Tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD 11/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2025D47390, datum: 2025-11-19, bijgewerkt: 2025-11-20 09:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2025-11-19 10:15: Tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD 11/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Arbeidsmigratie
Arbeidsmigratie
Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmigratie (CD d.d.
11/09).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmigratie. Ik heet de leden
van de Kamer van harte welkom, evenals de minister in vak K. Ik nodig
graag de eerste spreker van de zijde van de Kamer uit. Dat is de heer
Neijenhuis van de fractie van D66. Gaat uw gang.
De heer Neijenhuis (D66):
Voorzitter, dank u wel. Normaal begin je een tweeminutendebat met een
reflectie op het commissiedebat, maar deze mooie portefeuille heb ik
overgenomen van mijn collega Anne-Marijke Podt. Laat ik dus in ieder
geval haar dank overbrengen voor het fijne, constructieve debat van
enkele maanden geleden. Er waren nog wel twee punten die om een
uitspraak van de Kamer vragen.
De eerste gaat over de kennismigrantenregeling. Deze wordt aangescherpt
en daar zijn we niet per se op tegen, maar het is wel een hele botte
bijl. Niet voor niets roept een gigantische coalitie aan essentiële
bedrijven op om dit niet te doen. Het leidt er bijvoorbeeld toe dat we
mogelijk geen engineers meer uit Zuid-Afrika kunnen halen, terwijl deze
cruciaal zijn voor het oplossen van de problemen op ons overbelaste
stroomnet. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat grip op arbeidsmigratie vraagt om kritisch te kijken
naar de kennismigrantenregeling, maar de gekozen aanscherping van het
salariscriterium een botte bijl is;
verzoekt de regering om tot een slimmere aanpassing van de
kennismigrantenregeling te komen dan het salariscriterium, bijvoorbeeld
door te selecteren op basis van het belang voor maatschappelijke
transities, tekortsectoren, en sectoren die substantieel bijdragen een
het toekomstig verdienvermogen van Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Neijenhuis en
Martens-America.
Zij krijgt nr. 172 (29861).
De heer Neijenhuis (D66):
Dan de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat veel EU-arbeidsmigranten wel een RNI-inschrijving
hebben maar geen zorgverzekering, terwijl dit op basis van een
RNI-inschrijving en loonstrook mogelijk is;
constaterende dat de evaluatie van de BRP-wijziging over de
gemeentelijke plicht tot inschrijving op een briefadres nog niet met de
Kamer is gedeeld;
verzoekt de regering deze evaluatie alsnog direct aan de Kamer te
sturen, de uitkomsten met BZK te duiden en samen met VNG en ZN een
verbeterplan op te stellen voor betere toegang tot en behoud van een
zorgverzekering;
verzoekt de regering bij een RNI-inschrijving actief te wijzen op de
verzekeringsplicht, begrijpelijke informatie te verstrekken over het
afsluiten van een zorgverzekering en waar nodig ondersteuning te
bieden;
verzoekt de regering met Zorgverzekeraars Nederland inzichtelijk te
maken hoeveel mensen met een RNI-inschrijving in 2025 een
zorgverzekering hebben, hiervoor een monitoringsysteem in te richten, en
de Kamer hierover eind 2025 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Neijenhuis.
Zij krijgt nr. 173 (29861).
De heer Neijenhuis (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag mevrouw Martens-America uit van de
fractie van de VVD voor haar bijdrage. Gaat uw gang.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Dank, voorzitter. Ik heb wel een hele korte reflectie. Ik sluit me aan
bij de woorden van de heer Neijenhuis. Ook de VVD-fractie heeft begrip
voor het aanscherpen omdat er ook grip moet komen op arbeidsmigratie.
Maar we hebben ook grote zorgen, die ook door het bedrijfsleven zijn
gedeeld. Daarom heb ik de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat kennismigratie cruciaal is voor het behoud en het
versterken van de concurrentiepositie van Nederland, maar dat er
tegelijkertijd keuzes moeten worden gemaakt om die kennismigranten naar
Nederland te halen waar de samenleving wat aan heeft;
constaterende dat het kabinet een aanscherping van de
kennismigrantenregeling heeft verkend, waarin als belangrijkste
maatregel een aanscherping van het looncriterium wordt genoemd;
overwegende dat deze aanscherping start- en scale-ups onevenredig hard
treft, met name omdat zij vaak niet in staat zijn om werknemers het loon
te betalen dat nodig is om in aanmerking te komen voor de
kennismigrantenregeling;
verzoekt het kabinet om bij de uitwerking van de maatregelen de
verhoging van het looncriterium opnieuw te bezien, en daarbij ook
rekening te houden met de gevolgen voor start- en scale-ups,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Martens-America en
Neijenhuis.
Zij krijgt nr. 174 (29861).
Mevrouw Martens-America (VVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan nodig ik graag mevrouw Tseggai van de fractie
GroenLinks-Partij van de Arbeid uit voor haar bijdrage.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik kan niet reflecteren op het
commissiedebat. Ik vervang namelijk mijn collega Patijn, die de
diploma-uitreiking van haar dochter heeft. Vanaf deze plek:
gefeliciteerd daarmee. Wij hebben één motie, over onderwijs voor
kinderen van arbeidsmigranten. Die luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in 2021 bijna 60.000 kinderen van EU-arbeidsmigranten
in Nederland waren en zij behoefte hebben aan een onderwijsvorm waarin
zij eerst de Nederlandse taal kunnen leren;
constaterende dat scholen met veel kinderen van Oost-Europese
arbeidsmigranten, die voorheen veel kinderen uit Turkije en Noord-Afrika
hadden, in de afgelopen jaren soms bijna de helft van het OA-geld voor
begeleiding van leerlingen met een achterstand hebben moeten inleveren,
terwijl deze kinderen minimaal dezelfde behoefte aan extra begeleiding
hebben;
verzoekt de regering om voor de begrotingsbehandeling SZW met een
voorstel te komen om de scholen met kinderen van arbeidsmigranten te
helpen om passende ondersteuning te bieden en de druk op scholen te
verlichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Tseggai en Patijn.
