Verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 september 2025
Raad voor Concurrentievermogen
Brief regering
Nummer: 2025D47466, datum: 2025-11-20, bijgewerkt: 2025-11-20 13:54, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Non-Paper Biotech Act
- Beslisnota bij Kamerbrief over het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 29 en 30 september 2025
- Kabinetsstandpunt inzake het Europees voorkeursprincipe in publieke aanbestedingen
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-680 Raad voor Concurrentievermogen.
Onderdeel van zaak 2025Z20203:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-25 17:30: Procedurevergadering Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 29 en 30 september 2025 vond de formele Raad voor Concurrentievermogen plaats in Brussel. Deze Raad stond in het teken van de onderdelen interne markt & industrie en onderzoek & innovatie. Met deze brief stuur ik u het verslag van de Raad. Het verslag over het onderdeel onderzoek & innovatie stuur ik u mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur, en Wetenschap.
Verder wil ik met deze brief uw Kamer informeren over de Notitie Europees Voorkeursprincipe. De Notitie is in reactie op motie 4205 van het lid Thijssen met als onderwerp "verzoekt de regering in de EU te pleiten voor het beschermen van de Nederlandse en Europese belangen, en daarbij alle opties op tafel te
houden inclusief «Made in The Netherlands»- of «Made in Europe vereisten".
Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om een non-paper ter beïnvloeding van de komende EU Biotech Act met uw Kamer te delen. In het non-paper pleit Nederland voor een brede scope van de Biotech Act die niet alleen de medische en farmaceutische sectoren, maar ook de agro-food, industriële en milieu-biotechnologiesectoren dekt, en roept op tot een geharmoniseerd reguleringskader om Europa's concurrentiekracht in biotechnologie te versterken.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Inleiding
De Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) op 29 en 30 september jl. stond in het teken van twee onderdelen: 1. Interne markt en industrie op 29 september en 2. Onderzoek en innovatie op 30 september. Deze indeling wordt ook aangehouden in dit verslag.
Verslag van het Industrie en Interne Marktdeel van de formele Raad voor Concurrentievermogen op 29 september 2025
Europees Concurrentievermogenfonds
Beleidsdebat
Tijdens de Raad werd het Commissievoorstel voor een European Competitiveness Fund (ECF) besproken, dat onderdeel is van het pakket voor een nieuw Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028-2034. De Europese Commissie (hierna: de Commissie) lichtte het voorstel toe. Met het ECF worden twaalf programma's onder het huidige MFK samengevoegd tot één raamwerk met als overkoepelend doel het versterken van het EU-concurrentievermogen, meer in het bijzonder in de strategische sectoren en technologieën die daarvoor cruciaal zijn.1 Het Deens Raadsvoorzitterschap vroeg tijdens het debat in het bijzonder naar de wijze waarop het ECF zo effectief mogelijk ingericht kan worden voor begunstigden en hoe daarbij privaat kapitaal zo goed mogelijk gemobiliseerd kan worden.
In de discussie onderschreven vrijwel alle lidstaten het doel van het ECF. Ook de met dit voorstel voorgenomen vereenvoudiging van het MFK werd breed verwelkomd. Veel lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten daarbij dat de toegankelijkheid van het fonds voor begunstigden en lage administratieve lasten voorop moet staan en benoemden het belang van mobiliseren van privaat kapitaal. Daarnaast werd door veel lidstaten, waaronder Nederland, positief benoemd dat het fonds in alle fasen van de levenscyclus van ondernemingen ondersteuning moet kunnen bieden.
Nederland, evenals een groep lidstaten, benoemde in de inbreng het belang van excellentie en impact als criteria voor de besteding van middelen over de gehele breedte van het ECF. Een andere groep lidstaten wees erop dat geografische spreiding van belang is in de toekenning van financiering binnen het ECF. Daarnaast noemden enkele lidstaten dat het ECF tot doel moet hebben om de decarbonisatie van de energie-intensieve industrie te ondersteunen. In haar inbreng wees Nederland erop dat het ECF moet bijdragen aan de verhoging van de productiviteitsgroei en meer gefocust dient te worden op de meest strategische technologieën en sectoren.
Omnibus-simplificatiepakketten: jaarlijks voortgangsverslag over handhaving en uitvoering
Beleidsdebat
De Raad besprak de voortgang van de Commissie met het vereenvoudigen van EU-wetgeving via zogeheten ‘omnibus-simplificatiepakketten’ en het Annual Progress Report on Simplification, Implementation and Enforcement van EU-commissaris Sejourné. Dit past binnen het bredere kader van de Better Regulation Agenda en het streven naar betere regelgeving voor bedrijven en overheden.
