[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Ceder over voorhang van de algemene maatregelen van bestuur waarbij de kerndoelen worden vastgesteld

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de herziening van de wettelijke grondslagen van de kerndoelen met focus op lezen, schrijven en rekenen (Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen)

Amendement

Nummer: 2025D46924, datum: 2025-11-18, bijgewerkt: 2025-11-18 10:41, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36699 -10 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de herziening van de wettelijke grondslagen van de kerndoelen met focus op lezen, schrijven en rekenen (Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen).

Onderdeel van zaak 2025Z19962:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2025-2026
36 699 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de herziening van de wettelijke grondslagen van de kerndoelen met focus op lezen, schrijven en rekenen (Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen)
Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID Ceder
Ontvangen 18 november 2026
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

13. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

20. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

Aan artikel II, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

9. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

12. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

III

Aan artikel II, onderdeel C, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

9. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

15. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

IV

Aan artikel III, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

9. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

12. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

V

Aan artikel III, onderdeel C, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

12. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

14. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

VI

Aan artikel III, onderdeel D, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

10. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

13. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

VII

Artikel IV, onderdeel C, komt te luiden:

C

In artikel 13.1, eerste lid, wordt na “krachtens” ingevoegd “artikel 2.13, eerste lid,”.

Toelichting

Dit amendement regelt dat onderhavig wetsvoorstel wordt aangevuld met een voorhangprocedure voor de algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) waarmee de kerndoelen worden vastgesteld. Op deze manier blijft parlementaire betrokkenheid bij het vastleggen van de kerndoelen beter gewaarborgd.

In de huidige Wet voortgezet onderwijs 2020 bestaat thans een (zware) nahangprocedure voor de AMvB waarmee de kerndoelen worden vastgesteld. Na advies van de Raad van State om “de keuze voor handhaving van deze variant van het waarborgen van parlementaire betrokkenheid te heroverwegen”, koos de regering ervoor om deze te schrappen. De regering licht echter niet toe waarom er niet voor bijvoorbeeld een (lichte) voorhangprocedure is gekozen. Indiener begrijpt de keuze om de nahangprocedure te schrappen, maar vindt formele parlementaire betrokkenheid bij het vaststellen van de AMvB’s waarmee de kerndoelen worden vastgesteld voor alle sectoren belangrijk. Het vaststellen van de kerndoelen raakt immers aan de vrijheid van inrichting, zeker nu met het wetsvoorstel ook mogelijk wordt gemaakt om uitwerkingen van kerndoelen vast te kunnen stellen. Het is dan van belang dat het parlement vroegtijdig inzage krijgt in de concrete kerndoelen en uitwerkingen en daar zijn oordeel over kan vormen.

Ceder