Geannoteerde Agenda Telecomraad 5 december 2025
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2025D46913, datum: 2025-11-18, bijgewerkt: 2025-11-18 13:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Call for Evidence EU Delivery Act
- Beslisnota bij Kamerbrief over geannoteerde Agenda Telecomraad 5 december 2025
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-1165 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2025Z19958:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-11-27 14:00: Telecomraad (Formeel) d.d. 5 december 2025 (Commissiedebat), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-12-03 11:00: Procedurevergadering Digitale Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 5 december 2025 vindt de formele Telecomraad plaats in Brussel. De minister van Economische Zaken zal aan deze Raad deelnemen. In deze brief vindt u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Eddie van Marum
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Raadsconclusies EU Competitiveness in the Digital Decade
Conclusies
Tijdens de Telecomraad zullen de Raadsconclusies EU Competitiveness in the Digital Decade worden aangenomen. Via raadsconclusies maken EU-Lidstaten richting de Commissie hun gezamenlijke politieke standpunt of positie op een bepaald onderwerp kenbaar. In dit geval, dienen de raadsconclusies onder meer om richting te geven aan de Europese Commissie ten aanzien van de aanstaande evaluatie en mogelijke aanpassing van het Europese beleidsprogramma ‘Het Digitale Decennium’ (Digital Decade). In 2023 is het Europese beleidsprogramma voor het digitale decennium gestart. Binnen dit programma hebben de EU-lidstaten en de Europese Commissie zich gecommitteerd aan ambitieuze doelstellingen en streefcijfers op het gebied van digitalisering voor 2030. Deze doelstellingen zien met name toe op het verbeteren van de digitale vaardigheden van burgers en de beroepsbevolking, het versterken van de digitale infrastructuur en het aanjagen van de digitale transformatie van het bedrijfsleven en de publieke dienstverlening. De raadsconclusies reflecteren in grote mate de nationale positie gericht op toekomstbestendig digitaal beleid. De nadruk van de raadsconclusies ligt op het verbeteren van de digitale concurrentiekracht van de Europese Unie. Hierbij is het stimuleren van een aantal sleuteltechnologieën zoals AI, cloud, data, halfgeleiders en kwantum van belang. Daarnaast focussen de raadsconclusies op het beperken van regeldruk en de noodzaak om Europese wetgeving te simplificeren.
Nederlandse positie
Het kabinet verwelkomt de komende herziening van het beleidsprogramma gezien de snelle digitale en geopolitieke ontwikkelingen. De extra aandacht voor regeldruk voor bedrijven en overheden en voor simplificatie van het digitale acquis is positief.
Krachtenveld
De raadconclusies liggen ter goedkeuring voor in de Telecomraad op 5 december. De vast te stellen raadsconclusies vormen een goede basis voor de herziening van het beleidsprogramma ‘Het Digitale Decennium’. Naar de verwachting van dit moment zullen alle lidstaten instemmen met de Raadconclusies. De Kamer wordt via het verslag van de Telecomraad geïnformeerd over de definitieve raadsconclusies.
Beleidsdebat over regeldrukvermindering en digitalisering
Beleidsdebat
Tijdens de Telecomraad zal er een beleidsdebat plaatsvinden met als onderwerp ‘vereenvoudiging en digitalisering: verlagen van lasten voor bedrijven in het digitale domein’. Dit debat wordt georganiseerd naar aanleiding van het Digital Package (digitaal pakket). De Commissie zal naar verwachting 19 november a.s. dit pakket presenteren. Het pakket zal de plannen van de Commissie bevatten voor het versimpelen van digitale wetgeving en het verlagen van de regeldruk van deze wetgeving. Het pakket zal naar verwachting bestaan uit een voorstel voor een omnibus (een pakket met voorstellen voor gerichte wijzigingen van EU-wetgeving om regeldruk te verminderen), een wetgevend voorstel voor de European Business Wallet en een Fitness Check van het digitale acquis. In het beleidsdebat zal gevraagd worden naar de belangrijkste problemen om te adresseren in de Fitness Check van het digitale acquis en naar de belangrijkste maatregelen en tools voor de implementatie en handhaving van digitale wetgeving om de lasten voor bedrijven en autoriteiten te verlagen.
