Indiening wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter bestendiging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken (Kamerstuk 36859)
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter bestendiging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken
Brief regering
Nummer: 2025D47545, datum: 2025-11-20, bijgewerkt: 2025-11-21 09:28, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
Onderdeel van kamerstukdossier 36859 -5 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter bestendiging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken .
Onderdeel van zaak 2025Z20222:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:00: Procedurevergadering Asiel en Migratie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Asiel en Migratie
Preview document (🔗 origineel)
Vandaag is het wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter bestendiging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken, bij uw Kamer ingediend.
Dit wetsvoorstel voorziet in de bestendiging van de bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en verwerken, geregeld in artikel 106a van de Vreemdelingenwet 2000, en in het behoud van die biometrische kenmerken in de vreemdelingenadministratie. Daartoe wordt artikel 115 van de Vreemdelingenwet 2000 geschrapt.
Van een vreemdeling kunnen tien vingerafdrukken en een gezichtsopname worden afgenomen met het oog op de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 (artikel 106a van de Vreemdelingenwet 2000). Deze biometrische gegevens kunnen centraal worden opgeslagen in de vreemdelingenadministratie en gekoppeld worden aan één identiteit (artikel 107 van de Vreemdelingenwet 2000).
Het gebruik van biometrische gegevens is essentieel voor een zorgvuldige en eenduidige vaststelling van de identiteit van vreemdelingen. De nationale bevoegdheden om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken zijn noodzakelijk om biometrische gegevens te kunnen gebruiken voor de identiteitsvaststelling in het kader van de procedures in de vreemdelingenketen waarop Europese regelgeving geen of slechts beperkte invloed heeft. Hierdoor kunnen biometrische gegevens worden gebruikt voor de identiteitsvaststelling in de gehele vreemdelingenketen. Dit draagt bij aan de integriteit van het toelatingsproces en voorkomt potentiële fraude en administratieve onregelmatigheden. Daarmee wordt niet alleen de effectiviteit van het vreemdelingenbeleid versterkt, maar ook de betrouwbaarheid van nationale toelatingsprocedures gewaarborgd. Bovendien ondersteunen de nationale bevoegdheden een uniforme benadering van biometrische gegevens in de keten, wat de samenwerking tussen de ketenpartners en internationale partners bevordert. De ervaringen van partijen binnen de vreemdelingenketen laten ondubbelzinnig zien dat deze bevoegdheden in belangrijke mate bijdragen aan een goede uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000.
Op grond van artikel 115 van de Vreemdelingenwet 2000 vervalt de nationale bevoegdheid om biometrische gegevens van vreemdelingen af te nemen en te verwerken op 1 maart 2026 en moeten alle gezichtsopnames en vingerafdrukken, die op basis hiervan in de vreemdelingenadministratie zijn opgenomen, op die datum worden vernietigd. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd die bevoegdheid te bestendigen en de vernietiging van deze gegevens te voorkomen. Wegvallen van deze bevoegdheid en vernietiging van de verzamelde gegevens zou de uitvoeringspraktijk ernstig hinderen bij het vaststellen en verifiëren van de identiteit van vreemdelingen, fraude en misbruik in de hand kunnen werken en ingrijpende consequenties kunnen hebben.
De Afdeling Advisering van de Raad van State heeft recent een kritisch advies uitgebracht over het wetsvoorstel. In het advies zijn opmerkingen gemaakt over de motivering van de noodzaak van deze nationale bevoegdheid in het licht van de al bestaande bevoegdheden op grond van Europese verordeningen, over het gebruik van gezichtsopnames voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten en de verwerking van gezichtsopnames in CATCH-vreemdelingen, over de verwerking en vernietiging van biometrische gegevens van vreemdelingen en over het opnemen van een evaluatiebepaling in het wetsvoorstel. Naar aanleiding van dit advies zijn het wetsvoorstel en de memorie van toelichting aangepast en aangevuld. De belangrijkste wijzigingen licht ik in deze brief toe. Ook zal ik ingaan op de opmerkingen die door de Raad van State zijn gemaakt over de verwerking van gezichtsopnames van vreemdelingen in CATCH-vreemdelingen.