Zij krijgt nr. 175 (29861).
Dank u wel. Dan zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. De minister heeft aangegeven vijf minuten nodig te hebben om de appreciatie van de moties voor te bereiden, dus ik schors voor vijf minuten.
De vergadering wordt van 10.20 uur tot 10.23 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat
Arbeidsmigratie. Wij zijn toegekomen aan de appreciatie van de moties.
Ik geef graag de minister het woord.
Minister Paul:
Voorzitter, dank. Ik begin met de motie op stuk nr. 172, van de heer
Neijenhuis van D66, mede namens de VVD. Die motie kan ik oordeel Kamer
geven met de volgende interpretatie. Als ik de motie zo mag lezen dat we
bij de uitwerking van de maatregelen nog eens goed kijken naar de
verhoging van het salariscriterium, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven.
De ideeën die zijn gewisseld tijdens het debat, maar ook alle geluiden
en zorgen die breder vanuit de samenleving zijn gekomen, vanuit allerlei
stakeholders, neem ik serieus. Die neem ik dus mee wanneer ik nog eens
naar dat criterium ga kijken. Voor mij blijven de uitvoerbaarheid en de
handhaafbaarheid van de regeling wel heel belangrijk. Maar volgens mij
willen we hetzelfde, want ik vind het ongelofelijk belangrijk dat we
blijven werken aan een goed vestigingsklimaat hier in Nederland en dat
we niet de mensen die we heel hard nodig hebben, wegjagen. Dus met die
kanttekening: oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener. Die knikt. Dan krijgt de motie op stuk
nr. 172 de appreciatie oordeel Kamer.
Minister Paul:
De motie op stuk nr. 173, van de heer Neijenhuis van D66, moet ik het
oordeel "ontijdig" geven. Dat heeft ermee te maken dat het ministerie
van VWS samen met uiteenlopende partijen druk bezig is om de
onverzekerdheid onder arbeidsmigranten terug te dringen. Er lopen een
verkenning en een onderzoek. In het onderzoek wordt expliciet meegenomen
welke aanvullende maatregelen er eventueel mogelijk zijn. Deze motie
roept dus eigenlijk op tot iets waar we mee bezig zijn, althans een
ander ministerie is daarmee bezig. Uw Kamer ontvangt hierover in het
eerste kwartaal van 2026 een brief van VWS. De motie van de heer
Neijenhuis loopt hier eigenlijk op vooruit. Ik vraag hem dus eigenlijk
de motie aan te houden.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de indiener.
De heer Neijenhuis (D66):
VWS is inderdaad al bezig. Alleen, VWS is volgens mij al heel lang bezig
op het gebied van onverzekerden. Ik snap dat er een onderzoek loopt,
maar dit zijn wel quick wins, waar je morgen mee zou kunnen beginnen. Ik
ben een beetje bang dat het wel erg lang gaat duren als we tot het
eerste kwartaal van 2026 wachten op een onderzoek en dan pas een keer in
actie moeten gaan komen. Dit zijn volgens mij dingen waar je morgen mee
zou kunnen beginnen. Ik ga de motie niet aanhouden en zou de minister
toch in overweging willen geven om ermee aan de slag te gaan.
De voorzitter:
Het is aan de indiener om 'm in te dienen of aan te houden. Ik heb het
vermoeden dat de indiener 'm gaat indienen. Dan hoor ik wel graag de
appreciatie van de minister.
Minister Paul:
Dan moet ik 'm ontraden. Even voor de goede orde: het zou heel goed zo
kunnen zijn dat een aantal maatregelen die in de motie worden genoemd,
terugkomen in het onderzoek en dat daarop geacteerd wordt. Maar het zou
ook zo kunnen zijn dat met reden wordt besloten dat andere maatregelen
passender zijn. Ik vind het niet goed om daarop vooruit te lopen.
Vandaar het oordeel "ontijdig". Als de motie wordt ingediend, moet ik 'm
ontraden.
De voorzitter:
Dan blijft de appreciatie "ontijdig".
Minister Paul:
Ja, sorry.
De voorzitter:
Het was voor mij misschien ook een beetje vroeg na de dag van gisteren.
Excuus. De appreciatie blijft "ontijdig".
Minister Paul:
Voorzitter. Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 174, van mevrouw
Martens-America, aanbeland. Die motie kan ik oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 174 krijgt oordeel Kamer.
Minister Paul:
Tot slot de motie van mevrouw Tseggai, van GroenLinks-PvdA, over
kinderen van arbeidsmigranten. Ik weet dat mevrouw Tseggai het debat
niet heeft gevoerd, maar ik heb in het debat aangegeven dat dit
onderwerp bij het ministerie van OCW hoort. OCW kijkt op dit moment naar
de herijking van de CBS-indicator die bepalend is voor dit onderwerp,
het onderwijs voor kinderen van arbeidsmigranten. Deze motie moet ik
ontraden, als die op deze manier wordt ingediend. Strikt genomen hoort
de motie ook bij de begrotingsbehandeling van OCW. Wellicht kan daar nog
een poging worden gewaagd, maar dan krijgt u de facto dezelfde
appreciatie, want op dit moment is OCW hiermee bezig.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 175 wordt ontraden. Daarmee zijn we aan het einde
gekomen van dit tweeminutendebat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt dinsdag gestemd.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.