Het Deense Raadsvoorzitterschap beoogde met dit debat in het bijzonder te bespreken welke instrumenten het beste ingezet kunnen worden om regeldruk voor bedrijven te (blijven) verminderen. Daarbij is het van belang de juiste balans te vinden tussen de introductie van benodigde nieuwe regelgeving en het vermijden van onnodige nieuwe administratieve lasten voor bedrijven.
De lidstaten waren eensgezind over het belang om de regeldruk te verminderen. Een grote groep lidstaten, waaronder Nederland, noemde het uitvoeren van impact assessments als belangrijk middel om de regeldruk in kaart te kunnen brengen. Enkele lidstaten riepen daarbij op om impact assessments ook bij voorgenomen substantiële amendementen in het Europese wetgevingstraject uit te voeren.
In haar inbreng refereerde Nederland naar de eigen aanpak om de regeldruk te verminderen – een van de prioriteiten van dit kabinet – en wees erop dat een deel van realisatie van deze aanpak ook op Europees niveau behaald dient te gebeuren. Nederland wees er daarnaast op dat het bedrijfsleven beter geconsulteerd moet worden om onnodige regeldruk te voorkomen en aan te pakken, een aandachtspunt dat ook door enkele andere lidstaten onderschreven werd.
Horizontale Interne Marktstrategie
Beleidsdebat
Enrico Letta, de auteur van een adviesrapport voor de Commissie over verdieping van de interne markt, sloot aan bij dit debat.2 Letta benadrukte dat het tempo van de aanpak van belemmeringen op de interne markt verhoogd moet, daarbij verwijzend naar het inzetten van digitale oplossingen. In het verlengde daarvan vroeg het voorzitterschap de lidstaten aan te geven welke digitale initiatieven hieraan kunnen bijdragen.
Lidstaten riepen bijna unaniem op tot snelle uitwerking en verlaging van administratieve lasten voor bedrijven. Verschillende lidstaten wezen in het bijzonder op het benutten van het potentieel van digitale initiatieven om de lasten te beperken.
In haar inbreng benadrukte Nederland dat interoperabiliteit tussen verschillende digitale instrumenten nodig is om lasten te beperken. Behalve voortbouwen op de bestaande digitale instrumenten wees Nederland met name op het potentieel van de Europese portemonnee voor ondernemingen (European Business Wallet). Om belemmeringen gezamenlijk aan te pakken zijn strakke deadlines en heldere afspraken van belang, waarbij de door de Commissie recent aangekondigde Single Market Roadmap als waardevolle leidraad kan bieden.
Diversenpunten
Nederland bracht een diversenpunt in over de overhandiging van de Semicon Declaration aan de Europese Commissie diezelfde dag.3 De verklaring, een initiatief van Nederland en inmiddels gesteund door alle 27 lidstaten en meer dan 80 industriepartners, markeert een eerste stap naar de herziening van de EU Chips Act (Chips Act 2.0).4 In de Semicon Declaration roepen de lidstaten op tot het afstappen van de 20% marktaandeel doelstelling naar meer strategische doelstellingen die verder uitgewerkt dienen te worden: prosperity, indispensability en resilience, met bijzondere aandacht voor eindmarkten zoals AI, automotive, energie en defensie.
Oostenrijk agendeerde een diversenpunt over territoriale leveringsbeperkingen. Net als Nederland en een groep andere lidstaten, hecht Oostenrijk grote waarde aan het aanpakken van dit probleem. De Commissie gaf aan met prioriteit naar oplossingen te zoeken.
De Commissie informeerde de lidstaten kort over de consultaties met de autosector en de voortgang van de implementatie van het automotive actieplan. Ook informeerde de Commissie de Raad over de voortgang van de omnibusvoorstellen. Verder bracht Frankrijk een non-paper in over het belang van een koppeling tussen EU-concurrentievermogen en het Europees klimaatdoel voor 2040. In het non-paper benadrukte Frankrijk de benodigde randvoorwaarden voor het versterken van het EU-concurrentievermogen en het behalen van het tussendoel.