Nederlandse positie
Nederland ondersteunt het principe van omnibusvoorstellen als middel om regeldruk te verlagen, wetgeving te stroomlijnen en uitvoerbaarheid te verbeteren. Tegelijkertijd wijst Nederland de Commissie op het belang van het uitvoeren van gedegen impact assessments en het belang van het overeind houden van de doelen van wet- en regelgeving. Ten aanzien van het door de Commissie gepresenteerde Digitale Pakket, zal uw Kamer worden geïnformeerd via de gebruikelijke BNC-routes. Zoals ook aangegeven in het non-paper dat het kabinet over regeldruk in het digitale acquis met uw Kamers deelde op 12 november jl., vindt het kabinet het belangrijk dat er met het digitale pakket een gecoördineerd initiatief komt om regeldruk van digitale wetgeving te verlagen, terwijl de doelen van de digitale wetgeving overeind blijven.1 Tevens is belangrijk voor het kabinet dat de cumulatieve effecten van de digitale wetgeving worden geanalyseerd en daarbij de consistentie en samenhang van de wetgeving verbeterd worden zonder afbreuk te doen aan de bescherming van grondrechten, o.a. via de AVG.
Ten aanzien van de AVG geldt dat deze verordening is ontworpen om verwerkingen van persoonsgegevens mogelijk te maken die, gelet op de bescherming van het grondrecht op gegevensbescherming, legitiem en proportioneel zijn.2 Daarbij geldt als uitgangspunt dat de nalevingslast voor een verwerkingsverantwoordelijke in verhouding staat tot de risico’s die een gegevensverwerking met zich meebrengt voor de fundamentele rechten van betrokkenen.3 Toch ervaren met name kleinere marktdeelnemers, zoals het mkb, de naleving van de AVG vaak als complex. In dit licht ziet het kabinet nog ruimte voor betere uitleg over de toepassing van de AVG. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de onafhankelijk opererende toezichthouders, bijvoorbeeld door praktische richtsnoeren te publiceren en duidelijkheid te geven wanneer er bijvoorbeeld geen DPIA (data protection impact assessment) is vereist, om op die manier zorgen over de naleving van de AVG weg te nemen. 4
Het kabinet onderschrijft tevens het belang van praktische tools en ondersteuning om de regeldruk te verlagen. Toezichthouders en de Europese samenwerkingsverbanden tussen toezichthouders, zoals de Europese raad voor Gegevensbescherming (EDPB) hebben hier een belangrijke rol in. Daarnaast is het belangrijk dat toezichthouders voortvarend blijven werken aan de ontwikkeling van richtsnoeren en andere praktische tools om naleving van de regelgeving te vergemakkelijken.
Het kabinet ziet stroomlijning van bepaalde rapportageverplichtingen en formats onder cyberwetgeving, door middel van harmonisatie van definities en drempelwaarden, als een grote kans om de administratieve lasten voor bedrijven te verlagen. Ten aanzien van centralisatie van rapportageverplichtingen op Europees niveau ziet het kabinet juridische en praktische uitdagingen. Het kabinet zal daarom kritisch beoordelen of voorstellen hieromtrent de regeldruk voor rapportageverplichtingen effectief verminderen, en of de uitsluitende verantwoordelijk die lidstaten hebben voor nationale veiligheid wordt geborgd. Hierbij benadrukt het kabinet het belang van het behoud van rapportagestructuren en bijbehorende dienstverlening op nationaal niveau.
