[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024 (23645-852) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2025D47393, datum: 2025-11-19, bijgewerkt: 2025-11-20 09:42, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024

Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024

Aan de orde is het tweeminutendebat Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024 (23645, nr. 852).

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024. Ik heet de eerste spreker van de Kamer die een bijdrage gaat leveren, mevrouw Abdi van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid, van harte welkom. Gaat uw gang.

Mevrouw Abdi (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Welkom aan de collega's, natuurlijk. Het is toch wel leuk, zo'n eerste keer.

We hebben het vandaag ook over de enorme bezuiniging van 225 miljoen op het ov-studentenreisproduct. Als GroenLinks-PvdA maken we ons daar ernstig zorgen over. Het heeft immers niet alleen impact op de studenten zelf, maar ook op de betaalbaarheid, de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van het ov, met name in de regio.

De minister geeft zelf aan dat hij niet in de positie is om de concrete gevolgen van deze maatregelen in te zien. Hij geeft zelf ook aan dat hij ook niet in de positie is om te kunnen bedenken welke gevolgen dit verder heeft als het gaat over het verdwijnen van buslijnen, tarieven et cetera. Ik denk dat het best wel belangrijk is om daarover te overleggen met de provincies en de vervoerders. Daartoe dien ik de volgende motie in, samen met collega De Hoop.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat goede ov-verbindingen niet alleen voor studenten, maar voor alle reizigers van groot belang zijn om de bereikbaarheid te waarborgen;

overwegende dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap door middel van een beslissing op het driejaarlijkse herijkingsonderzoek studentenreisproduct invloed uitoefent op de beschikbaarheid en betaalbaarheid van ov-verbindingen zonder dat hij zicht heeft op de concrete gevolgen voor het ov-aanbod en de tarieven van de vervoerders;

verzoekt de regering om samen met het ministerie van lenW te overleggen met de decentrale overheden en de vervoerders over de impact van deze voorgenomen bezuinigingen op de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van het ov-aanbod voordat onomkeerbare beslissingen worden genomen, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Abdi en De Hoop.

Zij krijgt nr. 873 (23645).

Dank u wel. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de termijn van de Kamer. Ik kijk even naar de minister. We gaan twee minuten schorsen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024. We zijn toegekomen aan de appreciatie van de ingediende motie. Ik geef graag het woord aan de minister.

Minister Moes:
Dank u wel, voorzitter. Deze motie moet ik echt ontraden. Het klopt niet dat dit een bezuinigingsmaatregel is. Dit is echt gewoon een contractuele herijking van het product dat wij als OCW afnemen voor de studenten. Dit gaat niet over een bezuinigingsmaatregel. Omdat wij een grote klant zijn, snap ik dat dit impact kan hebben. Maar dat is echt een andere discussie, die ook op een andere plek gevoerd zou moeten worden. Dit gaat gewoon over een privaatrechtelijk contract dat wij met ov-partijen hebben.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 873 wordt ontraden. Dit geeft aanleiding tot een vraag.

Mevrouw Abdi (GroenLinks-PvdA):
De minister geeft aan dat hij de motie ontraadt omdat dit een privaatrechtelijke afspraak is, maar OV-NL en ook OV-bureau Groningen, in de provincie waar de minister zelf lange tijd gedeputeerde was, geven aan dat dit forse consequenties heeft voor hun begroting en voor de betaalbaarheid en toegankelijkheid. Deze motie roept de minister op om in gesprek te gaan met IenW, de vervoerders en de decentrale overheden om die impact in kaart te brengen. Ik zou de minister willen vragen om hier opnieuw naar te kijken, omdat hierover ernstige zorgen zijn en je het niet los kunt zien van het gehele ov-aanbod.

Minister Moes:
Ik begrijp heel goed dat die zorgen er zijn. Het is natuurlijk ook zo dat wanneer een klant minder gebruikmaakt van een dienst, dat impact kan hebben op de ov-bedrijven. Dat is heel duidelijk. Dat bestrijd ik ook niet. Maar ik wil niet buiten mijn rol treden. Uiteindelijk is OCW klant. Wij nemen gewoon een product af. Dat moet niet integraal worden meegenomen in de discussie of het ov nog sterk genoeg is en voldoende geborgd is. Die discussie moet niet met de klant gevoerd worden, denk ik. Dat is een andere discussie.

Mevrouw Abdi (GroenLinks-PvdA):
Dank voor het antwoord van de minister. Ik snap de terughoudendheid enigszins. U geeft terecht aan dat u niet in de positie bent, maar deze motie roept er juist toe op om in gesprek te gaan met degenen die wel inzicht kunnen geven in het aanbod. Ik wil toch ook even noemen dat het niet alleen gaat over de impact op de klant. Het gaat bijvoorbeeld ook over een ouder persoon die niet naar het ziekenhuis kan en over werknemers die afhankelijk zijn van het ov omdat ze geen auto hebben. In heel veel regio's gaat het ook over de vraag of een dorp wel of niet bereikbaar is. Die geven zelf aan: het is geen bezuiniging die alleen maar ziet op een langere reistijd voor iemand; het gaat erom of een dorp überhaupt wel bereikbaar is. De minister moet het toch met mij eens zijn dat dat ontoelaatbaar is? Mijn motie roept enkel en alleen op om dit in kaart te brengen en om te gaan overleggen. Ik zou de minister toch echt willen vragen om dat wel te doen; ik doe een dringend beroep op hem. De begrotingen worden nu namelijk klaargemaakt en voor een aantal provincies heeft dit gewoon forse consequenties.

Minister Moes:
Ik begrijp dit pleidooi heel goed. Ik snap dat het echt consequenties kan hebben. Je kunt namelijk een forse terugval hebben als het gaat om de mate waarin studenten, je klanten, gebruikmaken van het ov. Dat is een ontwikkeling die we zien. De kant die dit op zou gaan, is dat je een beweging krijgt waardoor je maar gewoon meer moet gaan betalen als afnemer van een product om het voor de aanbieder rendabel te kunnen houden. Daar sta ik niet achter en daarom is de motie ontraden. Dit is een discussie die we hier volgens mij echt niet moeten gaan voeren. Dat hoort in een bredere discussie over het ov thuis. Het is geen discussie die OCW zou moeten voeren als klant.

De voorzitter:
Zeer kort en afrondend op dit punt.

Mevrouw Abdi (GroenLinks-PvdA):
Ik zou graag aan de minister willen vragen waar deze discussie dan moet plaatsvinden. U zegt de hele tijd dat de discussie wel moet plaatsvinden, maar u geeft niet aan waar en wanneer. U weet ook dat deze vervoersbedrijven en al deze overheden nu bezig zijn om de som te maken. Ik roep de minister echt op om geen beslissingen te nemen die onomkeerbaar zijn. Die zijn namelijk wel onomkeerbaar in sommige provincies en gebieden.

Minister Moes:
Ik zou aanraden om deze discussie te voeren met het ministerie dat verantwoordelijk is voor het ov en niet met het ministerie dat verantwoordelijk is voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 873 heeft de appreciatie "ontraden". Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We stemmen aanstaande dinsdag over deze motie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.