Op dit moment zijn in de wet geen duidelijke voorwaarden bepaald voor de verstrekking van gezichtsopnames ten behoeve van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, terwijl dit voor de verstrekking van vingerafdrukken voor dit doel wel is gedaan. Daar heeft de Raad van State ook op gewezen in het advies. Naar aanleiding van het advies is het wetsvoorstel aangepast. Hierdoor worden dezelfde eisen gesteld aan de verstrekking van gezichtsopnames voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten als aan de verstrekking van vingerafdrukken voor dit doel. Hiermee wordt aangesloten bij de werkwijze die in de praktijk al wordt toegepast. De verwachting is dat deze wijziging voor de praktijk dus geen consequenties zal hebben.
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven dat uit de laatste evaluatie van de Wet biometrie vreemdelingenketen blijkt dat er enkele knelpunten bestaan ten aanzien van de naleving van het Protocol Identificatie en Labeling (PIL).1 Dit protocol beschrijft de gestandaardiseerde werkwijze voor het registreren, identificeren, verifiëren, wijzigen en vernietigen van persoonsgegevens binnen de vreemdelingenketen. Uit een audit is onder meer gebleken dat het proces van verwijdering van biometrische gegevens van vreemdelingen niet verloopt zoals beschreven in het PIL. Het kabinet hecht groot belang aan een zorgvuldige omgang met biometrische gegevens van vreemdelingen, mede gezien de gevoelige aard ervan en het belang van bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Daarom is een traject ingezet dat is gericht op de vernietiging van gegevens die daarvoor in aanmerking komen. Daarnaast wordt de selectie van deze gegevens op orde gebracht, waardoor het in de toekomst wel mogelijk is om biometrische gegevens tijdig te vernietigen. In het wetsvoorstel is een evaluatiebepaling opgenomen die specifiek ziet op de verwerking en vernietiging van biometrische gegevens van vreemdelingen. Binnen drie jaar na inwerkingtreding van deze wet wordt aan uw Kamer een rapport van deze evaluatie aangeboden. Uit de evaluatie zal moeten blijken of de ingezette verbeteringen voldoende hebben bijgedragen aan de naleving van het PIL.
In het advies plaatst de Raad van State kritische kanttekeningen bij de verwerking van de gezichtsopnames van vreemdelingen uit de vreemdelingenadministratie in de database CATCH-vreemdelingen om deze beschikbaar te stellen voor gezichtsvergelijking in het kader van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De Raad van State heeft daarbij de vraag opgeworpen of deze verwerking voldoet aan de vereisten uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het advies is om de verwerking van deze gegevens in deze vorm aan te passen of stop te zetten als deze niet behoorlijk is geregeld en de noodzaak hiervan niet dragend kan worden onderbouwd. Naar aanleiding van het advies heb ik besloten een verkenning te starten naar CATCH-vreemdelingen. Uitgangspunt daarbij is dat de verwerking van biometrische gegevens van vreemdelingen in ieder geval moet voldoen aan de eisen die de AVG daaraan stelt en daarmee ook dat moet kunnen worden onderbouwd dat deze verwerking noodzakelijk is. In het kader van deze verkenning zal worden gekeken naar technische mogelijkheden om het systeem anders in te richten en naar de juridische inbedding hiervan. Voor het einde van het jaar zal ik uw Kamer berichten over de voortgang en de eerste resultaten van deze verkenning.
Gezien de dringende noodzaak om deze bevoegdheid zo snel mogelijk en uiterlijk op 1 maart aanstaande te bestendigen, verzoek ik uw Kamer graag de behandeling van dit wetsvoorstel met voorrang ter hand te nemen. Uiteraard zal ik van mijn kant ook al het mogelijke doen om u hierbij van dienst te zijn.
De Minister van Asiel en Migratie,
D.M. van Weel
Door de vingers bekeken. Derde evaluatie Wet biometrie in de Vreemdelingenketen (onderzoek uitgevoerd door Pro Facto, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum), 2024, p. 58.↩︎