Tot slot agendeerden Frankrijk, Italië & Duitsland een non-paper over de Industrial Accelerator Act, die naar verwachting eind dit jaar gepubliceerd zal worden. In het non-paper pleiten deze lidstaten voor verschillende maatregelen die decarbonisatie, weerbaarheid en concurrentievermogen gezamenlijk moeten versterken. De voorgestelde beleidsinterventies varieerden van vraagcreatie voor schone producten, herziening CBAM om koolstofweglek te voorkomen, het adresseren van hoge energieprijzen in de industrie en toepassing van voorkeursprincipes (bij aanbestedingen) in strategische sectoren. Er waren geen interventies van andere lidstaten.
Verslag van het onderzoeks- en innovatiedeel van de formele Raad voor Concurrentievermogen op 30 september 2025
Dit deel van het verslag is mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gaat enkel over het onderzoeks- en innovatiedeel van de Raad.
Raadsconclusies over het belang van onderzoek en innovatie voor de EU-strategie voor startups en scale-ups
Aanname Raadsconclusies
De Raad nam de Raadsconclusies5 over de EU-strategie voor startups en scale-ups aan. Op 28 mei 2025 publiceerde de Europese Commissie deze strategie. De Raadsconclusies werken een aantal onderdelen van de strategie verder uit die te maken hebben met onderzoek en innovatie (O&I), zoals het verbeteren van toegang tot financiering, het ondersteunen van marktopname en opschaling van startups en scale-ups, het aantrekken en behouden van talent en het faciliteren van toegang tot infrastructuur, netwerken en diensten. Het behouden van startups en scale-ups is belangrijk voor de Nederlandse economie. Daarom is Nederland gebaat bij een goede EU-strategie die ook startups en scale-ups in Nederland ondersteunt. Dit komt overeen met de aanbevelingen van Mario Draghi, die een toonaangevend rapport schreef over het versterken van de Europese concurrentiepositie.
Nederland was tevreden met de conclusies over de strategie en kon daarom instemmen met de raadsconclusies, die aansluiten bij het Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC)-fiche6. Nederland verwelkomde tijdens zijn interventie de aandacht voor risicofinanciering voor het opschalen van startups en scale-ups om nieuwe, innovatieve bedrijven te creëren. Ook benadrukte Nederland dat het belangrijk is om de definitie voor Ondernemingen in Moeilijkheden te verbreden om financiële steun vanuit lidstaten en de EU mogelijk te maken voor de opschaling van innovatieve startups en scaleups, en om hier de komende tijd in samenspraak met Commissie verder aan te werken.
Raadsconclusies over de “Strategy for European Life Sciences”
Aanname Raadsconclusies
De Raad nam de Raadsconclusies7 aan over de oproep tot actie op het gebied van de levenswetenschappen voor het concurrentievermogen van de Europese Unie. De Raadsconclusies verwelkomen de ambitie om van de EU tegen 2030 's werelds meest aantrekkelijke hub voor levenswetenschappen te maken. De conclusies moedigen aan tot meer onderzoek naar geneesmiddelen voor geavanceerde therapie, een leidende rol in klinische proeven en een brede benadering van biotechnologie. Ze roepen ook op tot het gebruik van vooruitstrevende technologieën - zoals kunstmatige intelligentie en quantum computing - in de levenswetenschappen. Daarnaast wordt het belang benadrukt van het ontwikkelen van vaardigheden en het aantrekken en behouden van getalenteerde wetenschappers. Tot slot benadrukken de conclusies de noodzaak van een overkoepelend coördinerend kader voor levenswetenschappen en van een snelle uitvoering van de voorgestelde acties.
Levenswetenschappen zijn belangrijk voor de Europese en Nederlandse economie. Europa huisvest een aantal grote bedrijven die behoren tot de wereldtop en de concurrentie aangaan met bedrijven uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten en China. Het is voor Nederland belangrijk dat Europa concurrerend blijft. Een beperkt aantal lidstaten hebben hun standpunt tijdens dit agendapunt toegelicht. Deze lidstaten benadrukten nogmaals dat levenswetenschappen belangrijk zijn voor een competitieve Europese Unie. Ook benadrukten deze lidstaten dat de oproep tot actie bijdraagt aan een sterker Europees ecosysteem waar de levenswetenschappensector haar volledige potentieel in kan ontwikkelen. Dit komt ten goede aan verschillende sectoren en thema’s zoals de farmaceutische industrie, agrarische sector, bio-economie en klimaat. Alle lidstaten inclusief Nederland stemden in met deze Raadsconclusies.