Krachtenveld
De steun voor vereenvoudiging in het digitale domein is breed in de Raad. Verschillende lidstaten geven hierbij in lijn met Nederland aan dat hierbij ook moet worden gekeken naar het eenvoudiger maken van het voldoen aan de regels in de praktijk, stroomlijnen van definities en versterken van de samenwerking tussen toezichthouders.
Beleidsdebat over het vergroten van weerbaarheid tegen cyberaanvallen
Beleidsdebat
In besloten, vertrouwelijke setting zal de Raad spreken over het versterken van de weerbaarheid van de EU tegen cyberaanvallen. EU-Lidstaten zal worden gevraagd geleerde lessen over het optreden tegen cyberaanvallen te delen. Ook zal worden gesproken over hoe cybersecurity beter geïntegreerd kan worden in digitaal beleid en in de bredere EU-aanpak ten aanzien van weerbaarheid en paraatheid.
Nederlandse positie
Geleerde lessen
In de Nederlandse Cybersecurity Strategie stelt het kabinet dat het vermogen van organisaties om te reageren, herstellen en leren van cyberincidenten moet worden vergroot. Om dit te realiseren heeft het kabinet op nationaal niveau al stappen gezet om samenwerkingen ten tijde van (grootschalige) cyberaanvallen te versterken. Ook op Europees niveau dragen verschillende initiatieven hieraan bij. Waar relevant zal het kabinet geleerde lessen naar aanleiding van het Landelijk Crisis Plan Digitaal (LCP-D) en de grootschalige cyberoefening ISIDOOR IV dan ook opbrengen in de Raad. Het kabinet onderschrijft de meerwaarde die het leren van andere landen met betrekking tot (grootschalige) cyberincidenten heeft. Daarom zal het kabinet waar mogelijk en relevant geleerde lessen van voorgaande cyberincidenten in Nederland delen in de Raad.
Integratie van cybersecurity in de digitale transformatie
Organisaties kunnen bijna niet meer onafhankelijk functioneren in het (digitale) ecosysteem vanwege de verwevenheid van processen, systemen en netwerken. Deze afhankelijkheden leiden uiteindelijk tot een groot en groeiend potentieel aanvalsoppervlak voor kwaadwillende actoren, en aldus een grotere kans op uitval. Toepassing van het principe van cybersecurity-by-design is essentieel om de veiligheid van toeleveringsketens en daarmee de weerbaarheid van het gehele digitale domein te verhogen. De reeds ontwikkelde (cyber)wet- en regelgeving zoals de CRA en NIS2 hanteren bovengenoemde principes en zullen de cyberweerbaarheid binnen de verschillende sectoren sterk verhogen. Vanwege de toenemende complexiteit binnen het (digitale) landschap acht het kabinet om deze reden belangrijk dat er dynamische instrumenten worden geïntroduceerd om risico’s te mitigeren. Zo heeft het kabinet een maatregel opgenomen die de vakminister de bevoegdheid geeft om - in een uiterst geval – bij een NIS2 organisatie een digitaal product en dienst te verbieden als er risico’s voor de nationale veiligheid zijn. Daarnaast onderstreept het kabinet het belang van nationale en Europese investeringen in cybersecurity-innovatie om de digitale sector te ondersteunen bij het toepassen van cybersecurity-by-design en het verbeteren van de weerbaarheid op langere termijn. De Nationale Technologiestrategie (NTS) voorziet daarom in doelstellingen om cybersecurity een geïntegreerd onderdeel te maken in alle sectoren van de economie. Ook draagt het kabinet actief bij aan de uitvoering van nationale en EU-brede risicoanalyses om effectieve (mitigerende) maatregelen te formuleren.
