komt artikel IX van die wet te luiden:

ARTIKEL IX

In de Provinciewet komt artikel 222, derde lid, onderdelen b en c, te luiden:

b. dit tarief voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;

c. dit tarief voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;.

X

Artikel XLVIII komt te luiden:

ARTIKEL XLVIII

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 april 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026) tot wet is of wordt verheven, en artikel XII van die wet eerder in werking treedt dan deze wet komen de in artikel XIX, tweede lid, van Overige fiscale maatregelen 2018 opgenomen wijziging van artikel 222, derde lid, onderdeel a, onder 1°, onder 2° en onder 3° van de Provinciewet te luiden:

1°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;

2°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat lid;

3°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 april 2025 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2026) tot wet is of wordt verheven, en artikel XII van die wet later in werking treedt dan deze wet komt de in die wet in artikel XII, onderdeel B, in de in artikel XIX, tweede lid, van Overige fiscale maatregelen 2018 opgenomen wijziging van artikel 222, derde lid, onderdeel a, onder 1°, onder 2° en onder 3° van de Provinciewet te luiden:

1°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel;

2°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat lid;

3°. dit tarief voor een motorrijtuig als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt vermenigvuldigd met het percentage, genoemd in dat artikel.

XI

In artikel L, eerste lid, onderdeel g, wordt ā€œartikelen III en IXā€ vervangen door ā€œartikelen III, IX en XXā€.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de in het wetsvoorstel opgenomen maatregel om per 1 januari 2027 een pseudo-eindheffing voor fossiele personenauto’s in te voeren, niet langer onderdeel uitmaakt van het wetsvoorstel. In samenhang daarmee vervallen ook de bijbehorende bepalingen met betrekking tot het overgangsrecht en de evaluatie.

Met dit amendement wordt teruggedraaid dat het kwarttarief voor paardenvervoer vervalt met ingang van 1 januari 2026 (Belastingplan 2024). Dit kwarttarief blijft in de Wet MRB 1994 en in de provinciale opcenten behouden. Daarnaast wordt de verhoging van de motorrijtuigenbelasting voor kampeerauto's – van een kwarttarief naar een halftarief – deels teruggedraaid (eveneens Belastingplan 2024). De korting voor particuliere kampeerauto’s alsmede voor bedrijfsmatige verhuur van kampeerauto’s wordt vastgesteld op 59,60 procent. De houders van die kampeerauto’s betalen dus 40,40 procent van het reguliere tarief.

De maatregelen in de motorrijtuigenbelasting gelden ook voor de provinciale opcenten. Daarmee is de samenhang tussen het rijksdeel en de provinciale heffing in de mrb gewaarborgd. Van belang is dat de provinciale opcenten worden geheven als een percentage over het rijksdeel van de mrb. In de systemen van de Belastingdienst werkt een wijziging in het rijksdeel daardoor automatisch door in de opcenten. De systemen staan het niet toe om het opcentendeel afzonderlijk te behandelen. De derving die hiervan het resultaat is voor de provincies zal volledig worden gecompenseerd. Dit gebeurt omdat provincies geen invloed hebben op de rijksmaatregel en, bij ongewijzigd provinciaal beleid, financieel nadeel zouden ondervinden van een besluit dat buiten hun beleidsruimte ligt. Er moeten daarom middelen worden overgeboekt naar het Provinciefonds ter compensatie van de derving. Dit bedraagt € 10 miljoen in 2026, € 9 miljoen in 2027-2028 en vanaf 2029 structureel € 8 miljoen.

Onderdeelsgewijze toelichting

Onderdeel VI

In het Belastingplan 2024 is geregeld dat het kwarttarief van paardenvervoer in de motorrijtuigenbelasting vervalt met ingang van 1 januari 2026. In het Belastingplan 2026 is voorgesteld met ingang van 1 januari 2028 de laatste kwarttarieven in de motorrijtuigenbelasting te beĆ«indigen, namelijk voor bestelauto’s die worden gehouden door een kermis- of circusexploitant en voor bestelauto’s die worden gebruikt voor het vervoer van kermis- of circusbenodigdheden. Derhalve is in artikel XVIII van het Belastingplan 2026 voorgesteld om artikel 30 Wet MRB 1994 te laten vervallen.

Dit amendement stelt voor het kwarttarief voor paardenvervoer te handhaven. Het kwarttarief voor paardenvervoer is thans geregeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel f, Wet MRB 1994. Vanwege dit amendement dient daarom niet langer met ingang van 1 januari 2028 geheel artikel 30 Wet MRB 1994 te vervallen. Er wordt volstaan met het schrappen van het eerste lid, onderdelen b en c, van dat artikel. Het onderdeel f van dat artikel (paardenvervoer) blijft bestaan.