Het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (Horizon Europe 2028 – 2034): de rol van O&I voor dual-use, veiligheid en defensie
Beleidsdebat
De Raad sprak over de voorstellen voor het tiende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (O&I) voor de periode 2028-2034, Horizon Europe8 en de bijdrage die het kaderprogramma kan leveren aan dual-use, veiligheid en defensie.
De Commissie benadrukte dat, in lijn met de Nederlandse prioriteiten, een sterke O&I-basis nodig is om het EU-concurrentievermogen en de Europese veiligheid te versterken. Het Europees Concurrentievermogenfonds (ECF) zal inzetten op defensie-O&I. Horizon Europe, dat gelinkt is aan het ECF, zal inzetten op technologieën die zowel civiel als militair toepasbaar zijn (dual-use). Het is belangrijk dat binnen Horizon Europe ook voor dual-use O&I goed kan worden samengewerkt met niet EU-landen. Door deze samenwerking versterken we ook de Nederlandse en de Europese-kennisbasis die vereist is voor onze veiligheid en strategische autonomie.
De lidstaten waren het eens met de inzet van de Commissie om de wisselwerking tussen civiel en militaire O&I te verbeteren. Voor veel lidstaten blijft civiele O&I het vertrekpunt van Horizon Europe, vooral omdat er voor pure defensie-O&I ruimte is onder het ECF. De lidstaten benadrukten dat samenwerking met niet EU-landen belangrijk is. Hierbij gaven de lidstaten aan dat de concept-verordeningen voor Horizon en het ECF hier nog niet duidelijk genoeg zijn. Het is bovendien belangrijk dat Horizon Europe bijdraagt aan het Europese concurrentievermogen en dat open competitie op basis van excellentie de drijvende factor blijft. Tenslotte vroegen lidstaten aandacht voor versimpelen van regelgeving waarbij de gebruiker centraal staat.
Nederland benadrukte dat O&I belangrijk is om oplossingen te vinden voor maatschappelijke en technologische uitdagingen, en dat de uitwerking van de samenhang tussen Horizon Europe en het ECF hierbij van belang is. Ook onderschreef Nederland het belang van internationale samenwerking. Tevens vroeg Nederland aandacht voor het verminderen van regeldruk en onderschreef dat daarbij de gebruiker centraal dient te staan.
Diversenpunten
Update 2025 Annual Progress Report on Simplification, Implementation and Enforcement
Presentatie van de Commissie
Tijdens de Any Other Business informeerde de Commissie de lidstaten over het 2025 Annual Progress Report on Simplification, Implementation and Enforcement. De Commissie gaf aan te werken aan eenvoudigere methodes van financiering om administratieve lasten te verminderen en daardoor toegang tot Europese fondsen voor O&I-actoren te vergemakkelijken. Er waren geen interventies van de lidstaten.
Presentatie van de Commissie over de Strategy on Research and Technology Infrastructures
Presentatie van de Commissie
De Commissie gaf een presentatie over de Strategy on Research and Technology Infrastructures. Daarin prioriteert de Commissie het belang van investeringen in infrastructuren, het verbeteren van toegang tot infrastructuren, het stimuleren en aantrekken van talent met gewenste vaardigheden, het verbeteren van bestuur en het inspelen op de internationale dimensie. Er waren geen interventies van de lidstaten.
https://www.consilium.europa.eu/media/ny3j24sm/much-more-than-a-market-report-by-enrico-letta.pdf↩︎
Alle EU-landen nu in ‘Semicon Coalition’ voor technologisch leiderschap Europa | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl↩︎
De verklaring wordt nog steeds ondertekend, dus het aantal industriepartners groeit nog steeds: 2025.10.23-16.10_IndustryEndorsement_FullDocument.pdf↩︎
Raadsconclusies 30 september 2025, 13357/25: The importance of research and innovation for the EU Startup and Scaleup Strategy↩︎
Kamerstuk 2025, 22112, nr. 4098↩︎
Raadsconclusies 30 september 2025, 13323/25: A call for action on life sciences for the Union's competitiveness↩︎
Op 16 juli 2025 heeft de Europese Commissie een wetgevend voorstel gepresenteerd voor het volgende Kaderprogramma, Horizon Europe (2028-2034), zie Horizon Europe 2028 - 2034: twice bigger, simpler, faster and more impactful - European Commission↩︎