Brede weerbaarheid en paraatheid
Het kabinet heeft middels de brief aan de Kamer van 6 december 2024 een maatschappij-brede aanpak geïntroduceerd om de weerbaarheid van Nederland tegen militaire en hybride dreigingen te versterken. De aanpak ziet onder meer op het fysiek én digitaal beschermen van vitale processen, door onverminderd in te zetten op het uitvoeren van de Nederlandse Cybersecurity Strategie. Hiermee benadrukt het kabinet dat digitale weerbaarheid een belangrijk onderdeel is van de bredere weerbaarheidsopgave. Omdat cyberaanvallen ook fysieke gevolgen kunnen hebben, is het belangrijk dat organisaties passende maatregelen nemen. Dit gebeurt onder andere op basis van risicobeoordelingen en wettelijke kaders, zoals de Cyberbeveiligingswet waarbij entiteiten maatregelen dienen te nemen met als doel de continuïteit van de dienstverlening te borgen. Gelet op het grensoverschrijdende karakter van cyberaanvallen zet het kabinet zich vanuit de weerbaarheidsopgave actief in bij de verschillende Europese gremia en samenwerkingsverbanden die tot doel hebben de (digitale) weerbaarheid in de EU te vergroten, ook waar het gaat om de mogelijke fysieke gevolgen van cyberaanvallen.
Krachtenveld
Voor veel EU-lidstaten is het uitwisselen van geleerde lessen over (grootschalige) cyberaanvallen waardevol en is het stimuleren van een integrale benadering van digitale weerbaarheid via de bestaande Europese cybersecuritygremia en -initiatieven van belang.
Diversenpunten
Tijdens de Raad wordt bij de diverse punten over een aantal onderwerpen informatie gedeeld, waaronder over het voorstel voor de Europese ‘Business Wallet’, een vooruitblik op het werkprogramma van het aanstaande Cypriotische voorzitterschap, en ontwikkelingen op het gebied van digitale soevereiniteit. Tevens zal hier informatie gegeven worden over ‘roam-like-at home voor Oekraïne en Moldavië en de uitkomsten van de informele Telecomraad van 9 oktober jl.. Hierover zal ik u via het verslag van deze telecomraad nader informeren.
Call for evidence EU Delivery Act
In haar horizontale interne-marktstrategie van mei 2025 kondigt de Europese Commissie (hierna: Commissie) een EU Delivery Act. U bent over de strategie geïnformeerd via een BNC-fiche.5 Gelet op het Commissiewerkprogramma voor 20266 is de Commissie voornemens om in het derde kwartaal van 2026 een voorstel voor genoemde EU Delivery Act te presenteren. Genoemde Act moet de huidige Postrichtlijn en Pakketverordening vervangen. Recent heeft de Commissie een verzoek om input gedaan, een zogeheten call for evidence. Het kabinet heeft hierop gereageerd en gepleit voor inzet op minder regels en meer flexibiliteit voor lidstaten, zonder dat er nieuwe belemmeringen op de interne markt ontstaan. Verder gaf het aan geen voorstander te zijn van een regulering van de pakketmarkt, omdat deze al voorziet in voldoende aanbod van hoge kwaliteit tegen concurrerende prijzen.
Tot slot gaf het kabinet aan geen meerwaarde te zien in specifieke regels voor de postsector over arbeidsomstandigheden en duurzaamheid. Arbeidsomstandigheden zijn een bevoegdheid van lidstaten en horizontale regels voldoen wat betreft duurzaamheid. Met deze inzet blijft er ruimte voor een markt-gedreven transitie van de postmarkt. Ter voorbereiding op de presentatie van de EU Delivery Act zal de Commissie op een later moment nog een consultatie houden.
Kamerstuk 2025D46262. Non-paper on reducing the regulatory burden of the digital rulebook. (Bijlage bij Verslag van de Informele Telecomraad van 9 en 10 oktober 2025).↩︎
Artikel 1 AVG.↩︎
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad ‘Tweede Verslag over de Toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming’ (COM(2024) 357 final van 25 juli 2024.↩︎
Vgl. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad ‘Tweede Verslag over de Toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming’ (COM(2024) 357 final van 25 juli 2024.↩︎
Kamerstukken II 2024-2025, 22112, nr. 4096↩︎
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX%3A52025DC0870&qid=1761126156157↩︎