Onderdeel VII

In het Belastingplan 2026 is in artikel XXIII voorgesteld om de kwarttarieven te schrappen uit de provinciale opcenten met ingang van 1 januari 2028. De reden daarvan is dat op dat moment alle kwarttarieven zijn beƫindigd voor het rijksdeel van de motorrijtuigenbelasting (artikel 30 Wet MRB 1994). Met dit amendement wordt echter voorgesteld om het kwarttarief te behouden voor motorrijtuigen die worden gebruikt voor het vervoer van paarden. Dit kwarttarief moet ook doorwerken in de provinciale opcenten. Derhalve moet het stelsel van kwarttarieven in de Provinciewet behouden blijven.

Onderdeel VIII

Artikel XX, onderdeel B, van het Belastingplan 2024 regelt dat het kortingstarief voor kampeerauto’s wordt verlaagd van 75 procent naar 50 procent met ingang van 1 januari 2026. Met dit amendement wordt voorgesteld het kortingstarief voor kampeerauto’s opnieuw vast te stellen. In plaats van de voorziene verhoging naar een halftarief wordt het kortingspercentage vastgesteld op 59,60 procent van het reguliere tarief. De houders van deze kampeerauto’s betalen dus 40,40 procent van het reguliere tarief.

Het huidige artikel 23a bevat tevens een onderscheid tussen kampeerauto’s die bedrijfsmatig worden verhuurd en kampeerauto’s die niet-bedrijfsmatig worden verhuurd. In het Belastingplan 2024 is voorgesteld dit onderscheid op te heffen met het oog op de eenvoud en uitvoerbaarheid van regelgeving. Dit amendement gaat daarin mee. Bedrijfsmatig verhuurde kampeerauto’s zijn daarmee, net als niet-bedrijfsmatig verhuurde kampeerauto’s (particulieren) 40,560 procent verschuldigd van het reguliere tarief

Artikel XX, onderdeel E, van het Belastingplan 2024 regelt dat het kwarttarief voor motorrijtuigen die worden gebruikt voor het vervoer van paarden vervalt met ingang van 1 januari 2026. Met dit amendement wordt voorgesteld dit kwarttarief te behouden. Door het schrappen van artikel XX, onderdeel E, van het Belastingplan 2024 blijft artikel 30, eerste lid, onderdeel f, Wet MRB 1994 ongewijzigd. Dit betekent dat het kwarttarief voor motorrijtuigen die worden gebruikt voor het vervoer van paarden behouden blijft.

Er wordt verder voorgesteld de redactie van halftarieven en kwarttarieven in de Wet MRB 1994 aan te passen in percentages van 50 procent respectievelijk 25 procent. Dat maakt het mogelijk om in de korting voor de provinciale opcenten – die gelijk moet zijn aan het rijksdeel – dynamisch te verwijzen naar het percentage dat in de Wet MRB 1994 is genoemd.

Onderdeel IX

De Fiscale verzamelwet 2026 bevat een voorstel waardoor in de provinciale opcenten alle kampeerauto’s een halftarief krijgen en het kwarttarief voor paardenvervoer vervalt. Dit onderdeel van het amendement maakt deze wijziging ongedaan. Kampeerauto’s krijgen een korting van 59,60 procent. Zij zijn dus 40,40 procent verschuldigd van het reguliere tarief. Voor paardenvervoer geldt een korting van 75 procent in de provinciale opcenten. Zij zijn dus 25 procent verschuldigd van het reguliere tarief.

Onderdeel X

De Fiscale verzamelwet 2026 bevat een voorstel om de redactie van artikel 222 van de Provinciewet te verbeteren. Als gevolg van dit amendement, moet dit voorstel er rekening mee houden dat voor paardenvervoer een kwarttarief blijft gelden. Kampeerauto’s krijgen een korting van 59,60 procent. Zij zijn dus 40,40 procent verschuldigd van het reguliere tarief. Dit wordt met dit onderdeel van het amendement geregeld. Er wordt tevens voorgesteld voor de kortingspercentages voor de provinciale opcenten dynamisch te verwijzen naar het kortingspercentage voor het rijksdeel in de Wet MRB 1994.

Onderdeel XI

Met dit onderdeel wordt de volgorde van inwerkingtreding geregeld tussen het Belastingplan 2026 en 2024, voor wat betreft de wijzigingen van de motorrijtuigenbelasting per 1 januari 2026. Eerst moet het Belastingplan 2026 worden toegepast – tot wijziging van het Belastingplan 2024. Daarna wordt het Belastingplan 2024 toegepast – tot wijziging van de Wet MRB 1994.

Vermeer